UIT DE PROVINCIE iS ij en organ WEST ZEEUWS-VLAANDEREN. Het jaarlijks terugkerende paardenfestijn in Den Bosch, behoort weer al een 10-tal dagen tot het verleden. Zeeland, en in het bijzonder onze streek, is met mooie resultaten uit de strijd gekomen en deze dagen behoren in fokkerskringen eigenlijk nog niet tot het verleden. Werden er vóór de tentoonstel ling nog gissingen gemaakt omtrent klasseringen e.d. ieder heeft nu eenmaal zijn eigen maatsta ven ter waardering na de grote dag, als de resultaten bekend zijn geworden, worden de hoof den andermaal bij elkaar gestoken en wordt alles nog eens breedvoerig besproken en soms ook be- critiseerd. Dit gaat eigenlijk eén heel jaar zo door, want nu reeds, zo kort na de tentoonstelling, zullen er aan de hand van de opgedane ervaring weer al nieuwe plannen en combinaties besproken worden tegen volgend jaar. Bij de serieuse fokkers leeft het streven om goede producten te krijgen een geheel jaar door. Daarom ook een hartelijke gelukwens voor de fokkers en prijswinnaars met de hoop, dat hun moeite en zorgen en dat zijn er vele ook een vólgende keer naar waarde geschat mogen worden. Dat niet alleen bij de paardenfokkers de geest leeft om steeds betere producten te verkrijgen, zo wel direct als indirect, blijkt ook weer uit het feit, dat binnenkort aan de haven van Breskens, in op dracht van de Coöperatieve Landbouwvereniging „Landbouwbelang van West Zeeuws-Vlaanderen" een begin gemaakt wordt met de bouw van een moderne graansilo, welke een inhoud van 2500 ton zal hebben. Vooral bij de huidige tarwepolitiek blijkt het weer van groot belang te zijn over vol doende opslagruimte te beschikken, om niet op een gegeven moment gedwongen te zijn tegen een on redelijke prijs af te leveren. Het najaar nadert met rasse schreden en de werkzaamheden worden dan ook in die richting ge- contracten bevestigd kan worden. Hun werkloos heidsrisico is dus niet groter dan dat van de vaste arbeiders, die een jaarcontract met één werkgever hebben aangegaan. Wij erkennen, dat hét met de uitvoering dér Werkloosheidswet geen financieel debacle mag worden en dat het tot één der taken van- de be drijfsverenigingen moet worden gerekend dit te voorkomen. Dit neemt echter niet weg, dat wij een belangrijker middel aanwezig achten om paal en perk aan de kosten der Wet te stellen. Dit middel kan worden gehanteerd door een zo groot mogelijke aandacht te schenken aan uitbreiding van de werk gelegenheid. Als eerste oplossing komt hiervoor o.i. in aanmerking, dat er naar wordt gestreefd, dat een zo groot mogelijk aantal kleine zelfstandigen en arbeiders aan vast werk wordt geholpen, zon der dat de individuele bedrijven in een keurslijf van dwingende voorschriften wordt geregen. Welnu, waarom niet bevorderd, dat een werkgever voor wie het uit welke overweging ook, niet doelmatig is een vaste arbeidskracht extra aan te trekken, dit wel met een collega tezamen kan doen, zonder dat dit tot gevolg heeft, dat voor de Werkloosheidswet de hoge premie moet worden betaald. Het zou zelfs toe te juichen zijn, indien op deze wijze een belangrijk aantal van de losse arbeidskrachten, zonder welke de landbouw het wegens het seizoen karakter van vele werkzaamheden moeilijk kan stellne, aan vast werk kon worden geholpen. Wij hopen, dat de Bedrijfsverenigingen nog eens zover komen dit in te zien en dat zij hun standpunt zullen wijzigen. Komt een kleine zelfstandige, die werkloos wordt, onder alle omstandigheden in aanmerking voor een uitkering uit het Wachtgeld- en Werkloos heidsfonds? Dit is niet het geval. In de eerste plaats moet zijn voldaan aan de voorwaarden, welke met betrekking tot het toekennen van uit keringen in de Wet zijn neergelegd. Doch is dit het geval dan kan nog niet zonder meer worden ge zegd, dat een uitkering zal worden verstrekt. Vast gesteld moet n.l. worden of tijdens de werkloos heidsperiode nog een inkomen uit het bedrijf wordt genoten of dat het inkomen hieruit in de periode, voordat de werkloosheid intrad niet van die aard is geweest, dat er geen aanleiding is een uitkering te doen. Het is ook mogelijk, dat wel een uitkering wordt gedaan, doch dat aftrek van eigen inkomsten plaats vindt. Een algemene regel aangevende, welke beslissing zal worden genomen, kan voorals nog niet worden gegeven. Hiertoe lopen de omstan digheden, waarin de kleine zelfstandigen verkeren te veel uiteen. De een heeft n.l. enkele koeien, de ander pluimvee of varkens en éen derde beteelt een perceel land met akkerbouwgewassen, op grond waarvan een inkomen uit het bedrijf wordt geno ten, ondanks het feit, dat tegelijkertijd een aan vraag voor een werkeloosheidsuitkering wordt ingediend. De ervaring'zal hier in de toekomst de te volgen gedragslijn moeten bepalen. Derhalve wordt door de Bedrijfsverenigingen o.i. terecht be sloten iedere aanvraag voor een werkloosheidsuit kering van een kleine zelfstandige afzonderlijk te bezien. N. A. V. dirigeerd. Met het ploegen van het tarweland is, of zal spoedig, een begin worden gemaakt. En dan moeten we ook besluiten wélk tarweras we dit jaar zullen uitzaaien. Wanneer we de beschrijving van de nieuwere tarwerassen doorkijken, valt het op, dat deze steeds meer stikstof kunnen verdragen en zélfs meer eisen om een goede opbrengst te geven. De tijd van 100 kg per gemet schijnt voorbij te zijn. De prijs van de superfosfaat is belangrijk ge daald. Deze was de laatste jaren erg hoog, terwijl de meeste gewassen dankbaar zijn voor een goede gift. De bietencampagne staat voor de deur. We zijn benieuwd of de termijnen-regeling voor de afleve ring dit jaar vlot zal verlopen. Het eigen vervoer neemt steeds meer toe en daarmee ook het ge vaar, dat het p'loegwerk pas diep in het najaar en bij vroege vorst soms helemaal niet op tijd klaar komt. We zullen afwachten wat het worden zal met de percelen bieten, welke getroffen zijn door de hagel. Misschien dat een gemiddelde gewichts- en gehalte berekening de verschillen duidelijk zal maken, of schoon dit een heel moeilijke en wankele bewijsstel- ling za'l zijn. WALCHEREN. Het is opmerkelijk, dat er in Walcheren slechts een matig gebruik wordt gemaakt van de mogelijk heid om, bij het aanbrengen van verbeteringen in zijn bedrijf, voor subsidie in aanmerking te komen. Bescheidenheid is zeker een goede eigenschap, maar daarom behoeft men toch niet al te beschei den te zijn. Of zijn onze collega's van 310 ha zo zelfstandig, dat zij met deze subsidieregeling niets te maken willen hebben? Waarschijnlijk is ook de onbekend heid met de bestaande regeling oorzaak van het geringe aantal aanvragen. Toch moet men wel bedenken, dat deze subsidie regeling talrijke mogelijkheden biedt om Uw bedrijf sterker en meer rendabel te maken voor de toe komst. Wanneer U er geen gebruik van maakt, zullen andere collega's het wel doen en er de vruch ten van plukken. Enkele objecten zijn bijzonder geschikt voor het gemengde kleinbedrijf op Walcheren, bijv. de sub sidie bij de verbetering van stalruimte. Het aantal oude stallen (om niet van slecht te spreken) is nog groot, terwijl met betrekkelijk ge ringe koöten vaak nog'veeTValt te bereiken. Het aantal silo's in Walcheren is groot, in tegen stelling met het aantal opzetstukken, dat slechts op enkele bedrijven gebruikt wordt. Het bietenseizoen staat weer voor de deur, en daarmee begint ook weer de tijd van inkuilen. Wil men echter goed inkuilen, dan is een opzetstuk vrij wel onmisbaar. Bij gebruik van een opzetstuk sluit het kuilvoer veel beter aan tegen de silowand, en voorkomt men tevens het scheefzakken. De subsi die op deze opzetstukken is vrij belangrijk en geldt enkel nog dit jaar. Verder zijn er nog de subsidie voor drinkwater bakjes, silo's, bekalking op zure gronden. Het ligt buiten dit artikel om alle mogelijkheden en voorwaarden hier nader te noemen, maar de assistenten van de Landbouwvoorlichtingsdienst kunnen U nader inlichten. Het is aan U collega's om deze kansen te be nutten. ZUID-BEVELAND. We mogen deze yy£ék beslist niet mopperen over het weer en vooral bij de oogst van de aardappelen hebben we van deze gunstige omstandigheden ten volle kunnen profiteren. Maar naast de oogst heeft ook de stoppel onze aandacht gehad en er was volop gelegenheid om het onkruid klein te krijgen en de structuurstukken te verbeteren, zoals „onze Bram" vorige week schreef. Inderdaad kan men door licht en lucht in de grond te brengen d.m.v een goede stoppelbewerking in kalkrijke grond, zoals bij hem, de structuur aanmerkelijke verbete ren, maar in de kalkarme, oudere polders komt men er daarmee alleen niet en bij de eerste de beste flinke regenbui slaat de grond weer grotendeels dicht. Iedereen in deze gebieden zal wel toe moeten geven, dat de kalk als meststof vele jaren lang sterk verwaarloosd is en het mag zeker één der verdiensten van de Rijkslandbouwvoorlichtings- dienst genoemd worden, dat hierin een grondige verandering gekomen is. Immers bij het onderzoek van de grond komt de kalkarmoede onomstotelijk vast te staan en dientengevolge wordt steeds een flinke kalkbemesting geadviseerd waaraan dikwijls gevolg gegeven wordt. Speciaal is door de R.L.V.D. de aandacht geves tigd op een uitstekende en betrekkelijk goedkope kalkmeststof die voor ons dichtbij in flinke hoe veelheden beschikbaar was bij de verschillende sui kerfabrieken. En wel de schuimaarde. Dit heeft tot gevolg gehad, dat momenteel de vraag veel groter is dan het aanbod en velen teleur gesteld moeten worden, want ook de subsidierege ling voor kleinere bedrijven bij aankoop van een kalkmeststof heeft daarop stimulerend gewerkt. Over de goede werking van de schuimaarde zijn we best tevreden, maar toch schuilt er in de trans actie van fabriek tot boer oen onbillijkheid die nodig weggenomen dient te worden en die berust bij de fabriek. Er zit namelijk enorm veel verschil tus sen het volume van verschillende partijen met het zelfde kg-gewicht. We hebben geen gebrek aan vocht en zeker niet als we het duur betalen moeten. Het zou niets meer dan billijk zijn als de fabrieken hun schuimaarde afleverden op basis van een rede lijk vochtgehalte met aftrek van het overtollige vocht. Onze bieten worden toch ook getarreerd bij afle vering en waarom kan dat niet met het product dat zij afleveren? Evenmin als wij gebrek aan grond hebben, hebben wij gebrek aan water, maar we moeten kalk hebben waarvoor we ook altijd willen betalen. THOLEN EN ST. PHILIPSLAND. Het jaarlijkse festijn voor de paardenliefhebbers in Den Bosch is weer achter de rug. Naar de be scheiden mening van de overzichtschrijver kwam ons district niet slecht uit de bus met het ingezon den paardenmateriaal. De prijswinnaars onze felicitatie met het behaalde succes. We zagen dat er goede fokdieren aanwezig zijn en dat geeft ver wachting voor de toekomst. Terwijl het aardappelrooien nog alle werkkrach ten opeist en het bietenrooien nog moet beginnen, wordt van de jongeren reeds aandacht gevraagd voor de cursussen die aanstaande winter gehouden worden. Daar het Rijk subsidie geeft op deze cursussen moet dit vroegtijdig aangevraagd wor den. Dus al staat het hoofd op het ogenblik nog niet naar studie, toch is het zaak om U op te geven en straks de winteravonden nuttig te besteden. Men hoort nooit iemand beweren, dat hij te veel weet, wel te weinig. Dus niet langer uitstellen maar nu direct een briefkaart naar de kringsecre taris met opgaaf welke cursus men wenst te vol gen, er is keuze genoeg: landbouw-, tuinbouw-, aardappelselectie-, werktuigen- en tractorcursussen, enz. Het zaaivoorploegen is weer begonnen en straks zal de wintertarwe weer aan de aarde toever trouwd worden. De keuze van het ras is bepaald en het zaad wordt ontsmet thuis bezorgd. Nu is de vraag wat is de beste zaaitijd. Dat hierbij ver schillende factoren een rol spelen is wel bekend. Op wat slempige grond is vroeger zaaien gewenst dan op kalkrijke open grond, terwijl op eerst genoemde grondsoort een ras genomen moet wor den met een goed herstellingsvermogen in het voorjaar. Over het algemeen kan gezegd worden, dat de beste zaaitijd van tot 25 October is. Dit is niet altijd mogelijk, maar men dient er zoveel mogelijk naar te streven. SCHOU WEN-DUIVELAND. De aardappeloogst is in volle gang. Door het gunstige weer vordert dit werk goed. Het rooien ziet men op vele manieren gebeuren. Het meest ziet men de gewone werprooiers nog werken. Daar naast worden door enkele de bedden gekloofd met aanaardploegen, hetgeen op zavelgrond ook aardig werk levert. Verder ziet men enkele voorraad- rooiers werken waarover men zeer veschillende conclusies hoort. Er blijkt in de practijk wel vraag te zijn naar een goede voorraadrooier, doch bij vele is het nog een grote vraag op welk paard zij zullen wedden. De eisen die aan deze rooiers worden gesteld zijn niet mis. Voor degene die de demonstratie in Tholen heb ben bezocht, is er wel iets licht in deze zaak geko men, voor de overige is het wachten op een verslag van deze demonstratie, dat we wel een dezer dagen in dit blad tegen zullen komen. De opbrengst van de aardappelen bevredigt over het algemeen. De kwaliteit valt dooreen ook niet tegen. Enkele gedeelten, meestal op „kwade" per celen komt men nogal zieke knollen tegen. Over kwantum zullen wij niet schrijven daar het niet aangenaam is „kwaad bloed te zetten". Over de vergelingsziekte hoort men veel de laat ste tijd. We hebben er dan ook reden voor om over te praten. Zeer zeker zullen we erop moeten reke nen, dat de opbrengst er door gedrukt zal worden. Het is wel jammer, dat we onze percelen nu achter uit zien gaan, daar deze maand nog van zo'n grote betekenis is wat de opbrengst betreft. En wat moeten wij nu doen als landbouwers om deze ziekte terug te dringen? Maar afwachten en hopen, dat het volgend jaar weer minder is? Nee, zo zijn wij als Schouwse landbouwers niet van aard. Van Noord-Beveland lazen we, dat er ge- zamelijk wordt gestreefd om de besmettingsbron te verdelgen, n.l. het vroegtijdig opruimen van voeder- bietenkuilen. En dit zullen we ook moeten doen. Gezamenlijk zullen wij moeten streven om vóór April de mangels weg te hebben. Men zal dit niet moeten zien als een verordening die we wel kunnen onder-duiken door achter de schuur een „vergeten" hoopje te laten liggen, maar we moeten onze blik werpen op de percelen bieten die we nu geel zien worden. Laten we dus spontaan allen de schouders eronder zetten om deze besmettingsbron voor de vergelingsziekte te bestrijden. Voor de stoppelbewerking zijn de voorwaarden ook zeer gunstig. Tot heden kunnen we veel goed werk doen op de kale stoppel. Dat de demonstratie met de stoppeleggen ook zijn vruchten weer heeft afgeworpen, ziet men wel in de practijk, daar reeds verscheidene stoppeleggen van de VosCappon achter de trekkers werken, en terecht met goed succes.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 3