Wij lazen voor II 'Kansomes AANBOUW-WERKTUIGEN INHOUDSOPGAVE De rentabiliteit van de gewassen ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Coöperatiecentrum. Het Landbouw Coöperatiecentrum voor Zuid- West Nederland hield zijn jaarvergadering te Ber gen op Zoom. Dat deze nog jonge organisatie zich in een behoorlijke belangstelling mag verheugen werd bewezen door de opkomst op deze vergade ring. De Voorzitter, de heer Ir Geuze, herdacht in zijn openingswoord het overleden bestuurslid de heer A. C. v. d. Have, en wijdde enige woorden aan de ramp. Spreker ging in het kort na hoe het de ver schillende coöperatieve instellingen in het Zuid- Westen van Nederland gegaan was in 1952. Hij constateerde met vreugde, dat er op het gebied van aan- en verkoop een grote activiteit heerste, ge tuige het feit dat in Zeeland drie nieuwe graan silo's verrijzen. Vlasfabriek, Kunstmestfabriek en Zecova ont wikkelen zich gunstig. De daling van de prijzen op de wereldmarkt is gelukkig nog niet catastrophaal, maar tekent zich toch duidelijk af. Cijfers hebben aangetoond, dat bijv. het agrarisch inkomen in d'e Verenigde Staten in 1952 één milliard dollar lager was dan in 1951, toen dit 15 milliard bedroeg. Voor 1953 verwacht men een nieuwe daling. De coöperatieve suikerindustrie heeft, naast de daling van de wereldsuikerprijs, grotere zorgen ge had in verband met de ramp. Spreker zeide te be treuren, dat de moeilijkheden van Puttershoek zich zo toegespitst hadden. Wat dit laatste punt betreft zouden wij een op merking willen maken. Het zou best kunnen zijn, dat de tegenstanders van coöperatie in het alge meen het gebeurde op de jaarvergadering van deze suikerfabriek zouden aangrijpen om hieruit munt te slaan. Bij voorbaat menen wij dat deze vlieger nooit opgaat. Juist nu is weer eens gebleken, dat de leden ener coöperatieve fabriek wel degelijk in vloed kunnen uitoefenen op de te nemen besluiten. Ook is gebleken, dat een bestuur ter verant woording geroepen kan worden en ook wordt. Een noot in het voordeel dus. Om thans terug te komen op de vergadering van het coöperatiecentrum, zij hier nog vermeld, dat de heer Abbing na de pauze een inleiding hield over het onderwerp: „De coöperatie en de dorpsgemeen schap", een onderwerp waar nog wel wat over te zeggen valt. Of beide begrippen echter op elkaar ingesteld kunnen worden, menen wij vooralsnog te moeten betwijfelen. In ieder geval heeft de inlei der ons hiervan niet overtuigd. S. IWAMOr UW MAHDCLA** MIMA FRANKEN t VAN WEEL - GOES Agenda Algemene Vergadering der Z. L. M. Zitdagen Boekhoudbureau der Z. L. M. Zitdagen Secretariaat der Z. L. M. Overzicht. Wij lazen voor U. Bodembescherming. De bestrijding van herik en witte krodde in vlas. Mededeling voor de leden uit de Westhoek van Schou wen in verband met bezoek aan de Algemene Vergadering der Z. L. M. Zitdagen Zeeuws Voorlichting9instituut voor de Brand verzekering. (Z. V. B.) Zitdagen Zeeuws Voorlichtingsinstituut op Verzeke- ringsgebied. (Z. V. V.) Zitdagen Adviesbureau voor Oorlogs- en Watersnood- schade. Hoe kunnen we nog veevoer winnen op zoute be drijven? De bestrijding van vlekkenziekte in contractbonen. Lonen en Sociale voorzieningen: De reorganisatie van het Rijksarbeidsbureau. (R. A. B.) 1952 een jaar van arbeidsrust. De Boerenjeugd. Wat samenwerking vermag. Geitenkeuringen in Zeeland 1953. De fijnheid van kalkmeststoffen. Korte wenken voor de praktijk. Paard en Paardensport. Tuinbouw: Stemmen uit de praktijk. Het weer over de maand Mei. Voor de Plattelandsvrouw: Woningtentoonstelling te Goes. Boekbespreking. Radiolezing. Marktberichten. Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw. Bram uit de Slikhoek, Korte Berichten. Nakaarten is in de regel gemakkelijk. Ook als het er om gaat naderhand nog eeïis vast te stellen, welke gewassen de beste resultaten hebben opge leverd. In ieder ^eval is dit gemakkelijker dan het voorspellen van vooruitzichten, daar deze aan veel onoverzichtelijke omstandigheden zijn gebonden. Strikt genomen worden de uitkomsten van het bedrijf er niet beter door, wanneer men nog eens achterom ziet. De lessen uit het verleden kunnen echter ook in de toekomst nog wel eens op ver rassende wijze te pas komen. Voor degene, die zich hier in wil gaan verdiepen, geeft het boek „Bedrijfseconomische mededelingen no 7", samengesteld door Ir G. C. Meyerman en Drs P. M. van Nieuwenhuijzen, een overvloed van gegevens over de uitkomsten van akkerbouwbe drijven over de jaren 1946/'47 tot en met 1950/'51. We beperken ons hier tot een greep en vestigen vanzelfsprekend de blik op het Zuid-Westelijk zee kleigebied. Uitdrukkelijk wordt de lezer er voor gewaar schuwd de uitkomsten van dit onderzoek niet te gebruiken als gemiddelde voor het gebied. De be drijven, die voor dit onderzoek de gegevens hebben geleverd, zijn n.m. op een andere wijze uitgezocht en deze gegevens zijn niet zonder meer geschikt voor het bekende kostprijs-onderzoek. De veel ge hoorde bezwaren, dat de L. E. I.-bedrijven een te gunstig beeld geven van de toestand in de streek, kunnen bij dit z.g. rentabiliteits-onderzoek dan ook gevoegelijk buiten beschouwing blijven. Ter wille van de onderlinge vergelijkbaarheid, zijn zoveel mogelijk gelijksoortige bedrij ven uitgekozen, die ongeveer overeenstemmen met het ge middelde bedrijf, dat onder de zelfde omstandigheden ver- keert dit laatste is een be langrijke beperking en goed wordt geleid. De uitersten naar beide zijden zijn dus uitgescha keld. Geven deze cijfers geen indruk van de hoge kost prijs, ze geven een des te betere indruk van het verloop van de conjunctuur in de landbouw, waar mee we bedoelen, dat ze een beeld geven van de toestand in de landbouw op langere termijn. Voor het Zuid-Westen werd een tweetal typen gekozen en wel het bedrijf met overwegend akker bouw en het gemengde bedrijf. Voor het jaar 1950/ '51 zien de bouwplannen er als volgt uit: Akkerbouwbedrijf: 36 Granen Peulvruchten 8 Handelsgewassen 17 Hakvruchten 35 Gemengd bedrijf: 32 7 15 41 matigheid vertonen en juist weer toppen vertonen in geheel andere jaren. Het andere bouwplan en de weersomstandigheden zijn hiervan wel de voor naamste oorzaken. Op één ding willen we nog Uw aandacht vestigen. De grote verschillen in netto overschot per ha zijn slechts in geringe mate een gevolg van de kosten, (variatie van 805,tot 980,per ha) doch veeleer van de schommelin gen in de bruto-opbrengst. Dit houdt niet in, dat de producten met de hoogste bruto-opbrengst ook het beste rendement leveren, zoals we straks nog zullen constateren. Nu wordt de bruto-opbrengst bepaald door de voortgebrachte heveelheden, de prijzen en de verhouding waarin de gewassen ge teeld wordei* Wanneer men alleen rekening houdt met de voortgebrachte hoeveelheden van de voor naamste producten, uitgedrukt in verhoudingsge tallen, krijgt men het volgende beeld: 1946/47 1947/48 1948/49 1949/50 1950/51 Akkerbouw- bedrjjf (Z. W.) 80 81 86 107 100 De overvloedige oogst van het jaar 1949 komt dan wel duidelijk tot uiting. Doet men hetzelfde met het verloop van de prij zen dan is het beeld weer wat anders. 1946/47 1947/48 1948/49 1949/50 1950/51 Akkerbouw bedrijf (Z. W.) 85 84 81 87 100 De laatste jaren laten dus een regelmatige stij ging zien. Ook een aantal kosten zijn belangrijk genoeg om aan een nader onderzoek te onderwer pen. Daar niet van alle factoren voldoende gegevens bekend waren over de eerste jaren moest wel eens volstaan wor den met de gegevens over de laatste 3 jaren. Alles is hier voor de vergelijkbaarheid weerge geven in indexcijfers. 1946/47 1947/48 1948/49 Loonniveau 79 81 87 Trekkrachtkosten 91 Kosten v. d. pacht 73 85 88 (Zeeland) Tenslotte geven we hier een indruk weer over de winstgevendheid van de verschillende gewassen afzonderlijk. Aan de methode kleven bezwaren waarop we hier niet verder in kunnen gaan. Bekijken we de geldopbrengsten van de voor naamste producten dan zien we het volgende: 1949/50 1950/51 91 100 89 100 91 100 De bedrijven zijn voor 70 k 75 gelegen op goe de schorgr'onden en hebben een gemiddelde opper vlakte tussen de 35 en 40 ha. Dat het hier gaat over bedrijven, die met hun tijd meegaan, kan men op demonstratieve wijze aflezen uit de trekkracht bezetting met paarden en trekkers. Wanneer men deze bezetting vergelijkt met het gemiddelde van de streek zoals we dit kunnen halen uit de cijfers van het C. B. S. blijkt, dat het aantal trekkers op de onderzochte bedrijven veel hoger is. In onderstaande tabel hebben we een aantal be langrijke gegevens verzameld van het akkerbouw bedrijf: 1946'47 1947/48 1948/49 1949/50 1950/51 1946/47 1947/48 1948/49 1949/50 1950/51 Tarwe 940 720 940 ƒ1195 ƒ1045 Gerst ff 885 915 755 1330 1345 Haver ff 835 690 700 1200 1310 Aardappelen pf 1710 1805 „1330 1795 „2380 Pootaardappelen 2835 2095 3010 Suikerbieten ff 1670 1590 1675 2170 2120 Groene erwten ft 760 1005 810 „1730 1610 Vlas ff 880 1255 1360 1550 795 Koolzaad 1605 1440 795 Blauwmaanz. ft 720 745 570 1080 1305 Per ha Bruto opbrengst Totale kosten ƒ1015 805 ƒ1000 810 ƒ990 865 ƒ1410 925 ƒ1480 980 Netto overschot 210 190 125 485 500 Nu is de waarde van de gulden nogal wat gedaald in deze jaren en het beeld is daardoor niet zuiver meer, omdat ondertussen de kosten voor het levens onderhoud óók gestegen zijn. Herleidt men de gegevens omtrent het netto overschot op de kosten van het levensonderhoud in het boekjaar 1950/'51, dan krijgt men een geheel ander beeld. (De gegevens over het gemengde be drijf zijn hierbij vermeld, omdat ze nogal wat af wijken.) 1946/47 1947/48 1948/49 1949/50 1950/51 Akkerbouwbedrijf 54 47 29 107 100 Gemengd bedrijf 43 44 116 100 Hoe interessant ook, we gaan niet in op de rede nen, die tot dit resultaat hebben gevoerd. Het is wel merkwaardig, ^jat de aijflere akkerbouwstre- ken, te weten de Noordelijke bouwstreek, het Old- ambt en de Veenkoloniën ook een zekere onregel- De winstgevendheid vertoont een geheel ander beeld. De gewasen zijn hieronder gerangschikt naar afnemende winstgevendheid. (Zie tabel onderaan.) Hier zien we dus wel zeer duidelijk dat de winst gevendheid, in verband met de sterk verschillende kosten, niet veel samenhang heeft met de bruto- opbrengst van het gewas. Men stelle hier de sui kerbieten die aan de kop staan maar eens tegenover de aardappelen en oordele dan zelf. Ach ter de suikerbieten, die in deze jaren een basis product bij uitnemendheid zijn geweest, komen het vlas en de gerst als producten die gemiddeld de beste posities innemen. De verdere plaatsen zijn van minder belang i.v.m. de weinig uitgesproken regelmatigheid van het schema. In het bqgin spraken we reeds van nakaarten. Bij het zien van deze volgorde is men licht geneigd om tegen zichzelf te zeggen dat het bouwplan in één of meer jaren niet goed in elkaar heeft ge zeten. Hadden we het toen maar zó gedaan. Ver geet U dan echter niet dat iedere verandering in het bouwplan verschuivingen met zich meebrengt, waardoor het beeld vrij sterk kan veranderen. Deze studie is daarom ook niet bedoeld als een richtlijn voor het bouwplan in volgende jaren. Doch veeleer als een analyse van het netto-overschot van het bedrijf in een bepaald jaar. Wat toch ook voor de toekomst zeker zijn waarde kan hebben. B. 1 Tabel Afnemende winstgevendheid Akkerbouwbedrijf (Z. W.). 2 3 4 5 6 7 1946/47 1947/48 1948/49 1949/50 1950/51 Suikerbieten Pootaardap. Koolzaad Suikerbieten Vlas Pootaardap. Vlas Suikerbieten Gr. erwten Aardapp. Tarwe Suikerbieten Vlas Gerst Suikerbieten Gerst Aardapp. Tarwe Koolzaad Gr. erwten Aardapp. Gr. erwten Gerst Vlas Gerst Vlas Gerst Aardapp. Haver Haver Haver BI. maanz, Haver Tarwe BI. maanz, BI. maanz. Haver Gr. erwten Aardapp. Tarwe Gr. erwten Tarwe BI maanz. Koolzaad

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 2