Het machinaal vlasplukken Plattelandsvrouw JEonen en Sociale voorzieningen „KONEPROX" WIE BIEDT ER HULP GEBRs DE JONGH - GOES POSTBUS 35 „SHELL' -bestrij d i ngsm iddelen ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Door de grote oppervlakte vlas, welke dit jaar in Zeeuwsch-Vlaanderen wordt verbouwd, zal er waarschijnlijk nog meer dan vorige jaren gebruik worden gemaakt van vlasplukmachines. Deze machines kunnen we indelen in twee groe pen, n.l.: I. De kleine vlasplukmachine. II. De grote vlasplukmachine. De eerste groep, dus de kleine vlasplukkers, ver schillen onderling in werking niet zoveel. De werk- breedte loopt uiteen van 40 tot 60 cm. Het is echter niet aan te bevelen de machine op haar maximale werkbreedte te laten werken, daar men dan de kans loopt, dat het vlas te ongelijk in de schoof komt te zitten. Op de meeste van deze kleine vlasplukkers is een bindapparaat bevestigd, zodat het vlas direct wordt gebonden. Voor een goede werking van deze kleine vlasplukkers is het noodzakelijk, dat de mensen, die deze bedienen, bekwaam voor hun taak zijn. Is dit niet het geval, dan wordt er in de regel matig werk geleverd. Is dit echter wèl het geval, dan kan er, naar gelang de omstandigheden, goed tot zeer goed werk mede worden geleverd. Deze kleine valsplukkers worden zowel door paarden als door een trekker getrokken. Men hangt er soms 2 of 3 achter elkaar aan een trekker. Dit laatste verdient wel de voorkeur, omdat men met de trekker secuurder kan rijden, zodat de werk breedte steeds gelijk blijft, waardoor de kwaliteit van het werk beter is. Met paarden is dit nogal eens verschillend en hierdoor lijdt de kwaliteit. De capaciteit van deze kleine vlasplukkers be draagt ongeveer 80 are per machine per dag. Bij gebruik van een trekker iets meer, met paarden misschien wel iets minder. De tweede groep zijn de grote vlasplukmachines, welke veelal gebruikt worden door loonwerkers en vlassers. De reden hiervan is, dat de capaciteit véél groter is, dan die van de kleine machines. Hoevéél dit is, hangt af van de omstandigheden. Het getrok ken vlas komt op een zwad op de grond te liggen en moet dus met de hand worden opgebonden. Dit kan wel eens bezwaarlijk zijn, vooral wanneer een groot perceel wordt getrokken en er niet voldoende arbeidskrachten aanwezig zijn om het in een paar dagen op te binden en het weer slecht is. Het is dan beter om maar de helft van een perceel te laten trekken. Verleden jaar hebben er ook enkele grote vlas plukkers gewerkt, die voorzien waren van een bindapparaat. Deze hebben echter niet helemaal voldaan, zodat het bindapparaat spoedig verdween en men met dezelfde machine gewoon op zwad verder trok. Volgens berichtep van de handel zullen deze bindapparaten dit jaar beter zijn, maar hoe dit zal zijn, moet worden afgewacht. We zien dit met belangstelling tegemoet. Om het bezwaar van het handbinden van in het zwad getrokken vlas te ondervangen, zijn er vlas- wordt begonnen. De vlassers zelf zijn vaak het eerst aan de gang. Dit zal misschien wel een bepaalde reden hebben, b.v. ziekte of zeer veel werk, maar dit vroeg plukken bevordert de goede werking van de machines niet. Men moet natuurlijk ook niet te lang wachten. Om vlas goed machinaal te plukken, mag het niet te slap zijn, dus het moet werkelijk aan het af rijpen zijn, zodat het vlas wat stijver wordt. De onderste blaadjes moeten afgevallen zijn. Het vlas moet gekuist of zijn kleren kwijt zijn, zoals de DE POORTERE VLASPLUKMACHINES. opraap- en bindmachines geconstrueerd. Er worden nog steeds veranderingen aan de machines aan gebracht, zodat over de werking nog weinig kan worden gezegd. In het algemeen kan over het machinaal vlas plukken in Zeeuwsch-Vlaanderen de opmerking worden gemaakt, dat hiermee dikwijls te vroeg praktijk het noemt. Het machinaal plukken gaat dan beter. Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Axel. J. SCHEELE. Nu Zierikzee drooggevallen is, vraagt Mejuf frouw Van Leeuwen, Maatschappelijk Werkster te Zierikzee, vrouwelijke hulp voor zo spoedig moge lijk. De huizen van ouden van dagen en van gezinnen, die zelf niet in staat zijn hun huis weer bewoon baar te maken, moeten opgeruimd worden. Zijn er geen meisjes of jonge vrouwen te vinden, onder de Z.P.M.-leden, dochters van leden van de Bond van Plattelandsvrouwen, Afdeling Zeeland of van leden van de Z. L. M., die de voldoening willen hebben ook hun steentje te hebben bijgedragen door bijv. een week» in Zierikzee te gaan schoon maken Vergoeding: ƒ1,25 per werkdag. Bij verblijf van 14 dagen worden de reiskosten vergoed. Bij korter verblijf niet. Werkuren: 913 uur en van 1417 uur, alles in overleg met de leidster van de groep en de huis vrouw. Er wordt uitsluitend gewerkt in het bijzijn van een lid van het hulpvragend gezin. Onderdak wordt geregeld door mejuffrouw Van Leeuwen. Schoonmaakmateriaal verzorgt de Gemeente Zie rikzee. Het verblijf van iedere groep wordt ge- zamelijk op gezellige wijze besloten. Laten we hopen, dat er vele meisjes zijn die zich p.o. opgeven aan het Prov. Secretariaat van de Bond ♦van Plattelandsvrouwen, Grote Markt 28, Goes. Bedenk: Te veel hulp kan er nooit aangeboden worden. Wanneer er voldoende meisjes zijn, kunnen er één of meer schoonmaakploegen worden gevormd. De „spelregels" voor deze schoonmaakploegen zijn: Samenstelling van de groep, maximaal per groep 10 meisjes, waarvan één als leidster wordt gekozen. G. G. S. HUURVERHOGING, BELASTINGVERLAGING De Regering heeft ter tegemoetkoming in de noodzaak tot verhoging van het huurpeil alsmede in het belang van de werkgelegenheid een aantal wetsontwerpen bij de Tweede Kamer ingediend. Met de huurverhoging waarvan het de bedoe ling is, dat zij per 1 Januari a.s. zal ingaan zul len de huren van woningen die vóór 1940 zijn ge bouwd in de eerste tot en met de vijfde gemeente klasse worden gebracht resp. op 135, 138, 141, 145 en 148 van het huurpeil van 1940. Het effect van deze gedifferentieerde huurverho ging zal zijn, dat het verschil tussen het huurpeil in de stad en op het platteland kleiner zal worden. Voor de indeling der gemeenten in klassen zal de hand worden gehouden aan de indeling welke voor de uitvoering van de Noodwet-Drees geldt. De voorgenomen maatregel is niet toereikend om de huren van de vooroorlogse- met die van de naoorloogse woningen gelijk te trekken. Dit is overigens ook niet de bedoeling van de Regering, die er naar streeft de huren van het oude- en nieuwe woonbezit geleidelijk op elkaar af te stem men. In dit verband herinneren wij er aan, dat wij hier te maken hebben met een tweede huurver hoging. De eerste werd n.l. ingevoerd op 1 Januari 1951 waarbij de huren werden gebracht op 115 van het huurpeil 1940. Het is duidelijk, dat een verhoging van het huur peil invloed uitoefent op de kosten van levens onderhoud. Derhalve heeft de Regering tegelijkertijd nog enige andere wetsvoorstellen bij de Tweede Kamer ingediend o.a. die inzake een verlaging yan de accijns op suiker en de afschaffing van de omzet belasting op schoeisel en huisbrand en welke tot strekking hebben voor de meerdere kosten van levensonderhoud enige compensatie in te voeren. Ditmaal zal de compensatie van de hogere kosten van levensonderhoud dus niet uitsluitend worden gezocht in een verhoging van het loonpeil. Wij achten dit een gelukkig standpunt, omdat wij met de Regering van oordeel zijn, dat het t.a.v. de z.g. „vergeten groepen" zoals renteniers en klei ne zelfstandigen niet verdedigbaar is met een loonsverhoging te volstaan. Immers deze zijn hier mede niet gebaat en in voorgaande jaren is het steeds zo geweest dat zij bij elke stijging van de kosten van levensonderhoud aan het kortste eind hebben getrokken. De Regering meent een middenweg te moeten volgen en wel in die zin, dat voor een z.g. stan daardgezin (een gezin bestaande uit 4 personen), ongeveer de helft van de huurverhoging door mid del van belastingverlaging zal worden gecompen seerd. De ontbrekende compensatie zal dus moeten worden aangevuld met een verhoging van de lonen. Aangezien het niet gebruikelijk is, dat t.a.v. de lonen maatregelen worden genomen zonder dat het georganiseerde bedrijfsleven in de gelegenheid is geweest zich hierover uit te spreken, ligt de ver onderstelling voor de hand, dat binnenkort in de Stichting van den Arbeid het overleg zal worden geopend over de maatregelen welke dienen te wor den genomen. Met de wetsvoorstellen, welke in het belang van de werkgelegenheid bij de Tweede Kamer zijn in gediend, hoopt de Regering haar industrialisatie- politiek kracht te kunnen bijzetten. Worden deze wetsvoorstellen aangenomen dan zal het gevolg zijn, dat de investeringsbeperking, waartoe werd besloten, ongedaan wordt gemaakt. De investeringsbeperking is destijds echter ge koppeld aan de verbruiksbeperking welke tegelij kertijd werd ingevoerd. Wat de verbruiksbeperking betreft, blijkt ons uit de Sociale Maandstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek van April 1953, dat het indexcijfer van de kosten van levensonderhoud van 15 September 1949 tot 16 Maart j.l. gestegen is van 94 tot 120 21.2 Het algemene loon-indexcijfer is in dezelfde pe riode gestegen van 100 tot 118.5 18Yz De ver bruiksbeperking bedraagt thans derhalve nog 2.2 Wij verwachten dat van de zijde van de Raad ,van Vakcentralen bij het komende overleg over de lonen het vraagstuk van de verbruiksbeperking aan de órde zal worden gesteld en dat het voorstel zal worden gedaan, deze met de investeringsbe perking af te schaffen. N. A. V. De aardappelziekte, de grootste vijand van de aardappelteelt, bestrijdt U afdoende met ■ft Neerlands best vernevelbar» koper zijn verkrijgbaar bij: Fa. JOH. v. d. ENDE ZONEN, Borssele, Tel. 261. Fa. I. HUBREGTSE Co., 's-Gravenpolder, Tel. 398 Fa. GEBR. DEN HERDER, Serooskerke (W.), Tel. 358. D. J. DE REGT, Veerweg B 139a, Kamperland, Tel. 389.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 9