Schetsen van de Belgische landbouw
I
MENINGEN
OVER DE BENELUX
V
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Het is de taak van de pers klaarheid te schep
pen door het geven van objectieve voorlichting
van feiten en gebeurtenissen. Dit gezegde van
Minister Heyer de Belgische Minister van
Landbouw willen we steeds in het oog houden
bij het neerschrijven van datgene wat we onlangs
in België en Luxemburg gehoord en gezien hebben.
We hebben over de Benelux en alles wat daar
mee samenhangt uiteraard veel meningen ge
hoord. De belangrijkste waren ongetwijfeld die
van de Belgische Minister van Landbouw en die
van de Belgische Boerenbond, zoals deze laatste
naar voren werd gebracht door de economisch ad
viseur van deze bond, Ir. Boon. De meningen dus
van Overheid en bedrijfsleven.
Zijn deze meningen geheel los van elkaar te zien,
zo zult U zich wellicht afvragen? We blijven U
het antwoord schuldig, doch raden U aan ook de
volgende artikelen in deze reeks hierop na te lezen.
De Belgische Minister nu ziet de Benelux als een
stap naar verdere samenwerking, die we in Euro
pees verband door de verwezenlijking van het
Groene Plan kunnen zetten.
Het doel dient niet alleen economisch gezien te
worden, doch ook menselijk, b.v. het verheffen
van de levensstandaard. Op deze wijze zal Europa
de overheersende plaats, die het eertijds bezat,
weer terug kunnen veroveren. De Benelux is hier
van een eerste proefneming, die, zoals overal, de
nodige moeilijkheden met zich mee zal brengen.
De Minister verklaarde verder een voorstander
te zijn, doch geen fanaticus. Daarom dient er
steeds gestuurd te worden in de richting der
samenwerking, zonder dat uit het oog verloren
wordt datgene wat reeds tot stand is gekomen.
De Boerenbond die bij monde van de heer
Boon haar staridpunt uitstalde is de Benelux
principieel genegen on doet dan ook niets om deze
af te breken. Men dient echter in de eerste plaats
vast te stellen dat er een verschil in economische
politiek bestaat welke de beste is wenste de
heer Boon in het midden te laten die terwille
van de bescherming der Belgische boeren over
brugd dient te worden. Het verschil in producten-
prijzen schept hierbij wel de grootste moeilijk
heden. In afwachting van de gelijkschakeling wor
den overgangsmaatregelen gewenst geacht.
Aan de besprekingen over de samenwerking in
Europees verband nemen drie landbouworganisa
ties uit België deel en ook hier komen de genoem
de bezwaren naar voren.
„Zoals wij die zouden wensen".
Overigens toonde de heer Boon zich nogal terug
houdend t.a.v. samensprekingen met de Stichting
voor de Landbouw, daar hij meende dat wellicht
een negatieve indruk zou kunnen ontstaan wan
neer van Belgische zijde alleen maar klachten ge
uit zouden worden. Zijn meest treffende uitlating
was ongetwijfeld wel de verklaring: „Wij zijn vóór
de Benelux zoals wij die zouden wensen".
Wie deze mening verkondigt geeft o.i. te kennen
dat hij van het standpunt van zijn partners alleen
dan kennis neemt, indien hieruit moet blijken in
hoeverre dit overeenkomt met het eigen standpunt.
Van de wil het brengen van offers, die de ge
meenschappelijke zaak ten goede komen, is bij een
dergelijke uitlating geen sprake.
Overigens kan men, vooral in de rede van de
Minister, de goede wil terdege beluisteren, al dient
men er rekening mee te houden dat het aanpas
singsproces nog maar nauwelijks begonnen is en
van Nederlandse zijde in de toekomst terdege op
de voortgang van deze aanpassing gelet zal moe
ten worden.
Technische achterstand blijft sluitpost.
De verschillen in productenprijzen zijn niet weg
te cijferen en ook door het gelijktrekken van de
kosten der verschillende kostenelementen, als
kunstmest, pacht en lonen, nog niet op het zelfde
vlak te brengen, daar de technische achterstand
nog altijd als sluitpost overblijft. In de volgende
bijdragen komen we op deze onderdelen nog uit
voerig terug. Na alles wat we gezien hebben zijn
we echter geneigd de technische achterstand der
Belgen wel wat lichter op te nemen, dan we tot
nu toe gewend waren. Zeker, er zijn gebieden, en
ook onderdelen van het landbouwbedrijf, die deze
achterstand van verre reeds laten zien. Doch het
zou te ver voeren ons in gemakkelijk opwellende
trots op de borst te slaan bij het zien van opbreng
sten per ha in vergelijking met nabuurlanden.
Voor het schrijven beschikken we dank zij
de medewerking van Belgische regeringsinstanties
en andere, waarvan we de Nederlandse landbouw-
attaché Ir. Lammers gaarne met name noemen
over een enorme hoeveelheid cijfers.
We zullen trachten doch roepen reeds bij
voorbaat uw clementie in deze cijfers zo gelijk
matig mogelijk te verdelen over de verschillende
onderwerpen, teneinde de leesbaarheid hiervan te
bevorderen.
Tevens dient men verschillende cijfers en dit
geldt in het bijzonder die van de tuinbouw met
de nodige voorzichtigheid te bezien, daar ze niet
altijd de werkelijke situatie ten volle weergeven.
Bovendien zijn de cijfers gemiddelden over het ge
hele land en wie de tarwe-opbrengst van een be
drijf in West-Vlaanderen gaat vergelijken met die
van een bedrijf in de Kempen, zal tot de ontdekking
komen, dat de verschillen in opbrengst tengevolge
van de bodemverschillen, zeker zulke grote afmetin
gen aannemen als in Nederland.
Het kaartje, dat de landbouwstreken van België
laat zien en de omschrijving van de grondsoorten
van deze streken, geeft ook al voldoende redenen
om deze verschillen aan te nemen. Dat een betrek
kelijk groot percentage van de grond zich niet leent
voor landbouwdoeleinden, leert ons de oppervlakte
landbouwgrond van 1.757.000 ha, die 58 van de
totale oppervlakte inneemt. (Nederland 72
Stellen we de percentages bouwland en grasland
naast elkaar:
Nederland 41 bouwland 59 grasland
België 51 bouwland 49 grasland
dan is de Belgische boer, gemiddeld gezien, wat
meer bouwboer, dan zijn Nederlandse collega.
B.
LANDBOUWGEBIEDEN
I
II
Duinen.
Polders - zware zee
klei.
Vlaamse zandstreek - betrek
kelijk fijn zand, tamelijk
vochthoudend.
Kempen betrekkelijk grof
zand; bebouwbaar mits
goede ivaterstand.
Zandleemstreek overgang van Vlaamse zand
streek en Kempen naar Leemstreek.
Leemstreek - goed vochthoudende, tamelijk zware
tot zware leemgrond.
Henego,uiuse Kemrpen - zie Kempen.
Condroz overgang van Leemstreek naar Fa- l
menne met steeds dunnere bouwvoor.
ondergrond: kalkachtige steen.
Weidestreek Herve r lemige kalkachtige grond met dunne bouwvoor.
Weidestreek Fagne. Idem.
Famenne - droge, kille verweringsgrond met dunne bouwvoor; steenachtige ondergrond
schilferige lei).
XII Ardennen dunne laag verwering sgrond; ondoordringbare ondergrond arduinsteen-blauw-
steen of graniet).
XIII Jurastreek - goede kalk (mer gel)-achtige verwering sgrond.
XIV Hoge Ardenne - zie Ardennen.
Zeer goede grond: Polders, Leemstreek.
Goede tot zeer goede grond: Zandleemstreek.
Goede grondVlaamse Zandstreek, Jurastreek, Land van Herve (Weidestreek)Fagne (weide,
streek)
Matige tot goede grond: Condroz.
Matige grond: Kempen, Henegouwse Kempen.
Matige tot slechte grond: Famenne, Ardennen, Hoge Ardennen, Duinen.
Tot aan Brussel ligt het land 100 m. boven de zeespiegel, om dan tod aan de Maas te rijzen tot
200 300 meter. Ten Zuiden van de Maas komen hoogten voor tot ongeveer 700 meter boven de
zeespiegel.
III
IV
V
VI
VII
VIII
IX
X
XI
.'»z^z»*z*<^z*e.*0e*<z*tz^z^z**z^z^z*^z^z^z^z^z^z^z^z^z^z^z^z^z**z**z**z**z**z**z**z**z**z**z**z**z*»z**z**z**z**z**z**z*i'z'
bouwhogeschool in Gent - hebben we in deze betrekkelijk korte periode een intensief con-
tact gehad met de Belgische en Luxemburgse landbouw in alle geledingen.
In de komende weken zullen we U zo systematisch mogelijk in een 12-tal bijdragen onze
indrukken vertellen.
We hadden het voorrecht een achtdaagse leis door België en Luxemburg mee te maken,
die voor landbouw journalisten was georganiseerd door de Volkshogeschool Bergen in samen-
werking met de Stichting Lodewijk de Raet (de Belgische Volkshogeschool)
Mede dank zij de uitnemende leiding van de heer Ir. J. Strijckers - verbonden aan de Land-
Het stemt ons tot genoegen dat we hierdoor mogelijk een bijdrage kunnen leveren tot het
scheppen van een stemming van vertrouwen die zo broodnodig is in de verhouding tot onze
Zuiderburen.
De sfeer rondom de Benelux is al mistig genoeg, door de vele misverstanden en het is
daarom goed eens uitvoerig in te gaan op alles wat met de totstandkoming op landbouwge
bied samenhangt.
Maar al te veel moet men ondervinden dat ook de Nederlandse agrarische bevolking niet
voldoende op de hoogte is van de landbouw in gebieden, die toch zeker binnen de mogelijk-
heden van een excursie liggen.
Als deze bijdragen tot verbetering hiervan mee kunnen werken, achten we onze moeite
reeds ruimschoots beloond. RED.
i ►j» v -> v 'i-v