Kwaliteitsvervlakking van het en exportpositie Nederlandse zaaizaad I INHOUDSOPGAVE j ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD In het Mei-nummer van de „Mededelingen van de N.A.K." vonden we het bericht, dat het bestuur van deze organisatie besloten heeft om in principe de nieuwe exportregeling goed te keuren en het dagelijks bestuur te machtigen, het ontwerp defini tief vast te stellen. Wij menen dat het in dit stadium voor onze lezers reeds van belang is, om kennis te nemen van dit nieuwe systeem, dat een nieuwe koers inluidt voolr de export van ons zaaizaad. Bij de toenemende concurrentie die wij ondervinden op de buitenlandse markten, past een systeem dat prikkelt tot de uiterste krachts inspanning om de kwaliteit zo hoog mogelijk op te voeren. Dit kan alleen als de exporteur zich persoonlijk verantwoordelijk gevoelt voor zijn pro duct en boven de door de N.A.K. gestelde eisen die steeds alleen het minimum-peil ^aangeven bereid is om persoonlijke garanties ie geven en daarvoor zijn goede naam op het spel te zetten. Een duidelijke uiteenzetting van dit nieuwe systeem vonden we in het Groninger Landbouw blad van 23 April j.l. Dit blad bevat een uitvoerig verslag van een bijeenkomst, georganiseerd door de Keuringsdienst Groningen, waar de heren Ir. J. Siebenga en A. J. Constandse, resp. directeur en adj.-directeur van de N.A.K., het woord gevoerd hebben over dit onderwerp. De voornaamste pas sages uit het verslag laten we hieronder volgen. RED. Bezwaren van de oude regeling Zoals bekend mag worden geacht, wordt vol gens het huidige systeem door middel van een veldkeuring de rasechtheid, de raszuiverheid en de gezondheidstoestand van het zaad vastgesteld, terwijl de waardebepalende eigenschappen van het zaad door middel van partijkeuring door de N.A.K. worden geanalyseerd, alvorens de partij wordt geplombeerd en in het verkeer mag worden ge bracht. Het plombe kan dan beschouwd worden als een bewijs, dat de partij door de N.A.K. is gecontroleerd en goedgekeurd, d.w.z. dat ze vol doet aan de gestelde minimum kwaliteitseisen. Door toepassing van dit systeem is de persoon lijke verantwoordelijkheid van de leverancier voor de kwaliteit van het product hoe langer hoe meer op de achtergrond geraakt. Het N.A.K.-plombe Kort verslag vergadering Dagelijks Bestuur der Z. L. M. Zitdagen Boekhoudbureau der Z. L. M. Hoofdbestuur K. N. L. C. op bezoek. De dorsbeschadiging bij lijnzaad. Excursiegids 1953. Zitdagen Zeeuws Voorlichtingsinstituut voor de Brandverzekering. (Z. V. B.) Zitdagen Zeeuws Voorlichtingsinstituut op Verzeke- ringsgebied. (Z. V. V.) Van Boerderij en Organisatie. Lonen en Sociale voorzieningen. Vaste arbeiders in watersnoodgebieden. C. A. O. Land- en Tuinbouw. Het Gilde van Scherpenisse. Een noodlottig ongeval met kunstmeststrooier. Kwaliteitsvervlakking en exportpositie van het Nederlandse zaaizaad. Ziekteverschijnselen in vezelvlas. Emigratie. De bestrijding van knopmade in erwten. Machinaal hooien. Nieuwe classificatie pootgoed. Keuringsdienst Zeeland van de N. A. K. Is een diepe grondbewerking noodzakelijk? Veiligheid vóór alles. Bedrijfseconomie. (VI) De bodemkartering van Walcheren. Voor de Plattelandsvrouw. Emigratie naar Canada. Fluitmelkkoker. Tuinbouw: Terugblik koelseizoen 1952. Verzekering tegen hagelschade. Landelijke werktuigendemonstratie voor de fruit teelt. Paard en paardensport. Bram uit de Slikhoek. Uit de Kringen en Afdelingen: Vergadering Kort verslag vergadering Afd. Sluis der Z. L. M. Korte Berichten. Marktberichten. Nooi'd BrHbjintseho Maatschappij Valt Landbouw. blijkt nu in het buitenland een zodanige uniforme kwaliteitsaanduiding te zijn geworden, dat het leveren van een betere kwaliteit dan de minimum N.A.K.-normen voor de exporteur geen eigen za kelijk voordeel meer oplevert. Het gevolg hiervan is geworden een sterke ni vellering van de kwaliteit van het Nederlandse zaad, omdat de mogelijkheid een betere kwaliteit te leveren, belemmerd wordt door zakelijke om standigheden welke, naar de mening van velen, voortvloeien uit het karakter van de zaaizaad keuring. Dit nu wordt reeds lang van vele zijden uiter mate ongewenst geacht, omdat het de exportvoor ziening van het Nederlandse zaad benadeelt. Het moet nl. voor de bonafide exporteur mogelijk en aantrekkelijk zijn, het beste te leveren, indien en voor zover dit door de buitenlandse koper wordt gevraagd. Hiervoor is echter nodig, dat de aan dacht van deze wordt afgeleid van de genormali seerde kwaliteit. Nieuwe exportregeling staat voor de deur Deze houdt o.m. in, dat de veldkeuring ongewij zigd blijft, evenals het toezicht op de bedrijfs- handelingen; dit teneinde de identiteit, der par tijen te waarborgen. Zodra de partijen gereed zijn, wordt door de Keuringsdienst een gemiddeld monster samenge steld, waarvan één gedeelte wordt onderzocht aan het Rijksproefstation voor Zaadcontröle, terwijl een ander gedeelte wordt beoordeeld op uiterlijke eigenschappen door een in te stellen monsterkeu ringscommissie, bestaande uit een teler, een handelaar en een vertegenwoordiger van de Keu ringsdienst. De partijen moeten tenminste voldoen aan de vastgestelde minimumnormen. De exporteur geeft garantie omtrent de diverse eigenschappen aan de koper. Worden hogere garanties gegeven dan de minimum-normen, dan moeten die juist worden bevonden. Is de commissie van oordeel, dat de partij qua uiterlijk waarneembare eigenschappen aan de gestelde normen voldoet, dan kan deze wor den afgeleverd. Het beoogde systeem houdt in, dat de voor- controle vanwege de Keuringsdienst dus gedeel telijk vervalt. Aangezien geen enkele handelaar aan het uiter lijk der partij kan zien of deze aan bepaalde nor men t.a.v. kiemkracht, vochtgehalte en gezond heidstoestand zal voldoen, mag verwacht worden, dat de exporteur iedere partij zal doen onder zoeken, hetzij in eigen laboratorium, hetzij in dat van de Keuringsdienst of van het R.P.v.Z. Toch is het gewenst geoordeeld, het in de ex porteurs te stellen vertrouwen te ondersteunen door de volgende maatregelen: a. een exporteur, die op een exportvergunning zaaizaad wil exporteren, moet tegenover het bedrijfschap een financiële garantie stellen, dat hij zaaizaad zal uitvoeren, dat tenminste aan de gestelde minimum-eisen voldoet. Zou hij aan aeze verplichting niet voldaan hebben, dan komt zijn waarborgsom te vervallen; b. tegenover de N.A.K. is de exporteur verplicht uitsluitend partijen aan te bieden, die tenminste voldoen aan de gestelde minimum-eisen, of in dien een garantie is verleend, aan de gestelde garantie; c. na afloop van de campagne wordt gepubliceerd, hetzij onder naam van de exporteur, hetzij onder nummer, welke kwaliteiten geleverd zijn en ook, hoeveel beneden de gestelde eisen zijn ge leverd. Van belang is ook, hoe de importerende landen op de nieuwe regeling reageren. Spreker is van oordeel, dat wanneer de exporteurs nalatig zouden zijn in het vermelden van de garanties, het buiten land spoedig wel voorschriften zal uitvaardigen, waaraan de exporteurs zich in dit verband dan wel hebben te houden. Voorkomen zal moeten worden, dat partijen, die niet behoorlijk zijn onderzocht vanwege de expor teur of waarvan de Keuringsdienst ernstige twijfel heeft of ze aan de gestelde minimum-eisen of de gestelde garanties voldoen, worden geëxporteerd. Iedere exporteur zal er naar kunnen streven, om het te exporteren product met degelijke ga ranties te omringen, teneinde zijn afnemers aan zich te binden en een betere prijs te maken. Hij zal daardoor in staat zijn de betere partijen van de telers te kopen ^n daarvoor een hogere prijs te betalen. De Keuringsdienst kan volstaan met het houden van toezicht op hetgeen de exporteurs zelf doen, aangevuld met een nacontröle met boete bedingen. Indien bij de bestaande regeling partijen voor de keuring worden aangeboden, die niet aan de gestelde eisen voldeden, worden die gereinigd en nadien weer aangeboden. In de huidige regeling draagt de exporteur ver antwoordelijkheid voor hetgeen hij laat plomberen en blijkt achteraf, dat de partij niet aan de gé- stelde eisen voldoet, dan is er verhaal op de ex porteur. De heer Siebenga ziet voorts als groot voordeel van het nieuwe eysteem, dat flfc exporteur ver antwoordelijkheid draagt voor alle partijen, die hij exporteert, dus ook voor die, welke hij zelf niet bewerkt, doch laat bewerken of zelfs onder N.A.K.- plombe aankoopt. Naar sprekers oordeel komen die exporteurs in het voordeel, die de partijen klaar maken in eigen reinigingsinstallaties, drooginrichtingen en regelmatig de partijen op kwaliteit onderzoeken. Met vertrouwen ziet de heer Siebenga de toe passing van deze regeling tegemoet, mits de ex porteurs zich bewust zijn van hun verantwoorde lijkheid, niet alleen tegenover de afnemers, doch ook tegenover de producenten van het Nederlandse zaaizaad en het Nederlandse exportbelang. Contact met buitenlandse afnemers De heer A. J. Constandse, Adjunct-Directeur van de N.A.K., die speciaal belast is met het onder houden van contact met buitenlandse afnemers en instellingen op het gebied van zaaizaad en poot goed, liet in zijn betoog enkele landen de revue passeren. Denemarken is een zaaizaad- en pootgoed- producerend land. Als zodanig is het een vrij belangrijke concurrent van Nederland, vooral op het gebied van zaaigranen, doch ook wat betreft pootaardappelen en zaailijnzaad. Men beschikt over uitstekend ingerichte schoningsbedrijveh en de kwaliteit van het Deense zaaigraan is over het algemeen zeer goed. Van Duitsland kan ongeveer hetzelfde gezegd worden, met dien verstande, dat dit land ook als afnemer optreedt; jaarlijks wordt ef vrij veel Eerstelingen-pootgoed, vooral naar het Rijnland, geëxporteerd. Engeland kan voor een groot deel in zijn eigen zaaizaadbehoefte voorzien. Alleen van erwten en dan in het bijzonder van schokkers vinden geregeld importen plaats ook uit Nederland. Veel erwten en schokkers worden geteeld voor de con- servenindustrie, in verband waarmede men zeer bang is voor vermengingen met capucijners en rozijnerwten. België is onze grootste afnemer van pootaard appelen; men wenst er vooral de kleine maten. De eigen pootgoedteelt is nog van weinig betekenis. Voor granen biedt dit land weinig afzetmoge lijkheden. Wel wordt er zaailijnzaad geïmporteerd, ook uit Nederland. De behoefte aan zaailijnzaad wordt echter grotendeels uit eigen productie ge dekt en zelfs heeft er een export van dit zaad plaats, o.a. naar Frankrijk. Hoewel deze Belgische export weinig mogelijkheden biedt, doordat men niet over eigen rassen beschikt en de raszuiverheid nogal eens te wensen overlaat, spelen de prijzen in deze toch een belangrijke rol. Hoge prijzen van het Nederlandse zaailijnzaad vormen een prikkel om de Belgische productie te vergroten. Frankrijk is voor ons vooral van belang als afzetgebied voor zaailijnzaad en pootaardappelen. De productie van zaaigranen heeft men in eigen hand en vooral op het gebied van de tarwe heeft men uitstekende resultaten bereikt. Van de pootaardappelen wenst men vooral het ras Bintje. De import is niet meer zo groot als enkele jaren geleden, doordat zich in Frankrijk zelf een vrij belangrijke pootgoedteelt heeft ont wikkeld; de gekeurde oppervlakte is er ongeveer even groot als in Nederland. Evenals in ons land vormt stamselectie er de basis van de pootgoed teelt. Het serologisch onderzoek is er echter nog niet zo ver gevorderd als hier. Door de grote oppervlakte vlas en de zeer geringe eigen productie aan zaaizaad, moet men jaarlijks grote hoeveelheden zaailijnzaad invoeren: het vorige jaar plm. 9000 ton, dit jaar plm. 7400 ton. Voor het grootste deel wordt dit geïmporteerd uit Nederland, verder uit Ierland en België. Over het algemeen geeft men er de voorkeur aan het Nederlandse zaad. Doordat het Ierse en het Bel gische zaad goedkoper is, speelt ook hier de prijs- factor weer een rol. Het is van veel belang om zaad te leveren met een laag vochtgehalte en geringe beschadiging, omdat dit de kans op klach ten aanzienlijk beperkt. Italië is voor ons van belang als pootgoed- importerend land. Door de pogingen, die men er aanwendt om de landbouwproductie te verhogen, kan de betekenis hiervan nog toenemen. Ook in dit land begint het ras Bintje een steeds grotere rol te spelen. Onze zaaizaadexport naar dit land is niet groot, al hebben er nu en dan exporten plaats van haver, erwten, lijnzaad, voeder- en suikerbietenzaad. De mening over het Nederlandse zaaizaad en pootgoed is in het buitenland over het algemeen gunstig. Dit mag echter allerminst een reden zijn om op onze lauweren te gaan rusten. Wil men kunnen blijven leveren tegen hogere prijzen dan andere landen, dan is het een kwestie om vóór te blijven. Men vergete ook niet, dat de afnemers door voorlichting en onderwijs steeds hogere eisen gaan stellen. Belangrijk is ook, dat de buitenlandse impor teurs vertrouwen kunnen stellen in de Nederlandse exporteurs. Het is wel eens voorgekomen, dat een partij, die goedkoop verkocht was, niet geleverd werd. Ook is het gebeurd, dat in een jaar met dalende prijzen voor zaailijnzaad, in het laatste van het seizoen zaad tegen lagere prijzen is aan geboden aan de afnemers van de importeurs, die eerder in het seizoen voor hogere prijzen hadden gekocht. Dergelijke ervaringen maken uiteraard een slechte indruk. Gelukkig zijn dit uitzonderin gen en staan hier in het algemeen gunstige er varingen tegenover.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 5