Wij lazen voor li SM Arbeidsmethoden in de SnESR k WÊ ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Uitgaande van een artikel geschreven door Ir. A. Moens, voorkomende in het derde CoCoBro- jaarboekje, (van de Stichting voor coördinatie van cultuur en onderzoek van broodgraan) willen we enige opmerkingen maken over de arbeidsmetho- den die gebruikt kunnen worden in de graanoogst. De schrijver merkt terecht op dat dit niet over bodig is. De graanoogst vormt één van de toppen in de arbeidsbehoefte gedurende het oogstseizoen. Deze drukte heeft weer tengevolge, dat de boer in deze tijd ook weinig in de gelegenheid is om elders te gaan kijken, zodat belangrijke vereenvoudigin gen Jicht aan hem voorbijgaan. Zodoende is er dan ook voldoende reden om de nieuwste inzichten op dit gebied op ruime wijze te verbreiden, opdat een ieder er z'n voordeel mee kan doen. De schrijver gaat uit van 4 systemen bij de graanoogst: A. maaien ophokken binnenhalen sta- tionnair dorsen op de boerderij. B. maaien ophokken stationnair dorsen op het veld of de boerderij inhalen van stro en graan. C. maaien ophokken rijdende dorsen stro en graan afzonderlijk binnenhalen. D. maaidorsen graan (en stro?) afzonderlijk binnenhalen. Systeem A. Systeem A is het van ouds gebruikelijke en heeft de vol gende voordelen: sWVWl^VW i De schoven zijn gemakke- lijk hanteerbaar. graanoogst 2°. Tijdens het maaien is het gewas nog niet voldoen de rijp en moet nadro- gen. 3°. Spreiding van het werk is mogelijk, daar het dorsen veelal pas in de slappe wintermaanden plaats vindt. 4°. Als er goed wordt opgchokt zijn de schade- risico's gering. De nadelen zijn de volgende: 1°. Het aantal manuren is groot, o.a. doordat de schoven vóór het dorsen vier maal worden verplaatst. 2°. De transportkosten zijn hoog door de losse pakking. 3°. Bij het laden en lossen wordt veel handwerk 3' £evVc(agö, daar transporteur en blazèr alleen Hijihdge stapeling voordeel gevent 4°. Het dorsen van zaaigranen b.v. kan niet altijd in de wintermaanden plaats vinden, zodat de voordelen van het dorsen in deze periode weg vallen. Het dorsen in de grote schuren, welke hoge bouwkosten vergen, is een onaangenaam karwei. 5°. Gedurende een klein aantal dagen is een groot aantal mensen nodig, daar de capaciteit van de tegenwoordige dorsmachines hoog ligt. Systeem B. De werkvermindering bij het dorsen op het veld is reeds vrij groot, zoals uit onderstaand tabelletje blijkt. Aantal manuren per ha: Direct dorsen Later dorsen geplaatst. Van de 39 schoven staan dus slechts 5 met de aren naar buiten. 2°. Schelven bestaande uit een dubbele grond laag van 2x4 schoven. Op de band van de buiten ste schoven komen dan nog eens 2X4 schoven. Daarna wordt een aantal schoven spiraalsgewijze opgestapeld, totdat de top met een aantal schoven wordt afgedekt die met de aren naar beneden komen. Beide soorten hebben bij proeven goed voldaan. Bij het maaien worden de schoven één keer op de zeven gangen dicht bij het stoppeleinde gebonden, om het splijten van de kopschoven te vergemak kelijken. Het drogen gaat minder snel, doch de risico's zijn ook weer veel geringer. Het bezwaar van het langzame drogen is niet aanwezig bij de in Zee land veel toegepaste Duitse stuken. De arbeids behoefte blijft bij al deze typen hetzelfde. Het extra werk wordt ruimschoots vergoed door de betere kwaliteit van graan en stro. Het verdient aanbeveling om haver en gerst te ruiteren i.v.m. de langere tijd dat deze op het veld doorbrengen. Dit ruiteren vergt ongeveer 75 meer tijd dan het opzetten van de hokken. Rijdende dorsen. De machines die geschikt zijn voor het rijdende dorsen zijn dit vaak niet voor het stationnaire dor sen. Er is veel extra arbeids vermogen nodig, terwijl de ca paciteit aan de lage kant is. De dorsmachine moet zijn uit gerust met zelfvoeder en zak- kenheffer. Als er met een draadpers wordt gewerkt kan met 6 personen worden vol staan, zodat uit dit oogpunt het rijdende dorsen wel aan trekkelijk is. Systeem D. Het drogen van graan geeft bij het maaidorsen extra kosten in vergelijking met het maaien met de binder. Het probleem van het stro is verder nog lang niet opgelost. Dit moet in de regel nog wat nadrogen met het.risico dat het één of meer dere keren natregent. Het kwaliteitsverlies ge paard gaande met opbrengstverliezen geeft een waardevermindering. Schrijver geeft een overzicht van de kosten gebaseerd op de cijfers van Decem ber 1952: Kosten 1 ha tarwe (4]A ton graan -1 Binderen en dorsen Maaidorsen: kosten Maaien Ophokken Binnenhalen Dorsen Totaal r 50,— 20,— 60 100,— 230,— Maaidorsen Graantransp. Stropersen Strotransport 70,— 10,— 50,— 25,— 155,- •Maaien Ophokken Binnenhalen Dorsen 10 12 40 62 10 10 30 30 80 Totaal Deze werkbesparing wordt veroorzaakt doordat: a. het opstapelen in en weer leeghalen van het vak vervalt; b. er op de transportkosten wordt bespaard. Vanzelfsprekend hangt het geheel af van de tijd dat in de schuur gedorst zou worden of deze ar beidsbesparing ook van betekenis is. Zo kan men dit direct afdorsen dan ook het meeste zien op bedrijven die veel zaaigranen verbouwen. Die deze dus ook zo snel mogelijk af moeten leveren. Een nadeel van deze methode is het langer in beslag nemen van de grond door de oogst en het groter aantal benodigde dorsmachines, dus hogere kosten. Systeem C. Ophokken. Er moet voor gezorgd worden dat de schoven goed worden opgezet, teneinde schot te voor komen. In plaats van de gewone hokken van 812 schoven beveelt schrijver grotere hokken aan en wel: 1°. dekhopen bestaande uit een grondlaag van 2x6 schoven met hier tegenaan eveneens 2X6 schoven. Op de band van de buitenste worden dan nog 2x5 schoven geplaatst, waarna nog 5 RChoven met de aren omlaag hier bovenop worden 1°. Kan met een trekker en binder op luchtban den zonder het vooraf maaien van de kanten begonnen worden, waardoor 5 manuren per ha wórden bespaard. 2°. Kan er een schovenvanger op de binder wor den gemonteerd. 3°. Verdient het gebruik van platte lage wagens met vóór en achter oogstramen de voorkeur. Opsteker en voerlegger moeten elkaar afwis selen teneinde vermoeidheid tegen te gaan. 4°. Door het gebruik van transporteurs en blazers gaat het lossen 20 sneller, terwijl op grote hoogte met 1 a 2 man minder gewerkt kan worden. 5°. Bij het dorsen kan van een schoventranspor teur en een zelfvoeder gebruik gemaakt wor den. Boven dit alles staat echter steeds een goede organisatie, vooral wat het laden en lossen der wagens betreft. 5 ton stro) Man uren 4 6 5 15 30 Worden de kosten voor het drogen gesteld op 45,per ha, dan bedragen de kosten voor het maaidorsen ƒ200,per ha. Tegenover een werkbesparing van 70 staat een verlies aan geldelijke stro-opbrengst bij het maaidorsen. De schrijver stelt de grenzen voor tarwe en haver bij een stroprijs van ƒ30,en voor gerst bij 50,per ton stro. Boven deze grenzen wor den dus de lagere kosten van het maaidorsen ge compenseerd door de hogere stro-verliezen. Zolang de afzetmogelijkheden voor het stro gunstig blijven is uitbreiding van het aantal maai dorsers niet gewenst, zo meent de schrijver. De bovengenoemde arbeidsbesparing van het maai dorsen houdt tevens rekening met de uren gedu rende de wintermaanden, nodig voor het dorsen. Houdt men deze werkzaamheden buiten de bereke ning dan is de werkbesparing nog maar 40 Andere mogelijkheden by werkbesparing. De vanouds bekende methode van het maaien en inhalen leent zich terdege nog wel voor bespa ringen op het aantal uren, zodat dit zelfs tot 30 a 35 manuren per ha kan dalen. De schr. noemt een aantal mogelijkheden, waarvan we er een paar overnemen. Het door ons aangehaalde artikel bevat voor het normale bedrijf in het Z.-Westelijke gebied vele goede wenken voor de arbeids- en kostenbesparing bij de graanoogst. Eén ding komt er niet voldoende in tot uiting, wat gezien het verspreidingsgebied verklaarbaar is: de wisselvalligheid bij de afzet van het stro en de daarmee samenhangende prijzen. We hebben hier reeds meerdere malen de aandacht op moeten vestigen. Zolang er geen afzetorganisatie bestaat die deze afzet kanaliseert, wordt iedere berekening over het al dan niet rendabel zijn van het maai dorsen op losse schroeven gezet. Men vergete daar bij niet dat het aanschaffen van een maaidorser grote investeringen met zich meebrengt; naast de aanschaf van de machine zelf op het bedrijf moe ten er mogelijkheden vospr het drogen en het op slaan van het graan gescjhapen worden. En overal waar grote bedragen geïnvesteerd worden dient tevens rekening gehouden te worden met de mo gelijkheden van toekomstige ontwikkelingen. De risico's die men hierbij op zich neemt zijn des te groter, naarmate de berekeningen optimistischer worden opgesteld. Voordat men overgaat tot het aanschaffen van een maaidorser zou veelal wat meer aandacht be steed moeten worden aan de verbeteringsmogelijk heden, die met behoud van de oude methode moge lijk zijn. Voor het „zoute" bedrijf liggen deze problemen weer geheel anders. Een groot percentage van de oppervlakte is ingezaaid met gerst die naast een •matige tot zeer matige korrelopbrengst waarschijn lijk ook kort stro zal opleveren. Het maaidorsen van de gerst ligt op deze bedrij ven wel zeer sterk voor de hand. Door de grote oppervlakte zijn arbeids-moeilijkheden te verwach ten, terwijl ook het aantal maaidorsers Icing niet toereikend zal zijn. Door de Rijkslandbouwconsulent te Zevenbergen werd hier onlangs nog op gewezen in het N.-Brab. gedeelte van ons blad (4 en 25 April). De aanschaf van maaidorsers voor dit doel kan dan ook niet verantwoord worden geacht, tenzij dit gebeurt in combinatie met anderen. In hoofd zaak zal men echter aangewezen blijven op de hulp van derden, wat uiteraard een goede voorbereiding en een uitvoerige organisatie zal vergen. Het is de vraag of het lonend zal zijn het stro te verzamelen en te bewaren, gezien het grote aantal arbeids uren (20 manuren/ha) en de hoge kosten (ƒ75, per ha). Buiten het verbranden, dat wij ten allen tijde als een uiterste noodsprong willen blijven be schouwen, zou dan nog het onderploegen van het stro overblijven. Dit wordt echter bemoeilijkt door de eisen die aan de plöegdiepte gesteld moeten worden. Alleen als men er in slaagt het stro sterk te versnipperen, kan het onderploegen met rede lijke kans van slagen worden ondernomen. Men moet dan geen hoge eisen stellen. Het gevaar van te diep ploegen is hierbij steeds aanwezig. Dit versnipperen heeft tot nu toe nooit veel op gang kunnen maken. Enerzijds vergt het veel trek kracht en wel des te irféfer naarmate men een fij ner product wenst; anderzijds vergt het apparaat een belangrijke extra uitgave, terwijl nog wel eens storingen op kunnen treden. Het zoeken naar een goede oplossing voor dit probleem is reeds begonnen. Moge het op een dus danige wijze worden opgelost dat de toch reeds zwaar getroffen boeren niet reeds nu belast wor den met nieuwe investeringen, die zij eerst over jaren afgeschreven kunnen hebben. B. Stuifpoeder 5 °/0 Spuitpoeder 25 Mengolie 50 tegen Vlasthrips Een produci van NV. N0URY VAN DER I ANDES EXPLOITATIE MlJ.Deventer. 51 i Goöfwratie*

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 2