In de cultuurtechniek bezitten we de middelen tegen
vele kwalen van de grond
1
ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD
Toen onlangs aan Ir. F. P. Mesu, de directeur van de Cultuurtechnische Dienst, het
doctoraat in de landbouwkunde verleend werd, was dit naast de erkenning van zijn
persoonlijke verdiensten ook een algemene waardering voor het werk van de dienst, die
hij als „grootmeester der cultuurtechniek" in de loop der jaren opbouwde.
Vooral na de laatste oorlog groeide deze dienst sterk uit tot een apparaat, dat zich
een onafhankelijke en belangrijke positie wist te verwerven en dat mede dank zij de
groeiende stroom van in Wageningen opgeleide wetenschappelijke krachten, zijn vleu
gels wist uit te slaan. De taak van deze dienst we mogen dit nog wel eens uit
drukkelijk vaststellen is niet gelegen in de uitvoering van cultuurtechnische wer
ken. Doch het maken van de plannen, het geven van voorlichting en het zorgen voor
de nodige financiën, het zijn alle onmisbare factoren voor het totstandkomen van deze
werken.
Steeds staat hierbij voorop het oogmerk dat de grond in Nederland, vanwege het
schrikbarend tekort, vanuit cultuurtechnisch oogpunt bezien aan de hoogst mogelijke
eisen moet voldoen.
Dat de kosten slechts voor een gering deel door de belanghebbenden gedragen
kunnen worden, is mede een uitvloeisel van het peil van koopprijzen, lonen en pachten.
Zodoende treedt deze dienst ook op als distributie-apparaat voor het verdelen van
overheidsgelden, die mede bedoeld zijn als een stimulering van de werkgelegenheid.
De taak van de dienst wordt door de vele werkzaamheden die voortvloeien uit de
overstromingsramp, uiteraard sterk uitgebreid. De vraagstukken die met het herstel
van de grond samenhangen zijn zozeer cultuurtechnisch, dat ook de uitvoering van dit
werk in handen is gelegd van hen die reeds aan deze dienst verbonden waren, al res
sorteert het herstel in feite onder de dienst Landbouwherstel.
Naast het herstel van de oude toestand kunnen ook vaak verbeteringen op cultuur
technisch gebied worden aangebracht, die in normale gevallen achterwege zouden moe
ten blijven. De meest uitgebreide vorm hiervan is de herverkaveling, die we in dit
blad reeds diverse keren aan de orde stelden. Cultuurtechnisch gezien is dit dan ook het
mooiste werk wat men zich denken kan, daar alle vormen van verbeteringen er in
ondergebracht zijn.
We hebben onlangs o.a. op een excursie van landbouwjournalisten nog het éen en
ander gezien van het werk van deze dienst en willen niet nalaten U hiervan in kennis
te stellen.
Landwinst midden in Noord-Brabant.
De ruilverkaveling is een oude bekende in de
cultuur-technische wereld. Een paar maanden ge
leden waren er een kleine tweehonderd ruilverka
velingen met ruim 100.000 ha, aan de gang, waar
van in Zeeland acht met 6900 ha. In de regel schat
men de opbrengstverhoging die met ruilverkave
ling te bereiken valt op 25 Dit is niet alleen
landwinst, doch ook opbrengst verhoging tenge
volge van betere ontsluiting en andere mogelijk
heden.
De „landwinst" bedroeg na de oorlog per jaar
steeds enkele duizenden ha's. Zo aldus werd in
1952 20 millioen gulden voor 15.000 ha uitgegeven;
het Rijk betaalde via de subsidies 75 en voor dit
bedrag werd dus een opbrengstverhoging verkre
gen overeenkomend met 3750 ha nieuw aangewon
nen grond.
Zo ligt in de buurt van Waspik en Sprang-
Capelle de ruilverkaveling „Het Eendennest" als
een uniek voorbeeld van landwinst. Bijna 900 ha
groot, bestaande uit klei, veen en zand, uit hoog
en laag gelegen gronden van uiteenlopende kwa
liteit en gebruikswijze. Voor het grootste gedeelte
slecht ontwaterd, zodat in het centrum een 20 ha
in aanmerking kwamen voor de afdeling natuur
bescherming van Staatsbosbeheer.
Door een ruiltransactie zijn deze gronden ont
gonnen en gebruikt voor de vergroting van al te
kleine bedrijven, die tengevolge van de ruilverka
veling waren ontstaan. Grotere boeren gaan n.m.
wel eens al hun land gebruiken als ze dit bij elkaar
krijgen, terwijl ze dit voordien niet deden.
De ontwatering van dit gebied was lang niet in
orde, doch dit was zeker niet toe te schrijven aan
het gebrek aan sloten. In de laagstgelegen delen
kon men terecht spreken van sloten met land er
tussen; de sloten namen hier 2040 van de
oppervlakte in beslag. Om het land zo hoog moge
lijk te leggen hadden indertijd de gebruikers de
sloten gegraven en het materiaal hieruit gebruikt
voor het ophogen van het land. Langs deze sloten
overal hakhout, herinnerend aan de tijd toen dc
bakkers nog prijs stelden op takkebossen. In dal
lage, slecht ontwaterde, moeilijk bereikbare gebied
kwamen arbeiders en machines om de ruilverkave
ling uit te voeren.
Tengevolge van de ramp speelt het werkgelegen
heidsvraagstuk in deze streek geen betekenis meer.
Dientengevolge worden de struiken door een drag
line, bediend door een geoefend machinist, uit de
slootkanten getrokken en met een grote zwaai
weggeslingerd. En straks komen dan de zandtrei-
nen het zand uit de hogergelegen percelen bren
gen, dat het terrein vlak zal maken, behoudens de
ruggen die een overhoogte krijgen, omdat de vers
ingebrachte grond eerst nog wat moet bezakken.
Zo wordt er op deze 900 ha in totaal 180 km
sloot gedempt, wat een grondverzet met zich mee
brengt van millioen m3. Tegenover deze kosten,
die straks voor de eigenaren ƒ30,— per jaar ge
durende 30 jaren zullen bedragen, terwijl 75 van
de totale kosten door het Rijk worden gedragen,
staat een landwinst van 20 ha, door ontginning en
30 ha door het dempen van sloten. De sloten zijn
nu niet meer nodig als waterberging, omdat de
hoofdontwatering met kracht werd aangevat en
nu voor een voldoende afvoer kan zorgen.
Deze ruilverkaveling, die waarschijnlijk het vol
gende jaar klaar komt, werd gespaard voor over
stroming door het zoute water, al kwam het er
ook vlak bij.
Op onze tocht naar het Westen zagen we veel
cultuurtechnische bezienswaardigheden. We zagen
de voor de oorlog klaargekomen ruilverkaveling
Bovenkerk met de mooigevormde percelen, com
pleet met weegbrug voor de aflevering van bieten.
We zagen ook de polders ten W. van de Capelse
vaart; een vrijwel onontsloten boezemgebied, dat
wacht op cultuurtechnische verbeteringen. We za
gen echter hoevenal de verwoestingen van het wa
ter en de gipsstrooiende boer als een symbool van
het moeizame herstel.
Kostbaar herstel.
Naarmate men de grote dijkdoorbraken nadert,
wordt het beeld triester. Het gat bij Moerdijk
doet zijn naam eer aan, als men de grote brokken
veen ziet liggen op het vele zand dat mee naar
binnen gespoeld is. Het water heeft grote gaten
achter de dijken gemaakt en na de dunne kleilaag
ook het veen en het daaronder voorkomende zand
meegesleurd. De cultuurtechnische dienst heeft
niet alleen te zorgen voor het herstel van de af
watering, waardoor o.a. de ontzilting wordt be
vorderd, doch tevens voor het verwijderen van op-
gespoeld zand en veen, om zodoende de oorspron
kelijke toestand zo goed mogelijk te herstellen.
Niet in alle gevallen zal dit mogelijk zijn, als we
denken aan de ontstane en soms zich nog steeds
vormende kreken en de vaak erg dikke opgespoel-
de zandlagen.
$Ü8i
4 v'\j
"if -i '.j
J
Brokken veen op een zandvlakte.
Zo gaat er in Zeeland zeker enkele honderden ha's
verloren bij het opnieuw indijken. Het ligt in de
bedoeling dat Landbouwherstel voor deze gevallen
de zuivere verkoopwaarde van de grond uit zal
keren; dus geen onteigeningsvergoeding. Voor de
betrokkenen zal dit een hard gelag zijn.
In Kruiningen en op Schouwen-Duiveland is nog
geen begroting te maken over de schade die hier
door ontstaan is; maar de cijfers van de betrekke
lijk kleine oppervlakte (20 25 ha) bij de Moer
dijk spreken al voldoende.
Naar schatting zal daar het opruimen van
10.000 m3 veen en 50.000 m3 zand omstreeks
300.000 gaan kosten.
In Zeeland hoorden we dat de kosten van afzan-
den bij 10 cm zand reeds 2000 a 3000 bedragen.
Dan is de verkoopwaarde van de grond er al mee
gemoeid. En ligt er vaak niet 1 a IV2 m zand op
de percelen in de Kruiningerpolder?
In Stavenisse werden we geconfronteerd met het
probleem wat met het zand te doen dat in een laag
van ongeveer 10 cm op een reeds vrij lichte en
dunne bouwvoor werd afgezet. Onderploegen geeft
een nog lichtere en wellicht ook voor droogte meer
gevoelige grond. Terwijl het weghalen door de vrij
geringe dikte moeilijk uit te voeren is. Het ver
wijderen van dikkere lagen is in verhouding dan
ook wel wat goedkoper en levert soms nog wel
zand op dat een zekere verkoopwaarde bezit.
Problemen van de fruitteelt.
Een fruitteler is iemand die geduld moet hebben
en ook nogal wat bedrijfskapitaal. Zodoende wordt
hij bij inundatie ook veel sterker en langer getrof
fen in zijn inkomstenderving. Bovendien heeft hij
een grote kans dat een gedeelte van zijn kapitaal
in de vorm van bomen verloren gaat.
Daar het hier ook over veel grotere investerin
gen per ha gaat, is een fruitteler eerder geneigd
om krachtdadig in te grijpen. Een fruitteler uit
Nieuw-Vosmeer nam wel een zeer radicale beslis
sing, toen hij zijn 2 a 3 jaar oude boompjes weer
uit de grond haalde en ze elders op niet-geïnundeer-
de grond weer inplantte.
Hij had echter jonge bomen en geschikte grond
voor het opnieuw insteken.
De meeste geïnundeerde fruittelers moeten
maar lijdelijk toezien of hun boomgaard het weer
zal doen. Het frisse groen en de overvloedige
bloesem ook van dit jaar, vormen geen garantie.
De onzekerheid over eigen toekomst doet grijpen
naar middelen, al zijn ze ook duur. Onder Oude-
lande troffen we een ontziltingsproef in een mooie
aanplant van 4 V2 ha aan. We schrijven uitdrukke
lijk over een proef, omdat hieruit zal moeten blij
ken of dit werk in een volgend geval op grotere
schaal aangepakt kan worden.
Het beginsel is eenvoudig genoeg, de uitvoering
echter des te moeilijker. Zoet grondwater helaas
beschikt men daar niet overal over wordt opge
pompt en daarmee wordt de grond doorgespoeld.
Elders in de wereld moet men dit proces ook onder
normale omstandigheden meerdere malen toepas
sen om de toenemende verzilting tengevolge van
droogte tegen te gaan. In zoverre is het dus niet
nieuw.
Om de uitwisseling van de geadsorbeerde na
trium te bevorderen, wordt gips gestrooid. Deze
lost op en zakt de grond in om zijn heilzaam werk
te gaan verrichten.
Het grote gevaar van dit soort experimenten is.
dat de bomen geen last meer hebben van het zout
doch toch sterven omdat de wortels niet meer kun
nen ademen in de geheel met water verzadigde
grond.
De doorspoeling moet dus vrij snel klaar zijn en
de benodigde hoeveelheid zoet water dus op korte
termijn leverbaar. Via de normale waterleiding
kan het water, mede gezien
de bijzondere omstandig
heden, niet worden betrok
ken. Daarom werd een
aantal boringen op 4 m
diepte geslagen, waarna
het water met een pomp
aangedreven door een mo
tor van 3 pk, wordt opge
pompt.
Het oorspronkelijke plan
om de percelen als sawah's
te gaan bevloeien kon geen
doorgang vinden, omdat
het niet mogelijk was bin
nen de gestelde tijd de 100
mm water te leveren, die
minimaal nodig is voor de
ontzilting van de bodem.
Daarom werd het regen
kanon van stal gehaald. En
al is het een kleintje in zijn
soort; 10 m3 water per uur
heeft hij toch wel nodig om
een regelmatige kunst
matige regen te kunnen
laten vallen op de grond.
Daar de minimaal vereiste
-r