Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw NATIONALE Gras- en Klaverzaden PLATTELANDSJONGEREN ORGANISATIE- C.A.O. OOST- EN MIDDEN-BRABANT RONDOM DE BOERDERIJ. U bent ver fin t woordelijk voor Utv veestapel en Uiv machines STALMESTMAAND. ERVARINGEN VAN EEN JONGE BOER IN EEN „NATTE" POLDER. GEBRs DE JONGH GOES ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Naar de ploeg wedstrijd in Canada. Te Espel in de Noord-Oostpolder werd dezer dagen een nationale ploegwedstrijd gehouden, waaraan 16 jonge landbouwers uit het gehele land deelnamen. De eerste prijs werd behaald door Johan van Gaaien te Hoofddorp, terwijl Wim de Lint te Zevenbergsche Hoek, lid van onze Prov. Jongerenorganisatie der N.B.M.L., de tweede prijs in de wacht wist te slepen. Beiden zullen op kos ten van Esso Nederland N.V. worden uitgezonden naar de internationale ploegwedstrijd, die van 6 tot 9 October a.s. te Coboury in Canada wordt gehou den en zullen daar de eer van de Nederlandse jonge boeren hebben te verdedigen. Wij wensen hen hiermee thans reeds alle succes toe. De C.A.O. voor Akker- en Weidebouw voor Oost en Midden-Brabant voor het contractjaar 1953-1954 is intussen in druk verschenen. Bestellingen kun nen worden opgegeven bij het secretariaat der N.B.M.L., Stationslaan 4 te Zevenbergen, met in sluiting van 30 ets. aan postzegels, waarna toe zending volgt. LAND VAN ALTENA. Zo zitten we nu reeds midden in de grote oogstdrukte. Juist deze weken, vanaf half Juli tot soms eind Augustus zijn voor de boer wel de meest drukke van het gehele jaar. Ondanks de nog wel enigszins slappe soms zelfs vrij buiige dagen, is het vlastrekken en erwten maaien vrij gunstig verlopen. Het vlas is over het algemeen vrij kort, met ech ter een behoorlijk goede verwachting wat de zaad opbrengst betreft. Dit is wel meestal in omgekeer de volgorde wat de erwten betreft; hier meestal behoorlijk veel stro, met echter slechts een ver wachting van lage opbrengsten van de erwten zelf. Onze streek kan zich beroemen op de meest effi ciënte wijze gemechaniseerd te zijn wat de erw- tenoogst betreft. Hier lopen (alle bij loonwerkers) vier grote erwtenmaaimachkies, n.l. een Hume en drie Lever tonmachines. Over het algemeen is met deze machines mooi werk geleverd. 8? Dit gaat goed, zolang U daarvoor zelf kunt zorgen, maar bij Uw eventuele overlijden? Kan dan het bedrijf ongestoord doorgaan Ja, mits U er tijdig voor zorgt, dat een geldelijke uitkering van de NATIONALE dit mogelijk maakt. Laat U hierover nu vrijblijvend voorlichten door de vertegehwoor- r digers en deskundigen van de LEVENSVERZEKERING-BANK N.V. SCHIEKADE 130, ROTTERDAM, TEL. 82700 j R\i\tnJljT\Hilard^yerekerd bedrag Wanneer soms wel eens iets minder mooi werk te zien was, was dit meestal een gevolg van vrij ongelijke ligging van het land. Weer eens temeer een reden, om bij mechanisch werken, toch vooral te zorgen voor een zo vlak mogelijke ligging van de grond. Daarmede dient men dan reeds rekening te houden bij het ploegen daarom liefst tijdig dus zo vroeg mogelijk ploegen, en voor behoorlijk vlakke ligging zorgen. Erwten verlangen bovendien een goede struc tuur. Reeds verschillende percelen graszaad zijn ge- dorsen; over het algemeen schijnen de uitkomsten niet erg mee te vallen. Het telen van graszaad vereist naast zuiver land verder nog wel enige teeltkennis om tot goede opbrengst te geraken. Door het voorkomen van diverse vreemde gras sen en grasachtige onkruiden schijnt, dat nog al veel percelen zijn afgekeurd. Het gevolg is een aanmerkelijk lagere prijs. Het zuiverste land (vooral vrij van kweekgras en duist" of wintergras) is beslist noodzakelijk om een goede opbrengst en verder goed financieel resultaat te mogen verwachten. Enkele bermen van polderwegen die tegenwoor dig soms niet eens meer gemaaid worden, zijn nu bespoten tegen distels. Voorwaar enige vooruit gang op dit gebied is te bespeuren. Echter ziet men sqms vlak er naast in een andere polder de distglz^den, reeds rijp geworden zijnde, zich over kleinere en soms grotere afstanden verplaatsen en daardoor als het ware hun besmet ting weer voortzetten. Vele percelen weiland zijn reeds behandeld met groeistoffen, doch misschien evenveel schreeuwen nog om een behandeling. Collega's wien dit aangspt, draagt zorg dat dit ten spoedigste geschiedt. Dergelijke toestanden behoeven thans niet meer voor te komen, en zijn een schande voor onze streek. Laat het niet zo ver komen, dat hier nog van overheidswege maatregelen moeten worden voorgeschreven. Zorg baas te blijven in eigen huis. OOST-BRABANT. De oogstwerkzaamheden zijn in volle gang. Wanneer ik dit schrijf is hier bijna alle rogge ge- maaid en ook verschillende percelen haver .^staan reeds aan de höbp. Was de stand van de rogge dit voorjaar over het algemeen slecht, in de loop van de zómer heeft dit gewas zich tamelijk hersteld en al kunnen we niet spreken van een zwaar gewas, er zijn toch vele percelen goede rogge. Laat ons hopen dat ook de korrelopbrengst mee mag vallen. Wanneer de roggevelden vrij komen is het zaak zo spoedig mogelijk met stoppelploegen te beginnen, om groenvoedergewassen te zaaien. Hoe eer, hoe beter. Wil men echter een behoorlijk nagewas verkrij gen dan zal men de kunstmestzak, of stalmest, of gier niet moeten vergeten. Van de stoppelgewas sen neemt het knolgroen wel de grootste plaats in op de zandgronden. Vele andere gewassen zijn gekomen, maar ook weer verdwenen. Knolgroen heeft zich gehandhaafd. Jaarlijks worden er hon derden ha uitgezaaid van dit gewas. Toch is het jammer, dat we niet naast het knolgroen een ander gewas hebben, dat voor onze zandgronden als aanvulling op zou kunnen treden. Ik denk hier b.v. aan zoete lupinen. Het nadeel van dit gewas is echter dat, na de opkomst van het zaad, het niet direct doorgroeit maar practisëh een tijd stil staat. Daardoor wordt het dikwijls overwoe kerd door de onkruiden, wat èn voor het gewas zelf èn voor de grond schadelijk is. Van zeer groot belang is dan ook, wat ons medegedeeld werd op een excursie die de kring Oost-Brabant gehouden heeft naar het veredelingsinstituut voor gewassen te Wageningen n.l., dat men daar bezig is een variëteit lupine te kweken, die bovengenoemd gebrek niet heeft, maar na het uitkomen direct flink doorgroeit. Als men zover is dat dit zaad verkrijgbaar is, dan geloof ik, dat de lupinenteelt op de zandgronden geweldig zal toenemen, niet alleen wegens de massa groenvoeder dat dit gewas geeft, maar ook voor de verbetering van de grond die de wortelresten van de lupine achterlaten. We wachten daarom ook met belangstelling het resul taat af, en hopen, dat het gelukken mag met iets goeds voor de dag te komen. Juist door zulk een bezoek aan dergelijke instituten, krijgt de boer ook eens een inzicht in het vaak moeilijke werk dat daar ten bate van de Nederlandse land bouw wordt verricht. Vaak ook teleurstellend werk. Maar wanneer we eens nagaan wat er op het gebied van rassenverbetering in de laatste jaren is tot stand gebracht, dan mogen we dank baar zijn, dat dit werk ook financieel mogelijk wordt gemaakt en met kracht wordt voortgezet. De stalmestmaand, Augustus, is w'eer aange broken. Meer en meer zien we het gebruik van stalmest in deze maand toenemen. En terecht! Het bacterieleven in de grond is thans optimaal: warmte en vocht, zodat de mest zeer snel wordt „verwerkt". Wel is het van belang, dat men slechts goed verteerde mest gebruikt met strorijke mest krijgt men veelal moeilijkheden; bij weiden nemen de dieren dit gras minder goed op, bij maaien blijft de machine er misschien in steken. Het verdient aanbeveling tegelijk met de stalmest ook een lichte giftstikstof meststof te verstrekker, dit bespoedigt de stalmestvertering op het veld. Welke percelen in de eerste plaats in aanmerking komen? Vanzelfsprekend de laat gemaaide hooi landpercelen. En als U het grasland hebt laten onderzoeken bij het bedrijfslaboratorium, dan zult U ook wel aanwijzingen vinden, dat vooral de verafgelegen percelen heel erg dankbaar zullen zijn voor een stalmestgift. Een andere aanwijzing is nog: beter vaker een kleine hoeveelheid stal mest, dan in eens een zeer groot kwantum. Wij zijn gestart, zo nog maar amper, maar het begin is er, en als U deze regelen leest, zal de graanoogst wel in volle gang zijn. De afgelopen week, en hiermee bedoel ik de week die 2 Augustus eindigde, zag ik hier en daar al een graanmaaier bezig, ja zelfs een combine. Dat wer ken met de combine maakte mij nieuwsgierig, om dat de gerst nog maar amper goed was om te maaien. Het kon, maar daar was ook alles mee gezegd. Ik heb verwonderd gestaan, en ik dacht toen ik zo eens in de zakken keek en voelde, aan dat laat ste zinnetje van mijn vorig stukje: geen tijd meer. Ik begreep van heel de zaak niets meer, toen ik hoorde van meer dan 30 vocht en droogkosten van 2,75 per 100 kg, over vrachtkosten nog maar niet gesproken. Ik begon me af te vragen, of het bij ons nu alles nog vreselijk ouderwets gaat, en dat wij nodig eens wat moderner moeten worden, want de tijd van wachten tot het gewas rijp is, ligt al ver achter ons. Maar van de andere kant dacht ik weer, och het is maar één boer in heel deze hoek die geen geduld heeft, de rest wacht nog even, we hebben er toch een vol jaar voor gewerkt om het zo goed piogelijk te krijgen, en we moeten er ook weer een vol jaar van leven. Het is telkens weer een mooi gezicht, als je met eenzelfde regel maat de bossen uit de graanmaaier ziet koimen, en ze dan op lange rijen ziet liggen. En zeer zeker dit jaar, dat reeds in het begin ons zoveel leed en verdriet gebracht heeft, kan deze oogst ons ver heugen. Je vergeet dat alles, als je handen vuil zijn van 't bedienen van de machine, als je zweet van het opzetten van de schoven. Het geeft je afleiding, je luistert naar de weerberichten en zijn ze goed, dan maak je je plannen voor morgen en overmorgen. Boer zijn is een eigenaardig beroep, veel kankeren en klagen, mopperen op allerle i wetten en verplichtingen, maar zodra de oogst er is, is dit alles tijdelijk vergeten en men werkt om de zaak geborgen te krijgen. Men praat, ja denkt zelfs niet meer aan grammen zout. In de ballade van de 'boer staat het zo mooi; en de boer hij ploegde voort, en terecht, ondanks alles ploegt do boer weer voort. Onlangs sprak ik eens iemand wiens bedrijf nu in vrij korte tijd voor de derde maal onder water gestaan heeft. Een kennis had hem een brief geschreven, en bij het adres stond de naam van de boerderij: Zelden boven water. Maar hoe zelden dan ook boven water, ook die boer ploegt weer voort, en maait en dorst zijn gerst als tevoren. Ik heb zo het idee, dat er vrij veel gemaaid wordt. Begrijpelijk, want het wachten op een com bine heeft ons de schrik wat op het lijf gejaagd, en velen zijn maar begonnen te maaien. Komt er dan een combine dan kan die het altijd nog over nemen. Trouwens hoe het ook zij, tussen com binestro en pakstro is nog steeds een groot ver schil. Voor Uw benodigde INLANDSE EN IMPORT Import - Export POSTBUS 35

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 5