m Stemmen uit de praktijk Uit en voor de polder TUINBOUW Arbeidsbezetting op Tholen en St. Philipsland ag5 is GROTE VOORRAAD WINTERFRUIT. Wanneer dit artikeltje verschijnt, zal er al veel winterfruit geplukt zijn en worden de koelhuizen en bewaarplaatsen tot de nok toe gevuld. Daar naast komen grote aanvoeren op de veilingen en stapelen zich massa's fruit op in de bedrijven en in de boomgaarden. Een record-oogst dit jaar, die alle schattingen, hoe officieel ook, zal overtreffen. Het zal dan ook de kg-opbrengst en niet het minst de kwaliteit moeten zijn, welke het fruittelen dit jaar rendabel maken. Maar zoals ik in mijn vorig artikeltje schreef, zijn er met de grote voorraden winterfruit nog mogelijkheden. Laten we die mogelijkheden uit buiten door prima fruit te bewaren en producten aan te voren die de handel kan gebruiken. Beter is, het zelf te bewaren, al is dat wat primitief, dan de markt te overvoeren met fruit, dat de handel niet kwijt kan, maar er toch maar een gokje op waagt. Dat de prijs van dit gokje niet groot is, laat zich indenken. Wat zegt ons zo'n fruitjaar? Hier willen we even bij stilstaan. Wat heeft ons dit jaar met zijn hoge opbrengst en lage prijzen geleerd? Allereerst toch zeker wel, dat er voor minder waardig fruit en niet gewilde rassen absoluut geen toekomst meer is; dat daar zo spoedig mogelijk de bijl ingezet moet worden. Voor kwaliteitsfruit is er ook in een overvloedig jaar nog plaats te vin den. Risicospreiden is zeker gewenst, maar men doet dit niet met allerlei soortjes in één bedrijf. Dit kost maar meer arbeidsuren, extra bespuitin gen, aparte sortering van een paar kistjes enz. Is het dan eenmaal op de veiling, dan komt het bij de kleine blokjes, waar de groenteboer zijn inkopen doet en aan de man brengt, en de consument wat in zijn maag stopt. We moeten zorgen, dat de consument voor een redelijke prijs b.v. een Cox Oranje, James Grieve en een op tijd geplukte en uitgegroeide Bonne Luoisse en Conference kan kopen. Het is goed, dat er aanvoerdata zijn, maar daar is men niet mee klaar. Als men sommige partijen ziet aanvoeren, b.v. veel te vroeg geplukte ster appels, dan weet men. dat dit nooit een smakelijk product wordt. De fruitkweker zelf zal ze niet uitzoeken voor zijn dessert. Laten we bedenken, dat de consument evengoed zijn smaak heeft. Wan neer het lekker is geweest, vraagt men naar meer. De telers zelf denken veel te weinig over deze dingen. Als ze er maar vanaf zijn en het geld, al is het weinig, op zak hebben. Deze dingen moet men aanvoelen en zijn niet in een boekje te be schrijven. Dus ook dit jaar, nu alles nog vers in het ge heugen ligt, weer een grote opruiming onder alles wat oud en verouderd is en zijn tijd heeft gehad. Liever geen bomen dan bomen, waar men op toe legt. Wat leert dit jaar ons nog meer? Dat men alleen met een lage kostprijs een bedrijf rendabel kan doen zijn, zodat heel ons bedrijf inge richt moet zijn op zo weinig mogelijk arbeidsuren. Eenvoudige, doelmatige, in zijn eigen bedrijf pas sende mechanisatie toepassen; mogelijk aanschaf fen van b.v. grasmaaier, grondfrees of dergelijke. De arbeidsuren worden steeds duurder en een fruitteler heeft geen richtprijzen. Hij «al het in 'n andere richting moeten zoeken. Oneconomisch werken is voor een fruitteler niet verantwoord. Elk uur moet zo nuttig mogelijk besteed worden, wil men aan een lage kostprijs komen. Een ieder zie. hoe hij dit in zijn eigen bedrijf kan toepassen. Ook hier weer een kwestie van berekening. Wat nog meer? Ook heeft deze zomer geleerd, dat we voor ons zelf moeten zorgen. Die getroffen zijn door de hagrl hebben het wel heel slecht. Daarom is er de „Hagelactie", die alom in den lande is toe te juichen. Harde lessen zijn er gevallen. Als allen verzekerd waren geweest, was het en voor de thans zwaar getroffenene en voor de verzekerden, die thans een hoge premie zullen moeten betalen, heel wat gunstiger geweest. Deze hagelles heeft ons geleerd, dat wij niet bij particuliere collega's of instanties behoeven aan te kloppen om steun (m.i. maar goed ook); waar zou het einde zijn? Elke bedrijfstak heeft zijn moeilijkheden. Laten we eerst voor onszelf zorgen; dat is tenminste ridderlijk en een goede fruitteler waardig, Is er nog meer? Ja. Men kan doorgaan, maar mijn ruimte zal dan niet voldoende zijn. De winter staat voor de deur. Laten vooral de jongeren, doch ook de oude. ren, die winter niet nutteloos in allerlei onbeduiden de pretjes voorbijgaan, maar vakkennis opdoen. Ook dit jaar heeft ons geleerd, dat alleen een prima vakman kans van slagen heeft. Daarom ouderen en jongeren, volgt cursussen die in Uw vak te pas komen. Daar schiet toch nog wel een ontspan ningsavond op over. Ook kunnen beiden dikwijls samen gaan. Nog meer? Ja. Ook dit jaar leerde ons het funeste van onze belastingpolitiek. Sommigen, vooral de gedupeer den, zitten reeds moeilijk. Geen inkomsten en toch de gewone bedrijfsuitgaven; levensonderhoud en de grote aanslagen van het vorige jaar. Vooral in een jaar als dit komt dit op de voorgrond; velen hebben moeilijkheden. Weer een les, dat we onze boekhouding moeten laten verzorgen door ons Boekhoudbureau der Z. L. M., hetwelk op de hoog te is van alle fiscale mogelijkheden. Dan hebben we ook het vertrouwen van de inspecteurs. Men kan het Boekhoudbureau beschouwen als een Onderlinge", die alleen de gemaakte kosten in rekening brengt. Daarom ook Uw boekhouding in Uw eigen kring houden. Er zou ongetwijfeld nog meer zijn, maar hetgeen hier naar voren is gebracht, geeft voldoende stof tot denken. Laten wij de zwakke plekken in ons bedrijf opzoeken en trachten er verbetering in te brengen. Meestal is het zeer goed, dat we eens een lesje krijgen. Het zou al te mooi zijn; immers het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen. Tegenspoed behoeft niet tot neerslachtigheid of opstandigheid te leiden, nog minder tot zenuwach tigheid of onrust. De tanden op elkaar en de handen uit de mou wen en met de nodige energie voorwaarts. Al lijkt het soms moeilijk, er zit soms meer voldoening in dan in het slapende rijk worden. Voor ditmaal genoeg. Tot de volgende maal. JAAP UIT 't BOGERDJE. Als we een blik werpen in onze tuin, dan zien we zo behoort het althans te zijn bij een goede tuinman dat de zomergroenten plaats gemaakt hebben voor de wintergroenten. We hebben nog wat late boontjes staande, doch overigens staat de tuin vol met andijvie, veldsla, diverse koolsoorten en prei. Over het algemeen zien we weinig afwijkingen aan deze late groenten, behalve aan de prei. De laatste jaren zien we steeds meer en meer mislukte preiteelt. In de meeste particuliere tui nen zien we" de prei zwaar beschadigd of zelfs af gestorven op de bedden staan. Wat mankeert daar toch aan? Als we de planten uit de grond nemen, zien we in het hart der planten één of meerdere rupsjes zitten. De beschadiging begon al vroeg; eerst zagen we aan de bladeren wat vreterij. Als we deze beschadiging van wat naderbij bezien, dan zien we dat de opperhuid met het bladmoes werd weggevreten en dat er venstertjes overbleven. Goed zichtbare gangen in de bladeren werden zichf- baar. Naarmate de beschadiging erger wordt, krui pen de diertjes verder de planten in, de bladeren knakken om, sterven af en de plant staat daar nog als een hopeloos uitziend stompje boven de grond. Er is niets van overgebleven. Door het vele natte weer treedt er nog rotting op; het ge heel is één slemperige massa. De uitzichten op lekkere dikke prei zijn vervlogen. We hebben te doen met een aantasting van de preimot (Acrolepia assectella) dezelfde die ook veel schade kan veroorzaken in uien. Bij de uien zien we venstertjes ontstaan in de pijpen, dit komt omdat de rupsjes aan de binnenkant het bladmoos wegvreten en het vliesje of opperhuidje laten zit ten. Ook bij de uien gaat het loof spoedig verwel ken en uiteindelijk rotten. Wat kunnen we er tegen doen, dat is een vraag die door velen wordt gesteld. De preimot is vrij gemakkelijk te bestrijden, we kunnen zelfs de op de plant aanwezige eieren doden. We kunnen dit doen door de preiplanten met nicotinne 95 te bespuiten. De concentratie die hiervoor wórdt aangewend is 0.1 met toevoe ging van een uitvloeier in dubbele sterkte van het geen staat aangegeven. We spuiten goed in het hart der planten, want niet alleen de eitjes, doch ook de rupsjes zelf kun nen daar niet tegen. Zodat we ze vrij gemakkelijk opruimen. We kunnen de strijd tegen de rupsjes ook aan binden, door te spuiten met parathion. Dit spuiten we volgens de gebruiksaanwijzing. De bespuiting voeren we uit zodra de eerste aantasting zichtbaar is. Ook bij de parathion moeten we uitvloeier in dubbele sterkte toevoegen. De bespuitingen, zowel met nicotine als met pa rathion dienen we om de 10 dagen te herhalen. Denk er om geen parathion spuiten indien er groenten tussen of dicht in de nabijheid staan, welke direct moeten worden genuttigd. In een tuin waar diverse soorten groenten staan, kunnen we het best maar met nicotine spuiten. Niet omdat dit niet giftig is, doch het is vrij vlug vervlogen. Zoals U weet is nicotine vluchtig. Toch is het ook gewenst na een bespuiting met nicotine enkele dagen te wachten om groente te snijden of te oogsten. Volgende week zullen we het hebben over de uienvlieg alias preivlieg. R. A. ADGEVER. Dezer dagen werd een nota van de Sociale Commissie van de Stichting voor de Landbouw han delende over de arbeidsbezetting op de bedrijven in bovengenoemd distriet vrijgegeven. Hierbij publiceren we de voornaamste bijzonderheden uit deze nota, die de conclusie rechtvaardigt, dal de bezetting niet slecht te noemen is. Zulks in tegenspraak met andere meningen die hierom trent de ronde doen. De hieronder volgende cijfers geven de toestand aan per 31 December 1951, waarbij zij opgemerkt dat de bedrijven onder de 10 ha niet in het onderzoek zijn betrokken. Aantal bedrijven ingedeeld naar de grootte: 10—20 21—40 41—60 61 ha ha ha ha en meer St. Annaland 10 5 5 3 St. Maartensdijk 18 20 11 1 St. Philipsland 4 8 9 13 Oud-Vossemeer 10 13 9 6 Poortvliet 25 8 6 3 Scherpenisse 15 1 1 1 Stavenisse 10 5 5 1 Tholen 10 9 16 4 Totaal 102 69 62 32 St. Annaland St. Maartensdijk St. Philipsland Oud-Vossemeer Poortvliet Scherpenisse Stavenisse Tholen .•O» X -G i-<X> ai c O 861 1502 1670 1540 1069 364 603 1548 o cfl 5 co c S-t <u «2 nj 42 63 73 85 51 20 28 87 C« Cfl G O S-, <L> 1 1 cj o S "co 'S c-e» ctf co 43 66 95 42 34 4 30 31 G a> <u T3 GO §'3 C Xi 22 53 26 47 43 23 26 41 G0 .5 ToS H cn •p '5 XI 107 182 194 174 128 47 84 159 Tot, per district 9156 449 345 281 1075 Uit de hierboven genoemde gegevens resulteert, dat per 31 December 1951 de arbeidsbezetting van de bedrijven op Tholen en St. Philipsland er als volgt uitzag: St. Annaland St. Maartensdijk St. Philipsland Oud,-V ossemeer Poortvliet Scherpenisse Stavenisse Tholen Vaste en los-vaste arbeiders 1 arbeider op: ha 10.13 11.64 9.94 12.12 12.57 15.16 10.39 13.11 Tot. arbeids- bezett. (met inbegrip van eigen perso neelsleden) 1 arbeider op: ha 8.05 8.25 8.60 8.84 8.34 7.74 7.17 9.73 District Tholen en St. Philipsland 11.53 8.51 Het aantal bedrijven waarop de bezetting met vaste en los-vaste arbeiders minder dan 1 arbeider op 12 ha bedroeg, was in St. Maartensdijk 4, St. Phi lipsland 3, Oud-Vossemeer 5, Poortvliet 4, Stave nisse 1 en Tholen 6. Totaal dus 23 bedrijven, wat neerkomt op 8.69 van het districtstotaal.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 8