jOonen en Sociale voorzieningen VLASTHRIPS GEBRsDE JONGH - GOES Een noodlottig ongeval [fet Gilde van Scherpenisse met kunsmeststrooier TE KOOP Firma lz. CAPPON VASTE ARBEIDERS IN WATERSN OODGEBIEDEN. „SUPONA 666" C.A.O. LAND- EN TUINBOUW. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD weinig vooruitgang boeken in de groei van de gewassen. De weinige neerslag in de laatste weken heeft de zout-rem, waarmee de gewassen tegengehouden worden, niet los kunnen gooien. We zijn dan ook wat de oogstvooruitzichten be treft nog niet veranderd na ons vo rige stukje. In de percelen zien we nog niet anders dan een mislukking. Van verscheidene zijden hoort men nogal eens de vraag: „Zouden we nog wat stikstof geven?" Het oordeel van Uw correspondent is niet zo hoopgevend. Laten we op zulke percelen niet te gul met de zak zijn; we zullen er de groei toch niet mee bevorderen zolang het zout de baas speelt. Zien we groei in de peu len, nu, dan kunnen we nog een lichte kalksalpetergift strooien. Doch strooit nergens waar we geen groei zien of niet meer verwachten. Het zal in de a.s. periode weer een hele drukte zijn in ons nieuw stukje vaderland, de N.O.P. Verscheidene landbouwers van ons eiland behoren ook tot de candidaten om daar een nieuwe toekomst op te bouwen. Het zal wel een contrast zijn voor de land bouwers die de Polder in deze periode bezoeken. Daar alles in boerenglorie en hier een zwaar gehavend eiland, waarvan wij nog niet weten wanneer en hoe het weer te voorschijn zal komen als het water verdreven zal zijn. Nu staat reeds vast dat gedeel ten geheel verloren zullen zijn, zowel voorgoed, als voor lange tijd. We hopen dan ook, dat men de toewijzing der boerderijen in de N.O.P. nu reeds rekening zal worden gehouden met onze gedupeerde streek. Het overkomen leed kan er nooit door vergoed, maar wel door verzacht worden, als wij straks zullen zien, dat een deel van onze getroffen land bouwers weer met nieuwe moed aan de toekomst kan bouwen. Zij het dan ook buiten ons eiland. Een Boomgaardschijf egge met 8 omwisselbare schij ven; 'n dubbele Tractor schijf egge, 6 voet 24 schij ven; een dito 7 voet 28 schijven; een dito 8 voet 32 schijven; een Ranso- mes Baron schijfegge, zwaar model, 8V2 voet 28 schijven; een 2-scharige Massey Harris rondgaan de tractorploeg; 'n Rump- sfad 2 weg-tractorploeg; 'n Cormick schijvenploeg, 5 voet 8 schijven, diame ter 45 cm (nieuw); een paarden sproeimachine, Cappon, 400 liter, 8 meter sproeibreedte; een Coks- huttmaaimachine. Heinkenszand (Z.) In verband met enige vragen over het dienst verband van vaste arbeiders in de rampgebieden, moge er nadrukkelijk op worden gewezen, dat, indien in de land- en tuinbouw voor de contractuele datum geen opzegging van het dienstverband van vaste arbeiders heeft plaats gehad, dit dienstver band op de gebruikelijke wijze met een jaar is verlengd. Zoals bekend is de opzeggingstermijn voor vaste arbeiders in de landbouw gesteld op 3 maanden voor het verstrijken van het contractjaar. Men moest dit jaar dus uiterlijk op 31 Januari al hebben opgezegd, indien men het dienstverband voor het contract jaar 1953/1954 niet wilde ver lengen. Voor de tuinbouw moest de opzegging uiterlijk geschieden vóór 1 April 1953 in Zeeland en vóór 1 December 1952 in Westelijk Noord- Brabant en op de Zuidhollandse Eilanden. Een per 1 Februari 1953 aangegaan of gecon tinueerd vast dienstverband is door de watersnood niet verbroken, tenzij de arbeider zou zijn over leden. De dienstbetrekking eindigt echter niet door de dood van de werkgever. Niettemin zal in het algemeen, ook al is het dienstverband tussen werkgever en vaste arbeider blijven bestaan, van de werkgever, die door de watersnood werd getroffen, over de afgelopen maanden redelijkerwijze geen betaling van loon kunnen worden gevorderd. De verplichting tot loonbetaling herleeft eerst, wanneer de werkgever de vaste arbeider, die zich na terugkeer weer bij hem heeft aangemeld, wederom de gebruikelijke landbouwwerkzaamheden kan laten verrichten. De werkgevers mogen in dit geval hun vaste arbeiders, die zich bij hen aanmelden, dus niet wegzenden. Omgekeerd rust op alle vaste arbeiders de ver plichting naar hun oude werkgever terug te keren of met deze contact op te nemen. Opdat moeilijkheden achteraf zoveel mogelijk worden voorkomen, wordt dan ook hierbij door de Stichting voor de Landbouw aan alle werkgevers en vaste arbeiders in de rampgebieden de raad gegeven zich vóór 1 Juni a.s. met elkaar in verbin ding te stellen, voor zover dit tot dusver nog niet mocht zijn gebeurd. De in de Stichting voor de Landbouw samen werkende werkgevers- en arbeidersorganisaties achten het redelijk, dat bij niet-aanmelding van een vaste arbeider bij zijn werkgever vóór 1 Juni a.s. door de betrokken werkgever wordt aange nomen, dat het dienstverband met wederzijds goed vinden per 30 April 1953 was afgelopen. bestrijdt U effectief met een hoogwaardig vloeibaar 666 middel, 50 n/o HCH POSTBUS 35 Door het College van Rijksbemiddelaars zijn één dezer dagen de C.A.O.'s voor land- en tuinbouw, contract jaar 1953/1954 goedgekeurd. In vergelijking met de C.A.O. 1952/53 zijn wat betreft de landbouwsector slechts enkele kleine wijzigingen in de tarieven aangebracht. De week- en uurlonen zijn ook voor het nieuwe contractjaar in land- en tuinbouw gehandhaafd. Zij, die een contractboekje van het vorig jaar be zitten, kunnen dit dus, wat de lonen betreft, blijven gebruiken. Accoordtarieven. De minimum, en maximumtarieven voor de bie ten zijn met ƒ1,verhoogd en gelden dus nu de Volgende accoordtarieven: Bieten: doorslaan 33,5039,50 per ha per keer. Bieten: opéénzetten ƒ28,00ƒ35,00 per ha p. k. Bieten: le maal wieden ƒ55,00ƒ63,00 p. ha p. k. Bieten: 2e maal wieden ƒ39,00ƒ45,00 p. ha p. k. Bij rijenafstand van 45 cm en daarboven moeten de minimum- en maximumtarieven met 10 worden verlaagd. Voor bovenstaande tarieven moeten de bieten tenminste éénmaal, vanwege de werkgever, met de machine worden gewied. Overigens dient voor een normaal gewas het ge middelde tarief te worden genomen. de L. Tijdens werkzaamheden met een kunstmest strooier van het z.g. schotelsysteem, heeft zich aan het einde van het afgelopen jaar een ongeval met dodelijke afloop voorgedaan. De kunstmest strooier, waarvan de werk-breedte ongeveer 4,5 meter bedroeg, was achter een trekker gekoppeld. Op de trekdriehoek, waarmede de strooier aan de trekker was gekoppeld, had men een stalen plaat aangebracht, lang 120 cm, breed 60 cm, waarop een arbeider stond. Deze man had tot taak onder het rijden de kluiten kunstmest, die zich op de schotels voor de uitlaatgleuf móchten verzamelen, met behulp van een schop fijn te stampen. Om ook de buitenste schotels te kunnen bereiken moest de man vrij ver buiten het platform reiken (de breedte bedroeg immers 4,5 meter), hetgeen hem waarschijnlijk ook noodlottig is geworden. Op de dag waarop het ongeval gebeurde hoorde de bestuurder van de trekker, die vanzelfsprekend met zijn rug naar de medearbeider gekeerd zat, deze laatste eensklaps roepen. Hij stopte onmid dellijk en zag dat de mede-arbeider onder de strooier lag. De bestuurder reed dadelijk achteruit, waardoor de getroffene, die in de lengte onder de strooier lag, vrij kwam te liggen. De verwondingen waren echter van zodanige aard, dat de man enkele dagen na het gebeurde in het ziekenhuis is over leden. Bij de gevoerde werkwijze zijn enkele bijzonder ernstige fouten gemaakt. Wil men de man, die de kluiten kunstmest fijnstampt, met de strooier laten meerijden, dan spreekt het vanzelf, dat voor deze man een beter beveiligde standplaats moet worden gemaakt, dan die welke in het bovenom schreven geval werd gebruikt. De man had prac- tisch geen enkel steunpunt tot zijn beschikking en moest zich al balancerende, af en toe steunende op de schop, in evenwicht houden. In overleg met de leverancier van de strooier werd een goed beveilig- Men zegt wel, dat de gilden, broederlijke vereni gingen tot onderlinge bijstand, zo oud zijn als ons volk. Zij vormden bij de opkomst der steden als schuttersgilden een keurbende tot verdediging der burgerij en werden later een hulp van stads- en dorpsbestuur, een soort van politie dus. Van de meeste gilden is datum en jaar van oprichting niet bekend. Het Kolveniersgilde te Scherpenisse op Tholen maakt hierop een uitzon dering. Uit boeken en handvesten is bewezen, dat dit gilde werd gesticht op 7 Maart 1594 door Maria van Nassau, dochter van Willem de Zwijger. Dat zij haar taak zeer ernstig heeft opgevat en met, welk doel zij het Kolveniersgilde heeft tot stand ge bracht, is gebleken uit menige verordening. Dit doel was het beschermen van de inwoners der heer lijkheden Scherpenisse en St. Maartensdijk. Die bescherming was nodig. Grote onveiligheid en terreur was er door rondtrekkend geboefte. Dit betrof niet alleen het eiland Tholen, maar eigenlijk de hele provincie, zodat de Zeeuwse regering daar tegen scherpe maatregelen moest nemen, door o.m. een corps op te richten, dat over de veiligheid van het Zeeuwse platteland moest waken en dat be kend was onder de naam van Roo-Roede. Ruim 250 jaar heeft de Roo-Roede de bevolking beschermd. In het begin van de 19e eeuw is de taak door andere politie overgenomen. Vanzelfsprekend heeft het Kolveniersgilde van Scherpenisse zijn oorspronkelijke betekenis ver loren, wat niet weg neemt, dat het zijn gilde- saamhorigheid nog altijd trouw bewaart en oude tradities nog steeds eerbiedigt en toepast. Zo mag het aantal leden nooit meer of minder dan een bepaald aantal zijn. Wanneer een der leden of broeders komt te sterven, dan wordt hij door zijn medebroeders ten grave gedragen. De baar zal dan gedekt zijn met de zilveren vogel en twee zil veren schilden. Als een gildebroeder gaat trouwen, dan moet hij in de kas van het gilde de z.g. trouwnobel storten, een bedrag van acht schellingen of 2,40 gulden. Datzelfde bedrag wordt bij overlijden gestort in de kas door de familie van de overledene. En dan het oude gebruik in de Pinksterweek: op vier opeenvolgende dagen dier week trekt een tamboer al roffelend door de straten om 12, 6 en 9 uur, waardoor de broeders worden opgeroepen zich te begeven naar hun teerkamer op het raad huis, waarvan de gildevlag vrolijk wappert. Dat is het sein, dat de Kolveniers zich te goed kunnen doen aan het „vrij biergelag". Dat is het jaarlijkse festijn. Vele kroezen pink sterbiertjes verdwijnen door de dorstige kelen tijdens de gezellige bijeenkomsten op het raadhuis, waarbij ter aanvulling eieren en droge vis genut tigd worden. Laten we hopen dat dit oude gebruik nog lang in ere gehouden zal worden. H. de standplaats geconstrueerd. Zoals op de afbeel ding is te zien, kan deze standplaats tijdens het transport gemakkelijk worden omgeklapt. Een dergelijke beveiliging lijkt ons voor deze strooiers, indien tenminste de bovenomschreven werk methode wordt toegepast, een eerste vereiste.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 4