Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw
ZITDAGEN BOEKHOUDBUREAU.
BEKNOPT VERSLAG
KRING OOST- ÈN MIDDEN-BRABANT
DINTELOORD: Woensdag 26 November, 11%1
uur, Hotel Korf.
FIJN A ART: Vrijdag 28 Nov. 10 Va—12% uur, Hotel
„De Graanbeurs".
van de vergadering van het Dagelijks Be
stuur der N. B. M. L., gehouden op 17 No
vember j.l. te Zevenbergen.
Op deze vergadering kwamen verschillende on
derwerpen aan de orde, waarvan wij de belangrijk
ste hieronder laten volgen.
Vereenvoudiging van de loonadministratie.
Het aantal klachten over de ingewikkelde loon-
berekeningen neemt steeds meer toe en gevreesd
moet worden, dat straks vrijwel niemand meer uit
deze doolhof wegwijs kan worden. Dit neemt niet
alleen onnodig kostbare tijd van de boer in beslag,
maar werkt ook remmend op de animo om de be
drijven meer arbeids-intensief te maken. Immers,
hoe meer arbeiders, hoe meer administratieve
rompslomp.
In de op 24 November a.s. te houden Hoofdbe
stuursvergadering komt dit punt nader aan de orde.
Winterschool voor jonge boeren.
Ook deze winter zal van 12 Januari tot 7 Febru
ari a.s. weer een winterschool voor jonge boeren
worden gehouden op de Volkshogeschool te Bakke-
veen, met daaraan verbonden eeri zomer-excursie
naar Engeland. Met de Prov. Jongeren-organisatie
zal contact worden opgenomen, teneinde ook uit
onze provincie de jongeren op te wekken voor deel
name. Het thema van deze cursus is „Van landman
tot wereldvoedsel-producent en toch boer."
Algemene vergadering N. P. F.
Naar de algemene vergadering der N. P. F., die
op 8 December a.s. te Utrecht wordt gehouden, zal
worden afgevaardigd de heer J. P. Soethout te
Oostelbeers.
Schadevergoeding bij uitvoering van electrieileits-
werken, aanleg van gas en waterleiding enz.
Gestreefd wordt naar een landelijk uniforme re
geling voor deze vergoedingen.
Grondgebruik.
In verschillende gemeenten is.de ligging van een
verkaveling van de ingebruik zijnde gronden ten
opzichte van de bedrijfsgebouwen zeer ongunstig
en liggen deze percelen her en dèr verspreid. Aan
de commissie Grond- en Pachtzaken zal worden
verzocht na te gaan in hoeverre, behalve door ruil
verkaveling, ook door middel van pachtverkaveling
op e.t. gebruiksverkaveling mogelijkheden moeten
worden geschapen om in dergelijke gemeenten tot
een meer doelmatig grondgebruik te kunnen
komen.
Voorts zal aan enkele gemeenten, die zelf gron
den in eigendom bezitten, worden verzocht bij het
uitvoeren van uitbreidingsplannen de betreffende
gedupeerden zoveel mogelijk compensatie te ver
lenen door middel van deze gemeente-gronden.
Opheffing Overdiepsche Polder.
Deze polder is gelegen tussen het Oude Maasje
en de Bergsche Maas en werd in 1940 opgericht.
De grootte bedraagt pl.m. 500 ha. Provinciale Sta
ten van Noord-Brabant besloten, ingevolge het plan
tot sanering van de Waterschappen, om deze polder
op te heffen en te voegen bij het Waterschap van
het Zuider-afwateringskanaal.
Aan de N. B. M. L. is verzocht het bij de Kroon
aangetekende beroep hiertegen, te willen onder
steunen.
Het Dagel. Bestuur benoemde een commissie ter
nadere bestudering van deze aangelegenheid met
verzoek advies te willen uitbrengen.
Leden-werf actie.
Besloten werd voor het a.s. winterseizoen een
leden-werfactie in te stellen. Nadere aankondiging
hierover volgt.
Begroting 1953.
De concept-begroting werd, behoudens een kleine
wijziging, goedgekeurd.
Agenda Hoofdbestuursvergadering.
Voorts werd de agenda voor de op 24 dezer te
houden vergadering van het Hoofdbestuur behan
deld, waarna de agenda van de K. N. L. C.-vergade-
ring werd besproken.
Na afloop van de vergadering bracht het Dagel.
Bestuur een bezoek aan de Coöp. Suikerfabriek te
Zevenbergen.
De Kring Oost- en Midden-Brabant der N. B. M. L.
hield op 13 November j.l. te Eindhoven een kring
vergadering, waar enkele voor onze gemengde be
drijven zeer belangrijke onderwerpen werden be
handeld.
Voorzitter De Zeeuw heette in zijn openingswoord
allen welkom, in het bijzonder de sprekers, de heren
Ir. Hupkes en De Waard.
Op voorstel van het Kringbestuur werd allereerst
het punt „Melkprijs" aan de orde gesteld, en wel
de prijs, zoals deze door de zuivelfabrieken wordt
uitbetaald. Bij vergelijking met de uitbetalingsprijs
over het eerste halfjaar van 1952 van een achttal
fabrieken, blijkt die van de Coöp. Zuivelvereniging
„De Kempen" lager te zijn, dan die van de andere
fabrieken. Daar de melkprijs voor de zandboer van
groot belang is en velen rechtstreeks belang heb
ben bij de uitbetaling van „De Kempen", werd be
sloten aan het Bestuur van deze coöperatie om
nadere inlichtingen te vragen, teneinde hierdoor
eventuele misverstanden te voorkomen.
Hierna werd het woord verleend aan Ir. Hupkes
voor het onderwerp: „De uitkomsten van gemeng
de bedrijven op de zandgronden."
Ir. Hupkes, die verbonden is aan het L. E. I., be
handelde in het bijzonder de uitkomsten van de
L. E. I.-bedrijven gedurende de jaren 1948/1951.
De bedrijfsstudie, gericht op het boerenbedrijf,
ih vooral de laatste jaren meer in het middelpunt
van de belangstelling gekomen. Hoewel het boeren
bedrijf zeer gecompliceerd is, is het toch van groot
belang de verschillende onderdelen van het bedrijf
nader te ontleden, teneinde daaruit te kunnen na
gaan, welke verbeteringen in de bedrijfsvoering
zouden dienen te worden aangebracht. De gegevens
van de landbouwboekhoudbureaux zijn hiervoor
niet voldoende, daar deze uitsluitend zijn gericht
op het bepalen van het fiscale inkomen.
Het bedrijfseconomisch onderzoek wil het bedrijf
in zijn onderdelen nagaan en daarbij onderzoeken
wat de oorzaak is van het gevonden bedrijfsresul
taat in zijn geheel en van de resultaten van de
afzonderlijke onderdelen.
In Noord-Brabant zijn pl.m. 200 bedrijven bij dit
bedrijfs-economisch onderzoek betrokken, waarvan
veruit het merendeel gemengde bedrijven op de
zandgronden zijn.
Kenmerkend voor deze bedrijven is, dat het ge-
zins-bedrijven zijn. Naarmate meer arbeid uit het
gezin beschikbaar komt, kan het bedrijf intensiever
worden gevoerd. Het is van belang, dat de beschik
bare arbeid zo volledig mogelijk wordt aangewend.
De arbeidsbehoefte van een bedrijf wordt berekend
in standaarduren. Normaal is pl.m. 3000 standaard
uren per man per jaar. In verband hiermee kan
het inkomen per man per jaar worden berekend,
waarbij als vergelijking diene, dat een landarbeider
thans per jaar (inclusief sociale lasten) komt op
3350,Het omgerekend inkomen per man op de
gemengde bedrijven is de laatste jaren stijgende.
Voorts valt op, dat deze bedrijven in enkele jaren
20 intensiever zijn geworden. Voor dit intensi
veren is meer kapitaal nodig, waarom thans ook
aan de likwiditeitspositie aandacht wordt geschon
ken. De gemengde bedrijven in Oost- en Midden-
Brabant hebben gemiddeld 40 bouwland, de rest
is grasland. Het bouwland wordt voor een groot
deel benut voor de veevoederwinning. Daarnaast is
de varkens- en kippenstapel van groot belang.
Spreker behandelde hierna achtereenvolgens deze
onderdelen
De rundveehouderij.
Dit is de voornaamste basis van het gemengde
bedrijf en zeer arbeidsintensief. Het intensiveren in
deze richting levert beter resultaat op dan het in
tensiveren van de varkens- en kippenhouderij. De
rundveehouderij is stabieler en hoewel de melk
voor de zandgronden de laatste jaren weinig netto
winst heeft opgeleverd, is hieruit toch in ieder ge
val een behoorlijke post arbeidsinkomen verkregen.
De gemiddeld uitbetaalde melkprijs lag de laatste
jaren in Noord-Brabant hoger dan het gemiddelde
voor ons land.
De varkenshouderij.
Deze tak van bedrijf is deels afhankelijk van de
exportmogelijkheden, met name die naar Engeland.
Bij het vaststellen van de garantieprijs is de prijs
van het voer een belangrijke factor. Bij lagere voe-
derprijzen wordt echter het in eigen bedrijf ver
bouwde voer ook lager gewaardeerd. Dit wordt wel
eens uit het oog verloren, wanneer wordt aange
drongen op lagere voerprijzen. De verbouw van
voeder op eigen bedrijf wordt het best gestimu
leerd door hoge graanprijzen.
Ieder jaar blijkt weer, dat de biggen in een be
paalde periode worden gefokt. Bij een teveel daalt
de prijs en gaan de fokkers inkrimpen, waarop
weer een tekort met dientengevolge hoge prijzen
volgt. De fokkers zouden hiermee meer rekening
dienen te houden. Spreker gaf voorts in over
weging meer aandacht te schenken aan het voede
ren van suikerbieten aan varkens, zoals in Noord-
Limburg wordt toegepast.
De pluimveestapel.
Het houden van varkens en kippen vraagt veel
kapitaal en is weinig arbeids intensief. De eierprij-
zijn zijn vrijwel constant gebleven tegenover oplo
pende voerkosten. Momenteel zijn deze verhoudin
gen wat gunstiger geworden, hoewel de netto-winst
over het algemeen van deze bedrijfstak niet groot
is.
Op deze interessante inleiding volgde een uit
voerige gedachtenwisseling, waaraan o.a. deel
namen de heren Van Liere, Lagendijk, Groeneweg,
De Vette, De Vos, Van Heijst, Van der Weele e.a.
Het zou teveel plaatsruimte vergen deze geheel
weer te geven. Toch bleek hieruit, dat de aan
wezigen grote belangstelling hadden voor het be
handelde onderwerp.
Onder andere werden hierbij de volgende punten
aangesneden:
Overbezetting of onderbezetting van bedrijven?
Vele bedrijven blijken wat betreft de eigen werk
krachten overbezet te zijn. Er zijn echter ook veel
bedrijven onderbezet, die zich niet kunnen veroor
loven een betaalde arbeidskracht er bij te nemen.
Op vele zandbedrijven werken niet alleen de boer,
maar ook de vrouw en kinderen ook schoolgaan
de) mee. De bedrijfsresultaten laten vaak niet toe,
dat een betaalde kracht wordt genomen, die vol
gens C.A.O. immers inclusief sociale lasten op
3350,per jaar komt. Aleen op bovengnoemde
wijze is het velen mogelijk de eindjes aan elkaar te
knopen, waarbij vooral van de vrouw, die zowel in
gezin als bedrijf moet werken, een dubbele taak
wordt gevraagd. Verschillende arbeiders op een
kleiboerderij zouden daarom met het bestaan van
de zandboer geen genoegen nemen. De drang naar
zelfstandigheid van deze nijvere volksgroep dient
daarom beloond te worden door zodanige prijzen
van de producten, dat een redelijk bestaan wordt
gewaarborgd.
Het productievermogen van de grond.
Van groot belang is, op welke grond men zijn be
drijf pitoefent. Slechte grond is al gauw te duur.
Voor goede grond kan zeker een flinke pachtprijs
worden betaald! Ook de ontwatering en verkave
ling laat vaak nog veel te wensen over. Bij het vast
stellen van het pachtpeil dient met deze factoren
meer rekening te worden gehouden.
De factor boer.
Daarnaast blijft het toch van overheersende be
tekenis over welke capaciteiten de boer beschikt.
Een goede boer zal onder ongunstige omstandig
heden er vaak meer van terecht brengen dan een
met minder capaciteiten onder gunstige omstan
digheden. Daarom dient de boer vooral tegenwoor
dig zijn tijd bij te houden en zich op de hoogte tc
stellen van mogelijkheden tot verbetering van zijn
bedrijfsresultaat. De voorlichtingsdienst is er voor,
om hen daarbij behulpzaam te zijn.
Dat velen hiervoor openstaan blijkt uit de toe
nemende belangstelling om hun bedrijf beschikbaar
te stellen voor het bedrijfs-economisch onderzoek
door het L. E. I.
De keuze van de L. E. I.-bedrijven.
Slechts een beperkt aantal bedrijven kan uiter
aard hieraan meedoen. Het dienen normale bedrij-
vën te zijn onder gemiddelde omstandigheden,
waarvan de boer bereid en in staat is deze boek
houding bij te houden. Dit laatste houdt enigszins
in, dat het peil van deze bedrijven bóven het ge
middelde zou kunnen liggen. Het uit hoofde hier
van regelmatig contact met de voorlichtingsdienst
zou dit nog kunnen bevorderen.
Uiteraard is het zeer moeilijk vast te stellen, in
hoeverre deze L. E. I.-bedrijven boven het gemid
delde zouden liggen. Een van de maatstaven, die
hiervoor zou kunnen worden gebruikt is het vet
gehalte van de melk. Dit blijkt op de L. E. I.-bedrij
ven inderdaad iets hoger te liggen dan het gemid
delde, terwijl ook de veebezetting per ha iets hoger
is. Daarom is bepaald, dat dezelfde bedrijven niet
langer dan 5 jaar aan het kostprijsonderzoek
mogen meedoen.
Na de middagpauze verkreeg de heer De Waard,
voorzitter der N. B. M. L., het woord over:
Pacht wetgeving en pachtprijzen.
Spreker gaf allereerst een overzicht van de voor
naamste bepalingen van het pachtbesluit.
Als pachttermijn geldt voor een hoeve 12 jaar,
voor los land 6 jaar. Bij aflopen van de pachtter
mijn dient de pachter tenminste een jaar tevoren
verlenging aan te vragen. Dit laatste wordt nogal
eens verzuimd en kan voor de pachter een bron
van ellende zijn. De pachtprijzen worden getoetst
door de Grondkamer. Deze provinciaal werkende
grondkamers zijn tot op zekere hoogte autonoom
bij het vaststellen van het pachtprijspeil. Hiervoor
zijn dit voorjaar door de Overheid richtlijnen ge
geven, waarbij de tot nu toe geldende normen zijn
verhoogd.
Daarnaast kan voor de gebouwen een afzonder
lijke verhoging worden toegestaan. Uitgangspunt
dient echter te blijven, dat voor de pachter een
redelijke bestaansmogelijkheid dient te worden ge
laten.
Anderzijds is enige verhoging van de pachtprij
zen voor vele eigenaren dringend nodig.
De gestegen waterschapslasten en vooral de
kosten van onderhoud van gebouwen enz. kunnen
onmogelijk bij handhaving van het oude pacht
prijspeil betaald worden. Daarbij komt, dat vele
eigenaren hierdoor tot verkoop zouden worden ge
dwongen, met vaak ook voor de pachter nadelige
gevolgen.
Daarom is het ook voor de pachter van belang,
dat aan de verpachter een zeker rendement wordt
gelaten.
De pacht eindigt niet bij overlijden en evenmin
bij verkoop. Vaak komt het nog voor, dat er geen
schriftelijk contract is. In dat geval geldt de mon
delinge overeenkomst en kan de pachter schrifte-