DE BEMESTINGSTOESTAND VAN HET
WATERSCHAP „SCHOUWEN"
UIT HET ZAKBOEKJE VAN OPA
De grote veulenkeuringen
te Roermond
Bemesting
met sporenelementen
Nu wij van plan zijn om achtereenvolgens de be
mestingstoestand van enkele gebieden in Zeeland
te publiceren, willen we voor deze keer eens aan
dacht schenken aan de bemestingstoestand van het
waterschap „Schouwen".
De oppervlakte van dit gebied1 is 9153 ha, waar
van 2630 ha (28.7 is onderzocht (2370 ha
bouwland en 260 ha grasland). Uit de 1530
analyserapporten die wij tot onze beschikking heb
ben, is het wel mogelijk een overzicht samen te
stellen, dat de algemene toestand van dit gebied
weergeeft. Opgemerkt dient echter te worden, dat
de kwaliteit van de gronden, die wij in dit gebied
aantreffen, zeer uiteenloopt en dat andere factoren
dan de bemestingstoestand bij de productie een be
langrijke rol spelen. Dit sluit echter niet uit, dat
wij ook hier moeten streven naar een bemestings
toestand die goed genoemd kan worden, omdat
juist deze factor in gunstige zin beïnvloed kan
worden.
In onderstaande gegevens zijn alleen de analyse
resultaten van bouw- en weiland verwerkt (tuin
bouw is buiten beschouwing gelaten).
Afslïbbaar 11—20 21—30 31—40 41—50 50
Bouwland 30 43.8 21.3 4.7 0.2
Grasland 16.3 49.4 25.9 7.8 0.6
Het gemiddelde percentage afslibbaar is bij het
grasland maar weinig hoger dan bij het bouwland.
Dat het grasland overwegend op de zwaardere
gronden gelegen is, kan van dit gebied niet worden
gezegd. De hoogteligging t.o.v. het grondwater is
hier belangrijker voor de gebruikswijze.
Gehalte aan
koolzure
kalk 0—0.5 0.6—2.0 2.1—5.0 5.0
Grasland 51.5% 42.3% 4.3% 1.9%
Bouwland 42.6 39.8% 17.4% 0.2%
Uit deze cijfers blijkt dat het CaCO.i gehalte nog
al eens te wensen overlaat. Een bekalking zal hier
in vele gevallen op korte termijn verbetering bren
gen, zowel wat betreft de structuur als de opneem-
baarhrdd van de toegediende meststoffen. Ook voor
dit gebied is het gebruik van schuimaarde als kalk-
meststof zeer aan te bevelen. Voor de toe te passen
hoeveelheid moet natuurlijk ieder geval afzonder
lijk beoordeeld worden.
l)e pH <6.0% 6.0—6.7 6.7—7.3 7.3
Bouwland 2.2 9.7 31.7 56.4
Grasland 20.9% 40.5% 28.8% 9.8%
De pH is, in vergelijking tot de minder goede
kalktoestand, niet ongunstig. Hoewel tussen de pH
èn de kalktoestand vaak 'n verband bestaat, komen
r, speciaal in de geïnundeerde gebieden, nogal eens
percelen voor met 'n te laag CaCOn gehalte en toch
een gunstige pH. Wanneer de structuur in derge
lijke gevallen ook te wensen overlaat, zijn lichte
Roermond zal op Dinsdag 11 November a.s. weer
het trefpunt zijn voor vele trekpaardfokkers, bij
gelegenheid van de grote jaarlijkse veulenkeurin
gen die, traditie-getrouw, gehouden zullen worden
op het terrein van Paul Barten in de Roermondse
Weerd.
Het is bekend, dat Limburg wel tot het beste
fokgebied van ons land mag worden gerekend. In
vroeger jaren hebben vele bekende vaderpaarden
daar hun machtige invloed doen gelden en de laat
ste jaren kan men er de uitstekende prestaties zien
en bewonderen van zo beroemde stamvaders als
Nico van Melo K. 1795, zijn haast niet minder be
roemde zoon Nico van Beek K. 2130, de nationale
kampioen van dit jaar Nico van Echt K. 2316 en
nog vele anderen.
Geen wonder daarom dat een fokdag als deze tel
kens in het middelpunt der belangstelling staat en
vele bezoekers en kopers trekt. Een groot aantal
fokkers en hengstenkwekers van buiten Limburg
Zijn dan ook hier steeds aanwezig, terwijl in vorige
jaren verschillende buitenlanders zelfs een inter
nationaal karakter aan deze fokdag gaven.
Deze grote belangstelling is mede te danken aan
het feit dat de „Veulenkeuring Roermond" alom
bekend is als een bijzondere gelegenheid voor aan
koop van prima jong fokmateriaal. Ook dit jaar
zullen weer een groot aantal hoogklassige jonge
fokproducten uit Limburgs beste merriestammen
en verwekt door bovengenoemde superieure stam
vaders worden aangevoerd. De deelname is in alle
rubrieken bijzonder groot en „Roermond" kan door
deze massale aanvoer 'n ruime keuze bieden aan
fokkers en handelaren, terwijl er overigens voor
alle bezoekers en liefhebbers weer véél te zien en
véél te loven zal zijn.
Bestuur en leden van de organiserende vereni
ging onder leiding van hun voorzitter het be
kende jurylid H. Boonen rekenen erop een mas
sale stroom van bezoekers uit alle delen des lands
te mogen ontvangen en de wijze waarop de Lim
burgers dat zullen doen is hun volkomen toever
trouwd!
Een reis naar Roermond voor een bezoek aan de
fokdag op Dinsdag 11 November a.s. kan daarom
van ganser harte worden aanbevolen,
schuimaardebemestingen van 10 ton per ha zeer
op hun plaats.
Fosfaattoestand.
Bij de beoordeling hiervan moet rekening wor
den gehouden met de kalktoestand. Er is onder
scheid gemaakt tussen kalkrijke en kalkarme gron
den, met als grens het gehalte van 2 CaCCL.
Meer dan 2 CaCOs
arm goed rijk
Bouwland 4.2 11.4 84.4
Grasland vrijwel geen percelen op CaCOa
rijke grond.
Minder dan 2 CaCO.i
arm goed rijk
Bouwland 36.1 27.8 36.1
Grasland 64.1 32.0 15.4
Hieruit blijkt, dat de fosfaattoestand van de
kalkrijke percelen belangrijk beter is dan van de
kalkarme. Kan bij de eerstgenoemde in vele ge
vallen op de fosfaatbemesting worden bezuinigd, bij
de kalkarme gronden zijn vaak hoge fosfaatgiften
naast een schuimaarde-, resp. kalkbemesting nood
zakelijk.
Kalitoestand
Bouwland
Grasland
arm
11.2
11.0
goed rijk
24.1 64.7
10.0 79.0
De kalitoestand, zowel van het bouwland als het
grasland, is goed tot zeer goed. Bij intensief ge
bruik moet er echter aandacht aan worden be
steed, dat deze gunstige toestand blijft bestaan.
Daarnaast dient nog opgemerkt te worden, dat
andere analyse-gegevens de gevonden cijfers moge
lijk ten gunste hebben beïnvloed. Het hoge kali
gehalte, waarmee deze gronden tengevolge van de
inundatie zijn verrijkt, neemt nog steeds af.
Dit neemt niet weg, dat onze conclusie is, dat in
de eerste plaats aandacht geschonken moet worden
aan de kalk- en de fosfaattoestand.
Alleen wanneer alle noodzakelijke factoren gun
stig zijn, krijgt U een maximale opbrengst.
Grondonderzoek legt de basis en in overleg met
de assistent van de R.L.V.D. doet U de rest.
De Assistent voor Bodem en Bemesting,
KL. BUWALDA.
Van een lid op Schouwen ontvingen we een aan
tal gegevens, welke hij in een zakboekje had ge
vonden. Als illustratie van de stand van de land
bouwwetenschap in het algemeen, en de dierge
neeskunde in het bijzonder, zijn de recepten goede
voorbeelden van de wijze, waarop de practische
boer zijn problemen op het einde der 19e eeuw op
loste.
Een gedeelte van de gegevens (1889—1895) stamt
uit de grote crisis, welke met ongekende felheid de
boerenstand heeft bezocht en een radicale omme
keer heeft gebracht in het peil van de Nederlandse
landbouw.
We lezen het langzame herstel af uit de tarwe-
prijzen (1895: 6,—; en 1898: 10,50). We zien,
dat de stervende meekrapteelt veel arbeidsloon
eiste, en zijn even jaloers als we lezen dat een
boer in 1893 op 18 November zijn ploegwerk aan
de kant had. Doch als we de opbrengsten vergelij
ken met de tegenwoordige, beseffen we pas goed,
hoe ver we van „die goeie oude tijd" afstaan en
hoeveel er sedertdien veranderd is in de Zeeuwse
landbouw.
1889.
1891.
51,-
1892.
1893.
Wielploeg gekocht voor
Reparaties.
2 scharen, 2 plaatjes en een land-
plaatje
1 nieuwe staart
1 nieuwe rijster
nieuwe scharen
20 Juli. De dorschmachine gekocht
Voor meekrapdelven betaalt men 80 tot
85 per gemet.
Geleverd:
200 musterd hout voor 16,
200 14,—
200 14,—
2,50
4,25
1,05
4,25
95,—
600 44,—
1 H.L. tarwe 7,
1 H.L. gerst 5,
3 Oct. begonnen met tarwe zaaien.
18 Nov. door het paardewerk.
20 Nov. de mestbeesten gestald.
3 Jan. de jonge beesten gestald.
1894. 25 Juni vlas verkocht voor 107,50 p. gemet.
Recepten. Voor een vol paard neemt men een kop
paardebonen die men 24 uur in mensche-
water te weeken zet en geef ze 's morgens
te eten.
Als een paard pijn in de buik heeft neemt
men Engels zout met olie.
29 Jan. een 7-jarig paard gekocht voor 195.
Als een koe niet ooien kan (met nageboorte
blijft staan) neemt men een rooie koolblad
met zeep en geeft ze dat te eten.
Voor wratten neemt men een ui die men in
stukjes snijdt.
Voor 't water dat een mensch kan hebben
neemt men een prei die men op jenever
laat trekken en neemt daarvan twee glaasjes
op een dag.
Voor luizen van de beesten neemt men lamp
olie daarmee ze met insmeert en dan later
wascht men ze met zeepsop.
1895. 2 hl tarwe ƒ12,—.
Voor entwas neemt men arpuis en T3 was.
Voorbehoedmiddel voor de kalf koeien: men
geeft ze voor 't kalven warme melk met
anijszaad en dat doet men na 't kalven weer.
Gedorschen tarwe:
maten lichte
24 Sept.
18 zak
5
26 Sept.
21%
5
18 Oct.
22%
4
2 Dec.
34%
12
13 Dec.
27
7
19 Dec.
34%
19
10
Gedorschen gerst:
24 Oct. 11 zakken
Jan. 22%
17 Jan. 15%
20 Jan. 20
2% zak lichte
2
1%
2V2
68% zakken 8% zak lichte
of ruim 16 zak per gemet.
189S. 1 nieuw rijster 1,30
idem schaar
3,00
1898.
Vlas verkocht voor 72,50 per gemet.
20 Juli hooi binnen.
Voor 't snijden betaald per gemet: tarwe
7,50, gerst en haver 4,50, paardebonen
5,50.
2 scharen en voorschar 3,
1 hl tarwe 10,50.
6 gemet 65 r. tarwe 128 zakken of ruim
20 zak per gemet.
6 gemet 219 r. gerst 179% zak of ruim
27 zak per gemet.
3 gemet 91 r. erwten 46 zakken of ruim
15 zak per gemet.
het stukje van 129 r. 14 zak of 32 zak
per gemet.
Middel tegen moerziekte: Natte zakken met
koud water op 't kruis en ingeven pond
boter met pond stroop naar omstandig
heden om de 2 uur, als 't erg is om het uur.
Middel tegen diarrhee van veulens: Neem
schillen van wilgenhout en droog die in de
oven, als ze droog zijn moeten ze getrokken
worden in een ketel en dan 't water ingeven.
Zuur gras en mos in weiland: Behandel
met kalk en kaïniet en eg het mos flink los.
168 zak 43 maten lichte
van 8 gemeten is 21 zakken per gemet.
TOEPASSING ZONDER DESKUNDIG ADVIES
KAN SCHADELIJK ZIJN.
Bij verschillende zogenaamde gebreksziekten
gaat het om chemische elementen, welke de gewas
sen alsmede de dieren, die deze nuttigen, in kleine
tot uiterst kleine hoeveelheden beslist nodig heb
ben voor hun ontwikkeling, en die daarom sporen
elementen worden genoemd.
Tengevolge van de intensivering van verschillen
de teelten is de grond in veel gevallen niet of niet
meer in staat deze sporen-elementen in voldoende
hoeveelheid of in voldoende opneembare vorm aan
de gewassen ter beschikking te stellen, zodat de
oogsten, zowel naar de grootte als naar de kwali
teit, ongunstig worden beïnvloed.
Aan de andere kant kan de toestand van de grond
wel eens zodanig zijn, dat de plant een overmaat
van bepaalde sporen-elementen opneemt, hetgeen
kan leiden tot „vergiftiging" van de gewassen of
van de dieren, die hiermee worden gevoederd. In
vele gevallen, wanneer een gebrek wordt geconsta
teerd of gevreesd, kan met voordeel een meststof
worden toegediend, welke het ontbrekende sporen
element bevat: b.v. mangaansulfaat bij mangaan-
gebrek, kopersulfaat of koperslakken-bloem bij
kopergebrek en borax bij boriumgebrek.
Men bedenke echter wel, dat bemesting met spo
ren-elementen zonder voldoende kennis van zaken
of zonder deskundig advies, kan leiden tot een ge
bruik, dat onnodig, ongewenst of zelfs schadelijk
kan zijn.
Naar het oordeel van het Landbouwproefstation
en Bodemkundig Instituut T.N.O. te Groningen
en het Rijkslandbouwproefstation te Maastricht
heeft de gewekte verhoogde belangstelling van de
zijde van de landbouwers voor de sporen-elementen
ertoe geleid, dat het langzamerhand mode is ge
worden, in brochures over verschillende kunstmest-