Van boerderij en organisatie UIT DE PROVINCIE „DE EERSTE KIEVITSEIEREN" 4 April 1953. WEST ZEEUWS-VLAANDEREN. Met de maand Maart is ook de droge periode voorbij, want er wer den reeds neerslag hoeveelheden van 20 mm gerapporteerd. De regen was echter welkom; alles groeide eerst wel, maar toch niet vlot; vooral het gras wilde niet. Toch bleef het ondanks de droge periode nog steeds maar druk. En als dan enkele dagen het landwerk moet rusten, kunnen de kleine kar weitjes, die meestal opgestapeld lig gen, ook weer een beurt krijgen. In deze streek is het de gewoonte, dat met Pasen een deel van de veestapel de weide ingaat. Dit jaar blijft het veelal beperkt tot het melkvee. Het voer dat de koeien in de stalperiode krijgen bepaalt grotendeels de reactie der dieren op de melkgift. Veel krachtvoer in de winter doet de koeien dan „nog eens kalven". Deze week stonden we weer machteloos tegenover de enorme wolken stof die van sommige per celen met de krachtige wind mee vlogen. We vragen ons af of een verkeerde bewerking of structuur hiervan de oorzaak is, vooral om dat het erg plaatselijk voorkomt. De droogte deed ook het onkruid achterwege blijven, maar we ver keren niet in de veronderstelling dat dit achterwege zal blijven. Ook hier geldt het devies, dat de eerste klappen een daalder waard zijn. Zodra de akkers weer droog zijn, kan alles, voor zover dit nog niet gebeurd is, een beurt krijgen met de wiedmachine. De moge lijkheid, dat we dit jaar met het wieden nog niet rond zullen zijn, als de bieten opéén moeten, is niet denkbeeldig, als we zien dat de vroeg gezaaide bieten al reken. Het begin is in elk geval goed, we zullen maar hopen dat de prij zen het ook blijven doen. Want het geeft ons te denken, wanneer we de loop der gebeurtenissen in de Amerikaanse Landbouw eens bekijken. Mocht" de prijsdaling een gevolg zijn van de grotere kans op vrede, dan mag ons dit niet pessimistisch stemmen. Het zou dan echter wel gewenst zijn, dat de andere prijzen hiermee evenredig dalen, evenals de lonen. Eer het echter zover is, zullen nog wel vele hindernissen overwonnen moeten worden. In dit verband is er nog een groot verschil in theorie en practijk te bespeuren. ZUID-BEVELAND. 4 April 1953. Het lijkt wel of een oude boeren- wens: „Een droge Maart en een natte April, dat is de boer zijn wil", in vervulling zal gaan. Want na een lange periode van droogte in de vorige maand, waarin voldoende tijd was om de voorjaarsgewassen te zaaien, viel er in de eerste week van April een grote hoeveelheid regen. Deze regen zal de regelmatige opkomst van de gewassen zeker be vorderen. Ook voor de drooggekomen polders is de regen een uitkomst. Daar zijn verschillende percelen die een zout- cijfer van 1520 hadden, bezaaid met gerst. Na drie weken lag het zaad nog precies hetzelfde als bij het zaaien. Dat kan voor een deel toe geschreven worden aan de droogte en voor het ander deel aan de hoge zoutconcentratie. Door de regen die nu gevallen is zal het zoutcijfer tij delijk een weinig dalen. De gerst, krijgt dan gelegenheid om te kiemen en boven te komen. Wil het gewas zich verder goed kunnen ontwikke len, dan zal het nog dikwijls moeten regenen. Nu de gewassen boven komen moeten we onze aandacht weer gaan besteden aan de bestrijding van de ziektes en plagen. Eén van de gewas sen waarin de vreterij van de insec ten spoedig valt waar te nemen zijn de erwten. Zodra deze boven staan verschijnen de bekende gekartelde blaadjes wat veroorzaakt wordt door de bladrandkevers. Als dat te zien valt is het noodzakelijk om direct te spuiten met een DDT of Calcium- arsenaathoudend middel. Naast de erwten heeft het vlas dikwijls ernstig te lijden van vreterij. Daarin kunnen in een droge schrale periode de aardvlooien (springers) danig huishouden. Deze kunnen met succes bestreden worden door een be stuiving met DDT of HCH. Voor de boeren die dit voorjaar een gedeelte van hun grasland willen maaien voor het inkuilen is nu de tijd aangebroken om de voorbereidin gen te treffen. Zij zullen de betref fende percelen reeds een extra hoe veelheid stikstof gegeven hebben. Maar om straks bij het inkuilen vlot te werken is het goed er nu reeds voor te zorgen dat er voldoende con serveringsmiddelen aanwezig zijn. Zijn er niet voldoende voederbieten te krijgen dan kunnen zeer goede re- alles in de natuur weer tot nieuw leven roept. De nieuwe subsidieregeling voor 1953 voor de kleine boerenbedrijven is weer bekend gemaakt. Hierin schui len mogelijkheden vóór het bedrijf van 310 ha om met subsidie be langrijke verbeteringen aan te bren gen. Hoewel deze regeling wel uitvoe rig zal worden bekend gemaakt ver dient het toch aanbeveling om met de plaatselijke assistent van de Landbouwvoorlichtingsdienst eens te bespreken welke verbeteringen er eventueel ook in Uw bedrijf aange bracht kunnen worden. Vooral de stalverbouwing werd in 1952 met succes toegepast; de ver leende subsidie hiervoor is zeer be langrijk. Wanneer men op de bedrijven komt en de stallen eens nader be kijkt, dan mankeert er vaak nog 'K BEN BENIEUWD, WAT ER UIT ZAL KOMEN sultaten bereikt worden met melasse of A.T.V.-zuur. Moet er nog een silo gebouwd worden, dan kan het beste nu reeds contact opgenomen worden met een aannemer. Men is er dan van verzekerd dat alles op tijd klaar is. 6 April 1953. WALCHEREN. Na het gunstige voorjaar met zijn zeer vlotte inzaai heeft het nu vol doende geregend. Vooral voor de zoute gronden is deze regen bijzonder welkom om het zout te spoelen naar de diepere lagen. Het tere groen geeft de polder een geheel andere aanblik. De kale troos teloze polder van deze winter onder gaat nu in enkele weken een ware gedaanteverwisseling. Het grasland met zijn fris groene kleur steekt prachtig af tussen de percelen bouwland. Wanneer men vanaf een hoge duintop het land in kijkt, vormen dezg kleurverschillen een prachtig panorama, en men voelt zich klein worden als boer en als mens tegenover de Schepper die maar al te veel aan. Sommige stal len lijken meer op donkere hokken met lage zolderingen, dan op een moderne lichte en luchtige veestal, j Indien men bedenkt dat de subsi- j die 30 bedraagt met een maximum i van 800,is het toch wel de moei te waard om na te gaan of dit mis schien ook op Uw bedrijf nodig is. Naast de stalverbouw is er ook nog de bekalking, de bouw van silo's, gierkelders enz.; kortom er is voor elk bedrijf van 310 ha wel iets bij om de productie van dat bedrijf op te voeren. Hier en daar loopt het vee nu bui ten. Vooral voor het bossige gras land is het nu ideaal om deze per celen eens vroeg kort af te weiden. Want indien dit enkele weken later gebeurt blijven de bossen liggen en geeft het grasland minder opbrengst. 6 April 1953. THOLEN EN ST. PHILIPSLAND. »,De laatste loodjes wegen het zwaarst", luidt een spreekwoord en zo is het ook met het lozen van het water uit de overstroomde polders. Maar het water zakt steeds en de dag is, onvoorziene omstandigheden voorbehouden, niet ver meer af, dat het gehele eiland Tholen weer ver lost zal zijn van het overtollige water. Alle buitendijken zijn dicht tot op de normale hoogwaterlijn en men is druk bezig deze verder te versterken. In de Poortvlietse weihoek staan nog diverse laaggelegen weiden onder water. Doordat het water over hoger gelegen delen moet worden afge voerd, zakt het niet snel. In St. Maartensdijk zijn nu ook de polders Middelland, Noord- en Uiterst Nieuwland een heel eind droog, en de meeste bewoners zijn terug, of maken aanstalten om spoedig weer terug te keren naar hun haardste den. De materiële schade in de twee eerstgenoemde polders valt betrek kelijk mee, in tegenstelling met de laatstgenoemde polder die tegelijk met de Stavenisser-polders een prooi werd van de woedende zee. Stavenisse was tegen de aanvanke lijke verwachtingen in vrij spoedig droog, maar heeft én aan mensen levens en aan materiële schade een zware tol moeten betalen. Even als trouwens St. Philipsland. Men zit echter heus niet bij de pakken neer; in St. Philipsland spreekt men reeds over een groot herbouw plan, een voorontwerp voor een nieuw uitbreidingsplan werd reeds goedgekeurd. Op de kortelings droog gekomen gronden is men reeds druk bezig de akkers te bewerken en in te zaaien met gerst, en Stavenisse blijft hier heus niet achter. Het land werkte voor de regen zeer goed, en dit heeft meerderen in de verleiding gebracht het land naar ons gevoel wel wat diep los te maken. Laat men toch voorzichtig zijn, want hier is steeds geboden: zo droog mogelijk, zo ondiep mogelijk en zo weinig mogelijk. De zoutpercentages lopen zeer veel uiteen, maar liggen toch door- eengenomen hoog; we hopen dan ook op een zomer die ons niet te veel straf zonnig weer zal brengen. Maar laten we niet vergeten, dat de natuur niet alleen in korten tijd veel kan nemen, maar evenzo ook weer eens in een korte periode veel kan geven. In de niet-geïnundeerde polders is nu alles, behalve maïs en bonen, ingezaaid en gepoot en vele per celen worden al mooi groen. Gerst, zomertarwe en erwten staan reeds mooi op rij en meerdere blokken vlas bedekken de aarde met een lichtgroen tapijt. Vooral nu, na de regen van de laatste dagen, daar de opkomst goed is. Verschillende blokken wintertarwe moesten overgezaaid worden. Of men heeft enkele dunne plekken bijgezaaid. Weldra komt de tijd aan om de wintertarwe te gaan schoffelen. In de weiden begint het gras nu te groeien en dagelijks komt er meer vee naar buiten; de eerste dieren lopen nu al 14 dagen in de wei. Voordat men de dieren naar de weide laat gaan, kijkt men eerst even na of een eventuele runderhorzelbe- strijding nodig is. Heeft men veel boterbloemen of distels in zijn weide, dan verdient het aanbeveling deze bij zonnig, groeizaam weer te spuiten met groeistoffen. Vóór 15 April a.s. moet men de ge wassen, die men te velde wil laten keuren door de N.A.K., aangeven bij de controleur der N.A.K. Het aantal aan te geven percelen zal dit jaar aanmerkelijk kleiner zijn dan andere jaren. Toch zijn de verwachtingen voor het niet-geïnundeerde van Tho len niet ongunstig. Nog steeds zijn niet alle bietenkui- len geruimd, alhoewel het aantal ge lukkig niet groot meer is. Landbou wers „let op U saeck" ook hier. Het is algemeen bekend, dat niet tijdig opruimen hiervan, funeste gevolgen heeft voor de vergelingsziekte.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 5