ZITDAGEN HUARD INHOUDSOPGAVE LET OP DE UITBREIDINGSPLANNEN. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD ®verzicfii Deze week heeft te Wageningen de 18e Landbouwweek plaats gevonden. Verschillende onderwerpen wer den hier belicht en ongetwijfeld zal ook in ons Zeeuwsch Landbouwblad nog wel aandacht aan sommige dezer worden besteed. Doch wij willen dan alleen maar wijzen op het belangrijke probleem, dat op Maandag, de openingsdag, aan de orde werd gesteld en dat door de discussieleider van deze be langwekkende middag, Prof. Hellinga, genoemd werd „Ons waterschapswezen in deze tijd en in het licht van de ramp van 1 Februari." Naast een zeer degelijk opgebouwde inleiding van de Hoofd-Inge- nieur-Directeur van de Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland, Ir Klein, gaven vijf, van tevoren aan gezochte debaters, hun mening over het gesprokene en het onderwerp weer. De belangrijkheid van deze middag kwam nog extra tot uiting, doordat de Minister van Verkeer en Waterstaat, Mr Algera, de openingstoespraak uitsprak en daarmede tevens deze 18e Landbouw week officieel voor geopend verklaarde. Het was ons inziens van de organisatoren van deze week, het Ned. Genootschap voor Landbouw wetenschap en het Ned. Instituut van Landbouw kundig Ingenieurs, zeer juist gezien de nauwe ver wantschap tussen het waterschapswezen en het waterschapswezen op deze wijze te beklemtonen. De Minister wees in zijn rede op deze verwant schap, die zich daardoor ook uitstrekt tot de land bouw en hij noemde verschillende onderwerpen, die tot het terrein van het waterschapswezen be horen en waarbij landbouw en waterschappen groot belang hebben, zoals de verzilting, de waterbehoef te, de waterbeheersing en de verontreiniging van het water. Hij achtte het tot zijn taak te behoren maatregelen te bevorderen om aan de wensen van de landbouw op dit gebied, zoveel mogelijk is, te gemoet te komen. Wijzigingen in ons waterschapsbestel? De hoofdmoot van de middag werd gevormd door de inleiding van Ir Klein. Zoals wij boven reeds vermeldden, was zijn betoog zeer knap opgebouwd. Wij willen hier enige positieve punten uit zijn rede naar voren brengen. In de eerste plaats was de spreker van mening, dat de typisch Nederlandse instelling van het wa terschap ook tijdens en nêi de gebeurtenissen van 1 Februari j.l. had bewezen onmisbaar te zijn. Het grote voordeel van deze lichamen is en blijft de plaatselijke bekendheid, het direct kunnen ingrij pen ter plaatse en de grote opofferingsgezindheid van de plaatselijke besturen met hunne hulpkrach- In Memoriam C. Zwagerman t Zitdagen Boekhoudbureau der Z. L. M. Zitdagen Secretariaat der Z. L. M. Zitdagen Adviesbureau voor Oorlogs- en Watersnood- schade. Overzicht. Aangifte Nationale Tentoonstelling 1953 „Het Neder- landsche Trekpaard." Let op de Uitbreidingsplannen: Kortgene. Zitdagen Zeeuws Voorlichtingsinstituut op Verzeke- ringsgebied. (Z. V. V.) Lonen en Sociale voorzieningen: Een interim-verslag. Tarweregeling 1953. Verzekeringszaken Auto's en Tractoren - Het Z. V. V. - Het Z. V. B. Enkele aspecten van de Groenvoederteelt. Rooi-data pootaardappelen. De Boerenjeugd. Paard en Paardensport. Toelatingsexamen Landbouwwinterschool Goes. Korte wenken voor de praktijk. Voor de Plattelandsvrouw: Vacantie - Recepten. Tuinbouw De stand der fruitbomen in het inundatiegebied. Rooivergunningen voor geïnundeerde boom gaarden. Voorschotregeling rooien. Het weer over de maand Juni 1953. Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw. Bram uit de Slikhoek. Korte Berichten. Marktberichten. Uit de Kringen en Afdelingen: Kring Tholen en St. Philipsland. Bespreking te St. Maartensdijk en St. Annaland over de Her verkaveling. ten ten tijde van grote nood. Dat deze factoren er ook tijdens en vlak na de noodlottige stormvloed van deze winter toe hebben bijgedragen veel nog groter onheil te voorkomen of te beperken, kon spreker met verschillende voorbeelden aantonen. Wij kunnen hierbij onmiddellijk aantekenen, dat deze voorbeelden ook in Zeeland voor het grijpen liggen. De heer Klein achtte dan ook geen argumenten aanwezig in dit stelsel van waterschappen, dat door de eeuwen heen gegroeid is, veranderingen aan te brengen. Ook de bestuurlijke verhoudingen tussen water schapsbesturen, provinciale waterstaat en Rijks waterstaat hebben gebleken goed te voldoen in de praktijk. Al heeft het in de uitvoering misschien wel eens gehaperd, dit is zeker niet te wijten aan de wettelijke opzet. Concentratie van polders. Een tweede positief punt was, dat Ir Klein een sterk pleidooi hield voor concentratie van kleine polders en waterschappen tot grotere eenheden. Zijn er thans in Nederland enige duizenden van dergelijke publiekrechtelijke lichamen, enige hon derden ware voldoende. Want waterschappen, die immers zulk een belangrijke taak vervullen, dienen doelmatig te zijn ingericht. Er moet de nodige kracht van kunnen uitgaan. Kracht van het be stuur, kracht van het technische apparaat, en der halve een krachtige financiering. Om dit te kun nen verwezenlijken moeten zij een behoorlijke om vang hebben. Dan pas heeft men voor de bestuurs functies een ruime keuze en kan men een goed uitgerust technisch apparaat opbouwen. Voor de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden zouden in ieder geval waterschappen per eiland dienen te ontstaan. Over dit punt, dat reeds zolang het onderwerp is van discussie, waren wel alle sprekers van deze middag het eens. De voordelen van samenvoeging van polders tot grotere waterschappen zijn groter dan de nadelen, die er ongetwijfeld ook zijn. Het gevaar van grotere eenheden, dat het ambtelijke element een rol gaat spelen, met alles wat daar aan vastkleeft, kan door het inschakelen van alle bestuurderen en verdeling van het werk, tot een minimum worden teruggebracht. Wij zeiden reeds, dat er reeds vele jaren gesproken en geschreven is over dit onderwerp. Het is dus zeker geen nieuw probleem. Steeds zijn er vóór- en tegenstanders ge weest en die zijn er nog. Maar het wordt tijd, dat de moeilijkheden, die er ongetwijfeld zijn om tot het gestelde doel te geraken, nauwkeurig onder zocht worden en een oplossing aan de hand wordt gedaan. Financiën. Dat er zich ten aanzien van het vorige, vooral ook op financieel gebied, problemen voordoen, is bekend. Het zou echter goed zijn, dat dit gehele terrein eens op hoog niveau werd bestudeerd en voorstellen worden gedaan. Wij komen hier meteen aan het derde punt van de rede van de heer Klein, waar hij sprak over de kosten van het onderhoud van zeewerende dijken, van de waterlozing en het wegenonderhoud. Het is gebleken, dat de kosten, voortvloeiende uit een goede behartiging van al deze taken, de draag kracht van de ingelanden soms te boven dreigt te gaan. De heer Klein gevoelde weinig voor een sub sidieregeling van Rijkswege, aangezien daarmede gezagsinmenging zou ontstaan. Dit nu ware, juist in verband met het plaatselijk karakter der water schappen, niet wenselijk.. De huidige verhouding, waarbij de Provinciale Overheid het toezicht houdt en het Rijk het opper toezicht, achtte hij ideaal. Om echter toch tegemoet te komen aan de financiële moeilijkheden, dacht spreker meer aan een regeling, die aansloot bij de regeling van het huidige dijksherstel. Het Rijk zou b.v. extra-werken kunnen bekostigen, die somtijds nodig zijn, alsmede straks wellicht de afdamming van zeegaten. Wij persoonlijk hellen toch meer over naar het standpunt, dat de heer Van Bommel van Vloten, een der debaters, naar voren bracht. Deze ziet er geen bezwaar in de kosten boven een bepaalde, van te voren te bepalen, grens, voor rekening te laten komen van de centrale Overheid. Gezags inmenging behoeft hierbij niet te pas te komen. De centrale Overheid heeft immers ook volgens de huidige waterschapswetgeving het oppertoe zicht. De heer Van Vloten wees hierbij op het voor beeld van de calamiteuze polders in Zeeland. En persoonlijk achten wij een behoorlijke subsidiëring uit 's Rijks kas voor het onderhoud van vele pol derwegen toch zeker op haar plaats. Ook dit kan best zonder inmenging in het gezag. De financiën van de waterschappen kunnen na tuurlijk ook versterkt worden door de achterliggen de polders te laten bijdragen voor de zeewering. Het was de heer Van Vloten, die hierop wees en zijn bekende plan van de dijkringen nogmaals aan sneed. Wij menen, dat vooral bij concentratie van alle polders per eiland tot één waterschap, dit vraagstuk van bijdragen van alle ingelanden van zelf komt kijken. Om dit tot een redelijke, voor alle betrokkenen bevredigende oplossing te bren gen, zal echter nog heel wat studie, en daarna tact, nodig zijn. Het deed overigens de vele aanwezige Zeeuwen goed het Zeeuwse geluid bij monde van de heer Van Vloten te horen verdedigen. Hiertegenover stelde het ietwat teleur, dat geen vertegenwoordi ging van het Zeeuwse college van Gedeputeerde Staten bij deze toch voor Zeeland zo belangwek kende middag aanwezig was, terwijl verschillende andere provinciale besturen van hun belangstelling blijk gaven. Al met al een goed initiatief en een leerzame middag. S. KONINKLIJKE VERENIGING „HET NEDERLANDSCHE TREKPAARD" AFD. ZEELAND. NATIONALE TENTOONSTELLING 1953. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat aangiften voor deze tentoonstelling uiterlijk 17 Juli a.s. moeten zijn ingezonden. Formulieren voor aangifte waren gevoegd bij het voorlaatste nummer van „Ons Trekpaard". Dit formulier is op aanvrage nog verkrijgbaar. De Secretaris van de Afd. Zeeland, A. CAPPON. KORTGENE. Vanaf 20 Juni tot en met 18 Juli ligt ter ecreta- rie dezer gemeente voor een ieder ter inzage het ontwerp van het plan tot herziening van het uit breidingsplan. Belanghebbenden kunnen gedurende deze termijn bezwaren indienen bij de gemeenteraad. TRACTOR- EN PAARDENPLOEGEN IMPORT: FIRMA FRANKEN VAN WEEL - GOES ZEEUWS VOORLICHTINGSINSTITUUT OP VERZEKERINGSGEBIED (Z. V. V.) TERNEUZEN: Woensdag 15 Juli a.s., in Hotel „Des Pays-Bas", van 2.304.30 uur (de heer Wegner) KORTGENE: Donderdag 16 Juli a.s., in Hotel „De Korenbeurs", van 1113 uur (de heer Wegner) MIDDELBURG: Donderdag 16 Juli a.s., in Café „De Eendracht", van 1316 uur (de heer Cevaal). GOES: Iedere Dinsdag in het Landbouwhuis. Laat Uw polissen op het gebied van de pensioen-, lijfrente-, compagnon-, studie- en uitzetverzekering controleren. Alvorens nieuwe polissen af te slui ten raadplege men eerst en vooral onze adviezen van het Z. V. V. Dit kan voor U zeer belangrijk zijn. BOUWBUREAU VOOR DE LANDBOUW. In de maand Juli zullen de volgende zitdagen worden gehouden, waar aan belanghebbenden ad viezen en inlichtingen omtrent financiering enz., zullen worden verstrekt inzake het herstel en de nieuwbouw van door Oorlogs- en Watersnood- schade beschadigde of vernielde gebouwen. HULST: Maandag 13 Juli, van 1316 uur, in Hotel „De Korenbeurs". GOES: Dinsdag 14 Juli, van 1014 uur, in het kantoorgebouw van de Stichting voor de Landbouw, Grote Markt 28a. KRABBENDIJKE: Woensdag 15 Juli, van 1012 uur, in Café „Sinke". ZIERIKZEE: Donderdag 16 Juli, van 1114 uur, in heit „Huis van Nassau". ST. PHILIPSLAND: Zaterdag 18 Juli, van 11—13 uur, in Café „De Druiventros". ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 23 Juli, van 1113 uur, in Café „Gakeer". Op ons kantoor te Middelburg kunnen vanzelf sprekend dagelijks inlichtingen enz. worden inge wonnen van 8.3012.30 uur en van 13.30—17.00 uur.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 2