vAN STRO LIE, AÜ/JLl Het bezoek van Z.K.H. Prins Bernhard aan Zeeuws-Vlaanderen ER KAN VEEL VERBETERD WORDEN Reeds geruime tijd werkt een commissie, ingesteld door de Z. L. M., aan het probleem en heeft de verschillende mogelijkheden onderzocht, waarbij voorbeelden welke elders in den lande reeds gevonden worden op het gebied van een beter georganiseerde stro-afzet, als richtlijn gediend hebben. Zij heeft zich by dit streven verzekerd van de hulp der Aan- en Verkoop Coöperaties, wel ke in principe alle steun hebben toegezegd. Zy wendt zich hierby tot de telers met het ver zoek hun oordeel over deze zaak kenbaar te maken, door het invullen van de in dit nummer bygevoegde kaart. U zult de plannen wellicht vérstrekkend vinden, doch beter geen werk, dan half werk. De plannen kunnen in het kort aldus omschreven worden. Er wordt in het Zuid-Westen over een zo groot mogelijk werkgebied een stro-afzetvereniging opgericht op coöperatieve basis. Deze organisatie staat geheel los van alle be staande organisaties en wordt geleid door een bestuur uit en door de leden gekozen. De afzet- vereniging verkoopt het stro voor de leden en maakt bij de aflevering gebruik van de bestaande Aan- en Verkoop Coöperaties ter plaatse, die hier voor dus hun outillage en personeel beschikbaar stellen. De leden van de stro-afzet-organisatie be hoeven geen lid te zijn van de aankoopvereniging, daar deze coöperaties het werk verrichten voor de stro-afzet-organisatie. De leden van de stro-afzet-organisatie betalen een contributie aan hun vereniging, welke groter wordt naarmate de oppervlakte van het bedrijf toeneemt. De leden mogen, met een zeker minimum, elke ge wenste hoeveelheid stro aan de vereniging ten ver koop aanbieden en zijn dus niet verplicht om hun gehele overschot aan de vereniging op te geven. Over het aangeboden stro verliezen ze echter de beschikking, doordat dit door de organisatie in een pool wordt ondergebracht, waarbij wordt gedacht aan een aparte pool voor alle strosoorten, daar de vraag naar de verschillende soorten niet steeds dezelfde is en b.v. tarwestro gemakkelijker wordt afgenomen. Op deze wijze zal dus een teler van gerstestro niet mee profiteren van een gunstige markt voor tarwestro. Verder wordt zo bereikt, dat voor de leden de marktfluctuaties worden opge vangen en dat deze ten minste de gemiddelde prijs zullen maken. Ten minste, durven wij te zeggen, daar de eigenlijke verkoop door een apart aan te stellen persoon verricht zal moeten worden, die de meest gunstige en ook meest voordelige verkoops mogelijkheden op zal moeten zoeken, waardoor de gemiddelde prijs dus zeker boven de huidige zal komen te liggen. Om de telers, ongeacht hun woonplaats, in de gelegenheid te stellen om mee te doen, zal de eind afrekening zodanig zijn, dat de meerdere vracht kosten van ongunstige gelegen partijen voor reke ning van de teler komen. Eventueel onverkocht gebleven stro zal aan het einde van het seizoen tegen de gebruikswaarde aan de teler worden be rekend en van de eindafrekening worden afgetrok ken. Aldus zal ook de teler wiens stro Qm de een of andere reden niet verkocht is, van de poolvor- ming kunnen profiteren. Het ligt verder in de bedoeling een flinke bewaar- premie te geven aan die telers, die hun stro voor langere tijd goed droog willen opbergen. Hoewel het goede binnenstro zeker het best verkocht kan worden, zal de organisatie zich ook belasten met het buitenstro en het stro afkomstig van maai dorsers, dat veelal direct moet worden weggehaald. Of voor deze stro een aparte regeling, wat be treft de poolvorming, gemaakt moet worden, valt nog nader te bezien. Er zijn zo nog meerdere technische vragen, welke om een oplossing vragen. En een oplossing zal hier ook voor gevonden worden, al is dit een zaak van later orde, die door het te vormen bestuur opgelost zal moeten worden. Hoofdzaak is het coöperatieve grondbeginsel waar de organisatie van uit zal gaan. In het kort kan men dus zeggen, dat de teler door deelname aan de organisatie prac- tisch geen risico's op zich neemt, terwijl hij kan profiteren van de bemoeiingen der organisatie. Hij kan immers zelf bepalen welk gedeelte van zijn oogst hij op deze wijze wil verkopen en is, behou dens zijn contributie, in geen enkel opzicht aanspra kelijk. Het grote voordeel van een dergelijke orga nisatie is gelegen in de gecentraliseerde afzet van het stro. De afnemers in industrie- en veehoudery- sector kopen immers by voorkeur grotere partijen, daar de kosten voor hen dan veel geringer zijn, terwijl ze bovendien graag blijvende relaties aan knopen. Voorbeelden in andere provincies spreken hierover een duidelijke en niet te miskennen taal. Iemand, die 1000 ton stro nodig heeft, zal dit in de Wieringermeer, N.-O. Polder of Groningen veel gemakkelijker bijeen kunnen krijgen dan in het Zuid-Westen, waar hij beslist een commissionair de boer op onoet sturen, met alle daaraan verbonden kosten. Ongetwijfeld zullen er voor het nieuwe apparaat ook kosten gemaakt moeten worden, doch deze zullen geweldig meevallen als men in aan merking neemt, dat de verlading en de administra tie met de bestaande apparatuur kan worden uit gevoerd. Bovendien hebben de meeste Aan- en Verkoop Coöperaties zich in principe bereid ver klaard om gedurende het eerste jaar de onkosten van een aan te stellen verkoper voor hun rekening te nemen. Natuurlijk kan men geen garanties van de zijde der op te richten organisatie verwachten. Zij zal een goede prijs kunnen maken en zij zal er aan medewerken, dat de boer, méér dan tot nog toe, zorgen aan het stro kan gaan besteden. Hij zal niet meer zo sterk afhankelijk van de grillen, welke de stromarkt hem in zo ruime mate doet onder gaan, zijn. Zijn stro zal een betere kans op de markt maken omdat het niet meer in zo sterke mate beconcurreerd wordt door allerlei andere kleine partijen. Gouden bergen zult U aan de andere kant van dit streven niet mogen verwachten en de veel toe gepaste vergelijking met de Groninger strocarton- industrie is er dan ook geheel naast. De leden van deze coöperaties hebben immers zowel een aan sprakelijkheid als een leveringsplicht op zich ge nomen en moeten dus zowel de magere als de vette jaren van de fabriek meemaken. Bovendien profi teren de leden ook van het stro. dat tegen lage prijs aangekocht wordt by niet-aandeelhouders van de fabriek. Wij roepen tenslotte allen, die aan dit streven hun medewerking willen verlenen, op, de bijgevoegde kaart zo spoedig mogelyk terug te zenden. Aan de hand van de binnengekomen op gaven kan dan verder gewerkt worden aan de uit voering der plannen. Het ligt in de bedoeling der commissie om na het voorbereiden van de afzet organisatie in de komende winter zo spoedig moge lijk tot oprichting over te gaan, opdat de afzet organisatie voor de oogst 1953 reeds kan werken. Of er het volgende jaar wat bereikt zal worden op het gebied van de stro-afzet, is in hoge mate ook van U afhankelijk. Boeren in het Zuid-Westen toont Uw belangstel ling door het op grote schaal inzenden van de kaar ten. Het is nu verder voor Uw verantwoording of het stro een te verwaarlozen product zal blijven of dat U in staat zult zijn om in de komende jaren ben aparte bladzijde in Uw boekhouding ervoor te reser veren. DE STRO-AFZET COMMISSIE. Woensdag 15 en Donderdag 16 October waren grote dagen voor Zeeuws-VIaanderen, toen Z. K. H. Prins Bernhard een werkbezoek bracht aan dit moeilijk te bereiken, doch in economisch opzicht zo uitermate belangrijke deel van Nederland. De belangstelling van de Prins, die zelf het ini tiatief tot dit bezoek had genomen, gold voor namelijk de industrie in beide Vlaanderens, waar van uiteraard de agrarische industrie een belang rijke plaats innam. Langs de vaak smalle wegen met „kinderkopjes", waar de bietensporen langs de weg getuigden van de bedrijvigheid van de boer, ging de tocht in snelle vaart door het mooie Zeeuws-Vlaamse landschap, dat zich voor het hoge bezoek in een speciale tooi had gestoken. Ondanks de snelheid, waardoor de verschillende bezoeken gekenmerkt werden, bleef er nog vol doende tijd over voor ongedwongen gesprekken over tal van problemen, waarbij de Prins zich voor al interesseerde voor zaken, die de export betrof fen. Uiteraard beperken wij ons tot de landbouw kundige facetten van dit bezoek. De Prins, die vergezeld werd door zijn particulier secretaris, Dr. F. L. de Graaff, door de heer H. A. A. Baron Collot d'Escury, Kamerheer in buitenge wone dienst van H. M. de Koningin en de Commis saris der Koningin in Zeeland, Jhr. Mr. A. F. C. de Casembroot, landde Woensdag te 1.15 uur te Perk- polder, na een rondvaart op de Wester-Schelde naar het Verdronken land van Saeftinge te hebben ge maakt. Na de begroeting door het college van B. en W. van Kloosterzande ging het in snelle vaart naar Walsoorden, waar de Prins de betonfabriek van de heer J. Bleijenberg bezichtigde. Hierna werd te Graauw een bezoek gebracht aan de kroondomeinboerderij van de heer Mahu, waar de Prins zich op de hem eigen gemoedelijke wijze met het gezin onderhield en de stallen bezichtigde. Vervolgens ging het door de (hoe is het moge lijk), zonovergoten velden van O. Z.-Vlaanderen naar de Breigoederenfabriek van de heer v. d. Broeck en de klompenfabriek van de heer Seghers te Nieuw-Namen. Het volgende bezoék gold de Coöp. Beetwortel suikerfabriek te Sas van Gent, waar de Prins werd begroet door het Bestuur van de fabriek en het College van B. en W. Voor dat het hoge gezelschap de fabrieksgebou wen introk, vond een korte bespreking plaats in een der vergaderzalen van de coöperatie. De Prins onderhield zich met de Directeur van de fabriek, de heer Ir. R. H. van Krevelen en de leden van het Bestuur van deze belangrijke boerenindustrie over tal van problemen en moeilijkheden, waarmede men, ondanks stijgende productie en vooruitgang, nog te kampen heeft. De Directeur noemde als één der grootste vraag stukken de toenemende verzilting van het kanaal TerneuzenGent, alsmede de slechte toestand der wegen in verband met de enorme uitbreiding van het wegvervoer. De Commissaris der Koningin wees hierbij op het probleem van de huisvesting der arbeiders, hetwelk door de instelling van het 4-ploegenstelsel in de fabriek dringend om een op lossing vraagt. Levendige belangstelling toonde Prins Bernhard voor de productiecijfers der fabriek, de afzet en het procédé. De Directeur deelde mede, dat Ys gedeelte der suikerproductie in Zeeuws-VIaanderen wordt afge zet, terwijl de rest zijn weg vindt voornamelijk naar de grote bevolkingscentra van ons land. Het gezelschap werd hierna door de directeur rondgeleid in het imposante bedrijf, waar de Prins zich met tal van arbeiders onderhield en zich uit voerig liet voorlichten. Des avonds werd in het stadhuis van Hulst ge dineerd, waarmee de eerste dag werd besloten. Donderdagmorgen begaf Prins Bernhard zich met zijn gevolg naar de hoefijzerfabriek van ons lid, de heer H. Kerckhaert te RapenburgStoppel dijk. In het keurig ingerichte fabriekje worden met machines van eigen fabrikaat hoefijzers ge maakt, die een grote faam genieten. De Prins toonde voor „het fundament" van het paard grote interesse en liet zich door de heren Kerckhaert en Schieman het een en ander over de fabricage vertellen. Aan het slot van het bezoek werd hem door de heer Kerckhaert en de Gebr. Schieman een doos verzilverde hoefijzers aange boden, waarover de Hoge gast zich zeer verheugd toonde. Na een oponthoud op het uitgestrekte fabrieks complex van de l'Azote te Sluiskil ging de tocht verder naar Oostburg, waar de Prins het puikje van het West Zeeuws-Vlaamse fokmateriaal werd getoond. Op de markt, welke keurig mei bloembakken was omzoomd, waren prachtige collecties paarden en rundvee opgesteld. De paarden, w.o. de kampioen-merrie 1952, Lady, kwamen1 uit de stallen van de heren .De Dobbelaere, De Feijter, Temmerman, Verhage. Hoste, Salomé, De Hullu, v. d. Vijver en De Milliano. Het fokvee was ingezonden door de heren De Rijcke, Dekker, Modde, Kools, Van Cruijningen, Boerjan, Poissonnier, Diericks, Basting, Van Gijs en Buyck. De Prins, die met de keuringscommissie van de Provinciale Commissie Rundvee kennis maakte, werd inzake het fokvee voorgelicht door de Voor zitter van de Kring W. Z.-Vlaanderen der Z. L. M., de heer M. de Bruijne. De stamboekpaarden, de trots van West Z.-Vlaan deren hadden evenzeer de volle belangstelling van de Prins, wiens kennis en liefde voor het paard genoegzaam bekend mag heten. Na enkele demon straties met prachtige vierspannen vervolgde het hoge gezelschap zijn weg naar Aardenburg. De slotphase van het Prinselijk bezoek vormde een rondgang door de nieuwe vlasroterij te Eede van de Coöp. Vereniging „Vlassersbelang", waar de Prins opnieuw kennismaakte met de technische en economische problemen van deze belangrijke tak van industrie. Zo heeft Z.-Vlaanderen, dat in ons land nog niet die bekendheid geniet die het verdient, enige dagen in de volle belangstelling gestaan. Moge het zijn vruchten afwerpen. S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 3