De aanvoer, opslag en
aanwending van Gips
VLASTHRIPS
Moeders op de boerderij!
NATIONALE
„SUPONA 666"
GEBRsDE J0NGH - GOES
LEVENSVERZEKERING-BANK N.V.,
De Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting
Noord-Bevelandin 1952
ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD
NATIONALE
UVCNlVfRXUIItlMG-tAHK MT
Uw kinderen hebben een ideale jeugd, ze groeien
op in het bedrijf, dat veelal ook het bedrijf van
hun toekomst is.
Kunt U hun het uitzicht op die toekomst
blijven geven, als ge alleen komt te staan
Ja, mits Uw man nu een levensverzekering sluit
bij de
SCHIEKADE 130 - ROTTERDAM - TELEFOON S2700
Vraagt vrijblijvend advies
schil. Deze wordt papierachtig en vertoont een
aantal grotere of kleinere scheurtjes. Op de zieke
plekken, die sterk in grootte variëren en vaak bij
het naveleinde beginnen, is het vlees bruin en
kruimelig geworden. Deze verkleuring breidt zich
langzamerhand naar binnen toe uit.
Een aaltjesaantasting kan gemakkelijk verward
worden met de door Phytophthora of droogrot ver
oorzaakte verschijnselen. Bij Phytophthora is het
vlees echter vaster en minder droog, terwijl de
kleur meer donkerbruin is.
Zoals reeds gezegd, kunnen ook de bovengrondse
delen van de plant aangetast worden. Dit is ech
ter geen algemend regel. De verschijnselen van
aaltjesziekte in blad en stengel behoeven geens
zins samen te gaan met aantasting van de knol.
Aaltjeszieke poters brengen in de regel steeds
weer aangetaste knollen voort. Bij het rooien is
de aantasting vaak al te zien, maar de plekjes zijn
dan nog zo klein, dat het nog niet mogelijk is een
goed beeld van de aantasting te verkrijgen. Gedu
rende de bewaring breidt de ziekte zich sterk uit.
Bestrijding.
Tijdens het rooien geen zieke aardappelen op het
veld achterlaten, evenwel is de grond toch reeds
besmet. Men bereikt hiermee alleen dat men een
ergere besmetting voorkomt. De aaltjes kunnen
jaren lang in de grond blijven leven. Gebruik ge
zond pootgoed. Door aaltjeszieke poters te gebrui
ken besmet men de grond en ook de knollen. Ook
mag men, in verband met het besmettingsgevaar
tengevolge van aanklevende grond, geen poters
nemen van besmette percelen. Het is gewenst om
op besmette percelen een ruime vruchtwisseling
toe te passen. Het is eveneens nuttig om te zorgen
voor een goede cultuurtoestand van de grond,
waarbij het vooral voor de lichte gronden wense
lijk schijnt te zijn om tijdens het groeiseizoen de
grond zo weinig mogelijk te bewerken. Dus niet
meer dan nodig is om vervuiling van het perceel
tegen te gaan.
Aan bovengenoemde ziekten is speciaal aandacht
besteed, omdat bij het verzenden naar het buiten
land hierdoor veel moeilijkheden kunnen ontstaan.
Het is voorgekomen dat zendingen, die bij het in
laden practisch vrij waren van Alternaria, bij aan
komst in het land van bestemming, in ernstige
mate waren aangetast, vooral bij verzending naar
warmere landen.
De boer dient er evenwel voor te zorgen dat zijn
gewas zo gezond mogelijk is en blijft en dat al het
mogelijke in acht wordt genomen om infectiekan
sen te voorkomen. Op deze manier kan bereikt
worden, dat het product niet alleen gezond wordt
ingescheept, maar ook gezond wordt uitgeladen.
Plantenziektenkundige Dienst Goes,
District Zeeuwse eilanden,
J. SCHEELE en J. E. GOOSSEN.
FIRMA FRANKEN 4 VAN WEEL - GOES
VRAAGT UW I 1^^ I
NAMDCLA Att
GRAANMAAIERS
Een 48 pagina's tellend jaarverslag vertelt ons
het één en ander over de activiteiten van deze ver
eniging in 1952.
Het ledenaantal verminderde van 128 tot 114, wat
tengevolge had dat de oppervlakte boyvrland, in
exploitatie bij de leden, daalde van 3867 tot 3384 ha.
Evengoed is dit nog een flinke basis voor deze ver
eniging, die mede tengevolge van de moeilijkheden
rondom de aanstelling van een landbouwkundige,
in het verslagjaar voor grote moeilijkheden heeft
gestaan. Als lichtpuntje is wellicht nog aan te
merken dat de financiële ondergrond wat beter ge
worden is, wat de nieuwbenoemde landbouwkun
dige de heer A. Glas, zeker de gelegenheid zal
geven om nieuwe initiatieven tot uitvoering te
brengen.
Waarmee we geenszins willen zeggen dat de acti-
viteit van de vereniging beneden peil geweest is.
Wel is dit o.i. teveel beperkt gebleven tot de rou
tine-werkzaamheden wat door tijdsgebrek ook niet
verwonderlijk is.
De proefvelden in samenwerking met de R.L.V.D.
aangelegd geven, doordat de uitkomsten veelal
slechts over één jaar lopen over het algemeen
geen aanleiding tot directe adviezen. Hoewei we
dit zeer begrijpelijk achten, menen we dat de
waarde van verschillende proeven groter zou zijn
indien de economische zijde wat meer aandacht zou
hebben ontvangen.
Dit geldt zowel voor het diepploegen, de droog-
proef en diverse bespuitingsproeven. De conclu
sies n.a.v. het proefveld met de rijenbemesting in
Na de ervaringen, die met gips zijn opgedaan by
de inundaties van 19441945 en in voorjaar 1953,
is het nauwelijks nodig op de grote waarde van dit
product voor het hérstel van de grond te wijzen.
Slechts is liet nuttig er nog eens de aandacht op tc
vestigen, dat gips op zichzelf de schadelijke wer
king van zout in de grond niet opheft. Het zout
moet door regen uitspoelen; gips dient voor het
behoud of de verbetering van de structuur van de
grond.
Het ligt in de bedoeling, behalve de hoeveelheid
gips die reeds in dit voorjaar werd afgeleverd,
vóór half September 1953 nog ongeveer 225.000
ton te importeren. Dit betekent dat voor alle
geïnundeerde gronden die daarvoor in aanmerking
komen een hoeveelheid beschikbaar komt voor
aanwending in de a.s. nazomer of herfst. Het gips
wordt uitsluitend gegeven voor bouwland, tuin
grond en boomgaarden, dus niet voor grasland.
De regeling is ditmaal zo, dat aan de grond
gebruikers bonnen voor gips worden toegestuurd,
die bij coöperatie of handelaar ingeleverd moeten
worden. Pas daarna kan door de handel gips af
geroepen worden. Het is dus voor een vlotté
afwerking noodzakelijk, dat ieder zijn bonnen
direct na ontvangst aan zijn leverancier ter hand
stelt.
Met het oog op de binnenkort beginnende aan
voer, lijkt het ons gewenst hieronder voor enkele
punten de aandacht te vragen. Deze punten lijken
ons van belang voor iedere grondgebruiker in de
inundatiegebieden.
1. Wij geven ieder, die binnenkort gips ont
vangt, de raad dit niet meer direct uit te strooien,
maar het te bewaren tot de herfst. Weliswaar
suikerbieten hadden o.i. wel wat duidelijker gesteld
kunnen worden.
Interessant is vooral het verslag van de ver
schillende enquêtes gehouden door de vereniging.
Het gemiddeld aantal bietenplanten per ha blijft
.nogal eens onder de maat en zal daardoor een
overigens gemakkelijk weg te werken bron van
vergelingsziekte vormen.
Dank zij de stimulerende invloed van de vereni
ging is voor grondonderzoek en het onderzoek op
het voorkomen van bietencystenaaltjes een vaste
basis geschapen. Het afdoen van- de bedrijfs-
adviezen met een tiental regels komt ons wat karig
voor. Hier klopt het hart van de vereniging en
hoewel we begrijpen dat het indringen in de parti
culiere sfeer niet wenselijk is, menen we toch dat
hier in het algemeen wat meer van verteld zou
kunnen worden.
Het jaarverslag bevat verder nog een verslag
van de ploegdemonstratie te Kamperland en een
overzicht van de landbouwgewassen met de daarbij
opgetreden bijzonderheden.
Het Bestuur bestaande uit de heren C. J. v. d.
Velde, voorzitter, C. v. d. Maas, vice-voorzitter, S.
J. v. Langeraad, secretaris, J. de Looff, penning
meester en J. J. v. Maldegem, lid, alsmede de
assistent J. Lekkerkerk, die als samensteller van
het verslag optrad, zien de kosten en moeite ruim
schoots beloond in dit aardige boekje, dat, naar wij
hopen, er toe mede zal werken, dat deze vereniging
zich in de toekomst een onaantastbare positie op
Noord-Beveland zal weten op te bouwen.
B.
komen ook nu structuurgebreken voor, maar deze
zullen in de a.s. winter veel ernstiger zijn, indien
vlak voor de winter geen gips gegeven is.
2. Men beware het gips bij voorkeur in de
schuur. Wanneer dit niet mogelijk is, kan het
buiten op een 'hoop gezet worden. Zet de hoop
steil op en dek het gips af met geschikt materiaal,
zoals stro, kunstmestzakken e.d.
3. De normen voor de gipsbemesting per hec
tare zijn zo samengesteld, dat meer gips wordt
gegeven, naarmate de grond zouter en zwaarder is.
Voor 1953 geldt het volgende: Polders, waarin
de zoutcijfers beneden ongeveer 3 liggen, krijgen
in het geheel geen gips. In de zoutere polders
krijgen de lichte gronden (11—20 afslibbare
delen) 1 2 ton gips. Zware gronden (bijvoor
beeld de gronden met 4050 afslibbare delen)
in deze polders krijgen 3 7 ton. De zoutste gron
den van deze zwaarte krijgen dus 7 ton, de minst
zoute 3 ton per hectare. Bij de verdeling over het
bedrijf kan men er verder rekening mee houden,
dat de zoutcijfers lager zijn, ingeval de grond vóór
de inundatie nog ongeploegd was of een gewas
(wintertarwe, lucerne, klaver, koolzaad etc.) droeg.
In deze gevallen kan dus ook wat minder gips ge
geven worden. Van de bovengenoemde hoeveel
heden wordt echter afgetrokken wat tot nu toe
als voorjaarsgift al is verstrekt.
4. Het verdient aanbeveling, enig gips te be
waren tot voorjaar 1954, vooral om bij het zaaien
van structuurgevoelige gewassen als bieten, vlas
e.d. op de wat zwaardere gronden enig gips te
geven en plekken met (minder goede structuur wat
te kunnen bij-werken. Voor dergelijke omstandig
heden is 1 ton per hectare zeker voldoende.
5. De aanwending in het najaar moet geschie
den na de laatste grondbewerking. Ploeg nooit
vers gegeven gips onder. U zult van de goede
werking dan weinig bemerken!
Bewerk de grond dit jaar vooral niet te laat.
De aanwending van gips op lichte gronden is na
de grondbewerking wellicht mogelijk met de kunst
meststrooier, omdat het maar om kleine hoeveel
heden gaat. In andere gevallen voldoet het
strooien met de schop vanaf de wagen (die dan op
het onbewerkte deel van het land rijdt) het best.
Het schema van gipsaanvoer voor 1953 is er op
gebaseerd, dat voor de gronden met zoutcijfers
lager dan ongeveer 6, alle benodigde gips reeds in
dit jaar ter beschikking wordt gesteld. Gronden
met hogere zoutcijfdrs zullen ook in 1954 een toe
wijzing krijgen, waarvan de grootte weer afhangt
van het zoutgehalte en de zwaarte yan de grond.
Rijksdienst voor Rijkslandbouw
Landbouwherstel. Voorlichtingsdienst.
bestrijdt U effectief met
een hoogwaardig vloeibaar 666 middel,
50 */o IICH
POSTBUS 35