HILLESH®G
Stemmen uit de praktijk
Uit en voor de polder
S U I K E R BIETEN ZAAD
TUINBOUW
Dit de Kringen en Afdelingen
HILLESHÖC HILLESHÖC
KRING WALCHEREN DER Z. L. M.
LANDBOUWGIDS '53 VERSCHENEN.
VOORLICHTINGSDAG VOOR DE
TUINBOUW UITGESTELD.
»Q» STANDAARD
de vroegrijpende E biet vroegrijpend - hoog gehalte
,N. V. HOULAND5CH ZWEEDSCHEZAAÓ MAATSCHAPPIJ aKONINGSLAAN 26 AMSTERDAM-Z
AANDACHT VOOR DE JONGEREN
Dit was de aanhef van een gedeelte van het
artikel, dat ik met meer dan gewone belangstel
ling las in het hoofdblad van onze Fruittelers van
10 Januari. Zeer belangstellend was ik wat de
geachte schrijver aan onze jonge mensen had te
zeggen. Zeer teleurgesteld heb ik het, na meer
malen herlezen te hebben, naast mij gelegd en ben
erover aan het nadenken gegaan. In dit artikeltje
worden alle zegeningen van hun Organisatie als
het ware op een presenteerblaadje voorgehouden.
Ze worden als het ware in volgorde gelijk een rol-
pent afgedraaid. Allereerst de grootte van „De
Fruitteelt" (in de toekomst nog wel op beter pa
pier) de afdelingsvergaderingen, de lezingen, de
praatavonden, de ontwikkelingsdagen, de cursus
sen voor snoei, bemesting, ziektebestrijding, de
verschillende plant-systemen, de mechanisatie, en
al de inrichtingen van onderwijs, zodat men. op
zekere leeftijd, als alles naar wens is verlopen, de
diploma's netjes in een bundeltje bijeen gegaard
zijn, men er klaar voor is.
Of ik hierop aanmerkingen heb; in genen dele.
De toekomstige fruitteler moet voor zover moge
lijk theoretisch, zowel als practisch goed onderlegd
zijn, wil hij zich kunnen handhaven zowel in bin
nen- als buitenland.
Mag ook een Organisatie niet trachten zich te
verzekeren van de jeugd en recruten werven zoals
de schrijver zegt. Natuurlijk wel! Juist door de
jeugd is de toekomst van een Organisatie ver
zekerd. Wie geen jeugd in zijn organisatie heeft
is reeds bij voorbaat ten ondergang gedoemd.
Waar ik dan wel bezwaar tegen heb?
Wel dit, dat wanneer men de jeugd wil inlijven
in een Organisatie, men deze ook iets moet kunnen
aanbieden of althans dit tracht te doen. Of zijn
de jongeren alleen maar goed de ouderen vast in
het zadel te laten zitten.
Schrijver zegt in zijn artikel, dat de jongeren
niet op hun diploma's moeten zitten staren. Maar
ik vraag me af waar moeten ze anders op staren?
Want één ding vergeet schrijver, n.l. hij wijst
geen enkele weg aan waarlangs de jongeren hun
kennis in de practijk kunnen bréngen. Met andere
woorden: er is geen grond beschikbaar of deze
wordt niet beschikbaar gesteld. Wij geven hoog af
van onze Organisatie, Voorlichtingen, Onderwijs
enz., enz., maar het is gelijk aan een hongerig
mens, die de heerlijke lucht uit de keuken in zijn
neus krijgt, maar er geen enkel hapje van krijgt.
Het drama in de N.O.P. is hiervan het sprekendste
bewijs. Indertijd heb ik hier al meermalen over
geschreven en ga daar nu niet verder op in. Voor
mij is de „Klare Wijn" nog steeds dik en troebel.
Maar ik vraag me af, is het eerlijk tegenover onze
jonge mensen om ze alles mooi voor te houden,
terwijl we weten, dat er misschien maar voor een
enkeling plaats zal zijn.
De jongeren in onze hedendaagse Maatschappij
zijn veel meer ontwikkeld, dan de meeste onzer
ouderen dromen. Ze zullen ons later ter verant
woording roepen en ons afvragen: wat hebt ge
voor de jongeren gedaan? Doen de Organisaties
werkelijk wat ze kunnen om onze jongens meer te
geven dan een bundeltje diploma's? Kunnen we
niet, dan moeten we ze ook niet opeisen voor onze
eigen Organisatie. Dan moeten we onze jongens
gaan herscholen om ze voor te bereiden voor een
plaats in de vreemde. Dan moet de buitenlandse
kennis van Fruit, en Groenteteelt hun bijgebracht
worden. Dan moet de taal beheerst worden van
het land waar er toekomst voor hun is. Daar zal
hij meer aan hebben dan aan al die diploma's, die
in een ander land zullen blijken van weinig nut te
zijn.
Persoonlijk zou ik de moed missen de boer op te
gaan om leden te winnen voor een Organisatie, die
strakjes niet weet wat hij met de jongeren moet
aanvangen.
Laat ons deze kwestie eens eerlijk en nuchter
bekijken. Niet ons eigen standpunt, dat dikwijls
niet objectief is, maar meestal egoïstisch.
We zitten met landhonger, overbevolking, emi
gratie; allemaal problemen waar men kranten vol
over zou kunnen schrijven. Maar ze zijn er, en ze
zullen in de toekomst zich meer en meer toe
spitsen.
Jonge ontwikkelde mensen, vol energie, met een
leven voor zich, hebben niets aan een stukje papier
hoe mooi ook omlijst en ondertekend door een
uiterst bekwame Tuinbouwconsulent of een gezien
Voorzitter van één of andere Organisatie als dit
papier hen niet de weg ontsluit voor een eigen
toekomst.
Als de Organisaties en Regering hierin niet ac
tief zijn, zal het tot gevolg hebben, dat massa
emigratie zal plaats vinden of als tegenhanger
massa werkloosheid.
Met elk emigrantenschip gaat er echter een
grote hoeveelheid energie en levensinitiatief van
onze kust weg. M.i.z. moet al het mogelijke ge
daan worden om onze jonge krachten hier te hou
den en dit (mogelijke) is schier onbegrensd; ik
denk aan inpoldering en ontginning. Is het moge
lijke bereikt, dan is het de taak ook van onze Or
ganisatie om onze zonen en dochteren uit onze
agrarische bedrijfstak voor te bereiden voor de
weg naar elders om Hollands Glorie uit te dragen
niet in veldslagen maar in het stichten en exploi- 1
teren van Tuinbouwbedrijven. Dan zal het nage- i
slacht ons dankbaar zijn en zullen we zelf de vol
doening hebben iets meer te zijn geweest dan een
Voorzitter of Secretaris, die ijverig de leden in een
register zet of een stevige kas financiert hoe goed
het op zich zelf ook is.
Zonder te twijfelen aan de goede bedoeling van
de schrijver van genoemd artikel en met waar
dering voor zijn activiteit meende ik toch een
beetje dieper op deze materie te moeten ingaan.
Wie het niet met mij eens is, geen bezwaar; hij kan
mij en anderen trachten te overtuigen, dat het niet
zo is. De plaatsruimte hiervoor wordt in ons Blad
beschikbaar gesteld
JAAP UIT 't BOGERDJE.
DRAINEREN.
In het vorig artikel hebben we kunnen lezen, op
welke wijze, we hout kunnen gebruiken om 'het
overtollige water van. de grond af te voeren.
Beschikken we niet over hout, afkomstig van
gerooide bomen, bessen of snoei, dan moeten we
uitzien naar een andere manier om het water weg
te werken.
In een boomgaard is dan de draineerbuis, de
enige uitweg. We kennen ook nog de moldrainage,
doch deze kunnen we rh.i. voor het fruitteeltbedrijf
wel afschrijven: le omdat de wortels der bomen
de drains gemakkelijk kunnen binnendringen en
daardoor vernietigen; 2e zijn de wortels een on
overkomelijke hinderpaal bij het aanbrengen van
de moldrain,
We hebben dus te kiezen tussen draineerbuizen
met of zonder kraag. Betonnen draineerbuizen
laten we buiten beschouwing omdat de ervaringen
hiermee zeer ongunstig zijn.
De uit klei of leem gebakken buizen komen dus
in aanmerking, beide soorten, zowel dus met als
zonder kraag hebben hun voor- en nadelen.
De buizen zonder kraag hebben als voordeel
dat ze goedkoper zijn en dat inslibbing over het
algemeen minder is dan bij buizen met kraag. De
nadelen er van zijn, dat ze beslist door keskundige
mensen moeten worden gelegd en dat ze niet met
een leghaak in de sleuf kunnen worden aange
bracht. Men Is dus verplicht één nog al brede
sleuf te graven. Op zachte gronden, waar verzak
king is te vrezen, moeten de buizen ondersteund
worden met planken of latten.
De kraagbuizen kunnen met éen leghaak worden
gelegd. De te maken sleuf kan dus zeer smal zijn.
De aanlegkosten van kraagbuizen zullen dus min
der zijn, dan bij buizen zonder kraag.
Bij de aanleg van kraagbuizen kunnen de aan
sluitingen minder goed worden gecontroleerd.
Bij de aankoop van buizen moet men er wel op
letten, welk materiaal men in handen krijgt.
Kromme buizen zijn niet bruikbaar; aan de bin
nenkant moeten ze gaaf zijn.
ALGEMENE VERGADERING
op Maandag; 2 Februari, des namiddags te 1.45 uur
in de Bogaardzaal te Middelburg.
Agenda:
1. Opening. 2. Notulen.
3. Ingekomen stukken.
4. Jaarverslag Secretaris-Penningmeester.
5. Rapport Kascommissie.
6. Afscheid Secretaris-Penningmeester.
7. Vaststelling Kringcontributie 1953.
8. Verkiezing Hoofdbestuursleden en plaatsver
vangers.
9. Ir J. D. Dorst, Prov. Voedselcommissaris, zal
spreken over „De Zeeuwse landbouw in een
veranderende wereld."
10. Rondvraag. 11. Sluiting.
Namens het Bestuur,
A. W. CEVAAL, Voorzitter.
M. KLEINEPIER, Secretaris.
Bij het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf is
verschenen de Landbouwgids 1953. In de nieuwe
gids, welke met een voorwoord van de heer Ir. A.
W. van de Plassche, Directeur-Generaal van de
Landbouw wordt ingeleid, is de indeling van de
vorige gids grotendeels gehandhaafd. Hierbij is de
inhoud aangepast aan de nieuwste resultaten van
onderzoek.
Het overzicht van adressen en personalia is an
ders opgezet, waardoor het opzoeken is vergemak
kelijkt. Een volledig overzicht van het landbouw-
huishoudonderwijs is opgenomen. De hoofdstuk
ken Statistiek en Bedrijfseconomie zijn belangrijk
uitgebreid, waarbij enkele tabellen zijn vervangen
door meer sprekende grafieken. De vele wijzigin
gen gedurende het afgelopen jaar in de sociale
wetgeving maakte het noodzakelijk de sociale ge
gevens geheel opnieuw te bewerken.
Nieuw is voorts de bespreking van enkele
actuele vraagstukken betreffende grondeigendom
en pacht. De werkkalender is uitgebreid. Veel
aandacht is besteed aan de betekenis van de spo
renelementen.
Ieder, die bij enige tak van landbouw, hetzij ak
kerbouw, veeteelt dan wel pluimveehouderij, is
betrokken, zal in de nieuwe gids een boekwerk,
dat meer dan 500 bladzijden beslaat een schat
van gegevens aantreffen.
De prijs is 5 per stuk, waardoor de uitgave bin
nen ieders bereik ligt. Exemplaren kunnen wor
den besteld bij het Staatsdrukkerij, en Uitgevers
bedrijf te 's-Gravenhage, bij voorkeur door over
schrijving op postgirorekening 425300 of via de
boekhandel.
Wanneer men tot drainage overgaat en men is
zelf niet deskundig, vraagt dan advies aan een
deskundig persoon. De kosten daarvoor uitge
geven zijn zeer zeker verantwoord.
Dit dus wat betreft de ondergrondse ontwate
ring. De bovengrondse ontwatering, hiermede
wordt dus bedoeld het graven van greppels of
slootjes, heeft voor de fruitteelt verschillende be
zwaren.
le zijn de greppels echte obstakels voor de ma
chinale grondbewerking, het rijden met de sproei-
machine enz.
2e eisen ze veel onderhoud, want ze gaan vlug
dicht.
3e zijn het goede afvoerkanalen voor kunstmest,
dat door middel van regen daar gemakkelijk in-
spoelt.
Tot zover iets over de schade door water en de
afvoer hiervan. In het najaar van 1952 hebben
we kunnen zien hoe op vele percelen de fruitbomen
geruimen tijd in het water stonden. De nadelige
gevolgen zullen zeer waarschijnlijk niet uitblijven,
we zullen dit a.s. zomer kunnen waarnemen.
Tracht in de toekomst dergelijke toestanden te
voorkomen, door de grond de behandeling te
geven, die ze toekomt. Ieder perceel grond is in
Nederland een kostbaar bezit, beschermt dit voor
de kwade gevolgen van te veel water.
In een volgend artikel iets over planten en
snoeien.
R. A. ADGEVER.
De Voorlichtingsdienst voor de Tuinbouw, waar
o.m. Minister Mansholt zal spreken, zal niet op 6
Februari a.s. kunnen worden gehouden, maar is
naar een latere, nog nader te bepalen datum, ver
schoven.