CONCENTRATIE VAN POLDERS UIT DE PROVINCIE ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD r boerderij en organisatie WEST ZEEUWSVLAANDEREN. 11 Juli 1953. De oogst is in volle gang. Komende week zal alle vlas er wel uit zijn en ook met de erwten wordt een begin gemaakt. We zullen er met ons werk rekening mee moeten houden, dat de late erwten gelijk zullen komen met de vroege gerst. Het zal dan even druk worden, daar we beiden natuur lijk goed aan de kant willen doen. Met het wel erg zwakke weer in dit seizoen zal dit nog wel eens moeilijk heden geven. Wat d-e erwten betreft is er maar één methode om gewaar borgd te zijn tegen de slechte weers omstandigheden. En dat is, zo spoe dig mogelijk op de ruiter. Waagden we het andere jaren wel een gedeelte van de grond te mennen, dit jaar lijkt het me veiliger deze risico niet te nemen. Vooral de schokker is schot- gevoelig en verliest gauw de kleur. We zullen nu moeten weten welke percelen gerst we voor de maaidorser dan wel voor de binder bestemmen, om op het laatste moment niet over rompeld te worden door snel groeien de klaver e.d. Wanneer de stroprijzen hoog blij ven zal er wel meer aandacht aan het stro besteed worden dan dat de laat ste jaren het geval was. Het combine stro is nu eenmaal niet zo gevraagd door de handel en daarom wordt door velen de combine nog als een nood zakelijk kwaad gezien. Hetgeen niet wegneemt dat het op een gegeven ogenblik een geweldige werkverrui ming kan geven. OOST ZEEUWS VLAANDEREN. 13 Juli 1953. Op vele scholen zijn de examens achter de rug. Wanneer wij zo de lijst van geslaagden eens nalezen, dan zijn daar verschillende namen bij uit agra rische families. Wat gaan deze jongens die van een U.L.O. of H.B.S. komen verder doen? Wie niet naar Wageningen gaat voor hogere studie in de landbouw, zal zeker denken aan een Middelbare Landbouwschool. Ons land kent nog maar 3 Middelbare landbouwscholen n.l. in Groningen, Dordrecht en Lim burg. Groningen was .de eerste pro vincie die in het bezit kwam van een school voor Middelbaar onderwijs op Landbouwgebied. Gevolgd door een R.K. school in Limburg en nadien ook Dordrecht. Wanneer wij nu zien dat naast Gro ningen ook Friesland tot zo'n onder wijsinstelling wil komen, komt juist nu, als wij het gemis gaan gevoelen, de gedachte naar voren: Waar blijft Zeeland? Zeeland de bij uitstek agrarische provincie, waarvan de ligging juist al zo moeilijk is om ons land verder in te reizen, doordat het een eilanden provincie is. Wij zijn er dan ook vast van over tuigd, dat veel meer jongeren dan tot nu toe naar een M. L. S. zouden gaan als een dergelijke onderwijsinstelling in eigen provincie stond. Daar thans bijna alle jongens of meisjes uit agra rische kringen na afloop van de lagere school minstens nog de U.L.O. bezoeken, zal men de eerstvolgende jaren steeds meer het gemis voelen. SCHOUWEN-DUIVELAND. 14 Juli. Op het moment, dat wij dit neer schrijven, loeit de wind, gepaard gaande met flinke regenbuien, langs de huizen. Het is of we in het najaar zitten. En niet alleen het gehoor voor Uw overzichtschrijver, maar ook het uit zicht is minder aantrekkelijk. Voor hem ontplooit zich de polder Schou wen, waar de woeste golven met hun witte schuimkoppen de laatste dagen weer een hevige strijd voeren met onze gebouwen voorzover zij er nog staan. En tegen de dijken die nog be schermen wat droog staat. Steeds wordt het uitzicht ruimer op die watermassa, daar telkens op nieuw de kracht van het water ster ker blijkt dan onze gebouwen. Steeds meer verdwijnen er onder water om later slechts als een ruïne te voor schijn te komen. In de drooggekomen polders zijn we reeds een stap verder. Thans staan we in deze polders voor de be handeling van de in te zaaien wei landen. Hiervoor willen we nogmaals wijzen op het artikel in ons blad van 4 Juli, hoe bestrijding van kweekgras wordt aangegeven door de R. L. V. D. De tijd van inzaai gaat naderen. Laten we proberen om goede weilan den te krijgen, want dit liet vóór de overstroming nogal wat te wensen over. Het wordt als eis gesteld een goedgekeurd mengsel uit te zaaien, daar het certificaat getoond moet worden om de kosten vergoed te krij gen. Ook nadert de tijd voor de keuze van de najaarsgewassen. Als eerste komt aan de beurt de teelt van kool zaad. Uw overzichtschrijver meent, dat dit gewas geen grote oppervlakte mag innemen. Het is een van de waardplanten waar het bietencysten- aaltje op vermenigvuldigt. Daar de teelt van suikerbieten voor ons veel belangrijker is, zullen wij voorzichtig moeten zijn met dit gewas. Op per celen waar nog geen besmetting van genoemde aaltjes aanwezig is, kan koolzaad gezaaid worden. Deze per celen komen echter sporadisch voor, waar dus uit voortvloeit, dat slechts een kleine oppervlakte koolzaad of mischien nog beter geen koolzaad verbouwd kan worden. De wintertarwe daarentegen zal een flink gedeelte van ons beslag kunnen vertegenwoordigen. Speciaal op de zwaardere gronden, waar de keuze in het a.s. voorjaar nog zeer beperkt zal zijn, zouden wij een flinke oppervlakte wintertarwe inzaaien. Men moet er rekening mee houden dat ongeveer 2/s van de zware grond bestemd zal zijn voor de granen. Voor de wintertarwe kunnen we dus onge veer Vs van de oppervlakte bestem men. WALCHEREN. 14 Juli. De oogst staat weer voor de deur. De vlasoogst is al begonnen; een tijd van hard werken ligt weer voor de boeg. De polders met de mooie gewassen zullen er over een paar maanden weer kaal en dor bijliggen. In Wal cheren ligt er dit jaar weer een nor male oogst, die we toch zeker niet slecht mogen noemen. Hier en daar mankeert er nog wel wat aan en de pas geëgaliseerde per celen vallen de eerste paar jaren ook nog niet mee. Vooral de bewerking en de gewassenkeuze zijn van groot belang na een egalisatie. Zodra een egalisatie is afgewerkt verdient het aanbeveling om een zo danige bewerking toe te passen dat het erop lijkt of het land gebraakt wordt. Niet alleen om het onkruid goed te bestrijden maar ook om een goede structuur te verkrijgen. Ook zijn er vaak nog wel enkele kuilen die men nog wat moet bijwerken, en zieke plekken die extra stalmest of gips vragen. De ervaring heeft geleerd, dat elke collega die na zo'n egalisatie de zaak flink en grondig aanpakt, maar hoog stens één oogst heeft die beneden peil ligt. Vooral de gewassen als: granen, bieten, aardappelen en mogelijk erw ten zijn de gewassen die de meeste kans van slagen bieden. De pas af gewerkte egalisaties bieden nu de mogelijkheid tot deze intensieve grondbewerking. THOLEN EN ST. PHILIPSLAND. 15 Juli. Donderdag 2 Juli j.l. hield de Thool- se Bond van Paardenfokkers zijn jaar lijkse fokpaardendag, gecombineerd met de merrie-premiekeuring van de K. N. N. T. te Oud-Vossemeer. Het aantal aangiften was bevredi gend en de doorsnee kwaliteit der paarden niet minder dan vorige jaren. De organisatie der keuring verliep vlot, maar het overzicht van de diver se categorieën was slecht. De twee keuringsbanen lagen veel te ver uit elkaar en beide jury's hielden te wei nig rekening met elkaar. Het mooiste zou zijn twee keuringsbanen naast elkaar en zoveel mogelijk beurtelings plaatsen der paarden. Dit is én voor het publiek én voor de eigenaars het gemakkelijkst en het overzichtelijkst. De keuring zal hiermee zeer aan waarde winnen. De keuring was laat afgelopen en reeds vóór het einde waren veel paarden en belangstellen den vertrokken. We vragen ons af, of het niet beter zou zijn een werke lijke Fokpaarden„dag" te houden, in plaats van een Fokpaarden„middag." Op de keuring werden enkele veu lens en jonge paarden verhandeld. Hieruit blijkt weer eens te meer het nut, welke zo'n fokdag kan geven. Paardenliefhebbers, werkt allen mede aan dergelijke fokdagen; het is uw eigen belang! Donderdag j.l. werd de herverkave- lingswet „Walcheren," na de behan deling hiervan in het Parlement, ook van toepassing verklaard voor het eiland Tholen. Reeds geruime tijd staat de herver kaveling in het middelpunt der be langstelling van de landbouwers op Tholen. Allerlei veronderstellingen worden dienaangaande gemaakt. En kele juiste, maar wellicht nog veel meer onjuiste. De vrees voor het on bekende is vrij groot en mogelijk ge rechtvaardigd, maar toch mag wor den verondersteld, dat de Regering niet voor niets 80 millioen gulden gaat ten koste leggen aan een plan, waarvan mag worden verwacht, dat het in de toekomst geen vruchten af zal werpen. In het blad van 4 Juli concludeert een zekere „G"* dat het samenvoegen van polders niet te ver kiezen is, omdat op 1 Februari bewezen is, dat minstens zoveel grote waterschappen als kleine polders zijn overstroomd. Het blad van 11 Juli geeft een verslag van de 18e landbouwweek te Wageningen, waar het on derwerp „Waterschapswezen" werd ingeleid door de Hoofd Ing. Dir. van de Prov. Waterstaat in Zuid-Holland. Deze achtte met nog 5 prominente debaters het vormen van grotere waterschappen gewenst. We zijn het met „G" eens, dat ook de grote wa terschappen veelal de catastrofe niet hebben kun nen keren; anderzijds is 't toch wel naïef te menen dat dit de enige maatstaf zou zijn, waarmede het pro en contra van meerdere concentratie van pol ders dient te worden afgemeten. Nooit is duidelijker dan na de rampnacht geble ken, dat de dikwijls vermeende eigen polderbe- langen ver buiten de enge eigendijkbegrenzingen bleken te liggen. En dat het behoud of de onder gang van de opéénvolgende achterliggende polders de redding of bedreiging voor de eigen polder be tekende. De sinds de middeleuwen nooit verhoogde bin nendijkjes bleken in vele gevallen geen voldoende beveiliging te kunnen bieden, zodat van een dege lijke noodwaterkering nauwelijks meer gesproken kan worden. Evenzo is het een zaak van de grootste impor tantie voor de binnenpoldera, dat de verdediging van de buKintüjkert aan de hoogste eiseri voldoet „Wie 't water deert, die 't water keert" is dan ook een stelling, die niet alleen als zeer bekrompen en totaal verouderd moet worden bestempeld, maar die wij op snelle, degelijke wijze dienen te vervangen door een nieuwe methode die de toets der critiek van ons modern maatschappelijk bestel kan doorstaan. Er zijn nog meer punten aan te wijzen, waarvan de belangensfeer de grenzen van de eigen polder ver overschrijdt. De ontwatering o.a. is in veel gevallen een ne telig probleem. Als het overtollige water via 3,4 of meer polders zijn uitweg naar zee moet vinden, is het haast onvermijdelijk dat bij gebrek aan zeg- gingsschap in de buurtpolders, er dikwijls veel te wensen overblijft. Om nog niet te spreken van afwateringstoestanden die geheel onbevredigend zijn. Meer en meer doet zich in de laatste tijd het vraagstuk van de waterbeheersing gelden. Bij het verwezelijken hiervan grijpen de belangen van diverse polders zodanig in elkaar, dat een volledig samengaan op dit terrein onontbeerlijk is. Met groot respect en bewondering voor hetgeen door de polders tot nu toe is gepresteerd, meen ik toch, mede naar aanleiding van het bovenstaande, te mogen stellen dat de tijd van hun afzonderlijk voortbestaan een einde moet nemen. De kleine polders passen niet meer in deze tijd en zullen dan ook belemmerend werken om tot grote verbete- ringswerken te geraken. Het valt niet te ontkennen dat bij een concen tratie van polders in grote waterschappen het be zwaar van dure bestuursapparaten, van ambtenarij enz., zich kan doen gelden. De te stellen eisen aan, zowel technici als bestuurderen zullen ook in ver band hiermede zo hoog mogelijk dienen te zijn. Hetgeen door het vergrootte gebied ook bij ruime re keuze verwezenlijkt kan worden. Onze zwakke, geografisch verspreid liggende provincie tenslotte, kan niet gesteund worden, door het nog eens onderverdeeld zijn in honderden pol ders en poldertjes, maar heeft een grote behoefte aan krachtige waterschappen, waarmee en waar door zij zowel innerlijk als naar buiten een fors geluid kan doen horen in onze natie, waarvan zij eens in de Middeleeuwen een hoofdbestanddeel vormde en waarin zij thans zo dikwijls maar een pover bijfiguurtje betekent. Zo gezien zal een krachtig waterschap een wer kelijke steunpilaar ook kunnen zijn voor het Pro vinciale Bestuur, om uiteindelijk een sterke stem in de Landsregering te laten doorklinken. Geen angstig vasthouden aan het oude dus, maar op degelijk vooruitstrevende wijze de bakens ver zetten, want het getij is verlopen. G. F. M. BOM. Noot van de redactie. Ter vermijding van misverstand delen wij de lezers nog mede, dat de heren Ir. M. A. Geuze en M. A. Geluk ten onrechte als de schrijver van het bewuste artikel zijn aangezien.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 3