M ARKTBERICHTEN
WAARMEE ELKE AARDAPPEL
VERBOUWER TERDEGE REKENING
DIENT TE HOUDEN.
ALGEMENE VERGADERING
De vraag is nu, hoeveel gram zout is nog toelaat
baar in het dagrantsoen, door het vee opgenomen.
Hier volgen twee rantsoenen, waarVan het eerste
voeder beVat met de hoogst gevonden zoutcijfers,
en het voeder met het gemiddelde van de gevon
den zoutcijfers.
Voor het hooi is aangenomen, dat dit niet met
zeewater overstroomd is geweest, daar dit in dat
geval totaal rot zou zijn, zodat het niet meer bruik
baar is als veevoer.
rantsoen I Dr.st Grammen zout
25 kg bietenloof 4.00 kg 102 gr
25 kg 'voederbieten 3.75 kg 40 gr
5 kg hooi 4.25 kg gr
Totaal 12.00 kg 142 gr
rantsoen II
25 kg bietenloof 4.00 kg 72 gr
25 kg voederbieten 3.75 kg 34 gr
5 kg hooi 4.25 kg gr
Totaal 12.00 kg 106 gr
Het blijkt, dat in geen van beide rantsoenen
meer dan 200 gr zout aanwezig is. Men dient er
echter wel rekening mede te houden, dat het me
rendeel van ons rundVee geen grote hoeveelheden
zout gewoon zijn. Het is daarom wenselijk, vooral
in het begin de nodige voorzichtigheid in acht te
nemen.
Enige wenken bij het voeren.
In de eerste week moet men niet meer dan 30 kg
voer, dat met zoutwater overstroomd is geweest,
per dag per volwassen dier, verstrekken. Kuilen,
welke gedeeltelijk onder water zijn geweest, goed
mengen vóór 't voeren, met h^t gedeelte, dat droog
is gebleven. Bij inmaakkuilen moet men de kan
ten mengen met het voer, dat meer in het midden
gedeelte gezeten heeft.
Het vee geen drinkwater verstrekken, dat af
komstig is uit welputten .waarvan aan te nemen
is, dat er zout water is ingestroomd.
De mogelijkheid van ziektekiemen.
Telkens hoort men weer van verschillende zijden
beweren, dat het veevoer geïnfecteerd zou zijn met
allerlei ziekte-kiemen, afkomstig van achtergeble
ven cadavers en dat deze bacteriën gevaar opleve
ren, wanneer voedermiddelen met dit z.g. ge-
infecteerde water in aanraking zijn geweest.
Van deskundige zijde is ons medegedeeld, dat
dit gevaar om de volgende redenen, nihil kan wor
den geacht. De temperatuur van het water is zo
laag, dat dit als een zeer ongunstige factor voor de
ontwikkeling van de ziektekiemen mag worden
beschouwd. Daarbij verhindert de beweeglijkheid
van het water de ontwikkeling. Het water is n.l.
in elk geval zuurstofrijk. Alles bijeengenomen,
kan het voer, dat overstroomd is door zeewater,
rustig aan rundvee gevoederd worden, mits dit met
overleg geschiedt. In twijfelgevallen kan men zich
wenden tot de rayonassistent, welke zonodig mon
sters voor onderzoek zal nemen. Dit kan even
eens geschieden ten aanzien van drinkwater, be
stemd voor vee.
Bij het droog komen van polders, welke langer
dan hierboven genoemd, onder water gestaan heb
ben, zal het nodig zijn, eerst enige monsters te
laten onderzoeken ter oriëntatie, vooraleer met
voeren begonnen wordt.
Aardappelen en bieten moeten geregeld gecon
troleerd worden op houdbaarheid. Wanneer deze
dreigen tot rotting over te gaan, moeten de eerste
onmiddellijk gestoomd worden. De bieten kunnen
gesneden worden met de bietensnijder en vervol
gens worden ingekuild. Dit snijden en inkuilen
kan ook gebeuren met aardappelen, wanneer niet
direct een aardappelstomer ter beschikking is.
Bij inkuilen moet het gesneden materiaal goed
worden aangetrapt en afgesloten worden met een
laag grond Van minstens 50 cm.
Rijkstand bouwconsulentschap Zevenbergen.
De Hoofdassistent voor Voeder- en Weidebouw,
M. MULDERS.
Door de Stichting voor de Landbouw in Noord-
Brabant, Spoorlaan 50 te Tilburg, wordt het vol
gende onder Uw aandacht gebracht:
Alle getroffenen in de rampgebieden worden nog
in de gelegenheid gesteld tot 25 Maart 1953 onthef
fing aan te vragen, bij bovengenoemde instantie,
van het Besluit bestrijding Aardappelmoeheid,
voor het telen van aardappelen binnen de 3 jaren
op dezelfde percelen.
Voor besmet verklaarde percelen wordt geen
ontheffing verleend.
Niet getroffen gebied.
Land- en Tuinbouwers worden er op gewezen,
dat deze hun aanvraag tot ontheffing van Art. 1
lid 1 van het besluit A. M. vóór 1 Juni 1953 bij
bovengenoemde instantie kunnen indienen voor per
celen die in 1953 worden beteeld met aardappelen.
Deze moeten dan op 20 Juni gerooid zijn om in
aanmerking .te komen om op dezelfde percelen
aardappelen te telen in 1955.
Volkstuinders en particulieren worden er op ge
wezen, dat het telen van Aardappelen in hun tuinen
Slechts is toegestaan onder voorwaarde, dat in enig
kalenderjaar niet meer dan gedeelte van de
oppervlakte, welke voor de teelt van land- of tuin-
bouwgewassen te gebruiken is, met aardappelen
wordt beteeld. Met dien verstande, dat na een ge
was aardappelen, op dezelfde grond twee jaren
andere gewassen moeten worden geteeld.
Aangezien de genoemde maatregelen zijn geno
men in het belang van alle agrariërs, mocht wor
den verwacht, dat elke teler zich hieraan stipt zou
houden.
Het is echter de laatste jaren gebleken, dat het
aantal overtredingen vrij groot is. Teneinde hierin
verandering te brengen heeft de Overheid besloten
in 1953 en volgende jaren op de naleving van de
voorschriften streng toezicht te houden. Belang
hebbenden zijn dus gewaarschuwd.
VAN DE NOORD-BRABANTSCHE MAAT
SCHAPPIJ VAN LANDBOUW.
Toen de algemene vergadering der N.B.M.L., op
27 Januari j.l. in Café-Restaurant „De Graanbeurs"
te Breda gehouden, omstreeks half twee door de
Voorzitter, de heer W. G. de Waard, werd geopend,
herdacht deze allereerst met enige gevoelvolle
woorden het overlijden van Dr. Ir. S. L. Louwes,
Directeur-Generaal van de Voedselvoorziening,
wiens grote verdiensten zowel nationaal als inter
nationaal erkend worden. Deze woorden gewijd
aan de nagedachtenis van een man, waaraan de
agrarische sector zeer veel heeft te danken, werden
door de bijna 200 aanwezigen staande aangehoord.
Hierna wees de Voorzitter in zijn openingsrede
op verschillende binnenlandse en buitenlandse
aspecten, die ook voor de landbouw van belang zijn.
Spreker waardeerde de economische hulp van
Amerika, doch betreurde de getroffen invoerbeper
kingen o.a. voor onze zuivelproducten. Onze land
bouw is sterk op export aangewezen, vooral voor
onze kwaliteits-producten en in dit verband is het
Van belang te weten welk standpunt de Overheid
inneemt t.a.v. het garanderen van een lonende
prijs. Hoe zal worden gereageerd, wanneer be
paalde landen hun grenzen sluiten voor onze pro
ducten? Krijgen we dan weer productie-beperking,
teeltregeling? Spreker wees in dit verband op het
grote belang van de tot standkoming van een
West-Europese landbouwgemeenschap, waarvoor
minister Mansholt zulk verdienstelijk werk doet.
Wanneer voor West-Europa op militair terrein een
vorm van samenwerking tot stand is gekomen, dan
kan een economische eenheid niet worden gemist.
De onlangs gevoerde Benelux-besprekingen tonen
echter aan, dat integratie niet eenvoudig is.
De Belgen verlangen, dat ons land tot loonsver
hoging zal overgaan en steken hun afkeer van de
Benelux niet onder stoelen of banken. In het af
gelopen jaar is de invoer van fruit en bloemen
sterk beperkt, waarmee het landbouwprotocol wel
zeer eenzijdig wordt toegepast. In dit verband
gezien gaat men zich afvragen of een Europese
Landbouwgemeenschap wel enige kans van slagen
heeft. Een lichtpunt is echter, dat de Europese
Rolen- en Staalgemeenschap wel tot Stand is
gekomen.
Spreker wees voorts op de noodzaak van een
spoedige vereen voudiging van de loonadministratie
door herziening van sociale wetten. Dè overheid is
thans bereid te bevorderen, dat een ontwerp voor
een z.g. coördinatiewet binnen enkele maanden
gereed zal zijn. Er dient naar gestreefd te worden,
dat de nieuwe wet dan per 1 Januari 1954 zal kun
nen ingaan.
Voorts memoreerde spreker terloops de resul
taten van de L.E.I.-berekeningen over het boekjaar
1951.
Zijn deze voor het kleigebied gunstig te noemen,
voor het zandgebied is een vreugdestemming zeker
niet gemotiveerd. De prijzen van de producten
die door onze zandbedrijven worden Voortgebracht,
bewegen zich in dalende lijn, wat reden tot be
zorgdheid geeft.
In hoeverre de nieuwe melkprijs-zijnde een garan
tieprijs van 20 cent met een verrekenprijs van 22
cent voor de zandbedrijven, gunstig zal zijn, moe
ten wij afwachten des te meer, daar de prijs van
20 cent niet is vastgesteld op basis, kale kostprijs
plus een percentage ondernemersloon, doch op
basis van kale kostprijs voor de zandbedrijven van
ongeveer 19.75 cent, welke werd afgerond op 20
cent. Ook de eierprijs geeft reden tot ongerust
heid, terwijl de vooruitzichten van de varkensprijs
niet gunstig zijn, daar wij met onze prijs op de
Engelse markt niet mee kunnen. Gezien de maat
regelen, welke de Overheid de Idatste tijd heeft
genomen, mag blijken, dat ook bij haar enige onge
rustheid heerst. Of deze genomen maatregelen
ontspanning zullen brengen, zal de tijd ons leren.
De prijsbeheersing van landbouwgronden zèl in
het belang van de landbouw gehandhaafd dienen
te blijven, echter met een hoger prijsniveau dan
Mei 1940.
Bij 'verkoop dient aan de pachter recht van voor
keur te worden verleend. Er zijn voorstanders die
de prijzen willen koppelen aan een gekapitaliseerde
waarde tegen een rentetype iets lager liggend dan
de rente van de Staats-obligaties. Deze suggestie
zal nader dienen te worden bestudeerd;
Na zijn openingsrede riep de Voorzitter allen
een hartelijk welkom toe, in het bijzonder de beide
sprekers de heren Mr. Kuijlman en P. M. Sneep;
de heeren consulenten; Ir. Van Agtmaal (Prov.
Voedselcommissaris)Mr. Schlingemann, Secreta
ris van de Z. L. M., de heren Raaijmakers en
Geboers van de Prov. Stichting voor de Landbouw;
de heer Ir. Bierma van het O.B.F.; de heer Blank
van het C. B.; de heren Tutein Nolthenius en
Scholten van Aschat; de heer Van Beusekom, direc
teur van de brandverzekering en verdere genodig
den.
Berichten van verhindering waren ingekomen
van de Burgemeester van Breda, de Directeur van
het G.A.B. Breda, het Districtshoofd van de vee-
artsenijkundige dienst, de Rijkslandbouwconsulent
voor Westelijk Noord-Brabant, de Rentmeester der
Domeinen, de Rijktuinbouwconsujent te 's Her
togenbosch, de Gelderse Mij van Landbouw en het
D. B.-lid, de heer Elsman.
Besloten werd om de heer Knottnerus, Voorzitter
van het K. N. L. C., telegrafisch een spoedig en
algeheel herstel van zijn ziekte toe te wensen.
(Wordt Vervólgd.)
ALGEMEEN OVERZICHT.
Binnenlandse granen. Van week tot week valt in
de tarwemarkt weinig verandering waar te nemen.
De aanvoeren waren klein en worden vlot door de
meelfabrieken tegen de normale prijs, die wekelijks
met 0,05 wordt verhoogd, opgenomen. Voor extra
goede kwaliteit wordt een premie betaald. Rogge
was aanvankelijk vast gestemd, aangezien er enige
vraag was van de zijde der maalindustrie naast een
kleine vraag voor de export naar België. Het aanbod
was evenwel klein, zodat de kopers een hogere prijs
moesten betalen. Aan het eind van de week viel deze
vraag weg, waardoor rogge nauwelijks meer prijs
houdend was te noemen. De mengvoederindustrie
toonde weinig belangstelling voor dit artikel, daar
het ten aanzien van milletzaad te duur was. De ex
port, die zeer slecht ging, moest dus de roggeprjjs
ophouden. Zomergerst was moeilijk te plaatsen.
De mengvoederfabrikanten wensten geen schuitjes te
kopen, die in ruime mate uit het Zuidelijk productie
gebied werden aangeboden. Het vertrouwen in de
graanmarkt is nog niet teruggekeerd. Het gevolg
was, dat zomergerst zich bij een ruim aanbod niet
kon handhaven. Het prijspeil van zomergerst nader
de dat van buitenlandse maalgerst, die echter droger
is. Zomergerst daarentegen is stukkiger. Wanneer
de zomergerst, die nog in voorraad is, niet als grond
stof voor gemengd graan geplaatst kan worden, kan
de prijs nog verder dalen. Het schijnt, dat op het
ogenblik een surplus aan kippengerst boven de markt
hangt, waardoor de verkopers zich met een maal-
gerstprijs tevreden moéten stellen.
Wintergerst was bij kleine omzetten nauwelijks
prijshoudend. De havermarkt opende Maandag met
een vaste stemming, die zich Dinsdag te Groningen
voortzette. Er kwamen verschillende zaken op een
hoog prijsniveau tot stand. Verschillende eerste-
hands handelaren vulden op dit niveau hun voor
raden aan, om vervolgens tot de ontdekking te
komen, dat dit niveau ten aanzien van de import-
haver te hoog was geworden. Dé mengvoederfabri
kanten kochten deze week, voor het eerst sinds maan-
den, weer buitenlandse haver op de bon, daar deze
in verband met de kwaliteit goedkoper was dan
inlandse. De reactie op de inlandse markt bleef dan
ook niet uit. Aan het eind van de week werd haver
weer lager gelaten, doordat .enkele aangediende
schuitjes boven de markt zweefden en geen kópers
vonden. De binnenlandse graanmarkt sloot voor de
verschillende granen met een nauwelijks prijshouden
de tot flauwe stemming.
AARDAPPELBEURS ROTTERDAM.
Op de aardappelbeurs te Rotterdam werden voor
kleiaardappelen van 35 mm opwaarts Maandag de
volgende prijzen genoteerd: Eigenheimers ƒ13,50 tot
15,50, Bintjes 13 tot 13,25, Bevelanders 15,
Furore 13,25 tot 15, IJsselster 12,50.
Voor zandaardappelen 35 mm opwaarts waren de
noteringen: Voran, Industrie en Wilpo ƒ8,85 en IJs
selster 10. Voor voeraardappelen natgewas werd
ƒ3,25 en droog gewas ƒ5,25 betaald. De prijzen zijn
berekend per 100 kg en op de handelsvoorwaarden,
vastgesteld voor de verkoop van consumptie-aard
appelen op wagon, schip of auto.
EIERVEILING GOES.
De prijs der eieren voor de verzamelaars is deze
week vastgesteld op ƒ2,15 per kg.
Voor tweede soort eieren wordt 2 cent per stuk
minder uitbetaald.
FRUIT AFZET (4—10 Maart '53).
Eind vorige week werden de al lang lopende ge
ruchten werkelijkheid: het officiële bericht kwam dat
op 15 Maart appels konden worden geëxporteerd
naar Frankrijk: 2,4 mill, kg; en naar België.
De pakstations gingen op volle toeren draaien, het
aanbod werd zo groot mogelijk gemaakt, hetgeen be
reikt werd door naast de aanvoer nog flinke hoe
veelheden op monster te veilen. In Goes was er een
aanbod van 90 ton Goudreinette-export en 45
ton Jonathan.
De handel was levendig, de prijzen trokken flink
aan! Voor veel partijen werd het Verlies met koelen