WAT NU?
JEonen en
Gebrs DE JONGH
DE BESTRIJDING VAN DE
VLEKKENZIEKTE IN CONTRACTBONEN
Socicde voorzieningen
INLANDSE NEGRO
BUITENLANDSE ZAAIWIKKEN
STOPPELKNOLLEN
LET OP DE
UITBREIDINGSPLANNEN.
ZEEUW SC II LANDBOUWBLAD
Hoe kunnen we nog veevoer winnen op de zoute bedrijven
Door het droge en schrale weer tot eind Mei zijn
in vele gevallen de voederbieten en het Wester-
wolds Raaigras op de zoute grond mislukt. Hier
door staat het winnen van wintervoer voor het aan
wezige vee opnieuw in het middelpunt van de be
langstelling.
Op de meeste percelen is het C-cijfèr in de laag
05 cm te hoog om met enige kans op succes nu
een gewas in te zaaien. Alleen op grond waar het
C-cijfer laag is kan na een flinke regenval de
bovenste laag voldoende ontzilt zijn om nog een
voedergewas in te zaaien; hiervoor komen het
meest in aanmerking mergkool,'stoppelknollen en
Westerwolds raaigras.
Als voedergewassen komen nu nog in aanmer
king, o.a. mergkool, stoppelknollen en Wester
wolds raaigras. Vooral na de regen van de laatste
week kon het zoutcijfer in de bovenste grondlaag
voldoende laag zijn voor ontkieming van het zaad.
Wanneer de grond opgedroogd is verdient het
aanbeveling zo spoedig mogelijk tot inzaai over te
gaan.
1. Mergkool.
Dit gewas is behoorlijk zoutresistent en kan nog
tot half Juli gezaaid worden. Vroegere zaai geeft
echter een hogere opbrengst. Op zoute grond dient
mergkool ter plaatse uitgezaaid te worden. Het
planten van mergkool is op normale grond al wat
riskant in verband met de aanslag bij droogte,
maar op zoute grond moet dit beslist ontraden wor
den.
Wanneer mergkool op zoute grond geplant wordt
staat de groei lange tijd stil, waardoor de gehele
verdere ontwikkeling traag verloopt. Door de stil
stand in de groei zijn de planten tevens zeer kwets
baar voor aantasting door de aardvlooien.
Voor ter plaatse uitzaaien is 3—4 kg zaaizaad per
ha nodig. Als rijenafstand kan 30 cm genomen
worden. Men kan uitdunnen op 2530 cm in de
rij. Hierdoor wordt een goed gesloten gewas ver
kregen. Wanneer niet gedund wordt, blijven de
planten te klein. Een te ruime stand moet even
eens afgeraden worden, omdat door het hoge zout
gehalte de kans op een minder forse ontwikkeling
van het gewas groot is.
2. Stoppelknollen.
Deze hebben het bezwaar, dat bij het oogsten
op zavel en kleigrond te veel aanhangende grond
in het voer en in de koeienmagen terecht komt en
zijn daarom alleen op zeer lichte gronden aan te
bevelen. Wel kan dit bezwaar ondervangen wor
den door alleen het blad te oogsten en de knollen
als organische bemesting in de grond achter te
laten. Het blad is het meest eitwitrijk; wel verliest
men hierdoor een gedeelte van de opbrengst. De
benodigde hoeveelheid zaaizaad is 23 kg per ha.
Uitdunnen is niet nodig.
3. Westerwolds raaigras.
Hiervan wordt 5060 kg zaaizaad per ha ge
bruikt. Het beste kunnen de inlandse bladrijke
selecties genomen worden, als hiervan nog zaai
zaad beschikbaar is. Het gewas kan dit jaar nog
twee keer gemaaid worden, mits dit in een jong
stadium van ontwikkeling geschiedt en voldoende
stikstof gegeven wordt, ook na de eerste snede.
De opbrengst van stambonen is over het alge
meen wisselvallig, hetgeen vooral te wijten is aan
de aantasting door verschillende ziekten.
Enkele van deze ziekten zijn: de vetvlekkenziekte
en de vlekkenziekte.
De starubonen, waarvan Beka een groot deel
van het areaal in beslag neemt, zijn minder vatbaar
voor deze ziekten.
De teelt van contractbonen is echter niet zonder
risico, daar sommige van deze contractbonen, waar
van een groot deel stamslabonen zijn, zeer vatbaar
zijn voor de vlekkenziekte.
Het ziektebeeld van vlekkenziekte is als volgt:
Op de stengel, bladstelen en nerven ontstaan
zwartbruine ingezonken vlekken, waardoor de bla
deren vroegtijdig verdorren of afvallen. Op de
peulen treft men vlekken aan met enigszins ver
hoogde, vaak oranjekleurige rand. Op de bonen
ziet men donkere vlekken. Deze aantasting kan in
sommige jaren zeer veel schade aanrichten.
Gezien de grote oppervlakte contractbonen, die
dit jaar in Zeeuwsch-Vlaanderen uitgezaaid is, kan
het zijn nut hebben om meer aandacht aan de be
strijding van deze ziekte te schenken.
De vlekkenziekte is grotendeels te voorkomen
Voor bovengenoemde voedergewassen is een stik
stofgift van 400 kg kalkammonsalpeter per ha aan
te raden.
Zowel mergkool, stoppelknollen als raaigras
kunnen ingekuild worden op de bekende manieren,
mits zorgvuldig wordt gewerkt. Wel verdient het
aanbeveling om zo lang mogelijk vers te voeren,
daar dit de minste verliezen geeft. Verder moet
men bedenken, dat te eenzijdige voeding altijd
verkeerd is. Te grote hoeveelheden mergkool en
stoppelknollen kunnen de smaak van de melk on
gunstig beïnvloeden. Per keer moet niet meer dan
20 kg per dier verstrekt worden, aangevuld met
ander sappig voer, b.v. ingekuild gras of voeder
bieten wanneer deze beschikbaar zijn.
Het verdient daarom aanbeveling om naast
mergkool ook Westerwolds raaigras te zaaien,
waardoor het mogelijk is een redelijk rantsoen te
geven met geringe kans op moeilijkheden.
Goes, 2 Juni 1953.
De Hoofdassistent voor Weide- en Voederbouw,
F. DE RONDE.
DE REORGANISATIE VAN HET RIJKS
ARBEIDSBUREAU (R.A. B.).
Het is de bedoeling, dat binnenkort het Rijks
Arbeidsbureau wordt gereorganiseerd. Aanvanke
lijk bestond het plan de reorganisatie per 1 Maart
j.l. in te voeren, doch deze datum moest echter tot
tweemaal toe worden verschoven en is thans vast
gesteld op 1 Juli a.s.
Alvorens aan te geven wat hier aan de hand is,
willen wij beginnen met de bestaande situdtie uit
een te zetten.
Op het ogenblik ressorteren onder het R. A. B. 24
Gewestelijke Arbeidsbureaux (G. A. B.) en 135 bij
kantoren. Daarnaast zijn een 4-tal Directeur-
Inspecteurs aangesteld, die behalve de functie van
Directeur van een G. A. B. een inspecterende taak
hebben met betrekking tot de arbeidsbureaux in
hun gebied en die bovendien 'n verbinding vormen
tussen het hoofdkantoor en de gewestelijke kan
toren.
Men wil nu per 1 Juli Districts Arbeidsbureaux
instellen wier werkgebied samenvalt met de pro
vincies. Er komen dus 11 van dergelijke bureaux
en hieronder zullen 84 G. A. B.'s en 75 neven-
bureaux ressorteren.
Elk Districts Arbeidsbureau zal gemiddeld 8
G. A. B.'s beheren, terwijl de laatsten op hun beurt
ten hoogste 3 nevenbureaux onder zich zullen
krijgen.
Aan het hoofd van een Districts Arbeidsbureau
zal een Hoofdinspecteur-Directeur worden gesteld.
Deze bureaux zullen worden gehuisvest in de ge
bouwen van de huidige G. A. B.'s in de provincie
hoofdsteden.
Het R. A. B. zal met de Districts Arbeidsbureaux
door een herhaalde bespuiting met zinkcarbamaten.
De eerste bespuiting moet uitgevoerd worden,
wanneer het gewas zich gaat sluiten of soms nog
vroeger. Men spuit met tussentijden van pl.m. 14
dagen. De tussentijd wordt bij regenachtig weer
korter, bij droog weer langer genomen. Men moet
het gewas zoveel mogelijk bedekt houden. De be
strijding wordt uitgevoerd door een bespuiting met
zinkcarbamaat (Aaphytora, Dithane Z 78, Lirotan,
M 555, Nourythan, Phytopharms' Zineb, Fritof-
torol, Zinebta).
Bij de eerste bespuiting gebruike men pl.m. 2,5
kg per ha en men voere dit bij de volgende bespui
tingen (meegaande) op tot pl.m. 4,55 kg per ha
bij de laatste bespuiting. In de regel zal met vier
bespuitingen volstaan kunnen worden.
Men gebruike niet te weinig water, liefst niet
beneden 350 liter per ha.
Een dergelijke bespuiting, uitgevoerd op rassen,
die erg vatbaar zijn voor de vlekkenziekte, zal zeker
rendabel zijn.
R. L. V. D. voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
Axel, R. C. C. DE BRUYCKERE
Uit voorraad leverbaar:
en
Alsmede
halflange witte blauwkop (Voederrapen)
Postbus 35 GOES
TERNEUZEN.
Vanaf 22 Mei 1953 ligt gedurende vier weken
voor een ieder ter inzage een ontwerp van een plan
tot partiële wijziging van het uitbreidingsplan in
onderdelen voor de gronden, gelegen in de Noord
polder.
Belanghebbenden kunnen gedurende deze ter
mijn bezwaren indienen bij de gemeenteraad.
een goed contact onderhouden. Op deze bureaux
zullen verschillende zaken, zoals onder andere de
administratie en personeelszaken, per provincie
centraal worden behandeld.
De G. A. B.'s en hun nevenbureaux zullen belast
blijven met het plaatselijk werk en dus geen be
moeiingen hebben met de zojuist genoemde werk
zaamheden welke de Districts Arbeidsbureaux op
jzich zullen nemen.
De Regering meent, dat door deze reorganisatie
het contact van de Arbeidsbureaux met het be
drijfsleven kan worden verstevigd en voorts, dat
hierdoor de samenwerking van de G. A. B.'s zowel
binnen als tussen de provincies zal worden ver
beterd. Zij verwacht bovendien, dat de Districts
Arbeidsbureaux belangrijke diensten zullen kun
nen bewijzen in het belang van de interlocale ar
beidsbemiddeling.
Aan de huidige Gewestelijke Arbeidsbureaux en
bijkantoren zijn Commissies van Advies toege
voegd waarin zitting hebben vertegenwoordigers
van de werkgevers- en werknemers-organisaties.
Het is de bedoeling deze commissies ook bij de
nieuwe opzet te handhaven.
Mocht het geval zich voordoen, dat de leden van
een adviescommissie van een klein nevenbureau
hun commissie wensen op te heffen om hun taak
over te dragen aan de adviescommissie van het
G. A. B., dan zal aan een dergelijk verlangen tege
moet worden gekomen.
Beziet men het hierboven omschreven reorgani
satieplan, dan valt het op, dat de Regering streeft
naar uitbreiding van de apparatuur der arbeids
bureaux. Immers er zal een aantal nieuwe kanto
ren komen en daarboven zal een aantal bijkanto
ren worden omgevormd tot G. A. B.'s, zij het dat
deze een beperktere taak zullen krijgen dan de
G. A. B.'s van thans.
Wij verwachten niet, dat deze reorganisatie
kostenbesparend zal werken. Het tegendeel moet
zelfs worden gevreesd wanneer men er toe mocht
overgaan de Districts Arbeidsbureaux een grote
omvang te geven.
De tijd zal moeten leren of de nieuwe opzet in
de praktijk beter zal voldoen, dan de bestaande
G.A.B.'s met de bijkantoren.
o
1952 EEN JAAR VAN ARBEIDSRUST.
Uit de onlangs door het C. B. S. uitgegeven sta
tistiek der werkstakingen en uitsluitingen blijkt,
dat het vorige jaar het aantal arbeidsconflicten
gering is geweest. Het aantal arbeidsdagen, dat
dientengevolge verloren ging, is sedert 1919 nim
mer zo klein geweest. Er deden zich 40 arbeids
conflicten voor, waarvan het belangrijkste was het
conflict dat in Augustus uitbrak bij de Ommelan
den in de provincie Groningen.
Meer dan de helft van het aantal verlorengegane
arbeidsdagen is door dit conflict veroorzaakt.
Het gunstigste beeld dat de stakingsbeweging
hier te lande vertoont, zou men kunnen zien als
een gevolg van o.a. het na-oorlogse overleg en de
beheerste loonpolitiek. Het is echter opmerkelijk,
dat in de jaren 1933 tot 1940 het verloop van dë
stakingsbeweging niet ongunstiger is geweest.
Nederland neemt in vergelijking met andere lan
den een bijzondere positie in, doch wordt in dit op
zicht voor wat de ja;ren 1950 en 1951 betreft
nog overtroffen door Tanden als Denemarken en
Zwitserland; N. A. V.