HET WEER IN JULI 1953 Paard en paardensport Ontvangst Zeeuwsch Landbouwblad OnJcriviis Korle wenken voor de praktijk Grondverlies en afgravingen Uit een geheim ueekboek van Bram uit de Slikhoek J. J. POST ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Na de bijzonderheden, die het weer in Juli ons bracht, valt Juli op door het normale beeld dat de gemiddelden van temperatuur, neerslag en zonneschijn te zien gaven. Alleen in het zuiden was de temperatuur wat onder normaal; Vlissingen gaf bijvoorbeeld als maandgemiddelde 17.5° C en bleef daarmee ruim 0.5° C beneden de normale waarde. In het Noorden was het naar verhouding warmer, daar bleef het maandgemiddelde slechts 0.1° C onder normaal. Warme dagen telde Juli weinig, in Vlissingen steeg het kwik slechts op 3 dagen boven 25° C. De eerste decade gaf over het algemeen redelijk goed oogstweer; in de tweede decade was het vooral daar waar onweersbuien veel neerslag Reeds lang heb ik een artikel uit het Paasnum- mer van „Boer en Tuinder" op mijn bureau liggen om U iets hieruit weer te geven. Het gaat over de omgang met paarden. Iets wat zo bekend is, dat het vanzelf spreekt. Maar toch plaats ik maar weer een vraagteken achter dit vanzelfsprekend. Het blad schrijft ongeveer als volgt: Alle zeilen dienen bijgezet te worden om onze jongere paardengebruikers vooral op de hoogte te brengen van het ,,hoe en waarom" in de omgang met onze arbeidsmakkers. Zolang er nog paarden in het bedrijf gebruikt worden, dient de iboer ook van zijn paarden verstand te hebben en ze op de juiste wijze te behandelen. Wat voor een trekker geldt, geldt toch zeker in even, zo niet nog grotere mate voor het paard. De omgang met paarden vraagt in de eerste plaats liefde voor het paard. Het paard is nu een maal een levend wezen, onderhevig aan invloeden van buiten. Het is gevoelig voor temperatuurs wisselingen, voor een behoorlijke behandeling, zelfs voor boze en goede woorden. Men kent ang stige paarden, luie paarden, ijverige en zelfs tè ijverige paarden, terwijl een enkele keer ook wel eens boosaardige dieren voorkomen (maar dan practisch altijd door de mens zo gemaakt). Bij de omgang met het paard is van groot be lang, dat men rustig en kalm blijft; dat men zich niet opwindt en boos maakt; dat men zich be heerst. Daarom acht men de beoefening van de ruitersport „karaktecvormend". Wanneer de ruiter zich opwindt raakt het paard ohherroepelijk de kluts kwijt. Dus is kalmte een eerste vereiste. Voorts: belonen en straffen, wanneer nodig, dochop het juiste moment en in de juiste mate. Nu is het merkwaardig, dat het straffen meestal niet vergeten wordt, doch dat ons paard er maar slecht afkomt-Avat het belonen betreft. Uit ervaring weten wij, dat er vele paardengebrui kers zijn die dat overdreven vinden. Het is bij het omgaan met paarden ook wel van belang te weten, dat het paard in zijn mónd een paar uiterst gevoelige plekken heeft, welke wij de „lage" noemen. Deze tandeloze randen van de kaken kunnen wij achter de tanden en vóór de kiezen zien en voelen. Deze lagen nu zijn min stens zo gevoelig als onze schenen. Hebt ge daar wel eens een trap tegen gehad of hebt ge uw sche nen wel eens gestoten? Welnu, dat is de moeite waard, nietwaar? En nóg gevoeliger zijn de lagen van de paardenmond. Wat dan te denken van die zware stangen, soms slecht en hoekig gesmeed en een summum van kwelling, wanneer de menner er flink aan rukt. Elke paardeneigenaar dient in de eerste plaats zijn knechts te wijzen op het kwaad dat zij kunnen uitrichten door hun harde handen. Het is echter nog lang niet zover, dat men hier van overtuigd is. Maar misschien is men toch wel overtuigd. Om het te veranderen brengt echter weer zoveel bezwaren mee, dat alles bij het oude blijft. Het paard duldt veel van zijn meester. Dat doet een trekker niet. Doen we bij een trekker iets verkeerd, dan is er een vlotte kans, dat hij met enig geraas zijn werk staakt. Het paard weet dat hij ook maar met mensen te doen heeft, die fouten maken. Tot volgende keer. TOONTREDER. Zo nu en dan komt het voor, dat leden der Z. L. M., voornamelijk uit de rampgebieden, door evacuatie of re-evacuatie, een aantal weken geen Zeeuwsch Landbouwblad ontvangen en dit niet of veel later aan het Secretariaat opgeven. Teneinde vergissingen zoveel mogelijk te voor komen, raden wij een ieder aan, na éénmaal het Landbouwblad niet ontvangen te hebben, dit direct aan het Secretariaat te Goes door te geven. Bij terugkeer naar het oude adres gelieve men ook het evacuatie-adres te vermelden. brachten wat minder, de derde decade was de droogste van de drie, in Vlissingen werd toen slechts 6 mm neerslag afgetapt. In het Zuidwesten van het land viel in deze maand 50 tot 60 mm neerslag, tegen normaal 60 tot 70 mm. Vlissingen telde 10 dagen met 1.0 mm of meer neerslag en 1 dag waarop meer dan 10 mm werd afgetapt. In het Noorden van het land was de situatie wat dat betreft ongunstiger, met 16 regen dagen (normaal 11) en 4 dagen met 10 mm of meer neerslag. Het aantal uren zonneschijn was iets groter dan normaal. De Bilt registreerde 213 uren zon tegen 205 normaal. De derde decade was de zon nigste. In aansluiting op een vorig bericht delen wij de belanghebbenden mede dat het plan van de Com missie Grondverkoop voor niet-agrarische doelein den om een zitdag te houden op Tholen voorlopig is opgeschort. Voor de afgravingen is door de Rijks waterstaat een commissie ingesteld die binnenkort de schade zal taxeren. Ook is door de daartoe be voegde instanties toegezegd dat spoedig richtlijnen gegeven zullen worden voor die gevallen waarin door dijkverbreding grond in beslag genomen is. De resultaten van het één en ander zullen door de commissie eerst worden afgewacht. In voor komende gevallen wende men zich tot de Secreta ris der commissie op het Landbouwhuis te Goes. 4 Augustus. Het was gisteren een mooie oogstdag; anders dan verleden week Vrijdag, toen het in heël ons land regende en wij hier 28 mm in één middag kre gen. Gelukkig was er geen wind bij, anders waren de graangewassen ook nog tegen de grond gegaan. Het was 'gisteren weer zover gedroogd, dat de vroeg gemaaide gerst naar binnen kon. Het is al tijd een mooi gezicht, de volgeladen wagens te zien aanrijden telkens hun vracht brengend in de vei lige schuur, de tas ophogend en het land ruimend. De zelfbinder knorde weer vrolijk door de tarwe en de schoven werden achterop veilig gesteld in schelven om nog wat uit te drógen. Het stoof in de tarwe en dan gaat het werk met de oogst- machines pas vlot; hoe droger, hoe beter. Zo genietend van het mooie weer loopt de boer fluitend over de akkers en roept tot de vacantie- gaande stadsjeugd, die nu met velen het platteland opzoekt, zoekend naar zon en ruimte, die de stad hen te weinig toebedeelt. Geef ze eens ongelijk, zij zijn welkom met hun vlotte conversatie en vrijere manieren dan wij, zij kunnen van ons en wij van hen wat leren. De karwij is gedorsen en gaf goed; de prijs is niet schitterend en het zal de vraag zijn of de ge zaaide karwij moet blijven liggen, ja dan neen? De kapelletjes zijn verdwenen en de trekker maakt de grond al weer zwart om straks een goed zaaibed voor de tarwe te verkrijgen. De maaidorsers zijn ook bezig en zijn bijna alle voorzien van pakjespersers, welke we nu zien staan om na te drogen. Zo'n natte middag als vorige week werkt hiervoor niet best. De haver is er af en was in zijn stro. erg groen, doch de korrel was rijp. Daarom maar gemaaid, want als ze door gaat vallen is ze er nog niet af, dan met veel schade. Willem vertelde, dat zij na een slechte nacht (niet kunnende slapen van de vele auto's) 's morgens met de auto reden naar de Nötre Dame, de prach tige kerk, wier beelden bijna ontelbaar waren. Alle metselaars schenen toen wel beeldhouwers te zijn geweest. Het was er binnen mooi en er hing een gewijde sfeer in de kerk. Door de mooi gebrand schilderde ramen scheen de zon en het licht was kleurig en gedempt. Er werd een inwoner van Parijs begraven en het koor zong prachtig in de ruime kerk. Daarna reden ze naar het Louvre, het grote museum, en genoten er van het zien der vele kunstschatten uit oude en nieuwe tijd. Plone wilde met alle geweld de twee schilderijen zien van Mil let, waar ze een copie van in de mooie kamer had den hangen. Doch toen ze deze zag vielen ze tegen, ze dacht twee grote schilderijen te zien, doch ze waren wel mooi maar slechts 30 x 40 cm groot; de arenlezers en het angelus. Willem zag de mooie glimlachende dame Mona Lisa, die de gids een der mooiste der wereld noemde, 't Is mooi, zei Willem, daêr nie van, maêr ik zie liever de Nachtwacht van Rembrandt. „Zij houdt het achter der ellebogen, zo kiek ze". De Venus van Milo viel Willem ook tegen. Dat mens is niet kepleet zei hij, gin ermen en zij is mien te fien ebouwd. Plone vond het beeld mooi, maar Willem zei, omdat het een vrouwe is natuurlijk. LAGERE LANDBOUWSCHOOL KRUININGEN. Naar de 2e klas: Frans Bakker, Walsoorden, Adriaan de Bokx, Ril- land-Bath, Frans Koeman, Waarde, Anton Komejan, Kruiningen, Jan Schouwenaar, Wemeldinge,. Jaap Sinke, Waarde, Arnout Stroosnijder, Kruiningen, Ma- rinus Wondergem, Kruiningen, Pieter Zanddijk, Waarde, Pieter Snoep, Waarde, Jan Cok, Kruiningen. Naar de 3e klas: Marinus Boone, Kruiningen, Marinus P. van Houte, Waarde, Jan Lokerse, Schore, Izaak Lutein, Yerseke, Simon Paauwe, Yerseke, Ferdinandus J. de Roo, Bie- zelinge, Willem Weststrate, Waarde, Adriaan J. Boot, Rilland-Bath, Cornelis Franje, Krabbendijke en Izak A. M. Koster, Waarde. Overgegaan naar de 4e klas: Roelof Maat, Rilland-Bath, Pieter Baas, Rilland- Bath, Foort J. Glerum, Kruiningen, Johannes van der Maas, Biezelinge en Frans Westveer, Waarde. Wanneer men nu nog stikstof strooit op het gras land, geeft dit een flinke hoeveelheid eiwitrijk gras in September, 't Is nu hoog tijd om op het overstroomde grasland het kweekgras te bestrijden, zodat het goede gras mengsel in een schoon zaaibed uitgezaaid kan worden. De beste zaaitjjd is de tweede helft van Augustus. De schade veroorzaakt door het bietencystenaaltje •is jaarlijks zeer groot. Laat die percelen waarop U volgend jaar bieten denkt te verbouwen nu reeds on derzoeken op de aanwezigheid van het bietencysten aaltje. U kunt dit opgeven bij de assistent in Uw rayon en by de monsternemer. Van verschillende percelen is het gewas reeds ver dwenen. Door hier wikken in te zaaien krijgt U een flinke groenbemesting. Voorkom dorsbeschadiging bij blauwmaanzaad. Door de ontwijkende olie wordt het zaad ranzig. Augustusmaand regenmaand. By regenachtig weer verspreidt de vlekkenziekte zich sneller dan by droog weer. Vooral contractbonen zijn voor deze aan tasting gevoelig. De bestrijding met zinkcarbamaten vraagt ook in Augustus nog de aandacht. „De Suikerbiet" publiceerde onlangs de uitslag van het onderzoek naar het voorkomen van het bieten cystenaaltje in 1952. Deze cijfers geven nog geen reden tot optimisme en wijken ook weinig af van die van het voorgaande jaar. Voor de niet overstroomde percelen is hier dus weer de waarschuwing uit te trekken, dat regelmatig onderzoek om de 3 a 4 jaar noodzakelijk blijft. Een niet onbelangrijke bykomstigheid is verder nog, dat de aaltjes bestand zijn tegen de invloed van zout water. Waar op verschillende plaatsen in Zee land tengevolge van de inundaties grondverplaatsin gen hebben plaats gevonden, betekent dit dat tege lijkertijd nog niet besmette percelen besmet zijn met de aaltjes. In de getroffen gebieden is het dus zaak om alle percelen die men mogeiyk in de toekomst met bieten in zou willen zaaien laat onderzoeken. Indien men niet tijdig op de hoogte is met de mate van aantasting kan geen bouwplan worden opge maakt. De stalmestmaand, Augustus, is weer aangebroken. Meer en meer zien we het gebruik van stalmest in deze maand toenemen. En terecht! Het bacterie leven in de grond is thans optimaal, zodat de mest zeer snel wordt verwerkt. Wel is het van belang, dat men slechts goed verteerde mest gebruikt; met stroryke mest krygt men veelal moeiiykheden; by weiden nemen de dieren dit gras minder goed op. Het verdient aanbeveling tegeiyk met de stalmest ook een lichte gift stikstofmeststof te verstrekken, dit bespoedigt de stalmestvertering op het veld. Door

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 4