ZEEUWSE ZIEKTE
Pedigree Suikerbiet
waarin opgenomen het NOORD-BRAB ANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. l. m*)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
Verschillende bestrijdingswijzen.
Vrijwillig of gedwongen
Een gesloten systeem vereist.
D. J. VAN DER HAVE
No. 2148. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 15 NOVEMBER 1952.
40e Jaargang.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Overname van arti
kelen slechts geoorloofd met duidelijke bronvermelding.
Leden van de Z. L M. en N.-Br. Mij van Landbouw ont
vangen het blad gratis.
ABONNEMENTSGELD: voor niet-leden van deze orga
nisaties bedraagt ƒ10,per jaar.
Redactie:
Secretariaat der Z. L. M.,
Landbouwhuis, Goes - Tel. 2345
ADVERTENTIETARIEF: Per mm 15 cent; minimum per
advertentie 2,Incassokosten 0,15.
Regelabonnementen tegen speciaal tarief.
Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster N.V. v/h
Firma P. J. VAN DE SANDE te Terneuzen of aan het
Landbouwhuis te Goes.
Vóórdat in 1931 de naam Vergelingsziekte werd ingevoerd, sprak de ervaren bietenteler reeds van
de Zeeuwse ziekte. Toendertijd was nog practisch niets bekend omtrent de aard en het ontstaan van
deze ziekte. Zo kon eerst in 1936 worden gepubliceerd, dat de ziekte werd veroorzaakt door een
virus. Sindsdien is er baanbrekend werk op dit terrein verricht, speciaal door het Instituut voor
Rationele Suikerproductie te Bergen op Zoom.
Dit jaar heeft iedere bietenteler de gevolgen van deze ziekte ten volle aan den lijve ondervonden
en onwillekeurig dringt zich de vergelijking met de vroegere benaming op. Niet alleen omdat ruim
V4 gedeelte van de in Nederland verbouwde suikerbieten in Zeeland worden geteeld, doch ook omdat
het vergelingsziekte percentage, mede tengevolge van de klimaatsomstandigheden, over het alge
meen hoger is dan in andere provincies. Al zijn er dit jaar provincies met een hoger percentage
vergelingszieke planten, toch zal men geen provincie kunnen vinden waar de veroorzaakte schade zo
groot is. Uit dien hoofde hebben wij ook gemeend de nodige aandacht aan het voorkomen en het
bestrijden van deze ziekte te moeten besteden.
In dit nummer willen we trachten onze lezers zo breedvoerig mogelijk in te lichten en wij prij
zen ons gelukkig hierbij de hulp te hebben ontvangen van het Instituut voor Rationele Suikerpro
ductie te Bergen op Zoom, dat ons de copy voor het November nummer van „De Suikerbiet" be
reidwillig ter publicatie afstond. Met enkele kleine wijzigingen nemen wc dit artikel dan ook
volledig over en bevelen het gaarne ter lezing aan bij onze lezers.
In het onderstaande gaan we nog even op enkele meer organisatorische kwesties in.
Zolang er nog geen bietenrassen beschikbaar zijn
die ongevoelig zijn voor de vergelingsziekte zal de
praktijk alle beschikbare middelen te baat moeten
nemen om de bestrijding zo doeltreffend mogelijk
te organiseren. r; -
Wel wordt er door ver
schillende kwekers veel aan
dacht aan deze kwestie be
steed en zijn er al wat suc
cessen in deze richting be
haald. We zullen echter
rustig af moeten wachten
of zich hier iets blijvends uit
ontwikkelt en ons er bij
voorbaat op in moeten stel
len dat dit een kwestie van -
jaren is
Uiteraard zal men er hierbij van uit moeten
gaan, dat deze middelen ook economisch verant
woord zijn, d.w.z. dat de baten die een hoger ge
wicht en een beter gehalte afwerpen, ruimschoots
voldoende moeten zijn om de kosten van de be
strijding te dekken.
Tevens zal men bij deze bestrijding er genoegen
mee moeten nemen dat de ziekte niet geheel uitge
schakeld zal kunnen worden. Daarvoor is het aan
tal besmettingsbronnen ook buiten de bieten-
kuilen te groot en het verspreidingsgebied van
de luizen te uitgestrekt.
In zekere zin is dit wel één van de moeilijkste
punten. Als men de bestrijding van een ziekte
ter hand neemt wil men graag afdoende resultaten
boeken.
Wanneer men bij voorbaat weet dat de ziekte
niet met wortel en tak uit te roeien is, is het niet
zo gemakkelijk om de praktijk te bewegen deze
ter hand te nemen. Doch als men even gaat
rekenen kan men constateren, dat een verminde
ring van het percentage vergelingszieke planten al
voldoende is om de zaak aan te gaan pakken.
Als echter iedere bietenteler bereid is, om bin
nen de grenzen van zijn mogelijkheden, alles te
doen wat de bestrijding kan bevorderen, zijn we
op de goede weg. En gelukkig zijn er nog vele
middelen die op ieder bedrijf aangewend kunnen
worden. Enerzijds dient er op gelet te worden,
dat de luizenbronnen met kracht worden aange
pakt; anderszijds moet door goede cultuurmaat
regelen gezorgd worden voor een zo gezond moge
lijk bietengewas, dat een mogelijke inval van ver
gelingszieke luizen zo goed mogelijk kan doorstaan
Alles moet gericht worden op het voorkomen van
de ziekte. Als de besmetting eenmaal heeft plaats
gevonden helpt het verdelgen van de luizen weinig
of niets meer.
Moeten de bietenkuilen vrijwillig of gedwongen
vóór 1 April worden opge-
ruimd? Deze vraag heeft
het laatste halfjaar het on
derwerp van veel gesprek
ken en ook vergaderingen
uitgemaakt. De Afd. Sluis
der Z.L.M. komt de eer toe.
de eerste stoot tot deze dis
cussie te hebben gegeven.
Er zijn inderdaad redenen
om een verordening te wen
sen, als men in de zomer
dus lang na 1 April nog bieten op mestvaalt,
in weiden of temidden van slecht opgeruimde kuil-
resten ziet liggen. En men even bedenkt dat van
daaruit weer grote oppervlakten suikerbieten be
smet kunnen en ook wel zullen worden. Hier is
sprake van onnadenkende slordigheid en geens
zins van onmacht, omdat de bedrijfsvoering niet
anders ingericht zou kunnen worden.
Een heel andere categorie vormen zij, die hun
voederbieten willen bewaren voor het inkuilen van
gras, of in de zomer niet over voldoende voer voor
hun vee beschikken.
We laten hier buiten beschouwing of deze bieten
ook door ander voer te vervangen zouden zijn en
veronderstellen dus maar dat dit niet het geval is.
Ook dan nog zijn er mogelijkheden voldoende ter
beperking van de schade.
In een desbetreffend artikel in ons blad wezen
de Rijkslandbouwconsulenten er op, dat het vooraf
apart bewaren van de voor het inkuilen nodige
voederbieten en het snel hiervan verwerken, reeds
een stap in de goede richting zou zijn.
Verder kwam ons dezer dagen ter ore, dat de
overige bieten althans op bedrijven waar een
goede betonnen silo aanwezig is gemalen en
ingekuild zouden kunnen worden, zodra deze silo's
in het voorjaar leeg komen. De luizen worden op
deze wijze waarschijnlijk wel effectief vernietigd.
Als we onze aandacht dus richten op de eerste
categorie die der onnadenkenden en slordigen
moeten we tot de conclusie komen, dat voor
hen een verordening uit algemeen belang be
zien noodzakelijk zou zijn.
Een verordening met een aantal bepalingen van
beperkte omvang zoals deze enige tijd geleden
door de Stichting v. d. Landbouw ook werd voor
gesteld aan het College van Gedep. Staten is,
althans theoretisch gezien, zeer noodzakelijk.
Of de practische toepassing van een dergelijke
verordening, met de onvermijdelijk daarmee samen
hangende controle, ook voldoende effect zou sor
teren om deze te rechtvaardigen, is voor ons nog
een open vraag.
Wij zouden daarom ook de nadruk willen leggen
op de vrijwillige, door het bedrijfsleven zelf te or
ganiseren, bestrijding. Op Noord-Beveland zijn
daartoe reeds stappen gedaan en worden voorbe
reidingen getroffen om in het komende seizoen
een doeltreffende organisatie op te bouwen. Op
Tholen vormt dit punt reeds een onderwerp van
bespreking.
Het inschakelen van de Rijkslandbouwvoorliclt»
tingsdienst, in de meest ruime zin des woords, en
de diverse verenigingen voor bedrijfsvoorlichting,
is voor het welslagen van een dergelijke poging
wel een eerste voorwaarde, omdat deze instanties
individueel de betrokkenen bereiken en de met
de bestrijding samenhangende omschakeling in
het bedrijf kunnen bespreken.
Uit gesprekken en besprekingen op vergaderin
gen is ons wel gebleken, dat er nog vele misver
standen bestaan, b.v. over de wijze waarop een
voederbietenkuil opgeruimd dient te worden om
geen besmettingsbron meer te vormen voor de om
geving.
Toch kunnen ook onze Afdelingen veel nuttig
werk op dit terrein verrichten, omdat op een ver
gadering, of een speciaal daarvoor belegde praat-
avond, eerst recht blijkt, hoe de belangen van de
enkeling verweven zijn met die van de gemeen
schap. Eén nalatige veroorzaakt schade tot in de
verre omtrek.
Bij dit alles mogen we vooral niet vergeten, dat
eerst in 1948 dank zij het vele werk van het
Instituut voor Rationele Suikerproductie duide
lijk werd, welk een belangrijke rol de voederbieten-
kuilen spelen bij de infectie.
Welgeteld heeft de praktijk dus nog maar vier
jaren de tijd gehad om zich aan te passen bij de
zo noodzakelijk gebleken maatregelen. Als na een
dergelijke periode nog geen algemene resultaten
zijn bereikt, geeft dit o.i. nog geen reden tot ver
ontrusting.
Wel reden tot verontrusting geven de vergelings-
ziektecijfers over de afgelopen jaren. Dat het ge
was door de gunstige groeiomstandigheden beter
bestand bleek tegen de ziekte dan in andere jaren,
geeft geen redenen om de toekomst met dezelfde
verwachtingen tegemoet te gaan.
Iedere landbouwer, die niet naar vermogen mee
werkt aan de bestrijding, geeft de vergelingsziekte
de kans zich uit te breiden op zqn eigen land en
dat van zijn buren. Het komende voorjaar zal het
gemeenschapsbesef van de Zeeuwse landbouwers
op de proef stellen. Laten we hopen, dat er geen
redenen aanwezig zullen zijn om de vergelings
ziekte weer om te dopen in Zeeuwse ziekte.
B.
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
ZAADHANDEL
K APELLE- BI EZELIN GE
De beste Nederlandse E-biet.