Als het leesseizoen weer aanbreektKorte wenken voor de praktijk Eén haan ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD We veronderstellen niet, dat U elke dag gelegen heid hebt om te lezen. Toch breekt het seizoen van de ontwikkeling op landbouwgebied straks weer aan wanneer de dagen korter worden en daarmee ook de werktijden. De aard van ons blad brengt met zich mee, dat we Uw aandacht speciaal vragen voor uitgaven op landbouwgebied; we wil len door deze bewuste eenzijdigheid U zeker niet tot het vaktechnische terrein terugdringen, omdat we maar al te goed weten welk een rijkdom een goed boek op welk terrein dan ook kan schenken aan de aandachtige lezer. We noemen hieronder slechts enkele werken, die ons ter recensie werden toegezonden gedurende de laatste maanden. Het is dus maar een losse greep uit het vele, dat op landbouwgebied te vinden is. Maar wellicht is er ook voor U wat bij. Ventileren en langzaam drogen van granen. Samengesteld door een 6-tal deskundigen op dit gebied. Uitgave van het NaCoBrouw. Prijs 4 Je verkrijgen bij de secretaris Dr Veldhuizen, Brouwerij d'Oranjeboom, Rotterdam (Z.). Dit boek is zeer geschikt voor hen die zich voor dit onderwerp interesseren en zich niet door een veelheid van grafieken en cijfers van de wijs laten brengen. 25 jaar brouwgerstverbouw in Nederland. Uitgave van het NaCoBrouw. Het boekje geeft een prettig leesbaar overzicht van de geschiedenis der Nederlandse brouwgerst verbouw en verwerking. Ziekten en beschadigingen van de suikerbiet. Hilleshög-brochure no. 11, Uitg. N.V. Hollandsch- Zweedsche Zaadmaatschappij, Amsterdam. Buitengewoon fraaie afbeeldingen geven met de prettig leesbare tekst een goed inzicht in al de ziekten die de biet belagen. Een determinatietabel maakt het de lezer gemakkelijk zijn bevindingen nog eens te controleren. Iets over smering. Langzaam lopende dieselmotoren en hun smering. Voor de lezer wiens belangstelling boven het gemiddelde uitgaat, geven deze boekjes, die werden uitgegeven door de N.V. Aalten in Den Haag, stof genoeg om een paar avonden nuttig te vullen. Wegwijzer in de landbouwgeschiedenis door Dr J. M. G. van der Poel. Uitgave Tjeenk Willink, Zwolle, 3,25. Het boek geeft een opsomming van werken, die men omtrent verschillende onderdelen van de land- bouwgeschiedenis kan raadplegen. Hoe leeft en werkt de Amerikaanse boer? 3,50. De bodem- en landelassificatie in de Ver. Staten van Amerika. Beide rapporten werden uitgegeven door de Contactgroep Opvoering Productiviteit, Raamweg 43, Den Haag. Het eerste rapport is samengesteld door de jonge boeren die in de jaren 1950 en 1951 de U.S.A. be zochten. De eindredactie werd verzorgd door Ir J. de Geus. Het tweede verslag bestrijkt een beperkt gebied en laat ons de ervaringen van een groep Nederlandse bodemkundigen zien. De mechanisatie van de voorjaarswerkzaamheden in de bietenteelt I. Algemeen overzicht door Ir J. Jorritsma. Uit gave van het Instituut voor Rationele Suikerpro ductie in Bergen op Zoom. Om de arbeidstop in het voorjaar zoveel mogelijk tegen te gaan, is mechanisatie der werkzaamheden noodzakelijk. In deze publicatie wordt een over zicht gegeven van de resultaten. Zaadteelt in Denemarken. (Gestencild.) Uitgave van de af. Akkeb- en Weidebouw van het Ministerie van Landbouw, Heerengracht 2, Den Haag. Prijs 1. Het rapport geeft een overzicht van de ervarin gen die de heren Ir Olthoff en H. Koning opdeden tijdens een studiereis in Denemarken. Drainage van landbouwgronden, door Ir. L. H. Bouwman. Uitgave „Ceres," Meppel. 2,35. Diverse malen bereiken ons vragen of het moge lijk zou zijn artikelen over de practische uitvoering van drainage te plaatsen. Het stuit door de om vangrijkheid van het onderwerp op grote moeilijk heden, zodat we met vreugde dit werkje begroeten. Naast de aanleg van drainages, verlucht met dui delijke tekeningen, wordt ok het onderhoud een ruime plaats toegedeeld. Tenslotte wordt de moldrainage behandeld. Deze uitgave voorziet in een grote behoefte van de practische landbouwers die zelf hun drainage wil len verzorgen. Landmeten en waterpassen, door H. J. van Leu- sen. Uitgave Tjeenk Willink, Zwolle. Prijs ƒ0,90. Doordat het boekje door een deskundige van de Ned. Heidemaatschappij werd samengesteld, is het bijzonder geschikt voor practische landbouwers, die zelf hun land op willen meten, drainreeksen met of zonder waterpas of eenvoudige egalisaties willen uitvoeren. Kopschoffels, door Ir. 4. Moens en Z. J. Halman. De Maïsoogst, door Ir. A. Moens en P. F. Giessen. Beide zijn gestencilde mededelingen van het In stituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie te Wageningen. Bij de maïsoogst doet het hand- plukken met de plukhaak opgang, terwijl bij de oogst van de suikerbieten de kopschoffel een goede kans maakt wanneer men het loof wil inkuilen. Beide genoemde publicaties behandelen deze vraagstukken op eenvoudige en overzichtelijke wijze. Ze zijn gratis verkrijgbaar bij het Instituut Nieuwe weg 30, Wageningen. Eenvoudige kennis van motoren, door P. de Boer. Uitgave J. B. Wolters, Groningen, 1,90. Deze vijfde druk van dit werkje, dat veel voor cursussen in m^torenkennis^wordt gebruikt, heeft heus geen aanbeveling meer nodig. De inundaties gedurende J9441945 en hun ge volgen voor de luJwroouw, deel IV, door Dr. B. Ver heven. Uitg. Ministerie van Landbouw, Den Haag. Deze reeks is opeens weer actueel geworden voor hen die zich interesseren voor de veranderin gen die zich in de geïnundeerde gronfr voltrekken. Het lezen vereist vrij wat inspanning. Het boerenbedrijf in het verleden II, door H. G. 't Hooft. Uitg. J. B. Wolters, Groningen. Geb. 2,90. Het boekje behandelt de landbouwgeschiedenis na 1800. Het is geschreven voor landbouwscholen, doch we hebben het met genoegen achter elkaar uitgelezen. In zijn wekelijkse rubriek „Rond het Boerenerf' schrijjt de redacteur Kl(ompe) in het Gelders Landbouwblad van 24,Sept. o.a. het volgende be~ hartenswaardige, dat ook voor iederè niet-pluim- veehouder lezenswaardig is. RED. „Bij verordening van het bedrijfschap voor pluimvee en eieren is het iedere boer-pluimvee- houder in Nederland thans zonder meer verboden meer dan één haan per toom kippen te houden. Als men naar de redenen van deze maatregel vraagt, zal men U zonder meer een motivering weten te geven. Hanen bij kippen hebben bevruch te eieren tot gevolg. Bevruchte eieren zijn meer aan bederf onderhevig, dan onbevruchte. Dus de kwaliteit van de eieren wordt hierdoor geschaad. Dus dan maar verbieden. Er is een tijd geweest, dat men vertrouwen stelde in de Nederlandse -boer. Door voorlichting trachtte men toen langs vrijwilige weg tot het ge stelde doel te komen. Vraagt men thans: „Heeft men dit gepoogd?" Heeft men door speciale bijeenkomsten in die ge bieden, waar veel hanen bij de kippen werden ge houden, het gevaar duidelijk aangetoond? Heeft men de pers gebruikt om alle pluimveehouders van dit gevaar te doordringen?" Dan zal men U moeten antwoorden: „Neen." Men heeft zonder blikken of blozen een verordening afgekondigd. Die behoort te worden nageleefd. Hetgeen bete kent, dat ongeveer 150.000 Nederlandse boerenbe drijven gecontroleerd moeten worden door de C.C.D. en dat men zijn bedrijf open moet stellen voor controle. Om te kijken of men soms een haan verbergt. Dat lijkt verbazingwekkend. In de sfeer van de bedrijfschappen is het dat echter niet. Men heeft verordenende bevoegdheid en men moet tenslotte „iets doen". De bevoegdheid er toe heeft men. Dus waarom het dan niet gedaan? De verordenende bévoegdhe'd maakt dat men in de sfeer van de machtsuitoefening leeft. Macht over anderen. Een sfeer, die wij verfoeien. Maar die nog springlevend is, vooral in het bedrijfschap voor pluimvee en eieren. We zullen het hierbij niet kunnen laten. In het bedrijfschap zitten ook vertegenwoordigers van onze eigen organisaties. Het wordt tijd bij de af vaardiging van bestuursleden er mede rekening te houden of betrokkenen zich in de eerste plaats ondernemer voelen, dan wel Maohtsuitoefenaars over ondernemers. Uit genomen proeven is gebleken dat het schieter percentage geen maat is voor de hardheid van de bieten, zodat op grond van dit percentage geen scheiding gemaakt kan worden tussen leverbare en niet-leverbare bieten. Het mechanisch koppen is dit jaar moeilijk, zo niet uitgesloten. De jonge schieters bleken gemiddeld een hoger wortelgewicht te hebben dan de gewone; de oudere schieters waren daarentegen belangrijk lichter. Tijdens de campagne moet op een gehalteverschil van 1,52 gerekend worden. Op grond van het geringe gewicht en suikergehalte adviseert het Instituut voor Rationele Suikerproduc tie de harde schieters niet te leveren. Deze geven moeilijkheden bij de fabriek, terwijl ook het gemid delde suikergehalte sterk door deze bieten gedrukt zal worden. De gehaltes kunnen daarom dit jaar nog meer dan anders uiteenlopen, tengevolge van dit ver schil. De z.g. polyploïde rassen zijn eerst laat in het sei zoen rijp en mogen dus nog niet gerooid worden. Ze kunnen juist in de laatste weken nog flink groeien. Bij het rooien dient tevens rekening gehouden te worden met de omstandigheid dat de afrijping van de bieten bevorderd wordt door droog weer, zonnige dagen en koude nachten. Warm en vochtig weer met mistige nachten bevorderen de afrijping juist niet. Bieten die na het koppen nog in de grond blijven zitten verliezen suiker. Behoudens bijzondere weers omstandigheden, hebben bieten die met blad en al zijn gelicht echter suikerwinst als ze nog een poosje in de grond blijven staan. Na het rooien moeten de bieten zo snel mogelijk van het land worden gehaald. Bewaring in kleine hoopjes op het land is te verkiezen boven het gekopt in de gï-ond laten staan van de bieten. Vooral bieten van zoute grond moeten niet aan de grote hoop worden gereden, tenzij deze lang en smal wordt gehouden. Bieten van zoute grond moeten bij droog weer en droge grond worden gerooid. De toch al moeilijk te verwerken bieten zijn het niet waard dat de grond voor lange tijd bedorven wordt. Nu de staltijd weer in zicht komt, gaat de boer zich bezinnen over de voeding van zijn rundvee en paarden. Het is wel vanzelfsprekend dat de boer daar niet steeds een antwoord op weet; tenslotte heeft hij op zijn bedrijf met zoveel problemen te maken. Door de standsorganisaties is dit reeds vóór de oorlog ingezien en zij hebben gezamenlijk in iedere provincie een Veevoederbureau opgericht, waar iedere boer gratis deskundige inlichtingen kan inwinnen. Het Provinciaal Veevoederbureau, Londense Kaai 27, Middelburg, is vanzelfsprekend ook het adres voor het opstellen van een voederplan; Uw rayon assistent is bij dit werk van het Veevoederbureau in geschakeld. Een van de weinige landbouwgewassen, die ons waardevolle producten leveren van de ondergrondse cn van de bovengrondse delen zijn de bieten en dan in het bijzonder de suikerbieten. Hoe staat het met de bovengrondse delen: koppen en bladeren Deze worden nog te veel gezien als iets wat veel werk vraagt, maar dat dit werk niet altijd economisch is, hiermede vergist men zich toch. Bietenkoppen en -bladeren zijn een buitengewoon waardevol prodifot, waarvan men in de herfst en winter met veel voordeel gebruik kan maken. Rekent men op 30.000 kg koppen en bladeren (zeker geen maximum) dan betekent dit ongeveer 500 kg verteer baar ruweiwit en 2800 kg ZW per ha. Helaas gaat daarvan in de practijk nog een groot deel onnodig verloren, een derde is zeker niet te hoog geschat! Weet U al hoe U de maïs gaat plukken? Er zijn nogal wat mogelijkheden. Het rechtstreeks op de wagen plukken geeft ook voor handwerk veel arbeidsbesparing. Als dit geschiedt zijn er nog vele mogelijkheden. Bij een gewas met 45.000 kolven per ha is het aantal manuren per ha bij de verschillende methoden ongeveer als volgt: zonder ontvliezen 36 manuren. ontvliezen zonder haak 90 manuren. ontvliezen met haak 79 manuren. Het gebruik van de plukhaak vergt enige oefening, doch levert ook 1530 arbeidsbesparing.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 12