De „zoute werktuigen'' op Schouwen en
Kruiningen
en Waarde
Duiveland en in
Kweek- of strekgras in overstroomd grasland
LET OP DE
UITBBREIDIN GSPLANNEN.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Evenals in alle andere rampgebieden is men hier
kort na 1 Februari begonnen met het bergen van
de werktuigen. Onder zeer moeilijke omstandig
heden en vaak niet zonder gevaar, zijn eerst de
dure machines en later de minder ingewikkelde
werktuigen op het droge gebracht. Bij gebrek aan
zoet water moest dikwijls met zeewater worden
schoongemaakt, waarna de conservering volgde.
Er was voor het allergrootste gedeelte geen
sprake van opbergen in gebouwen, ontdat deze
alle onder water stonden. Zelfs was er in de open
lucht niet voldoende ruimte zodat de machines op
een kleine plaats opgestapeld moesten worden.
Voor niet-ingewijden moet dit wel een chaotische
toestand hebben geleken, doch er was geen andere
mogelijkheid. De meer deskundigen zagen echter
al spoedig in, dat deze toestand niet kon blijven
bestaan en dat er iets met die werktuigen moest
gebeuren. De eigenaren waren echter voor het
grootste deel geëvacueerd en niet in staat zich met
hun eigendommen te bemoeien. Zelf behandelen
was dus niet mogelijk en reparatiebedrijven waren
niet of in niet voldoende mate aanwezig. Datgene
wat met veel moeite en kosten was gered, dreigde
daardoor weer verloren te gaan.
Na overleg stemde de Rijksdienst voor Land-
bouwherstel i.v.m. de uitzonderlijke toestand waar
in de hierboven genoemde gebieden zich bevonden,
er in toe een speciale regeling toe te passen. Een
daartoe door een commissie opgesteld plan, werd
na enige veranderingen goedgekeurd en met de
uitvoering ervan is reeds enige tijd geleden een
begin gemaakt. In verband hiermee is het hierna
volgende voor de boeren uit Schouwen en Duive-
land, Kruiningen en Waarde, van uitermate groot
belang.
Wat gaat er nu precies gebeuren?
Ie. zullen de machines een herconservering onder
gaan;
2e. worden zij onder een laag olie met een lang
durige roestwerende werking gespoten;
3e. wórden zij in gebouwen opgeborgen tot de be
treffende eigenaar weer naar zijn boerderij
terug kan keren.
De herconservering.
Dit houdt in dat alle werktuigen die dit waard
blijken te zijn, totaal uit elkaar worden gehaald.
Alle delen die los kunnen worden gemaakt worden
dan gedemonteerd. Daarna wordt alles schoonge
maakt, goed geolied of ingevet en tenslotte de ge
hele machine weer gemonteerd.
Reparatie of vervanging van versleten onder
delen mag hierbij niet plaats hebben, althans niet
op kosten van de Overheid. Wel wordt de mogelijk
heid open gelaten om dit gelijktijdig te laten doen
op kosten van de eigenaar, mits het werktuig daar
door niet te lang in de werkplaats blijft.
Arbeidsloon voor het plaatsen van nieuwe onder
delen wordt daarbij niet in rekening gebracht, doch
alle overige kosten zijn voor de boer, zelfs datgene
wat stuk gaat tijdens reparatie of vervoer. Dit lijkt
misschien onbillijk doch is het niet. Deze kosten
zitten n.l. in de normatieve vergoeding verdiscon
teerd.
Overigens is het al of niet gelijktijdig repareren
volkomen een zaak van de eigenaar en de smid
die met de behandeling van de werktuigen is be
last, De Commissie van uitvoering bemoeit zich
daar niet mee, enkel adviseert zij om wel van deze
mogelijkheid gebruik te maken.
Om nu de herconservering uit te kunnen voeren,
zijn op diverse plaatsen centrale werkplaatsen in
gericht. Voor elke werkplaats is een smid als uit
voerder aangesteld. Deze draagt de verantwoor
ding voor het afgeleverde werk, moet zelf het fijne
vakwerk verrichten en houdt een kleine admini
stratie bij. Tevens is hij belast met het toezicht op
een aantal aan hem toegevoegde personen, die hem
bij de herconservering behulpzaam zijn. Een vak
kundige behandeling is daardoor gewaarborgd. De
Commissie van uitvoering bezoekt regelmatig de
werkplaatsen om een gelijkmatig werken zoveel
mogelijk te bevorderen. Tevens heeft zij tot taak
om de machines, die de herconservering niet meer
waard zijn, uit te schiften.
De roestwerende olie.
Nadat dus de machines totaal zijn gedemonteerd,
schoongemaakt, geolied of ingevet en al of niet
gerepareerd weer zijn gemonteerd, worden de
werktuigen onder een laag met roestwerende olie
gespoten. De werking daarvan zal minstens 1 k 2
jaar moeten bedragen. Daar sommigen reeds kort
na de herconservering hun werktuigen zullen wil
len schilderen, dienen deze dit vroegtijdig aan de
plaatselijke commissies van Landbouwherstel of
aan de betreffende smid, kenbaar te maken. Het
opspuiten van de olie, die er vooral in het begin
niet gemakkelijk is af te krijgen wordt dan achter
wege gelaten.
Het opslaan in gebouwen.
Voorzover nodig zullen dc machines na de behan
deling onderdak worden gebracht. Daarbij zal eert
beroep gedaan worden op alle bezitters van droog-
gebleven of reeds droog gekomen gebouwen, spe
ciaal boerderijen. Laten deze laatsten zich geluk
kig prijzen dat zij nog gebouwen hebben en het
hun tot een eer rekenen de werktuigen van getrof
fen of zwaarder getroffen collega's gratis te her
bergen.
Elke boer is vrij om met zijn werktuigen aan deze
herconservering deel te nemen. Ook zij die hun
machines reeds van de opslagplaatsen hebben weg
gevoerd en zelf onderdak hebben gebracht, worden
nog in de gelegenheid gesteld hun werktuigen te
laten behandelen. Uiteraard zullen zij zelf het ver
voer moeten bekostigen en zal hun beurt in over
leg met de plaatselijke commissies moeten worden
geregeld. Daar eerst de opslagplaatsen zullen wor
den verwerkt zal het wat lang duren eer zij aan
de beurt zijn. Daarom is het verstandig dat zij
die het zelf goed kunnen of laten doen, daar niet
op wachten. Als compensatie voor de grondige
behandeling zal een aftrek van 10 van de nor
matieve vergoeding worden afgetrokken. Zij die
het zelf doen, verrichten het werk dus niet voor
niets.
Van elk werktuig dat behandeld is, ontvangt de
eigenaar een rapport, waarop vermeld staat wat
aan die machine mankeert, dus breuk, versleten
onderdelen enz. Als hij zijn machine terug ont
vangt ziet hij dus direct wat er nog moet gebeuren
voordat hij ermee kan gaan werken. De uitge-
schifte werktuigen worden niet behandeld doch als
verloren beschouwd. Zij worden aan de eigenaar
teruggegeven die er verder over beschikken kan.
Reeds enkele weken geleden werd er op gewezen,
dat het van groot belang is om de slechte grassen
zoals kweek, rietzwenk en geknikte vossenstaart,
zoveel mogelijk te vernietigen, alvorens tot in
zaaien van het overstroomde grasland over te gaan.
Om zo goed mogelijk advies te kunnen geven
werd op een perceel dat zeer sterk met kweek be
zet was, met verschillende grondbewerkingswerk
tuigen getracht langs mechanische weg dit slechte
gewas te vernietigen of sterk terug te dringen.
Daartoe werd het perceel eerst goed kort geweid.
De volgende werktuigen werden gebruikt:
L Kromtandeggc.
Dit werktuig kon bij de sterke kweekbezetting,
zelfs na 5 keer bewerken van de zelfde baan,
de kweek niet voldoende los krijgen.
Deze egge kan wel gebruikt worden op per
celen waar slechts weinig kweek voorkomt.
2. Cultivator.
Hiermee was het resultaat wel wat gunstiger
dan met de kromtandegge. De kweek werd
echter in de ergste plekken niet voldoende los
getrokken. Bij matige kweekbezetting kon
twee keer overlangs en overdwars bewerken
een behoorlijke vernietiging geven.
3. Schijf egge.
Dit werktuig gaf nog de beste resultaten. Bij
zware kweekbezetting werd goed werk ge
leverd, wanneer steeds 3/5 van de werkbreedte
overgereden werd en daarna overdwars be
werkt. Na het indrogen van de los gereden
grond kan dan met de kromtand- of 5-balks-
egge een goed zaaibed gemaakt worden. Het
verdient sterk aanbeveling om regelmatig te
blijven bewerken om zoveel mogelijk de kweek-
wortelstokken uit te laten drogen.
4. Ploeg.
Het scheuren van de oude zode is wel de meest
ingrijpende bewerking. Er moet zo ondiep mo
gelijk geploegd worden. Na het ploegen" kun
nen met de schijfegge en daarna met de ge
wone egge de kweekuitlopers aan de opper
vlakte gebracht worden. Het bezwaar van deze
bewerking is dat het meestal moeilijk gaat om
overal even diep te ploegen. Hierdoor wordt
de kweekbestrijding sterk bemoeilijkt. Tevens
geeft de aansluiting van de oude zode aan de
ondergrond moeilijkheden. Het nieuw inge
zaaide grasland wordt bij nat weer spoedig
stuk getrapt.
Samenvatting.
De bewerking van de oude zode moet er op ge
richt zijn om zoveel mogelijk de slechte grassen te
vernietigen en een fijn zaaibed te maken. Op per
celen met heel weinig slecht gras zal dit kunnen
met een egge met veel en korte tanden. Bij een
Iets dichtere bezetting met minderwaardig gras zal
een zwaardere goed werkende egge of een eultiva*
Enkele punten, die verder nog van belang zijn,
volgen hier:
1. Voorzover de werktuigen zich op de opslag
plaatsen bevinden, wordt niet aan de eigenaren
gevraagd of zij wensen deel te nemen. Zij wor
den dus zonder meer behandeld.
2. Zij, die hun werktuigen reeds hebben afge
voerd en toch wensen deel te nemen, kunnen
dit kenbaar maken bij de plaatselijke Commis
sie.
3. Zij, die van de mogelijkheid 'om gelijktijdig te
repareren of vernieuwen gebruik willen maken,
dienen dit vóór de behandeling met de betref
fende smid te overleggen. Van een klanten
binding, van welke zijde ook, kan echter geen
sprake zijn.
4. Zij, die direct na de behandeling willen schilde
ren, moeten dit vroegtijdig bij de plaatselijke
Commissie 'of de smid opgeven.
5. Degenen, die zélf voor onderdak kunnen zorgen,
worden verzocht dit mede te delen. Na de be
handeling kunnen de machines dan worden
afgehaald.
6. Over de uitschifting van de werktuigen kan
niet worden gediscussieerd.
7. Met de uitvoering van het geheel is de Prov.
Voedselcommissaris voor Zeeland belast.
Ofschoon er zich ongetwijfeld nog wel eens moei
lijkheden voor zullen doen, kan deze oplossing toch
bevredigend genoemd worden. Laat ieder daarom
zijn voordeel er mee doen.
De Hoofdassistent v. d. Landbouwwerktuigen,
J. G. VAN LIERE.
Goes, Juli 1953.
tor nog goed werk leveren. Bij matige tot ernstige
bezetting zal de schijfegge de beste resultaten
leveren.
Op verschillende bedrijven denkt men de kweek
wel terug te dringen door sterke beweiding en dan
zonder bewerking het graszaad in te zaaien. Dit
moet sterk afgeraden worden. Het kweekgras
groeit veel sneller dan het ingezaaide gras en dit
laatste wordt geheel onderdrukt, terwijl het groot
ste gedeelte niet eens tot kieming komt. Op die
manier blijft men met veel kweek in het grasland
zitten.
Wanneer men op het ogenblik door de weiden
loopt, dan komt er op de meeste plaatsen jong
gras voor de dag. Zo op het eerste gezicht zou
men denken dat dus zonder inzaaien wel weer een
goede zode te krijgen is. In de meeste gevallen is
dit jonge gras bijna niet sluitend, het z.g.n. straat-
of tuintjesgras en men weet wel dat dit een slecht
gras is, dat heel weinig opbrengst levert.
Wil men weer snel over een goede weide beschik
ken, dan is vernietigen van de slechte grassen en
inzaaien met een goed graszaadmengsel beslist
noodzakelijk.
Vernietig dat slechte gras.
Zaai in Augustus een goed mengsel in.
Geef een juiste bemesting.
Beweid volgende jaren goed kort.
De Hoofdassistent voor Weide- en Voederbouw,
F. DE RONDE.
Goes, Juli 1953.
GROEDE.
Van 5 tot en melt 19 Juni ligt voor een ieder ter
gemeente-secretarie ter inzage het vastgestelde
uitbreidingsplan, voor deze gemeente.
Belanghebbenden, die zich met bezwaren tot de
gemeenteraad hebben gewend, kunnen gedurende
zes weken na afloop van genoemde termijn bezwa
ren indienen bij Gedeputeerde Staten.
RENESSE.
Vanaf 3 Juni ligft gedurende 14 dagen ter ge
meentesecretarie voor een ieder ter inzage het vast
gestelde plan regelende het gebruik van de gronden
behorende tot het perceel kadastraal gemeente
Renesse, sectie B 426, en begrensd door de Hooge-
zoom en de Moolweg.
Belanghebbenden, die zich met bezwaren tot de
gemeenteraad hebben gewend, kunnen gedurende
Zes weken na afloop van genoemde termijn bezwa
ten indienen bij Gedeputeerde Staten.