Het bewaren van bestrijdingsmiddelen jConen en Sociale voorzieningen VERZENDING LANDBOUWBLAD DENK OM DE VACANTIEBONNEN. DE TARIEFLOONDERVING BIJ WERKLOOSHEID. ACGOORDTARIEVEN. C.A.O. TUINBOUW! 1953/1954. C. A. O. LANDBOUW 1953/1954. ZEEUWSCII LANDBOUWBLAD Met ingang van 1 Mei is voor het Vacantiefonds voor de Landbouw een nieuw boekjaar ingegaan. Dit betekent voor de werkgevers, dat vanaf deze datum aan de losse landarbeiders geen vacantie- bonnen van het contractjaar 1952/53 meer mogen worden verstrekt. Men moet dus nieuwe bonnen, in voorraad nemen. Oude bonnen kunnen tot Augustus a.s. bij de administratie van het fonds, Raamweg 25 te 's-Gravenhage worden ingeleverd, waarbij men kan verzoeken de waarde hiervan terug te betalen dan wel daarvoor nieuwe bonnen toe te zenden. Het is niet mogelijk vacantiebonnen in te leve ren bij de Boerenleenbank. Wij menen goed te doen een en ander onder de aandacht van de werkgevers te brengen omdat ieder jaar blijkt, dat een belangrijk aantal vacan tiebonnen verloren gaat doordat zij bij de werk gevers in het ongerede raken of door de arbeiders niet worden verzilverd op de daartoe vastgestelde data. De bedragen welke aldus het fonds toevloeien belopen enkele tienduizenden guldens per jaar. Dat ieder boekjaar nieuwe bonnen in circulatie worden gebracht, vindt zijn oorzaak in de opzet van het vacantiebonnen-systeem waarmede beoogd wordt de losse landarbeiders op tijd schadeloos te stellen tegen loonderving op dagen waarop zij geen doorbetaling van loon genieten. Bovendien wordt met dit systeem bereikt, dat vacantierechten wor den gehonoreerd in het contract jaar waarvoor de bonnen worden uitgegeven. Bij dit alles komt, dat het door de gekozen op zet, voor het fonds gemakkelijker is jaarlijks een balans te maken en rekening en verantwoording af te leggen over het beheer der geldmiddelen. De Wachtgeld- en Werkloosheidswet bepaalt, dat uitkeringen moeten worden gedaan naar het loon riat een arbeider zou kunnen verdienen indien hij niet werkloos was in het beroep dat hij gewoonlijk uitoefent. Dit impliceert dus, dat rekening moet worden gehouden met derving van tariefverdien sten. De uitvoering van dit voorschrift is in onze bedrijfstak echter niet eenvoudig. Immers niet alle arbeiders plegen in tarief te werken en voor zover dit het geval is, doen zij zulks slechts op gezette tijden. Het vorig jaar is aanvankelijk getracht door een individuele beoordeling van de werkloosheidsgeval- len na te gaan, of aanleiding bestond de uitkering naar tijdloon, met een accoordtoeslag te verhogen. Dit bleek in de praktijk echter niet doenlijk. Spoedig werd er dan ook toe overgegaan, per streek perioden af te bakenen gedurende welke de werkloze landarbeiders een accoordtoeslag in de uitkering werd gegeven. In de bedrijfsvereniging zijn intussen echter stemmen opgegaan en wel van arbeiderszijde dat deze regeling voor dit jaar niet kon worden gehandhaafd, aangezien zij te veel onbillijkheden teweeg bracht. Bovendien wenste men tegelijker tijd de gelegenheid te benutten om de uitkeringen tijdens de wintermaanden te verbeteren. In het overleg, dat over deze aangelegenheid volgde, kwam vast te staan, dat men zich van de zijde van de N.C.B.T.B. en de K.N.B.T.B. kon ver enigen met een regeling waarbij de uitkeringen in de zomer- en wintermaanden zouden worden ge baseerd op het uurloon X het aantal gewerkte uren, met dien verstande echter, dat tijdens de wintermaanden zou worden uitgegaan van een minimale arbeidsweek van 49 uur. Aanvaarding van dit voorstel zou neerkomen op een aanzienlijke verhoging van de uitkeringen tijdens de wintermaanden waarbij de losse land arbeiders zouden zijn gebaat. De arbeiders dus die er in verschillende opzichten reeds beter aan toe zijn dan de vaste arbeiders en die in de zomermaan den in de eerste plaats in aanmerking komen voor de accoordwerkzaamheden. Het behoeft geen betoog, dat een dergelijke op lossing het gevaar vergroot, dat in de volgende winter nog meer misbruik van de wet zal worden gemaakt dan verschenen winter. Misbruiken waar tegen weliswaar met kracht is opgetreden, doch waarvan moet worden betwijfeld, of deze doeltref fend kunnen worden bestreden. Wij begrijpen dan ook niet, hoe men er van werkgeverszijde toe is kunnen komen, een voorstel met dergelijke con sequenties te verdedigen. Hier komt nog bij, dat wij deze oplossing in strijd achten met de bedoe ling van de wetgever, welke heeft voorgeschreven, dat uitkering moet worden gedaan naar het loon dat de werkloze arbeiders zouden hebben verdiend. Dit alles neemt echter niet weg, dat ook wij van oordeel zijn dat het op grote practische moeilijk heden stuit om door middel van een individuele beoordeling vast te stellen wie wel en wie niet in aanmerking komt voor een accoordtoeslag op de werkloosheidsuitkeringen. Onder dergelijke omstandigheden ligt het voor de hand, dat naar een algemene regeling wordt gezocht welke gemakkelijker uitvoerbaar is. Kiest men voor een algemene regeling dan zal deze echter uitsluitend moeten gelden voor de periode waarin van betekenis accoordwerkzaam heden worden verricht. Dit zijn nu eenmaal de zomermaanden waarin niet alleen de werkgelegen heid veel ruimer is, doch bovendien misbruiken veel gemakkelijker kunnen worden tegengegaan. Het komt ons dan ook voor, dat de oplossing voor de onderhavige aangelegenheid moet worden gezocht in een verhoging van de uitkering tijdens de zomermaanden met een zodanig percentage, dat de derving van de tariefinkomsten wordt ge compenseerd. Voor uitzonderingsgevallen tijdens de wintermaanden zou een bijzondere regeling kunnen gelden. In verband met het standpunt dat de C.B.T.B. en de K.N.B.T.B. reeds hebben ingenomen, ziet het er niet naar uit, dat de door ons voorgestelde op lossing in de bedrijfsvereniging ingang zal vinden. Welke regeling van kracht zal worden, staat voorshands nog niet vast, daar de bedrijfsvereni ging nog overleg zal moeten plegen met het Alge meen Werkloosheidsfonds. N. A. V. Nu de voorjaarswerkzaamheden weer zo ver gevorderd zijn, dat het onderhoud van de vruchten de nodige aandacht vraagt, menen wij goed te doen de nieuwe accoordtarieven voor het onderhoud van de bieten te publiceren, t.w.: Bieten doorslaan 33,50 tot 39,50 per ha per keer. Bieten opéénzetten 28 tot 35 per ha per keer. Bieten le maal wieden 55 tot 63 per ha per keer. Bieten 2e maal wieden 39 tot 45 per ha per keer. Bij rijenafstand van 45 cm en daarboven moeten de minimum- en maximumtarieven met 10 worden vetlaagd. Voor bovenstaande tarieven moeten de bieten tenminste éénmaal vanwege de werkgever, met de machine worden gewied. De aandachtige lezer zal opmerken, dat de nieuwe tarieven voor 1953 in vergelijking met 1952 met ƒ1 zijn verhoogd. Voor een normaal gewas dient steeds het gemiddelde tarief te worden ge nomen. In sommige gevallen worden de bestrijdings middelen w,el opgeborgen, doch is de plaats waar men ze bewaart te enenmale ongeschikt voor dit doel. Een giftige stof hoort niet thuis in een pro visiekast of kelder. Een dergelijke opslagplaats gebruiken voor giftige stoffen, leidde er zelfs eens toe, dat D.D.T. werd gebruikt om pannekoeken te bakken. De hier aangehaalde voorbeelden kunnen nog met een hele serie worden aangevuld. Geen fan tasie-verhalen, doch gevallen die zich hief in Ne derland voordeden. Voor een goed begrip zij vermeld, dat men bij het opbergen van giftige stoffen aan enkele wette lijke eisen moet voldoen: le. Op de verpakkingen moet duidelijk zijn aange geven welke giftige stoffen zij bevatten. 2e. De giftige stoffen moeten zodanig worden op geborgen dat zij niet in handen van onbevoegden kunnen komen. Punt 1 behoeft geen nadere uitleg. Ongeacht welke verpakking er wordt gebruikt, deze dient van een duidelijk opschrift te zijn voor zien, vermeldende wat de verpakking bevat en zo nodig met de waarschuwing er bij, dat de inhoud giftig is. Wat punt 2 betreft, dienen wij goed voor ogen te houden, dat de giftige stoffen niet in handen van onbevoegden mogen kunnen komen. Het is dus niet voldoende als de giftige stoffen op een hoge plank worden gezet, of in een kast die niet op slot kan. Voor het opbergen van bestrijdingsmiddelen is De maximumtarieven mogen slechts in bijzon dere omstandigheden overschreden worden en dan pas na toestemming van de Provinciale Sociale Commissie. Voor de nieuwe C.A.O. Tuinbouw zijn de voor stellen ter goedkeuring aan het College van Rijks bemiddelaars verzonden. Ten aanzien van de C.A.O. voor 1952/1953 zijn geen wijzigingen voor gesteld, zodat dus de oude lonen gehandhaafd kunnen blijven. Omtrent de vacantietoeslag zij nog opgemerkt, dat deze in de landbouwsector verplicht is gesteld, doch voor de tuinbouw niet. Gezien het gemengde bedrijfstype in Zeeland adviseren wij echter de tuinbouwwerkgevers, zo mogelijk, ook deze vacantietoeslag uit te betalen. Vragen over deze zaken steeds te richten aan het Secretariaat Z. L. M., Afdeling Werkgeverszaken, Landbouwhuis, Goes. de L. De voorstellen voor de nieuwe C.A.O. Landbouw 1953/1954 zijn intussen eveneens aan het College van Rijksmiddelaars ter goedkeuring voorgelegd. In deze voorstellen zijn dezelfde week- en uur lonen van het oud contract gehandhaafd. Slechts in de tarieven komen enkele kleine wijzigingen (zie bovenstaande tarieven „onderhoud bieten". Door de vele evacuatieadressen verloopt de ver zending niet altijd naar wens, al wordt onzerzijds het uiterste gedaan om hier zo goed mogelijk in te voorzien. Indien men klachten heeft over de toezending verzoeken wij U dringend deze even per briefkaart te willen melden, met opgave van de data waarop het blad niet of te laat werd ontvangen. Een onderzoek naar de oorzaak is alleen mogelijk als dit direct kan worden ingesteld. De briefkaarten kunnen gericht worden aan het Secretariaat der Z. L. M., Landbouwhuis te Goes. er slechts één goede oplossing, n.l. een aparte, uit sluitend voor dat doel bestemde, afgesloten berg ruimte. Heeft men niet de beschikking over een apart schuurtje, of een voldoende grote kast, dan is de beste oplossing een apart afgeschoten gedeelte te maken in de bergplaats van de machines. Dit afgeschoten gedeelte moet degelijk afgeslo ten kunnen worden. In elk geval moet er naar gestreefd worden, de bestrijdingsmiddelen verre te houden van hooi, stro, veevoeder en vee. Punt 2 geldt evenzeer voor het bewaren van bestrijdingsmiddelen, als men er mee op het land of in de boomgaard werkt; de verpakkingen dus niet laten slingeren aan een slootkant, onder een boom, tegen een schuurtje of anderszins. Berg ze op in een grote mand of kist, die zo mogelijk in een schuurtje gezet moet worden, dat kan worden afgesloten. Ook mag men lege verpakking onder geen en kele voorwaarde laten slingeren. Verzamel de lege verpakkingen en begraaf deze zo diep mogelijk, doch niet te dicht bij een sloot of ander water, waaruit het vee kan drinken, of waarin de kinderen kunnen pootje baden e.d. Nogmaals, de bovenbedoelde voorzorgsmaat regelen zijn krachtens de Veiligheidswet verplicht. Wie hieraan niet de hand houdt, loopt de risico vroeg of laat met de rechter in aanraking te komen. Opbergen en etiketteren van bestrijdingsmidde len is een ernstige zaak, die flink aangepakt zal moeten worden. Indien nodig, begin dan reeds nu met het nemen van de nodige maatregelen voordat het te laat is Wanneer een landbouwer een baal calcium-arsenaat mengt door de specie, die hij nodig heeft voor het bouwen van een schuurtje, dan is er blijkbaar iets niet in orde met de etikettering en opslag van het calcium-arsenaat. Ook moet er iets mis zijn, als een landbouwer een plantenziektenbestrijdings- middel mengt door het veevoeder en dit mengsel aan zijn beesten te eten geeft. Het ligt voor de hand, dat in deze gevallen de etikettering en de opslag van het bestrijdingsmiddel alles te wensen overlieten. In dit opzicht wordt trouwens zeer veel gezondigd. De bestrijdingsmiddelen worden dikwijls helemaal niet op geborgen. Ze worden eenvoudig ergens neergelegd of gegooid, soms zonder een enkele aanduiding over wat de verpakking nu eigenlijk bevat. Daardoor kunnen gevaarlijke vergissingen worden gemaakt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 4