Herstel van met zout water overstroomde landbouwgronden gaat met vele moeilijkheden gepaard TOTALE KOSTEN VAN HERSTEL IN AGRARISCHE SECTOR: 315.000.000 LANDBOUWBLAD ZEEUWSCH (BverzicRt De Regering heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen de Memorie van Antwoord op de opmerkingen van de Kamer ten aanzien van het wetsontwerp op de watersnoodschade, die neergelegd waren in het .Voorlopig Verslag". Dit laatste werd door ons uitvoerig besproken in het Zeeuwsch Landbouwblad van enige weken geleden. Met deze Memorie van Antwoord is thans de schriftelijke uitwisseling van stukken tussen Re gering en Tweede Kamer ten einde. Nadat de Kamerleden dit opnieuw uitvoerige stuk hebben bestudeerd kan de openbare mondelinge behande ling plaats vinden, waarbij het wetsontwerp dan nog door amendementen, ingediend door de Kamerleden, of door wijzigingsvoorstellen van de zijde van de Ministers, verandering kan onder gaan. Bij de Memorie van Antwoord heeft de Regering een nota van wijzigingen gevoegd, waarin zij hier en daar reeds aan wensen, door de volksvertegen woordigers geuit, tegemoet komt. Wij komen daar hieronder wel op terug. Het is verheugend, dat deze werkelijk zeer moeilijke materie zo snel wordt afgewerkt. Immers, wanneer men bedenkt dat er bij dit wetsontwerp, dus ook weer bij het antwoord dat aan de Kamerleden gegeven moet worden, zes Ministers met hunne Departementen betrokken zijn, dan is een termijn van nog geen zes weken niet lang, gezien het groot aantal op- en aanmer kingen door de Kamerleden in het „Voorlopig Ver slag" vastgelegd. De zes Ministers, hierboven be doeld, zijn de bewindslieden van FinanGiën, Land bouw, Economische Zaken, Wederopbouw, Verkeer en Waterstaat en Justitie. Geschilpunten. Er blijven aanzienlijke geschilpunten tussen het standpunt van de Regering en de uit de gemaakte opmerkingen gebleken opvattingen van de leden van de Tweede Kamer. Dit lag geheel in de lijn der verwachtingen. Wij zullen hier enkele van de voornaamste kort bespreken. Wat betreft het vraagstuk van een integrale vergoeding, dat is dus een algehele vergoeding van alle geleden schade, merkt de Regering op, dat in ieder geval bij het bepalen van het bedrag, dat de getroffene krijgt voor verloren gegane vermo gensbestanddelen, een aftrek zal moeten plaats vinden voor de meerwaarde van het nieuwe, wat bijvoorbeeld gebouwd wordt tegenover het oude wat er was en tevens een aftrek wegens even tuele uitbreiding of verbetering. De getroffenen zullen niet in een betere positie mogen gaan ver keren, dan zij op het ogenblik van de ramp waren. Wij willen hierbij opmerken, dat dit niet gauw het geval zal zijn. Vooral wat betreft herbouw en herstel van gebouwen speelt het vaststellen van het bedrag, waarvoor herbouwd of hersteld kan worden een grote rol en wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken, dat de prijzen, waarvoor Wederopbouw meent dat gebouwd kan worden, te laag zijn. In de praktijk liggen deze namelijk hoger. Een tweede punt, dat de Regering handhaaft, is het soberheidsbeginsel. En een derde punt is, dat zij niet wil overgaan tot vergoeding van wat zij noemt de immateriële schade, dus winstderving of inkomstenderving. Volgens de Regering zitten op verschillende plaatsen van het wetsontwerp wel degelijk be standdelen van dit soort schade, waarbij als voor beelden worden genoemd het herstel in natura van de grond, de vergoedingen voor gewassen te velde, waarin immers handenarbeid en een zeker onder- nemersloon zitten, de tegemoetkomingen in de sociale sfeer (levensonderhoud) enz. Als vierde belangrijk punt noemen wij verder het feit, dat de Regering op haar standpunt blijft staan, dat een taakverdeling tussen het Rijk en het Rampenfonds juist is en dat dus geen wette lijke regeling van de huisraadschade nodig is. De uitkeringen en berekeningen van het Rampen fonds, zijn volgens haar met voldoende waarbor gen omkleed. Zoals men zich zal herinneren ston den vele Kamerleden op het standpunt, dat de uit keringen van het Rampenfonds aanvullend dien den te zijn. Verbeteringen. Zoals reeds boven werd vermeld heeft de Rege ring via een nota van wijzigingen enkele verbete ringen voorgesteld, waarbij wordt tegemoet gekomen aan de wensen van Kamerleden en van getroffenen. De belangrijkste punten mogen hier vermeld worden. Er zal bij de berekeningen van de kostprijzen der producten rekening gehouden worden met een zeker ondernemersloon. Dit is dus een loonsfactor, die boven het loon voor de handenarbeid ligt. Het loon dus voor het ondernemer zijn. Men verwarre dit dus niet tnet ondernemers winst. Deze wordt dus volgens de huidige Rege ringsvoorstellen niet betaald. Dit ondernemersloon zal dus een rol spelen bij de verloren gegane veldgewassen, de verloren ge gane voorraden en bij de zogenaamde kale kosten- regeling voor op geïnundeerd geweest zijnde grond geteelde gewassen, die weinig of geen opbrengst vertonen. Een tweede verbetering geldt de herbouw van verloren gegane gebouwen. Voor gebouwen, waar van de herbouwkosten hoger zouden liggen dan 30.000 en 60.000 zou een extra aftrek plaats vinden van respectievelijk 10 en 15 Deze zeer onbillijke maatregel is komen te vervallen. Ook de herstelkostenregeling van beschadigde gebouwen ondergaat door de wijzigingsnota een behoorlijke verbetering. Bedroegen de percentages van aftrek van de werkelijke herstelkosten van tussen de 1000 en 3000 25 en van herstelkos ten van boven de ƒ3000 liefst 40%, thans wordt voorgesteld 10 en 25 Een verbetering dus, doch onzes inziens nog niet geheel voldoende. Een derde punt, dat vooral voor de pachters van bedrijven waarvan de gebouwen verwoest zijn, van belang is, vormt de herbouwplicht voor boer derijen, die thans wordt voorgesteld. Land bouwher stel. Wat betreft het cultuurtechnische herstel van de grond en al wat daarmede samenhangt, de af deling landbouwherstel dus, moge verwezen wor den naar een publicatie van het Ministerie van Landbouw, die hieronder, een weinig verkort, in dit blad is opgenomen. In de Memorie van Antwoord naar aanleiding van het Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer op het wetsontwerp op de Watersnoodschade 1953 deelt de Regering ten aanzien van de agrarische schade o.m. mede, dat het herstel van de met zout water overstroomde landbouwgronden nog met vele moeilijkheden gepaard zal gaan; de huidige toestand in sommige gebieden laat zich momenteel inderdaad vrij somber aanzien. Met het eigenlijke landbouwkundige herstel in de zoute gebieden is nog nauwelijks een aanvang gemaakt. Tengevolge van een exceptionele droogte in de maand Maart is de uitgezaaide gerst op de met zout water over stroomde gronden moeilijk tot wasdom kunnen komen. Het is moeilijk om een gemiddelde oogst opbrengst voor het gehele rampgebied aan te geven. De opbrengst van gerst in de gebieden oostelijk van de lijn RotterdamWillemstad SteenbergenBergen op ZoomTerneuzen is be hoorlijk en gemiddeld zeker meer dan 3000 kg per ha, terwijl de opbrengsten in het algemeen dalen tot nul, naarmate men dichter bij de kust lijn komt. In de met zoet of zeer licht brak water overstroomde gebieden zullen de oogsten van de diverse gewassen nauwelijks van normaal af wijken. Het herstel van de graslanden, inclusief het on- kruidvrij maken, zal deze herfst en vooral ook vol gend voorjaar veel zorgen van de boeren en de landbouwvoorlichtingsdienst vragen. In de gebie den is veel vee verdronken of levend afgevoerd. Van Overheidswege zijn de boeren gewaarschuwd om met het oog op de zorgelijke voederpositie op hun bedrijven niet te snel nieuw vee aan te kopen; uiteraard is enig vee nodig, mede ter bevordering van het herstel van het grasbestand door middel van beweiding. Van Overheidswege zijn geen bijzondere maat regelen getroffen met het oog op de ruwvoeder- voorziening, aangezien de ruwvoederhandel nor maal functionneert en de veehouder dus in de be hoefte aan ruw- en krachtvoeder kan voorzien. Van de zijde van de Stichting voor de Landbouw wordt bemiddelend opgetreden, mede ter voor koming van een te sterk oplopen der prijzen van ruwvoedèr. De Regering is van mening, dat de regeling voor de boomgaarden, waarop hieronder nog nader zal worden teruggekomen, zal voorkomen, dat de fruittelers volkomen zouden verarmen. Sinds de indiening van het wetsontwerp zijn meer gedetailleerde gegevens bekend geworden. Er zitten ook hier verschillende verbeteringen en verduidelijkingen in de Memorie van Antwoord. Toch blijven er ook hier nog wel enkele wensen, die speciaal slaan op de gebieden Kruiningen en Schouwen-Duiveland. Ook de regeling voor de onherstelbare gronden is verbeterd. Maar vooral die pachters, wier grond gedeeltelijk in kreek is veranderd of werd over- zand, zijn nog steeds slecht af, want zij krijgen niets. De Memorie van Antwoord zegt, dat deze moeten trachten ter plaatse grond aan te kopen of te pachten, maar dit is met het heersende ge brek aan grond zuiver theoretisch. De beperking van het recht van vererving ten aanzien van een bijdrage tot bloei- of aanverwan ten in de rechte linie is gelukkig vervallen. Dit ingrijpen in ons van oudsher gegroeid erfrecht was onzes inziens niet verantwoord. Dubbele schade. Zij, die in een tijdsbestek van 10 jaren dubbel getroffen zijn, zullen in ieder geval gebracht wor den in een positie als waren zij slechts één keer gedupeerd. Dit staat met zoveel woorden in de Memorie van Antwoord en ook uit andere bepa lingen blijkt toch wel, dat het de Regering op dti punt ernst is. Vertrouwd mag hierop thans zeker worden. Al met al kunnen wij met enige vreugde opmer ken, dat de Memorie van Antwoord plus de Nota van Wijzigingen verschillende verbeteringen in houden en op andere punten verhelderend hebben gewerkt. Nog blijven er belangrijke wensen over, did opnieuw voor de georganiseerde landbouw ter be- voegder plaatse zullen worden kenbaar gemaakt. Doch met dankbaarheid zij vermeld, dat het vele werk, dat de voormannen in de landbouw in de weken en maanden na de ramp hebben verzet, vruchten begint af te werpen. Het is zeker niet voor niets geweest. De slachtoffers van de ramp hebben het ook nodig dat er voor hen gesttreden wordt. S. Het is gebleken, dat niet 130.000 ha doch om nauwkeurig te zijn 141.000 ha zijn overstroomd geweest. Op 1 Maart j.l. stond hiervan nog 80.000 ha onder water, terwijl op 1 April j.l. nog slechts 22.400 ha was overstroomd, waarvan ruim 19.000 ha in Zeeland CULTUURTECHNISCH HERSTEL. Vooral de cultuurtechnische schade in de gebie den, welke gedurende enige maanden onder de in vloed van eb en vloed hebben gestaan, is zeer groot. De kreekvorming, de afspoeling van de bouwvoor, de overspoeling met zand en slib in bij voorbeeld de polder de Sabina Henricapolder in West-Brabant, de Heerenpolder bij Nieuw-Vosmeer, de polder Waarde en de Kruiningerpolder op Zuid- Beveland, enkele polders op het eiland Tholen en op het eiland Schouwen-Duiveland hebben grote omvang aangenomen. In de 1468 ha grote Krui ningerpolder zijn naar voorlopige kartering heeft uitgewezen alle sloten dichtgeslibd, 40 ha kreken gevormd, is van 60 ha de bouwvoor weg gespoeld, zijn 200 ha overzand en is tenslotte op een oppervlakte van 350 ha slib, dat van elders is aangevoerd, afgezet. Het herstel in deze polder zal veelomvattend zijn; men kan aannemen, dat een overeenkomstige situatie öp Schouwen-Duiveland zal worden aangetroffen, zodrat dit gebied droog komt. Het is niet mogelijk de cultuurtechnische herstelkosten per ha in te delen in rubrieken. De kosten variëren van ƒ25 tot ƒ12.000 per ha; het eerste bedrag is nodig voor het verwijderen van enig slib uit de sloten, terwijl het herstellen van de gronden rondom stroomgaten uitermate kost baar is en soms zelfs genoemde 12.000 vergt. LANDBOUWKUNDIG HERSTEL. Na het cultuurtechnisch herstel volgt het eigen lijke landbouwkundig herstel, te weten: de aan wending van gips en het telen van gewassen. A. Structuurherstel door middel van gips. Het herstel van de structuur van de grond door middel van gips valt onder het landbouwkundig herstel. De hoeveelheid te verstrekken gips per ha is afhankelijk van het zoutgehalte van de bouw voor en de zwaarte van de grond. Aangenomen kan worden, dat op circa 60 van de overstroom de gronden gips zal moeten worden aangewend. Uit wetenschappelijk onderzoek en practlsche er*

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 3