Bedrijfseconomie RISICODEKKING „Koneprox" W STEKELS op den BLEIK NATIONALE LEVENSVERZEKERING-BANK N.V., GEBRs DE JONGH - GOES - Postbus 35 Zou U het Uw gezin willen aandoen het bij Uw onverhoopt vroegtijdig overlijden op hoge lasten te laten zitten?Natuurlijk niet DEK DIT RISICO DAN ECHTER NU! Sluit een flinke kapitaalverzckering bij de NATIONALE. (Een derde gedeelte van de gemiddelde bruto opbrengst van 1 H.A. gemengd bedrijf 500.kan al voldoende zijn om voor een jonge boer de jaarpremie te voldoen van een kapitaal van f 20.OOG.uit te keren op 65-jarige leeftijd of bij eerder overlijden.) SCH1EKADE 130 - ROTTERDAM - TELEFOON 82700 Vraagt vrijblijvend advies (IV). 7. De organisatie der Productie. Onder produceren verstaan we het voortbrengen van nieuwe goederen of het verhogen van de nut tigheid van bestaande goederen. We spreken van productie zowel bij de steen kolenmijn die het „zwarte goud" boven brengt, als bij de scheepvaartonderneming die deze kolen ver voert. De boer, die aardappelen teelt produceert, maar ook de fabrikant van landbouwmachines, die de pootmachine of de aardappelrooier vervaardigt. Produceren doet ook de spoorwegmaatschappij die deze machines op de boerderij brengt en de ver zekeringsmaatschappij, die de risico's van en tijdens het vervoer overneemt. Productie is dus een ruim begrip. Productie komt altijd neer op een samenwerken van de pro ductiefactoren, natuur, arbeid en kapitaal. Deze samenwerking vormt een economisch probleem van de allereerste orde, wordt door economische wetten, door het economisch principe beheerst. In onze maatschappij is de productie onderne mingsgewijze georganiseerd. Het probleem der organisatie is tweeledig. Men kan onderscheiden: 1. de organisatie der productie in haar geheel. 2. de organisatie binnen de bedrijfshuishouding. Beide worden beheerst door het economisch principe, moeten dus economisch doelmatig zijn, d.w.z. er op gericht zijn een inkomen te verwerven door de verzorging van een bepaald deel der maat schappelijke voortbrenging, met de minste kosten te verwezenlijken (Mey). Onderdeel 1 noemen we de externe organisatie, onderdeel 2 de interne organisatie. De externe organisatie houdt zich bezig met de doelmatige arbeidsverdeling en let speciaal op de verhoudingen waarin de productiefactoren in het productieproces een rol spelen. Hier kan gewezen worden op de chronologische en geografische zijde van het vraagstuk. In een periode of een gebied met lage lonen zal de productie van veel handenarbeid vragende pro ducten betere kansen hebben dan in een periode of een gebied met hoge lonen. Een eenvoudig voorbeld ter illustratie van onze bedoeling. Nederland importeert b.v. lijnzaad uit Argentinië en exporteert daarheen lijnolie. De vraag kan nu gesteld worden, waarom produceert Argentinië niet zelf deze lijnolie. Het antwoord is, dat de productievoorwaarden voor lijnolie in Nederland dermate gunstig zijn, dat ondanks de dubbele vrachtkosten, de lijnolie nog goedkoper is voor Argentinië bij import uit Nederland, dan bij eigen productie. Dit vraagstuk, hoewel speciaal econo misch, stelt ook de bedrijfseconomie voor allerlei problemen. Laten we thans de blik binnen de onderneming richten. De combinatie der productiefactoren lijkt vooral een technisch probleem te zijn. Hoeveel grondstoffen en hoeveel arbeid wenden we voor een bepaald product aan? Technisch bezien zijn meermalen allerlei combi naties mogelijk, maar daar economisch handelen een maximum van opbrengst bij minimaal offer Vraagt, moet de combinatie letten op de gunstigste kwantitatieve verhoudingen. Uit de bestaande technische mogelijkheden moet de voordeligste worden gezocht. Indien een ondernemer de keuze heeft tussen twee productiemogelijkheden, die een gelijk eindresultaat opleveren, maar waarvan de ene 6 arbeidseenheden vraagt en de andere maar 5, zal hij de laatste kiezen. Dit probleem is vaak zeer gecompliceerd. Denk b.v. aan de mogelijkheid, dat de eerste productie wijze 5 eenheden grondstoffen vraagt en de tweede 6. De verhouding der arbeidsoffers dringt dan de productie in de richting der tweede productiemoge lijkheid, de verhouding der grondstoffenoffers in de richting der eerste. Afgezien van verdere moge lijke complicaties, wordt dit voor de ondernemer een tegen elkaar afwegen van de totale productie offers der beide mogelijkheden. Behalve de verhouding arbeid-grondstoffen kan nog op tal van andere punten worden gewezen. We denken hier b.v. aan de verhouding tussen leidende en uitvoerende arbeid, aan de verhouding mense lijke en machinale arbeid e.d., waaraan we later nog aandacht hopen te schenken. 8. Bedrijfseconomische wetten en regels. Daar de bedrijfseconomie tracht na te gaan het verband tussen de verschijnselen op het terrein van de inkomensvorming binnen de onderneming, moet zij er steeds naar streven de op dit terrein heersende wetten (wetmatigheden, tendenzen) en regels te formuleren. Daar de bedrijfseconomie, krachtens onze opvatting een deelwetenschap, een gespecialiseerd onderdeel der economie (sociale economie) is, moeten de bedrijfseconomische wet ten te herleiden zijn tot economisch principe. Nu is er op economisch terrein reeds zeer veel strijd gevoerd over het karakter der economische wetten. Denkende aan deze strijd schreven we boven achter wetten tussen haakjes (wetmatig heden, tendenzen). De strijd ging vooral over het cardinale punt of de economische wetten algemene gelding hadden of niet. De economen uit de school van Adam Smith meenden aan de economische wetten gelijke geldig heid te kunnen toekennen als aan de natuurwetten. Ook economisch en bedrijfseconomisch zouden dan gelijke oorzaken ook gelijke gevolgen moeten hebben. We zullen aan dit thans vrijwel verlaten standpunt niet veel aandacht besteden. Daar de economie en de bedrijfseconomie geen exacte, maar sociale, dus geestes-wetenschappen zijn, ontken nen we ten stelligste het natuurwetenschappelijk karakter der economische wetten. De invloed van de menselijke geest, de menselijke wil speelt hier een grote rol. We erkennen dus het bestaan van bedrijfsecono mische wetten. Bepaalde verschijnselen, zullen dus steeds bepaalde gevolgen kunnen hebben, maar slechts in zoverre als de mens zich daartegen niet verzet. Men leze nu hieruit niet, dat de mens de bedrijfs economische wetten maar zonder meer ter zijde kan stellen, maar wel, dat de invloed van de men selijke wil, de mogelijkheid van variatie in de gevolgen met zich brengt. Met deze en voorgaande schetsen beschouwen we nu enkele algemene trekken der bedrijfs economie als behandeld. In volgende schetsen willen we weer de diverse bedrijfseconomische vraagstukken in concreto herzien. M. Het is toch wel aardig. Deze week kregen we een biljet om een wegenbelastingkaart aan te vra gen. Aan Scherpslijper stond er op. En we moes ten dit biljet terugsturen aan de heer Ontvanger der Belastingen. Onderscheid moet er wezen, waar blijven we anders in Nederland. Hoewel anderzijds de Belastingdienst meer doet aan egaliseren en het de vraag is of Financiën wel onderscheid zal hand haven op den duur. Onderscheid moet er niet wezen, zei een brug wachter ergens op de Veluwe, die zijn 40-jarig jubileum vierde en hij weigerde de onderscheiding die zijn chef hem kwam bezorgen, omdat in de lintjes onderscheid tussen rang en stand gemaakt werd. Toen de Hoofdingenieur, na anders betoogd te hebben, de médaille op tafel 'liet liggen, deelde AFDELING ZEELAND DER NEDERLANDSE .WOLFEDERATIE. Nabetaling wol 1952. Binnenkort zal er een aanvang worden gemaakt met de nabetaling aan de leden der N.W.F. over de geleverde wol, scheer 1952. De uitbetaling aan belanghebbenden in de niet-getroffen gebieden ge schiedt op dezelfde wijze als voorheen het geval was. Daar dit in de overstroomde gebieden niet mogelijk zal zijn, verzoeken wij de schapenhouders, die geëvacueerd zijn en in October 1952 wol hebben geleverd, hun evacuatieadres op te geven aan Wol federatie, Landbouwhuis, Goes. Het hun toeko mende bedrag zal dan per postwissel worden toe gezonden. Voorts wijzen wij de leden op een dezer dagen aan hen toegezonden circulaire inzake de mogelijk heid tot voor-verkoop van deze zomer te leveren scheerwol 1953. Hierdoor wordt men in de gelegenheid gesteld zijn wol reeds nu te verkopen tegen de volgende prijzen (bij een rendement van 60 O ƒ4,85; I 4,40 en II 4 per kg. Vanzelfsprekend is men volkomen vrij of men van dit aanbod gebruik wenst te maken. In het andere geval kan men tegen de later vast te stellen zomerprijzen leveren, over de grootte, waarvan thans uiteraard nog niets is mede te delen. Degenen, die aan de voor-verkoop wensen deel te nemen, dienen hun opgave vóór of op 14 April 1953 in te zenden aan het Secretariaat der afdeling Zeeland, Landbouwhuis te Goes. De Secretaris, W. C. SINKE. Koperoxyehloride 50 °/o Cu. Neerlands best vernevelbare koper de halsstarrige brugwachter mede, dat hij dan zelf wel voor terugzending zou zorgen. Er zit ongetwijfeld wat in het standpunt van deze jubilaris, maar beleefd was hij niet, hij mis kende de goede bedoeling en traditie en had zijn scherpslijperij in verantwoorder vorm kunnen be drijven, naar het oordeel van specialist onderge tekende Scherpslijper, die een onafhankelijke vrije mening overigens op prijs stelt. Na belastinginspecteurs en brugwachters nog burgemeesters. De ramp over Zeeland heeft deze club nog eens aan de tand gevoeld en gelukkig was er in navolging van de polderbesturen wei nig kaf onder het koren. Integendeel, er bleken nog meer mannetjesput ters dan Sjef van Dongen in de ure des gevaars te zijn. Maar Scherpslijper leest ook raadsverslagen in de dagbladen, waar enkele burgervaders toch wel van een bedenkelijk eenzijdige instelling blijk gaven. Geen woord over de boeren, geen woord over de polders, geen woord over de landbouw, die afgezien van de zware menselijke verliezen toch het zwaarst getroffen is en van welks wel vaart onze dorpsgemeentes toch zo in hun geheel afhankelijk zijn. Men kijkt liever naar industrie en de provincie gaat daarin bij het samenstellen van diverse commissies niet vrijuit die er niet is of die na deze ramp bestudeert of er geen ge schikter plaats van vestiging is te vinden. Wat het zwaarste is moet het zwaarste wegen. De landbouw in Zeeland is een feit, de industrie in vele getroffen delen weinig meer dan een. vrome wens, helaas. SCHERPSLIJPER. Een product van N.V.NOURY 8, VAN DER LANDE'5 EXPLOITATIE Hl). Dëventer Verkrijgbaar bij: Jebo-Depots. Verdugt-Agenten en Plaatselijke Coöperaties.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 7