DENEMARKEN
EEN TUIN IN HET NOORDEN
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
Sportdag te Zierikzee
De zwerftocht van Egge Jan Korse
AANVULLING
Uitslag van dc
Ringrijdere te] Serooskerke
Trekker-
behendigheidswedsfrijd
op Schouwen en Duiveland
Redactie: P. Hendrikse, N. Filius, M. Kosten, L. de Jager, Z. Poppe, M. Poissonnier en
J. J. de Putter. Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
Vorige maal schreef ik iets over
het uiterlijk van het 'bedrijf, ditmaal
wil ik de „inside" onder de loupe
nemen. Denemarken is van oudsher
een agrarisch land. En aan deze land
bouw heeft Denemarken een groot
deel van zijn welvaart te danken.
Door de export nam de handel toe, en
met de handel de scheepvaart. Er
ontstonden fabrieken, welke de agra
rische producten verwerkten. Van de
export nemen dan ook de agrarische
producten de belangrijkste plaats in;
de industriële producten (zonder de
levensmiddelen) komen op het tweede
plan.
De belangrijkheid van de landbouw
komt ook wel heel duidelijk tot uit
drukking in het bodemgebruik: 80
wordt voor agrarische doeleinden ge
bruikt (Nederland maar 67
De gemiddelde bedrijfsgrootte in
Denemarken ligt iets hoger dan in
Nederland, n.l. resp. 15 ha en 11 ha.
Vooral op de eilanden overheerst het
kleinere bedrijf, wat zijn oorzaak
vindt in de betere kwaliteit grond. Op
Jutland daarentegen zal men meer
het grootbedrijf aantreffen.
Het grote vraagstuk van het kleine
bedrijf is in Denemarken wel zeer
radicaal aangepakt. De regering ver
plichtte de grote landeigenaren om
een derde deel van hun grond tegen
schadevergoeding af te staan aan de
Staat. Met deze grond en met ont
ginning, gelukte het de Staat om de
grootte van deze bedrijfjes op te voe
ren van -h 4 ha tot 12 ha. Ook sub
sidies en credietverlening op zeer
gunstige voorwaarden van Staats
wege werkten het ontstaan van een
verantwoord en levensvatbaar be
drijf sterk in de hand. Door al deze
maatregelen zijn er sinds 1900 onge
veer 25.000 nieuwe bedrijven ge
vormd.
Het ontstaan van deze bedrijven en
het geringe bevolkingsoverschot zijn
oorzaken van de geringe emigratie
der Denen.
Het eigen boerenbedrijf in Dene
marken overweegt in sterke mate,
slechts 4% der bedrijven bestaat
uit pacht, en dan nog v.n.l. de groot
ste bedrijven. Hieruit blijkt dus wel,
hoe gezond en natuurlijk de bodem
verhouding is. Het overwegende
eigendom heeft altijd een uitstekende
verkaveling in de hand gewerkt. Het
woord ruilverkaveling zal men in
Denemarken dan ook wel niet kennen.
Evenals Nederland mechaniseert
Denemarken ook sterk. We mogen
dit wel toeschrijven aan het tekort
aan werkkrachten en aan de hoge
lonen.
Na lang wikken en wegen heeft
het bestuur der L. J. G., streek
Schouwen en Duiveland, gemeend
de tweede ere-medaille, aangeboden
door de heer J. H. van de Zande te
Capelle bij Zierikzee, beschikbaar te
moeten stellen aan de heer J. G.
van de Velde te Kamperland, voor
de uitnemende prestatie op het ge
bied van 100 m hardlopen heren en
hinkstpp-sprong heren. H.
Bij de voornaamste landbouwpro
ducten mogen in de eerste plaats wel
de granen genoemd worden, die de
helft van het Deense bouwland be
slaan. Naast granen worden veel
hakvruchten (vooral bieten) ver
bouwd. Ook gras en klaver nemen
een belangrijke plaats in. Het gras
land komt o.a. voor als kunstweide,
permanente Weiden kent men in
Denemarken haast niet!
Zeer opvallend is de systematische
beweiding. Lange rijen koeien, welke
allen aan een touw staan grazen, is
een doodgewoon gezicht in Denemar
ken. Zelfs zag ik een rij paarden,
vastgebonden aan touwen, de wei
milimeteren!
De uitgebreide gras- en klaverver-
bouw (26,5 gaf de Deense boer
aanleiding op zijn bedrijf enorme
silo's te bouwen. En dit zijn dan geen
putjes van 15 m3 of 30 m3, maar en
orme gevaarten van 7 tot 10 m hoogte.
Vele boeren hebben deze silo's onder
het hoogste gedeelte van hun schuur
laten bouwen. Met behulp van trans
porteurs wordt het groenvoer in deze
perskuilen gebracht, waarna in de
winter het voer vanuit de schuur
door de diverse openingen in de be-
tonwand bereikt kan worden. Ook in
Amerika schijnt deze methode alge
meen toegepast te worden. Waar
schijnlijk zullen de Denen dit ook
wel overgenomen hebben van Ame
rika.
De Deense boer wordt dan ook wel
eens verweten, dat hij wat „verame-
rikaanst". In ieder geval is hij zeer
vooruitstrevend. Hij tracht (met over
leg!) uit zijn grond te halen wat er
in zit, en zijn productie zo hoog moge
lijk op te voeren. Een grote steun
hierbij heeft hij aan zijn vakkennis,
welke hij opdeed bij zijn uittekende
opleiding. Deze opleiding is echter
een onderwerp, waarover ik een vol
gende maal iets hoop te schrijven.
MARKO ROMEIJN.
Sccklscsprckttig
Cor Bruin, bekend als schrijver van
„Sil de Strandjutter", „Arjen" e.d., is
er nu in geslaagd een echt Hollands
jongensboek te schrijven, wat uitste
kend dienst kan doen als voorleesstof
op een jeugdvereniging e.d.
Dit is waarschijnlijk het laatste
boek van deze schrijver en het mag
gezien worden als een kroon op z'n
levenswerk.
Egge Jan Korse de hoofdpersoon
uit dit boek is een jongen van 15
jaar, die bij zijn grootouders op de
boerderij woont ergens in de Zaan
streek. Deze Egge Jan ligt met zich
zelf overhoop. Hij heeft geen zin om
te leren en de boerderij haat hij. Hij
vindt z'n wereldje te eng en omdat hij
droomt van een andere wereld, waar
hij zijn geluk denkt te vinden, trekt
hij er heimelijk op uit en zwerft zo
kris-kras door Nederland en een deel
van Vlaanderen.
Hij ontvlucht de eentonigheid van
het. alledaagse, omdat hij schijnbaar
nergens van houdt en nergens oog
voor heeft. Hij heeft 't waarschijnlijk
niet in de gaten dat z'n grootvader
een boer is van het echte soort, die
z'n werk met toewijding verricht en
daar z'n blijdschap in vindt. Tenmin
ste hij heeft geen zin in 't werk en
wil wat anders! Maar wat wil hij?
Dat weet hij niet, daar maakt hij zich
ook niet druk om. Het enigste wat bij
hem leeft is het enge wereldje wat
binnen z'n gezichtskring valt te
ontvluchten, om te trekken en te
zwerven door de wereld van z'n dro
men.
Natuurlijk wordt deze zwerftocht
een ontnuchtering, maar tegelijk de
les van z'n leven.
Aan de ene kant ontdekt hij dat het
geluk niet zo maar te vinden is door
weg te lopen. Maar aan de andere
kant leert hij langzaam maar zeker
wat eigenlijk het geluk inhoudt.
Want terwijl hij ontdekt dat hij tot
nu toe eigenlijk een nietsnut was,
leert hij: dat alleen door het brengen
van offers meer geluk voor de men
sen wordt gewonnen en dat dit geluk
ook het deel wordt van hem die de
offers brengt. Dat dit alles valt onder
het „schone dienen" en dat een ieders
werk belangrijk is voor ons allen.
Het geeft dan ook niet welk vak of
je kiest; maar kies in ieder geval dat
vak, waar je je voor 100 aan wil
geven. Doe dit werk met liefde en toe
wijding.
Dit alles leert hij niet uit z'n hoofd,
maar beleeft dit ten volle, zodat er uit
deze dromer, die nergens geen zin in
scheen te hebben, een jongen groeide
met idealen voor ogen. Hij krijgt nu
wel zin in 't werk op de boerderij en
wordt van één die de ploegstaart om
lei tot één die voort blijft ploegen.
Cor Bruin, die bekend is als schrij
ver, maar ook als opvoeder, heeft met
dit werk een werk geleverd van op
voedkundig belang.
Door dit te lezen volg je Egge Jan
op z'n zwerftocht en kom je zo in aan
raking met verschillende mensen en
leer je wat van hun gewoonten en
werk kennen, alsook natuurschoon en
geschiedenis van de verschillende
streken van ons land. Toch is dit geen
aardrijkskundig leerboek geworden,
maar een levensboek.
Het is ook geen taai boek. Het weg
lopen van Egge Jan, de belevenissen
en avonturen die hij meemaakt tijdens
z'n zwerftocht, geven aan dit boek
een gezonde spanning; al is het niet
.adembenemend" als sommige jon
gensboeken wel kunnen zijn.
Wel vraag ik me af, of de „spreken
de dieren', die ook hier zijn ingevoerd,
door jongens van 15 jaar wel zul
len worden aanvaard.
Niettemin een boek van waarde,
dat uitstekend dienst kan doen om
Zaterdag werd onder grote belang
stelling d.e jaarlijkse ringrijderij ver
reden tussen de Afd. Serooskerke en
Oostkapelle.
Er waren van elke afdeling 10
rijders en zij reden ieder 25 beurten.
Serooskerke stak 122 keer in tegen
Oostkapelle 105.
Serooskerke behaalde dit jaar de
overwinning met 17 ringen voor
sprong en ging er met de wissel
beker van door, welke in bewaring
werd gegeven bij M. Koole, omdat
deze de meeste ringen had gestoken,
n.l. 24.
Verder won M. Koole nog een
beker, een lauwertak en een me
daille. Van de winnende partij kreeg
C. Maljaars nog een 2e prijs en C.
Abrahamse de 3e prijs.
Van de verliezende partij kreeg Z.
Francke een medaille als le prijs, G.
Poppe de 2e prijs en D. Vos de 3e
prijs.
De potlepel werd gewonnen door
M. Koole. En tenslotte nog een 'prijs
voor Z. Poppe met het minstaan
tal gestoken ringen.
A. DEKKER.
Het doel van de L. J. G. is niet al
leen, dat er volgens het winterpro-
gramma 8 b 10 bijéenkoméfén Woiften
gehouden, maar er is ook een zortier-
programma, wat vanzelfsprekend van
groot belang is voor de algemene
ontwikkeling, en het eist veel zelf
werkzaamheid van de jongeren.
Enkele punten van het zomerpro-
gramma der L. J. G. zijn wedstrijden,
het beoordelen van fokvee en gewas
sen enz.
Uit deze punten heeft de streek
Schouwen on Duiveland een trekker-
t ellendigheids wedstrijd gedistilleerd,
waarbij nauwkeurig gelet zal worden
op onderhoud en gebruik van de trek
ker.
De trekkers van de deelnemers zijn
reeds op het bedrijf gecontroleerd op
onderhoud. Op het terrein zal gelet
worden op behendigheid met en ge
bruik van de trekker.
Deze wedstrijd zal bij gunstige
weersomstandigheden plaats vinden
op Zaterdag 13 September a.s., aan
vang 2 uur, op een terrein aan de
Hogeweg te Ouwerkerk tweede
weg links vanaf weg Capelle naar
Ouwerkerk).
De deelname aan deze wedstrijd
is groot en ik geloof ook niet, dat
het bij gunstig weer aan belang
stelling zal ontbreken.
We zullen hopen dat deze dag in
alle opzichten geslaagd mag heten.
P. HENDRIKSE.
uit voor te lezen, om uit te vertellen
en om gelezen te worden door de
jeugd van 15 jaar.
Maar ook ouderen kunnen er veel
plezier van beleven en zijn ook niet
vlug te oud om te lezen, dat de le
vensschat niet te vinden is door
iemand die z'n tijd verspeelt door als
een zwetser door 't leven te gaan, ook
niet door iemand die z'n werk doet
omdat het nu eenmaal moet, maar
alleen door hen die met liefde en toe
wijding z'n werk verricht.
G.
Z. P.