De landbouwwerktuigen in de overstroomde gebieden Vergoeding voor levensonderhoud De Overheid heeft een pamflet in het Engels uitgegeven: The Food, 1st February 1953, waarin de omvang van de ramp voor buitenlanders wordt uiteengezet o.m. in cijfers over de overstroomde oppervlakte, het aantal slachtoffers, het aantal verwoeste huizen en boerderijen, het verdronken vee. Hieruit blijkt, dat er 160.000 ha, waarvan 133.000 ha cultuurgrond, (dit is 5,7 van de totale oppervlakte aan cultuurgrond In Nederland), onder water heeft gestaan. De algehele schade is nog moeilijk nauwkeurig vast te stellen, maar zal zeker 5 van het nationale inkomen bedragen, wat overeenkomt met een bedrag dat de jaar begroting van onze defensie benadert. Het is de bedoeling in het kort iets mee te delen over de ervaringen en de resulta ten van de berging der landbouwmachines en -werktuigen. In de eerste week van Februari werden de eer ste technische noodploegen samengesteld uit mede werkers van het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie, het Instituut voor Tuinbouw techniek en het Consulentschap voor Landbouw werktuigen. Ze vertrokken op 9 Februari als eer sten van een grote stroom van helpers. De omvang van de ramp maakte immers hulp op grote schaal noodzakelijk. Het is nog te vroeg om de geschiedenis van deze hulpactie thans reeds te beschrijven, maar op en kele feiten kan wel worden gewezen. In de eerste plaats waren er de moeilijkheden met de berging. Een organisatie hiervoor was er niet en zo werd deze berging in verschillende ge bieden opgedragen aan medewerkers van het Bu reau Oogstvoorziening. Deze dienst heeft uitste kend werk gedaan. Persoonlijk heb ik ervaren, dat avond aan avond tot diep in de nacht bespre kingen werden gehouden om voorbereidingèn te treffen, plannen uit te werken en over bergings moeilijkheden en -mogelijkheden te overleggen, ten einde zo spoedig mogelijk de kostbare land bouwmachines weer boven water te krijgen. De technische hulpverlening was de hierop aan sluitende fase, want zonder deze zou de redding weinig zin hebben. Een groot verschil kan op dit punt worden geconstateerd tussen de behandeling van de landbouwtrekkers en die van de geredde auto's. De trekkers werden direet door een nood1 behandeling zo goed mogelijk tegen verder bederf gevrijwaard. Bij de definitieve reparatie is nu ge bleken, dat de herstelkosten niet komen boven 1020 van de aanschaffingswaarde. Vele auto's evenwel, die uit het water waren opgevist, stonden dagen nadien nog onberoerd en het is wel zeker, dat daarvan later niet veel meer te redden valt. De opmerking „de verzekering betaalt toch wel" kan m.i. niet worden geaccepteerd, want het gaat er hier toch om de voor de gemeenschap waarde volle machines te behouden. Dat het werk van de commissie Noodvoorziening Landbouwwerktuigen in dit opzicht resultaat heeft gehad, staat vast. De eerste aandacht bij de berging en conserve ring van werktuigen is uitsluitend gericht geweest op de machines waarin het meeste kapitaal zat en die het meest kwetsbaar waren, zoals trekkers, maaidorsers, dorsgarnituren e.d. Bij de behandeling van trekkers is gebleken, dat de meetinstrumenten zoals oliedruktemperatuur-, ampèremeter zonder meer dienen te worden afge schreven. Onderdelen van bepaalde aluminium- alliages waren er vaak zo slecht aan toe, dat ze pokdalig of geheel verteerd bleken. Het mechani sche deel van de motor zag er in verreweg de meeste gevallen echter nog goed uit. Een pro bleem vormden de electrische installaties: dynamo, startmotor, magneet, accu en dergelijke. Een ver tegenwoordiger van een der fabrikanten hiervan wist geen beter advies te geven dan: „gooi alles maar weg; het is toch niets meer waard". Dit „des kundig" advies is gelukkig niet opgevolgd en vele trekkers lopen al weer geruime tijd met de oor spronkelijke onderdelen die zo goed mogelijk door de reparateurs behandeld zijn. Voor een goede revisie van een trekker is het noodzakelijk, dat deze geheel uit elkaar wordt ge nomen om er zeker van te zijn, dat geen slib in de lagers of op andere kwetsbare delen is achterge bleven. Daarbij zal het voorkomen, dat men ver sleten onderdelen tegenkomt. Uiteraard is de juis te handelwijze in dergelijke gevallen de versleten onderdelen te vervangen, want anders dient later de trekker weer te worden gedemonteerd en moe ten er weer werkuren aan ten koste worden ge legd. De nota dient dan te worden gesplitst in een nota voor waterschadereparatie en één voor slij- tage-reparatie, waarbij de werkuren op de eerste komen, omdat de trekker hiervoor uit elkaar ge nomen werd. Uit sommige noodgebieden, b.v. Schouwen-Dui- veland en Tiengemeten, moesten de trekkers wor den afgevoerd, omdat op de aldaar aanwezige be drijven niet alle machines onder handen konden worden genomen. Dit geschiedde, indien enigszins mogelijk, in overleg met eigenaar en importeur van het desbetreffende merk. Wat de definitieve reparatie betreft, iedere boei* en reparateur dient er nogmaals nadrukkelük op te worden gewezen, dat deze zo spoedig mógelijk moet geschieden en in elk geval niet later dan vier weken nadat de noodbehandeling is toegepast. Maaidorsers behoorden ook tot de geredde werk tuigen. Deze zijn dikwijls vervaardigd uit geklon ken plaatwerk, hebben zeer veel lagers en moeilijk te bereiken plaatsen voor het schoonmaken. Waar schijnlijk zullen de moeilijkheden bij de definitieve revisie hiervan dan ook minstens zo groot zijn zo niet groter dan bij de revisie van de trekkers. Dorsmachines met houten kast hebben vaak ern stig geleden, doordat het hout water heeft opgeno men. Voor een goed herstel zal het nodig kunnen blijken, dat ze in een droogoven worden behan deld, omdat bij de lagers van de dorstrommel geen enkele afwijking toelaatbaar is. Bij de behandeling van de geredde werktuigen De richtlijnen voor de uitkering van levens onderhoud en inkwartieringskosten worden thans voor alle getroffenen opgesteld door het Ministe rie van Maatschappelijk Werk, in overleg met het Nationaal Rampenfonds. De aanvrage om tegemoetkoming dient te wor den gericht tot de gemeente waar de belanghèb: bende op dat moment woont, welke gemeente ook de uitbetaling verzorgt. In principe geldt voor deze hulpverlening dezelf de regeling als voor de oorlogsslachtoffers, het geen op het volgende neerkomt. Er wordt uitgegaan van een „normaal inkomen", welk inkomen dan als basis geldt voor de bereke ning. Deze inkomens zijn per week als volgt vast gesteld: Voor het hoofd van een gezin van: twee personen tenminste 37,50 en ten hoogste 45,—, drie personen tenminste 40,en ten hoogste ƒ50,—, vier personen tenminste 40,en ten hoogste 55,—, vijf personen tenminste ƒ40,en ten hoogste 60,—, zes en zeven personen tenminste ƒ40,en ten hoogste ƒ65, acht en meer personen tenminste 40,en ten hoogste ƒ70, voor de weduwe en weduwnaar: tenminste 35,— en ten hoogste ƒ45, voor de alleenstaande van 18 jaar en ouder: ten minste ƒ30,en ten hoogste ƒ40,—, voor de alleenstaande beneden 18 jaar: tenminste 25,en ten hoogste 40, De in deze tabel vermelde bedragen dienen in voorkomende gevallen te worden verhoogd met het bedrag van de kinderbijslag. Bovenstaande regeling werd in Augustus 1950 getroffen, zodat later is bepaald, dat op grond van de laatste „loonronde" deze bedragen met 5 mogen worden verhoogd. Van het aldus vastgestelde weekinkomen wordt I ten hoogste de volgende percentages uitgekeerd: i Twee personen 75 van het normaal inkomen. j Drie personen 80 ivan het normaal inkomen. Vier personen 85 van het normaal inkomen. j is op grote schaal gebruik gemaakt van water- verdrijvende, roestwerende middelen. Feitelijk is door het beschikbaar zijn hiervan het werk moge lijk geworden. Een voordeel is, dat de boeren deze middelen nu hebben leren kennen, want ook onder normale omstandigheden zijn ze op het boeren bedrijf zeer bruikbaar. Een definitieve balans van het bergingswerk kan nog niet worden opgemaakt, omdat dit nog steeds voortgaat. De extra hulpverlening van de technische noodploegen is vrijwel beëindigd, om dat plaatselijke krachten hun taak hebben over genomen. Zo wordt nog hulp verleend door boe renzoons uit andere streken van ons land. Het grootste probleem vormt Schouwen-Duive- land. Hier staan nog grote oppervlakten onder water; stelselmatig worden nu de boerderijen stuk voor stuk geruimd en ontdaan van werktui gen, auto's, voorraden enz. Dit werk is niet zonder gevaar, omdat vele gebouwen zeer wankel zijn door de voortdurende golfslag. Dit werk zal nog vele weken in beslag nemen. Op sommige plaat sen, vooral in de hoeken van de polders die nog water bevatten, is al het drijvende materiaal bijeen gespoeld. Het ligt soms 12 m hoog en beslaat een oppervlakte van vele hectaren. Dat de ruiming hiervan een enorme en moeizame arbeid vergt is zonder meer duidelijk. Door de tijdige actie zijn vele kostbare landbouw werktuigen voor totaal verlies behoed. De toestand van de eenvoudige werktuigen is zo, dat met wei nig herstelkosten ze weer bedrijfsklaar zijn. Zelfs zijn er vele die zonder meer in gebruik kunnen worden genomen. Ongetwijfeld, er is een schadepost voor het ver lies en de beschadiging van de werktuigeninven taris, maar door de getroffen maatregelen blijft dit binnen redelijke perken. Wel is hierbij te bedenken, dat wat er nu nog moet worden geborgen, uiteraard veel meer heeft geleden en voor een deel geheel moet worden af geschreven. P. W. BAKKER ARKEMA, Rijkslandbouwconsulent voor Landbouwwerktuigen. Vijf personen en meer 90 v. h. normaal inkomen. Voor de alleenstaande weduwe of weduwnaar en voor alleenstaande van 18 jaar en ouder 65 van het normaal inkomen. -Voor "dé -alleenstaandebëné'd'éif 18"jaar 60 'van het normaal inkomen. In tegenstelling tot de regeling voor oorlogs slachtoffers wordt met het bezit van vermogen geen rekening gehouden, zodat geen intering be hoeft plaats te vinden. De bovenstaande regeling geldt voor gezinnen of personen, die op grond van de ramp zonder in komsten zijn gekomen en zelf voor hun huisvesting zorgdragen. Het is niet van belang of men op het oorspronkelijke adres of op een ander adres in de zelfde gemeente dan wel in een andere gemeente gehuisvest is. Aan gezinnen of personen, die zijn ingekwar tierd bij derden, wordt een kwartiergeld plus zak geld betaald. Ook wordt het kwartiergeld wel door de gemeente rechtstreeks aan de kwartier gever betaald. Op het kwartiergeld plus zakgeld worden echter de normale inkomsten in mindering gebracht, met dien verstande, dat ter stimulering van de werk- aanvaarding slechts 50 van het nettoloon dat verdiend wordt in het rampgebied in mindering wordt gebracht en 70 van het nettoloon, het welk buiten het rampgebied wordt verdiend. Indien rampslachtoffers in een beroepspension verblijven of opname in een rusthuis, verzorgings- of verpleeginrichting noodzakelijk was, dan wor den de werkelijke kosten betaald, zonodig vermeer derd met zakgeld. Voorts is aan de gemeente een machtiging ver strekt om in verband met noodzakelijkë uitgaven, zoals incidentele reiskosten, betaling van premiën, enz. per gezin 100,en per alleenstaande 40, per jaar uit te keren. Tevens kan voor de opslag van inboedel uit de ontruimde woning een vergoeding voor de rede lijke kosten worden betaald tot een maximum van 25 van de jaarlijkse huurwaarde. Bovenstaan de gegevens geven slechts een globaal inzicht. Voor exacte inlichtingen diént steeds naar de ge meente te worden verwezen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 3