ii boerderij en organisatie
*UIT DE
PROVINCIE
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN.
De gedachte omtrent de stormramp wil velen
nog niet loslaten. Voor een ramp, die zo diep een
groot deel van ons volk heeft getroffen en waar
zo in het bijzonder het agrarische volksdeel in een
der beste streken van ons land dit heeft moeten
meemaken, is deze gedachte begrijpelijk.
Gelukkig is er voor verschillenden weer al de
tijd aangebroken, dat ze kunnen terugkeren naar
hun bedrijf om dan met nieuwe kracht orde te
scheppen in de zeer zeker bij velen chaotische toe
stand van hun bedrijf en om een eerste overzicht
te krijgen van de geleden schade.
Omtrent de schaderegeling, zo als die wordt aan
gekondigd, kunnen wij niet optimistisch gestemd
zijn. De eerste berichten waren, dat er nu eens
eenvoudig en vlug de geleden schade zou worden
geregeld, maar de laatst bekend gemaakte voorbe
reidingen zijn niet zo hoopvol meer.
Ook o.a. de .Nieuwe Veldbode" is hierin niet ge
rust. En wanneer wij lezen dat verschillende de
partementen zich hiermede zullen belasten, zal van
eenvoudigheid wel geen sprake zijn, daar iedere
instelling weer over zijn eigen bureaux met com
missies hier en daar voor zal te werk gaan.
Dat ook de Stichting voor de Landbouw hierbij
werd ingeschakeld, doet voor een vlugge afwer
king weinig goeds verwachten, vooral als men
bedenkt dat juist dit apparaat bij de boeren niet
leeft en men er ook niet de minste behoefte aan
heeft maar beschouwt als van bovenaf opgelegd.
Veel kan men nu ook horen en lezen over de
grote belangstelling, die er bestaat rondom de zee
dijken. Er wordt van slecht onderhoud gesproken
en de nodige verbeteringen die moeten worden
aangebracht om een herhaling te voorkomen.
Laat ons maar direct vaststellen, dat het onmo
gelijk zal zijn zich volledig tegen natuurrampen te
beschermen. Het is niet de eerste keer dat een
watersnood ons land trof.
Wij lezen al van overstromingen in de jaren 836
en 863; stormvloed in 1375 in Zuid-Hoiland. In
1530 in Zeeland en Holland. De Allerheiligenvloed
van 1570 en de St. Felixvloed van 1582. 16 Nov.
1377: Overstroming waardoor de Braakman ont
stond, en nog verschillende andere.
De voorlaaste watersnood die ons land teisterde,
was die van Januari 1916. Marken werd toen ge
heel overstroomd.
Een der zwaarste rampen was de St. Elizabeths-
vloed, de rivieren waren door de slagregens toen
zó sterk gezwollen, dat bij de losbrekende orkaan
verscheidene dijken zwichtten, in Friesland, in
Holland en Zeeland, ook langs de gehele kust van
Dollard tot de Schelde.
In Friesland verloren acht duizend mensen het
leven. In Petten verdronken vierhonderd mensen
tegelijk, die hun toevlucht hadden genomen in een
kerk.
Zo verhalen de kronieken over de over de legen
darische St. Elizabethsvloed van 18 Nov. 1421.
Grote Waard tussen Zevenbergen, Geertruidenberg
en Dordrecht werden overspoeld; 72 dorpen gingen
ten onder, 38 dorpen zijn terug boven gekomen, 34
zijn nooit meer te zien geweest. In totaal moeten
bij de St. Elizabethsvloed zijn omgekomen of ver
dronken honderdduizend mensen. Er is vermoed
dat de bedijking van de Alblasserwaard die 55 jaar
vóór de St. Elizabethsvloed plaats had, mede heeft
gewerkt tot de geweldige ramp; deze dijk beklem
de de rivier, de bedding werd daardoor te nauw.
De strijd tegen het water in ons land is van
oudsher. Het aantal doden door overstromingen
telt men tienduizenden en de geleden schade bij
milliarden.
WEST ZEEUWS VLAANDEREN.
21 Februari 1953.
De gebeurtenissen, welke zich in deze maand
voorgedaan hebben, geven ons ondanks het feit dat
alles in meer geordende banen komt, toch nog veel
stof tot nadenken.
En wanneer we dan alleen bij de zakelijke kant
willen blijven, met name de schaderegeling en het
tempo waarin dit afgewikkeld zal worden. Theo
retisch kan het misschien de bedoeling zijn om aan
ieders belangen en verlangen tegemoet te komen
zoveel dat mogelijk is, maar hoe zal de practische
uitvoering hiervan zijn.
Onwillekeurig vergelijken we de situatie van nu
mét die van na de oorlog. Zien we nu, ongeveer
acht jaar nadien, dat verschillende bedrijven nog
meer op een verzameling van strohutten lijken
dan op een degelijke boerderij. Wellicht zullen er
bij de gedupeerden ook zijn die dit aan de lijve
hebben meegemaakt, en het moet wel een zeer
zware opgave zijn om nu weer voor dezelfde pro
blemen gesteld te worden en misschien weer 8 jaar
te moeten wachten eer zij weer de beschikking
hebben over bedrijfsgebouwen welke aan hun be
stemming voldoen. In 1945 hadden we niet durven
voorspellen dat ze zich 8 jaar nadien nog met nood
woning of -stal tevreden zouden moeten stellen,
omdat we het zelf toen niet geloofden. Nu weten
we dat het mogelijk is, maar nog durven we niet
voorspellen dat het zo zal zijn, omdat we zo vurig
hopen dat het niet zo zal zijn. Daarom Is het
goed, dat de georganiseerde landbouw dit reeds zo
spoedig na de ramp bij de betreffende instanties
onder de aandacht heeft gebracht en dat zal blij
ven doen, omdat te gemakkelijk weer de mogelijk
heid bestaat, dat, wanneer ieder denkt dat hij het
zijne tot herstel of hulp heeft bijgedragen, het
noodgebied verder aan zichzelf overgelaten wordt,
zonder daarbij te bedenken, dat hetgeen gedaan
werd wel veel was, maar niet voldoende om het
geen te herstellen, wat verwoest is.
Dat hierbij ongetwijfeld hoge eisen gesteld zul
len worden aan de Landbouworganisaties om voor
haar leden te strijden spreekt vanzelf.
De Z. L. M. heeft reeds bij de eerste hulpver
lening getoond dat ze het plan om daadwerkelijk
in te grijpen vastberaden heeft genomen en dat ze
hiermee zal voortgaan zo lang dat de belangen
van de Zeeuwse Boeren eisen.
Wat deze zaak betreft kunnen we de toekomst
wel vol vertrouwen ingaan. Moge dat voor de ge
troffenen althans tot steun zijn.
WALCHEREN.
24 Februari 1953.
Veel is er gebeurd sedert het laatste artikel in
deze kolom door Uw briefschrijver werd verzorgd.
Een golf van leed en onherstelbaar verlies heeft
onze provincie getroffen. De tol die Walcheren
moest betalen was gering, in vergelijking met de
andere eilanden van ons gewest.
Wel was de toestand van de duinen en dijken
bijzonder critiek op vele punten, maar de meeste
plaatsen konden het nog net uithouden tot het
eind van de vloed.
De oppervlakte, die overstroomd werd, bedroeg
nog geen 10 van het totaal en wanneer U dit
artikel leest zijn de laatste 350 ha reeds aan het
droogvallen toe.
Met man en macht is er gewerkt om de gaten
te dichten en een woord van hulde is hier stellig
op zijn plaats voor al diegenen die hieraan hun
medewerking gaven.
Maar niet alleen werden de gaten gedicht, ook
het herstelwerk wordt krachtig ter hand genomen.
De werktuigen werden behandeld met roest-
werende middelen en zodoende kan het zout deze
dure machines niet verder aantasten. Een grondige
revisie zal straks na deze tijdelijke maatregel nog
nodig blijken.
Het bouwplan is ook danig in de war gekomen
met deze overstroming. Het zout in de grond zal
een normaal bouwplan weinig kans van slagen
bieden.
Hoewel er momenteel nog niets met zekerheid
kan worden gezegd, omdat de zoutcijfers nog niet
allemaal bekend zijn, dient men er nu toch reeds
rekening mee te houden dat gewassen als aard
appelen, erwten, bonen en vlas zeer zoutgevoelig
zijn. Granen, bieten en spinaziezaad zijn veel
sterker.
Om een inzicht te verkrijgen in het zoutgehalte
van de grond zijn alle drooggevallen polders reeds
bemonsterd, en worden onderzocht op zoutgehalte.
Zodra de uitslagen van dit onderzoek bekend zijn,
zal men dit met de betreffende collega's nader be
spreken.
Een ondiepe bewerking met rust voor de grond,
gecombineerd met een doelmatige gipsbemesting,
zal ook nu onze grond weer moeten herstellen. De
ervaringen na de overstroming van 1944 hebben be
wezen dat niemand deze regel ongestraft kan over
treden. Ook een te vroege bewerking van deze
overstroomde gronden leveren vaak grote teleur
stellingen op.
Ook in het niet overstroomde herverkavelings-
gebied van Walcheren zijn er veel collega's die hun
bouwplan nog niet kunnen opmaken, zij weten nog
niet welke percelen zij straks krijgen toegewezen.
Wanneer men straks per 1 Maart nog niet weet
waar men aan toe is, dan is het toch geen wonder
dat er gemopperd wordt.
Kon deze kavel toedeling nu toch werkelijk niet
eerder klaar?
THOLEN—ST. PHILIPSLAND.
23 Februari.
Woorden, geschreven of gesproken, schieten te
kort om al het leed, dat over onze streek kwam,
weer te geven. In ons district werd Stavenisse
wel buitengewoon zwaar getroffen en nog steeds
is niet te zeggen hoeveel mensenlevens daar plot
seling werden weggenomen. Wat velen hebben
meegemaakt is zó aangrijpend, dat bij het vertellen
tranen onze ogen vullen. Menigeen zag zijn ge
liefden in de golven omkomen. Maar ook velen
werden als door een wonder Gods gered.
Het dorp St. Philipsland is eveneens zeer zwaar
gehavend en ook hier zijn mensenlevens te betreu
ren.
Het herbouwen van woningen en schuren in
deze dorpen zal veel tijd en geld kosten.
De andere gemeenten kwamen er beter af, hoe
wel ook daar de schade soms aanzienlijk is.
Gelukkig bleef Poortvliet voor gehele evacuatie
gespaard al was dit op het nippertje. Het water
zakt nu en de bewoonbare dorpskern wordt iets
groter.
Wat een droevig gezicht was het om de dode
dieren aan de dijk en in de stal te zien liggen. Hoe
veel moeite en zorgen was er aan besteed om een
goede en gezonde veestapel op de bedrijven te krij
gen en nu is al dit werk plotseling vernield. Het
vee, dat gered werd, moet afgevoerd worden en
zal er straks weer evengoed materiaal voor terug
komen?
Onze werktuigen gingen onder zout water en zul
len straks snel roesten. Gelukkig is door de P.V.C.
met bekwame spoed gewerkt om de werktuigen
uit het water te halen en te prepareren tegen roest.
Hierbij mag verwacht worden dat de eigenaar van
de werkuigen zoveel mogelijk meewerkt, zowel bij
het bergen als voor vervoer en opbergen na de
behandeling. Straks moet er weer gezaaid en ge
oogst worden en zijn goed functionerende werk
tuigen onmisbaar.
Het lijkt mij gewenst dat iedere getroffene een
schrift neemt en daarin alles wat er verloren ging
op schrijft. We verwachten van elk Z.L.M.-lid, dat
dit naar eer en geweten zal plaats vinden. Hier
door krijgt men dan een vrij complete lijst van de
geleden schade en kan een juiste opgave gedaan
worden aan de instanties die met het herstel be
last zijn.
Ruim de helft, n.l. 53 van ons district werd
overstroomd, terwijl we nog nauwelijks hersteld
waren van de vorige inundatie. De gaten in de
dijken van de meeste polders zijn weer zover her
steld, dat het nu zaak is het water zo snel mogelijk
te lozen. Dit is voor de polders met een gemaal
een zeer tijdrovend werk. Het inschakelen van
hulppompen met een grote capaciteit is beslist
noodzakelijk om nog dit jaar met enige kans op
succes in te kunnen zaaien. Iedere boer hoopt er
toch op nog in 1953 een gewas te zien groeien.
Of dit lukken zal, hangt volledig van het weer af.
Wanneer na het droogkomen en voor de zomer-
droogte nog een flinke hoeveelheid regen valt, dan
kan het meevallen. Is dit niet het geval, dan moet
men er op rekenen dat de gezaaide gewassen door
de hoge zoutconcentratie vroegtijdig afsterven.
Op de overstroomde grond zal in de meeste geval
len het minst zoutgevoelige gewas gezaaid moeten
worden. Er zal dus weer een grote oppervlakte
gerst komen. Met het oog op d-e prijs van het zaad
is het ook nog te wagen om in de gerst hopperups-
klaver te zaaien. Dit kan uitstekend iri één gang
met de zaaimachine gemengd gezaaid worden, mits
niet te veel zaad te gelijk in de bak gedaan wordt.
We rekenen er op, dat de Voorlichtingsdienst zo
snel mogelijk de zoutcijfers bekend zal maken van
de droogkomende grond en tevens zal adviseren
wat voor gewas de beste kansen heeft. Zaaien
betekent echter nog geen oogsten. Dit hangt af
van de hoeveelheid regen, die er de eerste maan
den valt. Maar met Gods hulp is het mogelijk.
ZUID-BE VEL AND.
24 Februari 1953.
Nu de toestand in het rampgebied geleidelijk aan
wat normaler wordt, kunnen we weer over gaan
tot de orde van de dag. Veel is gebeurd dat onher
stelbaar is, maar ook veel dat herstelbaar is al zal
het grote offers kosten. Ons eiland, voor zover het
die benaming nog kan dragen, is er in vergelijking
tot andere eilanden nog genadig afgekomen. Het
grootste gedeelte is droog gebleven en van de over
stroomde polders zijn er intussen weer al enkele
droog gevallen.
Oost Zuid-Beveland is wel het zwaarst getroffen
en Uw overzichtschrijver heeft in de Kruiningen-
polder van zeer nabij meegemaakt hoe het er naar
toe gegaan is. Het is hier niet de plaats om daar
verder over uit te wijden maar er zouden boek
delen over te schrijven zijn. We zijn echter ten
zeerste getroffen door de eenheid van ons volk in
die donkere dagen toen het er om ging hulp
te bieden aan de slachtoffers van de overstroming.
Dat geeft de mens moed en we menen namens alle
getroffen agrariërs te spreken wanneer we ieder
een bij deze onze dank betuigen die in letterlijke of
figuurlijke zin het zijne heeft bijgedragen om
de ergste nood te lenigen.
Het wordt nu voor ons een wat moeilijk geval
omdat we op onze boerderijen eensdeels met nor
male- en anderdeels met zoute grond te maken
hebben. Het ligt echter in de bedoeling om voor
de zoute gronden de grootst mogelijke individuele
voorlichting te geven en derhalve lijkt het ons het
beste om in deze rubriek meer de nadruk te leggen
op de gang van zaken op onze normale bedrijven
die niet overstroomd zijn geweest.
Het zachte weer van de laatste dagen doet ver
schillende boeren al toebereidselen maken om het
eerste zaad aan de schoot der aarde toe te vertrou
wen. Dit is nu eenmaal 's levens loop, ondanks
alle ellende en narigheid. Hoewel het teeltgebied
enigszins verlegd zal moeten worden, ziet het er
wel naar uit dat weer een flinke oppervlakte uien
gezaaid zal worden. Ongetwijfeld zult U zich nog
de ernstige aantasting door de uienvliegmade her
inneren die vorig jaar plaats vond. Voorkomen is
beter dan genezen en daarom is het gewenst om
een zaaizaadbehandeling toe te passen met één der
hiervoor speciaal in d'e handel gebrachte D.D.T.-
preparaten.
1 Hoewel door een dergelijke bestrijdingswijze een
eventuele aantasting niet volledig kan worden
tegengegaan, kunnen hiermede toch zeer gunstige
resultaten bereikt worden. Het komt evenwel nog
steeds voor, dat de behandeling van het uienzaad
alsmede het zaaien niet met de nodige zorg ge
schiedt. Het gevolg is dan ook, dat teleurstellin
gen niet uitblijven.
Voor de uientelers, die zaadbehandeling wensen
toe te passen, dacht het ons goed enige belangrijke
wenken met betrekking tot de hierbij te volgen
werkwijze te geven.
Het meest voor dit doel gebruikte middel is