STEKELS
op den BLEIK
OnJcrivijs
TOELATING R. L. W. S. GOES.
J KORTE ÖERICHTEN
«Ingezonden
WATERSCHAPPEN.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
In vele gevallen worden hier de aardappelen be
schadigd met de z.g.n. aardappelriek. Vanzelfspre
kend zal deze riek of greep niet scherp mogen
zijn, maar de oorzaak van dit euvel ligt in vele ge
vallen bij het uitgangspunt, daar waar de kuil
wordt aangelegd. In de practijk zagen we gevallen
waar de aardappels werden neergestort op stoppel-
land zonder genoemde stoppels eerst te verwijde
ren. Ook geploegd of op een andere wijze omge
werkt aardappelland dat na deze bewerking enige
dagen was blijven liggen in de felle zon. Gevolg
hiervan is verdroging van de kluiten, zodat in der
gelijke gevallen beschadiging met de aardappel-
riek niet uitblijft. Het maken van een gelijkmatig
kuilvoer zal altijd lonend zijn, gezien het percen
tage beschadigde knollen, dat bij ruw werken moet
worden uitgesorteerd.
Rest ons nog het gedeelte dat meestal door de
handelaar wordt verzorgd d.i. het sorteren der
aardappelen. In de loop der jaren hebben we al
met vele typen sorteermachines kennis gemaakt.
Immers tussen de kleine schudsorteerder die met
de hand aangedreven werd, tot de op heden vast
opgestelde sorteerinstallaties die ettelijke duizen
den guldens kosten, ligt een tijdsbestek van 2025
jaar.
Hoewel de techniek ook hier niet heeft stilge
staan, moet toch worden geconstateerd, dat de
machines voor het sorteren van aardappelen nooit
in het middelpunt van de belangstelling hebben ge
staan. Met de aardappelrooiers en de aardappel
bewaarplaatsen is dit anders gesteld, daar deze veel
meer de aandacht op zich hebben gevestigd; mis
schien omdat dit meer een telersbelang is geweest.
Vooral in de laatste 10 jaren zijn de centrale sor-
teerplaatsen zeer toegenomen, zodat veelal het
sorteren voor rekening van de handel komt. Het
doel der sortering is de aardappelen naar hun af
metingen in verschillende groepen in te delen, ter
wijl tevens alle tarra tijdens deze bewerking uit de
partij verwijderd wordt. De eisen die hieraan wor
den gesteld zijn verschillend; zo worden b.v. stren
gere eisen gesteld aan de pootgoed- dan aan de con
sumptie-sortering. Verder wordt geëist dat de kwa
liteit van het product door het sorteren niet of
althans zo min mogelijk nadelig wordt beïnvloed.
In de loop der jaren hebben we kennis gemaakt
met vele typen sorteermachines. Thans kennen we:
A. Sorteermachines met een schudsysteem.
B. Sorteermachines met een schoksysteem.
C. Andere systemen, dat zijn veelal combinaties
van A en B (schudschoksysteem).
Ook treffen we van de onder A en B genoemde
sorteermachines weer onderling verschillen aan
zoals: zeven onder elkaar gelegen; zeef bakken
naast elkaar enz. Wel kunnen we zeggen dat van
de ons thans bekende sorteermachines en met
name de grote vast opgestelde installaties alle vrij
goed werk leveren. Bij bijna alle merken zijn de
beschadigingen tot een minimum beperkt daar alle
scherpe kanten stoot- en val plaatsen door rubber
bekleding worden beschermd.
We hebben kunnen zien dat vanuit sorterings
oogpunt alles wordt in het werk gesteld om de be
schadigingen zo gering mogelijk te doen zijn. Wel
blijft de sorteerzuiverheid altijd nog de aandacht
vragen, maar dikwijls is dit vooral bij de grote in
stallaties een kwestie van overbelasting. Maar zo
als we reeds eerder hebben opgemerkt, wanneer
het product in goede d.w.z. verzorgde staat wordt
aangevoerd, zal de sorteertarra altijd binnen be
perkte grenzen blijven. Slecht verzorgde partijen
zullen meestal twee- of wat ook wel voorkomt drie
maal moeten worden overgesorteerd. Dat een der
gelijke handelwijze in een sorteerinrichting de
kwaliteit van het product niet ten goede komt, zal
voor een ieder duidelijk zijn. Na sortering wordt
de partij aan de Plantenziektenkundige Dienst
voor keuring aangeboden, welke instantie inspec
teert niet alleen op phytosanitaire eisen van het
land van invoer, maar ook volgens voorschriften
van de landbouwuitvoerwet.
Ook aan het fust dient door de handelaar vol
doende aandacht te worden besteed. Een eerste
vereiste is dat dit vooral zindelijk blijft. Men dient
kratten niet in de modder neer te gooien, of dus
danig op te slaan dat ze aan alle weersinvloeden
zijn bloot gesteld. Ook de zakken dienen droog en
schoon te blijven. Het sluiten van het fust is oen
zeer belangrijke factor. De zakken zullen steeds
met een voldoend aantal steken moeten worden
dichtgenaaid.
Kratten eveneens goed gesloten met spijkers,
draad of bandijzer, opdat dit alles bij het overladen
een stootje kan verdragen. Wanneer dan de partij
aan de gestelde eisen voldoet wordt deze ingeladen,
een gezondheidscertificaat afgegeven en kan de
reis naar de consument worden voortgezet. Wij
hopen daarom dat deze toelichting er toe zal bij
dragen dat gezien het grote belang van Neder
land als aardappelexporterend land, met wederzijds
begrip der betrokken pa/tijen en liefde tot het werk
getracht zal worden een product te oogsten
enerzijds en te verwerken en voor de export klaar
te maken anderszijds, dat onze Nederlandse aard
appelexport de goede reputatie die zij thans in het
buitenland bezit, zal doen blijven behouden. En in
dien mogelijk haar naam nog uit zal doen breiden.
I*ïantenziektenkundige Dienst Goes.
District Zeeuwse Eilanden,
J. E. GOOSSEN en J. SCHEELE.
In dit nummer is een advertentie opgenomen, waar
in vermeld wordt, dat gegadigden zich voor toelating
tot de Rijkslandbouwwinterschool te Goes kunnen op
geven.
Zij, die de voorbereidende cursus hebben gevolgd,
of zich reeds hebben gemeld, behoeven niet opnieuw
bericht te zenden.
De aanmelding is opengesteld tot Woensdag 26
Augustus 1953.
Men geve zich tijdig op, in verband met de voor
bereidingen, welke voor het toelatingsexamen moeten
worden getroffen.
Zij, die met October de lessen aan de school willen
gaan volgen, moeten vóór 1 Januari 1954 de leeftijd
van 16 jaar hebben bereikt.
De Directeur verstrekt gaarne alle gewenste in
lichtingen.
België ontmoet de laatste tijd moeilijkheden met
het tot waarde brengen van de ondermelk, die bij
de boterproductie vrijkomt. Met het oog hierop
wordt uit deze ondermelk o.m. magere melkpoeder
volgens het verstuivingsprocedé bereid. De afzet
van deze magere verstuivingspoeder levert echter
voor de Belgen nog enkele problemen op.
In verband hiermede heeft het Bedrijfschap voor
Zuivel besloten, ten laste van het Zuivelfonds de
gelegenheid open te stellen, een beperkte hoeveel
heid in België geproduceerde magere verstuivings
poeder te doen inleveren bij het In- en Verkoop
Bureau voor Zuivel (I.V.Z.). De prijs waartegen
deze Belgische melkpoeder zal worden ingenomen
is bij gelijke kwaliteit dezelfde als voor de Neder
landse magere melkpoeder.
De Rijkscommissie voor de Samenstelling van
de Rassenlijst voor Landbouwgewassen maakte
bekend, dat in de Rassenlijst 1954 het Dippe's
platzwiderstandsfahiger winterkoolzaad wordt op
genomen. Kweker, Gebr. Dippe A. G., Herford,
Quedlinburg (D.).
Vertegenwoordiger van de kweker: Fa Frangois
Schul, Roosendaal.
Is in vergelijking met Lembke's enkele dagen
vroeger rijp. Heeft wat fijner zaad, dat soms iets
minder gemakkelijk uitvalt. De opbrengst is
ongeveer even hoog. Het gewas is iets fijner dan
van Lembke's; even korter, doch slapper. Wordt
meer door spikkelziekte aangetast.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)
Naar aanleiding van het stukje van G.eb. in
het laatste Landbouwblad, over het al of niet
samenvoegen van polders, het volgende:
Bij de huidige toestand, met alleen in Zeeland
honderden poldertjes, ziet men op het gebied van
de afwatering, dat vele achterliggende polders
sinds mensenheugenis parasiteren op de vóórlig-
gende, welke laatste meermalen grote kosten
moeten maken om al dat water weer kwijt te
raken.
Van de verbetering van de wegen, in samenwer
king met verschillende polders, zijn de resultaten
nu niet bepaald aanlokkelijk.
We kennen de rede van Ir Klein niet, maar wèl
de jarenlange practijk en deze wijst naar samen
voeging. Kleinzieligheid en o.i. verkeerde zuinig
heid dragen er toe bij, dat van een daadwerkelijke
samenwerking ten opzichte van verbetering van
wegen en ontwatering al bijzonder weinig terecht
komt.
Wij zijn niet zo bang voor vermeerdering van
het aantal waterbouwkundigen, enz., omdat meer
dere kleine poldertjes te duur zijn, alleen al omdat
ze zelf zo'n ambtenaar moeten betalen. Wij denken
hier aan de zeer dure calamiteuze polders en pol
dertjes. Als het nodig zou zijn, kunnen we daar
over frappante cijfers overleggen.
We zouden graag zien, dat het stelsel van de
calamiteuze polders, met nog vele bepalingen van
1870, verdwijnt.
Wij zouden willen propageren:
Samenvoeging van vele poldertjes tot grote
waterschappen.
Liquidatie van de calamiteuze polders.
Vóór alles: het vormen van, b.v. op de 3 of 4 km
kustlijn van de waterschappen, een ploeg mensen
10—15 die volledig moet worden opgeleid tot
het maken van noodbeslag.
Met alle respect voor de Werkendammers en
Sliedrechters bij het zinken, enz. (waar veel
berust op ervaring), kunnen in elke polder flinke
kerels leren noodbeslag te leggen.
Zo'n opleiding zou zelfs voor meerdere jongere
polderbestuurderen, zonder veel ervaring, ons
inziens, helemaal geen overbodige luxe zijn.
Gaarne geven we in overweging aan de instan
ties, belast met het weer op gang brengen van de
overstroomde polders, eens ernstig aandacht te
schenken aan de beschrijving van „Het polder
wezen in Nederland", in het laatst der dertiger
jaren buitengewoon kundig samengesteld door
Ir Mansholt van de Cultuur-Technische Dienst.
Hij behandelt daarin uitvoerig de vraag: „Wat
zou Nederland zijn zonder de polders" en komt tot
de conclusie, dat het onderhoud der dijken Rijks
zaak is.
H. W. G. B.
(Daar deze kwestie nu voldoende belicht is,
sluiten we hiermee de gedachtenwisseling over dit
onderwerp. RED.)
Het was geen goed nieuws, die dijkval bij Flau-
wers tussen Schelphoek en Zierikzee. Gelukkig die
inlaagdijken er achter. Maar men moet gaan vre
zen, dat, ook al komt Schouwen dit najaar dicht
en droog, het er deze winter geen veilig wonen
zal kunnen zijn. Wat hebben de stroomverleggingen
na de ramp aan de voet van onze gebleven dijken
gedaan?
Enige weken geleden organiseerde de Stichting
voor de Landbouw een excursie in het rampgbied
voor een 23-tal buitenlandse gasten, afgevaardigden
van landbouworganisaties uit België, Luxemburg,
Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen, Finland,
IJsland, Italië en Zwitserland. Ze woonden o.a. de
sluiting van het gat bij Stevensluis bij.
Een Belgische afgevaardigde van de Boerenbond
beschreef de tocht in „De Boer" van 1 Augustus j.l.
Zie hier een gedeelte van zijn indrukken:
„Vele buitenlanders, niet vertrouwd met derge
lijke rampen, waren helemaal buiten zichzelf bij
het zien van zoveel miserie, van zoveel schade, en
verklaarden dat ze zich in de verste verte niet had
den voorgesteld, dat het zó erg was. Ook wij, hoe
wel we ook in ons Vlaamse land zoveel gezien en
meegemaakt hebben en maar al te goed weten in
welke erbarmelijke positie zich thans ook nog zo
vele van onze eigen boeren bevinden, moesten toe
geven, dat we het ons zó niet hadden voorgesteld.
De eerste dag werd o.a. een bezoek gebracht aan
het dorp ICruiningen op Zuid-Beveland, pas vorige
Zaterdag drooggekomen en waarvan de bewoners
juist Maandag opnieuw werden toegelaten in hun
dorp.
Vele huizen waren helemaal van vele de voor
gevel en haast van de meeste één of andere muur
ingestort, de straten bedekt met een dikke laag
modder, zodat wij dienden plaats te nemen op
vrachtwagens, die dan soms nog bleven- steken.
Het was de eerste dag waarop velen van de inwo
ners terug in hun huizen toegelaten werden... en
reeds waren ze aan het werk, en met welke moed!
Ze groetten ons glimlachend; sommigen zelfs wui
vend van in hun huizen vol slijk, zonder deuren
noch vensters, waarvan waarschijnlijk nog vele
tot in de grond toe dienen afgebroken... maar ze
waren in hun huis! Oneindig grote miserie en daar
tegenover oneindig grote moed! Wij stonden als
beteuterd te kijken, hoog en veilig op onze vracht
wagens; we voelden ons klein tegenover zoveel
grootheid; wij dachten aan ons eigen huis waar we
zo rijkelijk leven en waar we ontevreden zijn voor
het minste dat er hapert, aan onze eigen boeren,
die klagen en zeuren omdat het een beetje veel of
weinig regent... maar wij beseffen ons geluk niet
en wij waarderen het nog minder. Hoe is dat volk
in onze ogen gestegen... en niet minder in deze van
andere buitenlanders! Het werd maar al te goed
bewezen, wanneer 's anderendaags bij het avond
maal, een spreker van elk land aan 't woord kwam
ze konden de naam van het dorpje Kruiningen
haast niet uitspreken, en toch kwam telkens juist
dat voorbeeld op de voorgrond, omdat het op allen
zo'n diepe indruk had gemaakt."
SCHERPSLIJPER.