Ventileren en drogen van granen ZITDAGEN OP DE ERE-GALERIJ Fa M. PIEPER&ZONEN 'Kansomes AANBOUW-WERKTUIGEN LET OP DE UITBREIDINGSPLANNEN. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Met de intrede van de maaidorser werd de Nederlandse landbouw na de tweede wereldoorlog voor een groot aantal nieuwe mogelijkheden, maar ook voor een groot aantal nieuwe moeilijkheden gesteld, o.a. het probleem van te vochtig graan. Nu is het niet zo, dat we zonder meer de maaidorser en te vochtig gedorst graan mogen beschouwen als iets dat onvermijdelijk aan elkaar gekoppeld is. Vroeger werd het graan eerst gemaaid en dan enige tijd in hokken of kleine schelven op het veld te drogen gezet, voordat men het ging binnenhalen. Het dorsen geschiedde dan op een ogenblik, dat men er ruim de tijd voor had, dus meestal in de winter. Het graan was dan behoorlijk droog, want het was al goed droog binnen gekomen of aan de mijt gezet tenzij lekkage of inregenen een spaak in het wiel hadden gestoken. De meeste boeren wisten uit ervaring, dat het niet raadzaam was om vochtig graan in te halen, daar dit dan ging broeien (haver en gerst) en/of schimmelen (tarwe), al kon het ene gewas wel iets meer verdragen dan het andere. Men werd echter niet voor de mogelijkheid gesteld om min of meer te gaan knoeien. Op 1 Mei was het 25 jaar geleden, dat Wilhel mus van der Zande, uit Oud-Vossemeer, in dienst trad van de heer B. J. Frederichs te Oud-Vosse meer. De nog jeugdige jubilaris hij kwam reeds op 14-jarige leeftijd op het bedrijf wensen we van harte een verdubbeling van dit aantal jaren toe. Wij menen, dat de werkgever hier geen enkel bezwaar tegen zal hebben en hopen, dat de goede verhouding bestendigd zal blijven. VRAUBT UW HAMDCIMAR FIRMA FRANKEN A VAN WEEL- GOES Met de maaidorser ligt dit anders. De mogelijk heid tot goed werken is er echter evenzeer. Als men het graan goed op stam laat rijpen en 's mor gens niet te vroeg begint, zodat de dauw goed op getrokken is, en 's avonds niet te lang doorgaat met maaidorsen, dan behoeft men toch heus geen te vochtig graan in de zak te krijgen. Maar dit is vaak in een natte zomer, zoals ook in 1952, schone theorie. Bij ongunstige weersomstandigheden verloopt de oogstcampagne heel anders dan men zich had gedacht. Door de vele itegen legert er veel meer graan. Ook kan het zijn dat het graan te rijp wordt voor de zelf binder, immers we krijgen dan te veel zaadverlies. Het gevolg hiervan is dat men er met de maaidorser op aftrekt, zodra het even mogelijk is. De loonwerker heeft dan werk te over en stelt de boeren voor de keus: het graan er direct af te rijden of pas dan wanneer zijn programma afge werkt is. Zodoende is het meer dan eens voorge komen dat er 's nachts een perceel gerst gemaai- dorst werd. De graandrogers kunnen het dm twee redenen niet meer aan: le is het graan veel vochtiger en moet er soms 5 a 6 vocht en nog wel eens meer ver wijderd worden. Hierdoor daalt de capaciteit van de graandrogers. 2e wordt er nu veel meer graan aangevoerd, dan onder normale omstandigheden, want de maai dorsers werken veel meer uren. Het tempo van het maaidorsen kan dus onder ongunstige omstandigheden bepaald worden door de capaciteit der drogers. Het maaidorsen moet dan afgeremd worden om de drogers gelegenheid te ge ven de voorraad nat graan te verwerken. Volgt op een min of meer natte periode zeer gunstig oogst- weer, dan heeft dit tot gevolg dat de drogers capa citeit over hebben. Het is duidelijk dat dan een voldoend veilige, tijdelijke opslag van nog te drogen graan nodig is, om de pieken van het graandrogen af te vlakken. Nu we de beschikking hebben gekregen over aardappelbewaarplaatsen met buitenluchtkoeling, kwam direct de gedachte naar voren of een derge lijk ventilatiesysteem ook niet voor meer doelein den gebruikt kon worden. Daar de aardappelen hierbij niet alleen gekoeld, maar ook gedroogd worden, meenden velen dat hierdoor ook graan gedroogd zou kunnen worden. Er is echter een belangrijk verschil. Het drogen van de aardappelen is een kwestie van uitwendig vocht, terwijl bij drogen van graan sprake is van inwendig vocht, dat zich veel moeilijker laat ver dampen. Daarnaast gaf de aanhoudende reclame voor het drogen van -jgraan met onverwarmde buitenlucht door middel van een Tacco-instaliatie, ook aanleiding om deze kwestie eens grondig te bekijken. Want niet alleen is het van belang te weten in hoeverre drogen mogelijk is, maar ook of we een té vochtige partij graan op deze wijze kunnen opslaan. Hierdoor zouden we een opeen hoping van vochtige producten bij de graandrogers kunnen voorkomen en bovendien een belangrijk betere spreiding in de aanvoer kunnen krijgen. Ook het vervoer van de producten op deze voor de boer toch al drukke dagen, kan zodoende zeer beperkt worden, wanneer hij op zijn boerderij de beschikking heeft over zo'n met lucht geventileerde ruimte. Het vervoer kan dan verlegd worden naar minder drukke dagen, of kan geheel komen te vervallen, als het hem lukt het graan voldoende droog te krijgen. Daarnaast is het misschien ook niet uitgesloten, de droogkosten op deze manier te verlagen. De droogkosten mogen echter ook wel geringer zijn bij deze wijze van drogen, want als het graan los gestort wordt op het ventilatiesysteem, moet het na het drogen ook weer opgeschept en opgezakt worden. Dit is nog een zeer arbeidsintensieve bezigheid. Een afzuiger met opzakinrichting wordt bijna noodzakelijk, maar een middelgroot bedrijf zal nog niet zo spoedig tot de aanschaf hiervan overgaan. Wanneer het nu ook mogelijk zou zijn, het graan in zakken goed te houden en eventueel te drogen, zouden deze bezwaren zich niet meer doen gelden. De nieuwe methode heeft bovendien voor zaai granen en brouwgerst het voordeel dat de droging langzaam en zeer geleidelijk verloopt, waardoor de kiemkracht minder in gevaar kan komen. Uit de proeven is gebleken, dat te vochtig graan door middel van ventilatie veilig bewaard kan worden. Om echter te kunnen drogen moeten we nauwgezet de vochtigheid van het graan en van de buitenlucht en de temperatuur van het graan en van de buitenlucht opnemen. Wanneer moet nu geventileerd worden Is het graan erg vochtig (20 of meer) dan kunnen we practisch altijd draaien en wij zullen dat de eerste dagen zelfs ook moeten doen om broei te voorkomen. Is het vochtgehalte 18-19 dan moet de relatieve vochtigheid van de buiten lucht lager zijn dan 80 Bij een vochtgehalte van het graan van 17 kunnen we slechts lucht met een relatieve vochtigheid van hoogstens 73 gebruiken. Gemiddeld is de relatieve vochtigheidsgraad in het Zuidwestelijk Kleigebied in Augustus 76 en in September 79 Om te kunnen drogen tot bijv. 16 vocht, moeten wij het weer wel erg mee hebben. Gemiddeld kunnen we in Augustus echter 17% bereiken en in September 19 Om lager te kunnen komen, moeten we dan ook zeer nauw gezet te werk gaan. In de eerste plaats moet ge regeld (van uur tot uur) de relatieve vochtigheid worden afgelezen. Zodra die boven de genoemde grenswaarden (afhankelijk van de vochtigheid van het graan) stijgt, moet de ventilator afgezet wor den. Ook moeten wij de temperatuur van het graan en de buitenlucht controleren. Is de graantem- peratuur laag en de buitentemperatuur hoog, dan moet er niet gedraaid worden, tenzij de relatieve vochtigheid zeer laag is. De buitentemperatuur mag echter nooit meer dan 5° C. hoger zijn dan die van het graan. Is dit wel het geval, dan daalt de temperatuur van de aangevoerde lucht in het graan snel, waardoor de kans op condensatie sterk toeneemt en het tegengestelde wordt bereikt van wat wij wilden. Daarom 's nachts nooit draaien als het tenminste niet nodig is om broei te voorkomen daar wij dan de temperatuur van het graan omlaag brengen en dus overdag van een droge lucht niet het volle profijt kunnen trekken. Wil men met de medewerking van het weer enig resultaat boeken, dan moet men zich er eerst van Overtuigen of de capaciteit van de ventilator vol doende is en deze de verhoogde tegendruk kan weerstaan, want deze is in het graan veel hoger dan aardappelen. Daarnaast moet men zeer nauw gezet het verloop van de temperatuur en de rela tieve vochtigheid volgen. Doet men dit, dan kan men zelfs al onmiddellijk bepalen wanneer het ventileren drogend effect sorteert. Stijgt de buiten temperatuur van uur tot uur en daalt de relatieve vochtigheid, dan kunnen wij bij droging consta teren, dat de temperatuur in het graan daalt of gelijk blijft. Dit is duidelijk als wij bedenken, dat er voor verdamping warmte nodig is. Vindt er geen verdamping plaats, dan zal het graan trachten de buitentemperatuur aan te nemen en zal dus ook de temperatuur stijgen. Om echter onafhankelijk van het weer te zijn, is .het aanbevelenswaardig, teneinde voldoende droging te waarborgenl, de lucht voor te verwar men, zodat de inlaattemperatuur 5 a 10 C stijgt. Hiertoe zou een of andere verwarmingsbron in geschakeld kunnen worden, zodra de weersge steldheid te ongunstig wordt voor het drogen. Waarschijnlijk is een kleine oliebrander een zeer aanvaardbare oplossing. Hiervoor is door N.V. Stookindustrie reeds een brander ontworpen, die als Prior oogstdroger in de handel wordt gebracht. Op deze wijze wordt een nieuwe droogmethode ontwikkeld, die het grote voordeel heeft dat ze universeel is, d.w.z. op practisch alle landbouw producten kan worden toegepast. Voor de Rijkslandbouwconsulent, De ingenieur voor het Onderzoek, Goes. Ir. M. SANDERS. ZEEUWS VOORLICHTINGSINSTITUUT OP VERZEKERINGSGEBIED Z. V. V. HULST: Maandag 4 Mei a.s. in Hotel „De Koren beurs", van 2.304 uur (de heer Wegner). OOSTBURG: Woensdag 6 Mei a.s. in Café „De Vuijst", van 24 uur (de heer Cevaaï). MIDDELBURG: Donderdag 7 Mei a.s. in Café „De Eendracht", van 13—16 u. (de heer Cevaal). ZIERIKZEE: Donderdag 7 Mei g.s. in „Huis van Nassau", van 1113 uur (de heer Wegner). AXEL: Zaterdag 9 Mei a.s. in Hotel „De Graan- beurs", van 2.30—4.30 u. (de heer Wegner). GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhüïs. Komt hier met Uw vragen op het gebied van de kapitaal-, pensioen-, lijfrente-, studie- en uitzetver- zekering. Laat Uw bestaande polissen door onze deskundigen controleren en vraagt hun medewer king omtrent af te sluiten nieuwe posten. o ZEEUWS VOORLICHTINGSINSTITUUT VOOR DE BRANDVERZEKERING (Z.V.B.). ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 7 Mei a.s. in „Hof van Holland", van 10.30—12.30 uur (de heer Van Burg). GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhuis. Laat Uw brandpolissen door onze deskundige adviseur controleren. Zulks kan voor U zeer be langrijk zijn. Inlichtingen steeds verkrijgbaar bij het Secreta riaat Z. V. B., Landbouwhuis, Goes. ZOUTELANDE. Van 8 tot en met 22 April ligt ter gemeente secretarie voor een ieder ter inzage het plan tot herziening van het uitbreidingsplan, zoals dat door de Raad dezer Gemeente is vastgesteld op 2 April 1953. Belanghebbenden, die zich met bezwaren tot de gemeenteraad, hebben gewend, kunnen van 22 April tot en met 3 Juni 1953 bij Gedeputeerde Staten van Zeeland bezwaren indienen. Luchtgekoelde Aardappelbewaarplaatsen kunnen door ons worden voorzien van de „Prior" Oogstdroger Met dit olie-stook-apparaat kunnen alle soorten graan tot het gewenste vochtgehalte worden ge droogd. De droogkosten bedragen hierbij normaal circa 35 et. per 100 kg. Evenals de luchtkoeling in aardappelbewaarplaat sen, worden de „Prior'-oogstdrogers door ons vak kundig geïnstalleerd en naar de terzake gegeven aanwijzingen van de Landbouwvoorlichtingsdienst. Oostweg 44 KRABBENDIJKE Telef. 36

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 3