Schetsen van de Belgische landbouw De stand van de bieten STEKELS op den BLEIK ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD De waardering, die de landbouw geniet in de volksgemeenschap, wordt in niet onbelangrijke mate bepaald door de tastbare bijdrage die ze weet te leveren aan de nationale economie. Ook in Bel gië geldt dit terdege en de actieve bevolking die in de landbouw werkzaam is deze groep vormt 12 van de totale bevolking levert een bijdrage in het nationale inkomen van 8 In Nederland brengt de landbouw het tot 13 terwijl ook de indrukwek kende cijfers van de agrarische export een duit in het zakje doen, als het er om gaat de landbouw naar waarde te doen schatten door de buitenstaander. Men kan het belang van de 'landbouw in economisch opzicht ook trachten af te meten aan de waarde van de land bouwproducten en komt dan in België tot 38 milliard fr. 2.800.000, In vergelijking met vóór de oorlog is de productie dan 8 gestegen. Ver houdingsgewijze is de tuinbouw met 38 vooruitgang in vergelijking met vóór de oorlog het hardst op weg naar productieverhoging. De veeteelt levert overigens verhou dingsgewijze de grootste bijdrage in productie met ruim 77 Jammer ge noeg vertoont juist dit onderdeel van het bedrijf een grote achterstand op technisch gebied, vooral in het fokken van productieve rassen. Zodoende is de Belgische landbouw in hoge mate een veredelingsbedrijf, dat voor 79 de behoefte van de bevol king kan dekken en daarnaast nog een aantal hoogwaardige producten: drui ven, bloemen, groenten, eieren en var kensvlees, uit kan voeren. Laten we echter eerst eens de akkerbouwgewas sen, die samen een waarde van 9 milliard fr. ver tegenwoordigen, gaan bezien. Een vergelijking van de arealen der verschillen de gewassen over 1952 en de percentages van het bouwplan geeft het volgende beeld: Deze moet men echter wel uitschakelen, omdat anders de gemiddelde oppervlakte van alle bedrij ven ineenschrompelt tot 1.87 ha. En een gemid delde van 6.83 ha dat verkregen wordt dóór de uitschakeling van deze groep is al klein genoeg. Er zit overigens nog de nodige variatie over de provincies in, zoals uit onderstaande tabel blijkt: Antwerpen en Limburg 5.0 ha Brabant 5.2 ha W. Vlaanderen en Luxemburg 8.3 ha Oost Vlaanderen 4.8 ha Luik 8.1 ha Henegouwen 8.9 ha Namen 11.0 ha GROTE BEDRIJVEN IN WALLONIË. De bedrijven boven de 50 ha moet men dan ook zoeken in de leemstreek 65.000 bedrijven) en de Condroz 50.000 bedrijven). De tuinbouw neemt met een kleine 13.000 ha een plaats in die ongeveer overeenkomt met die van de Neder landse tuinbouw, althans wat de óp pervlakte betreft. Een andere vergelijking, die de inten siteit van de landbouw kan illustreren, ook het verschil in grondsoort doet in dit opzicht veel is de hoeveelheid kunstmest die wordt verbruikt. Per ha zijn dit de volgende hoeveel heden: stikstof kali fosfaat Een vertegenwoordigster van het belangrijkste bedrijfsonderdeel. Nederland België 160 kg 46 kg 160 kg 82 kg 117 kg 47 kg Tarwe Rogge Gerst Haver Maïs Suikerbieten Vlas Aardappelen Voederbieten België 166.200 (20 82.300 (10%) 89.900 (10%) 165.300 20%) 1.600 63.900 32.300 8%) 4 85.900 (10%) 70.300 8%) Nederland 81.600 9%) 183,500 (20%) 69.400 7%) 152.300 (16%) 14.100 2 63.000 7%) 33.500 4 160.300 (17%) 59.600 6%) moeten zoeken, daar de tarweteelt in België wat de prijs betreft zeer aantrekkelijk is in vergelij king met andere granen. Andere verschillen van belang zijn de meerdere aardappelen en maïs die de Nederlandse boer verbouwt. Het kleine bedrijf overheerst in België nog ster ker dan in ons land. Dit blijkt wel uit onderstaande vergelijking van het aantal personen dat in beide landen aanspraak meent te mogen maken op het hoofdberoep landbouwer. 1— 5 ha 5—10 ha 10—20 ha 20—50 ha groter dan 50 ha België 96.532 (49%) 55.192 (28%) 31.822 (12%) 11.244 6%) 2.070 1 Nederland 101.737 (42%) 64.275 (27 48.693 (20%) 24.521 (10%) 2.133 1%) Tarwe is een belangrijk gewas. Opvallend is de geheel omgekeerde verhouding waarin tarwe en rogge worden uitgezaaid. Wacht U echter voor de veronderstelling dat België meer grond heeft die geschikt is voor tarweteelt. Men zal eerder de reden in de landbouwpolitieke sfeer 196.860 241.359 Het aantal „gelegenheidsproducenten" is er heel wat hoger dan in Nederland en bedraagt 778.000, dat tezamen ruim 165.000 ha, d.i. bijna 10 van de oppervlakte cultuurgrond, in gebruik heeft. Het verschil is dus wel opmerkelijk en zeker niet alleen te verklaren door een verschil in grond soort dat een geringere bemesting mogelijk zou maken. Vooral op het gebied van het stikstofver - bruik bestaan grote onderlinge verschillen tussen Noord- en Zuid-België. De mechanisatie heeft intussen blijkens de tel ling van Mei 1952 ook sterk veld gewonnen al is dit ook sterk beperkt tot Wallonië met 14.500 trekkers voor de landbouw en 1370 voor de tuin bouw. Waaraan de voorliefde voor de jeep toege schreven moet worden weten we niet; ruim 4500 van deze voertuigen zijn op de boerderij in gebruik. De maaidorser is met 882 stuks vertegenwoordigd, terwijl latere opgaven reeds van 1250 stuks spreken. Het zijn allemaal dorre cijfers, doch ze laten ons- zien dat de landbouwproblemen in dit overwegend industrieel gericht land, met de vele kleine bedrijven, veel moeilijker op te lossen zijn dan in Nederland. Nu de bieten binnen afzienbare tijd weer geoogst moeten worden, gaan we ons des te meer interes seren voor het gewicht en het suikergehalte. Het Instituut voor Rationele Suikerproductie in Bergen op Zoom geeft ons hiervan regelmatig kennis door de publicatie in „De Suikerbiet". Daar niet allen dit orgaan lezen zullen we in de komen de weken de belangrijkste cijfers overnemen, al hebben deze wel wat van hun actualiteit verloren. We beginnen met de monstername van 10 Augus tus die vergeleken wordt met de overeenkomstige monstername van het vorige jaar. Deze vergelijking heeft het voordeel, dat de teler een vergelijking kan trekken met de opbrengsten en suikergehalte van het vorig jaar, die hij nog goed in z'n hoofd heeft. Gewicht biet Suikergehalte in grammen in procenten 10-8-'53 ll-8-'52 10-8-'53 ll-8-'52 Zeeuwse Eilanden 610 583 15.0 13.5 Zeeuws-Vlaanderen 577 617 14.9 13.4 Noord-Brabant 561 588 15.1 13.5 Nederland 556 595 15.1 13.7 De gewichtscijfers liggen in de regel wat lager dan het vorige jaar; de gehaltes zijn echter hoger dan we de laatste jaren gekend hebben. Vorige week met buurman een dagje uit geweest. Zijn auto deed het nog best. Om half 9 al in Emmel- oord achter de koffie, tussen de dweilen over de houten vloer. Regen onderweg en nog veel graan buiten daar. Erwten, volgens de Walcheraar, die we spraken, slecht; doch rest niet gek. Veel is er eerder ook nog niet tegengevallen, kregen we zo de indruk. Reden door tot in Noord-Groningen en daar was 't veel minder. Goede tarwe en slechte door elkaar, vertelde men ons daar, van 30 en van 60 mud van de bunder, en goede en slechte bieten door elkaar zagen we ook. 't Was al avond toen we over de af sluitdijk reden en om half 2 's nachts waren we thuis. Meer dan 700 km gereden. Wat is de wereld klein geworden met onze goede wegen en auto's, 'k Had cjverigens mijn tukje al te pakken. Ja, de tarwe in 't Zuiden is niet slecht van 't jaar, zelfs zomertarwe. In „De Belgische Boer" lazen we een interessan te beschouwing van die zijde over ons bekende tarwe-rassen en een nieuwe variëteit, de „Leda." Daar stond in 't nummer van 29 Aug. j.l.: „Het is opvallend dat Alba-tarwe zich gedurende zoveel jaren handhaaft en steeds als een van de beste rassen wordt gewaardeerd. Enkele eigenschappen van dit ras, zoals de uit zonderlijke korrelkwaliteit, de goede bak- en ver- malingswaarde, het hoge opbrengstvermogen en de aanpassing aan de meeste grondsoorten, zijn inder daad moeilijk met andere rassen te bereiken. Wij horen wel eens beweren, dat Ministre hogere opbrengsten zou geven dan Alba. Een uitspraak in dit opzicht is zeer moeilijk, omdat de opbrengsten van deze twee rassen ongetwijfeld zeer dicht bij mekaar liggen, met nu eens het ene en dan weer het andere bovenaan. Een zwak punt van, de Ministre-tarwe, die natuur lijk een zeer goede tarwe is, blijft de matige win- tervastheid en de overgevoeligheid voor schot. Een nog nieuwe variëteit, doch die reeds voldoen de is verspreid om een betrouwbaar oordeel uit te brengen over de practijk-waarde, is Leda; dit ras beoordelen wij zeer gunstig. Op de proefvelden van het Veredelingsstation van Heverlee kwam Leda in de rassenproeven op de eerste plaats. De uit slagen van de demonstratieproefvelden van het Mi nisterie van Landbouw zijn ons nog niet bekend, doch van een rijkslandbouwkundige, die verschillen de van deze proeven bezocht, hoorden wij dat Leda overal een prachtige indruk heeft nagelaten en dat verwacht wordt, dat dit Tas het in opbrengst zal halen. Leda is ontstaan uit een kruising van Jubilé X Zanda, heeft zeer stijf stro, dat iets korter is dan bij Alba. De korrel is bruin en zeer sterk tegen schot. Leda is zeer goed wintervast en past uit stekend op alle grondsoorten. Leda is ongetwijfeld een aanwinst yoor onze Belgische rassenlijst. De Staring is er niet bij; die wordt, ondanks Benelux, uit België geweerd. Dat komt zeker om dat die Belgen zulke scherpslijpers zijn. SCHERPSLIJPER.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 7