Beperking van verliezen bij het oogsten
en bewaren van suikerbieten
hoog wordt.
Er zal dus geen sprake van inlevering zijn zo
lang het niveau van deze vrije markt zich op of
beneden het A.V.A.-prijspeil beweegt.
De Overheid krijgt op deze wijze de beschikking
over een hoeveelheid voergraan, waarmee ze het
binnenlands prijspeil kan beïnvloeden. Verder voor
ziet het plan nog in nadere uitwerkingen, welke
we hier niet vermelden, daar ze niets veranderen
aan het principe.
Belangrijk is wel dat de z.g. koppelingsregeling
waarschijnlijk zou komen te vervallen. We achten
dit, evenals de Groninger Mij van Landbouw, wel
een eerste voorwaarde, daar er anders een com
plex van administratieve maatregelen zal ont
staan dat niet meer te overzien is.
Door deze maatschappij zijn nog een tweetal
vermeldenswaardige bezwaren naar voren ge
bracht.
Voor alle voedergranen zou een bodem in de
markt moeten worden gelegd gelijk aan de kale
kostprijs plus 10 ondernemersloon. We menen
dat hiermee vooruitgelopen wordt op het rapport
van de Werkgroep Prijspolitiek dat nog steeds niet
als basis aanvaard is voor de toekomstige land
bouwpolitiek. Hoezeer we het idee toejuichen dat
de teler nooit tengevolge van dalende wereldmarkt
prijzen tegen kale kostprijs zou behoeven in te
leveren, toch menen we dat over deze voorwaarde
voorlopig geen beslissing kan worden genomen.
Verder heeft deze Maatschappij naar voren ge
bracht dat de landbouw medezeggenschap zou
moeten hebben bij het vaststellen der A.V.A.-prij-
zen, daar immers moeilijk zonder meer gesproken
kan worden over het zonder meer aansluiten der
A.V.A.-prijzen op de wereldmarktprijzen. Hiermee
wordt een vrome wens naar voren gebracht en niet
zonder reden, gezien de vaak vreemde manipulaties
die het Overheidsapparaat uitvoert door het
draaien aan import- en exportkranen en het vast
stellen van prijzen.
Op grond van deze argumenten meent deze
Maatschappij het plan te moeten afwijzen.
In het Hollandsch Landbouwweekblad wordt
door de heer T(uinman) nog gewezen op het feit,
dat vele telers direct achter de machine weg ver
kopen en tengevolge hiervan ook wel direct aan
hun plichten zullen voldoen, mede tengevolge van
het gebrek aan opslagruimte.
Tevens wijst deze er op dat hieraan vooral voor
de kleine telers nog al wat administratie vast kan
zitten, daar deze genoodzaakt zouden kunnen wor
den om steeds kleine partijtjes af te leveren. Voor
deze categorie lijkt ons dan ook een algehele ont
heffing op zijn plaats.
Het bezwaar van de vele administratie zal overi
gens alleen in die gevallen optreden, wanneer de
binnenlandse markt hoog oploopt. Er zijn voldoen
de mogelijkheden dat het systeem in het geheel
niet behoeft te worden toegepast en dit achten we
een belangrijk voordeel in vergelijking met de
koppelingsregeling.
Het oordeel over deze regeling is dan ook in
doorsnee gunstig. Natuurlijk kan men op het
standpunt gaan staan dat elke regeling uit den
boze is, doch wie dit standpunt inneemt toont hier
mee gebrek aan werkelijkheidszin.
Terwijl uw hoofd er waarschijnlijk nog niet naar
staat komen wij U toch reeds nu lastig vallen met
de cursussen waarmede we deze winter alom in
de provincie hopen te starten.
In verband met de subsidie-aanvragen moeten
de plannen in de komende weken worden klaar
gemaakt en ingediend.
Onze Maatschappij kan op een verleden van be
tekenis terugzien wat de
landbouwcursussen
betreft, getuige de lijst van tientallen cursussen,
welke telkenjare op haar naam staat.
Zonder veel bezorgdheid zien we de laatste jaren
het aantal algemene land- en tuinbouwcursussen
afnemen. Deze cursussen moeten immers in toe
nemende mate plaats maken voor het onderwijs,
zoals dit plaats vindt op de lagere land- en tuin
bouwscholen.
Hierin komt het toenemend streven om meer en
beter onderwijs te genieten tot uiting. Uiteraard
geldt deze behoefte aan meer onderwijs ook voor
de landbouwwinterscholen, doch daar deze op een
hoger plan staan, hebben ze minder invloed op het
cursusonderwijs.
Door deze ontwikkeling wordt des te meer de
nadruk gelegd op de
cursussen over speciale onderwerpen
als veeverloskunde, veekennis, landbouwwerktui
genkennis, kennis van motoren, aardappelziekten,
zaadteelt en andere onderwerpen, die betrekking
hebben op belangrijke bedrijfsonderdelen.
Vooral op het gebied van de mechanisatie zijn
nog vele cursussen nodig om de gebruikers van
werktuigen en trekkers beter %oor hun taak ge
schikt te makeh.
Een doeltreffende organisatie ter plaatse, waar
voor de afdelingsbesturen van onze organisatie het
meest aangewezen lichaam zijn, kan veel tot stand
brengen.
Belangstellenden raden wij dan ook aan zich tot
het Afdelingsbestuur ter plaatse te wenden.
Ook op het gebied van de landbouwcursussen
staat de tijd niet stil, daar de georganiseerde land
bouw enige jaren geleden een lichaam in het leven
heeft geroepen onder de naam
Stichting Examens van de Georganiseerde
Landbouw.
Zoals de naam reeds aangeeft houdt deze Stich
ting zich uitsluitend bezig met het afnemen van
examens en bemoeit ze zich dus niet met de oplei
ding.
Door de instelling van deze Stichting is reeds
aan veel beunhazerij op dit gebied een einde ge
maakt. Tot nu toe wordt nog alleen examen af
genomen in de vakken: boekhouden en bedrijfsleer,
vakbekwaamheid, spuiten (land- en tuinbouw af
zonderlijk), terwijl het in de toekomst tevens mo
gelijk zal zijn om examen te doen als trekker
bestuurder (landbouw- of tuinbouw) en stoker-
kasverwarmer.
Het noemen van deze examens in de C.A.O. als
een mogelijkheid om arbeiders, die in het bezit zijn
van een diploma's een extra toeslag te geven,
toont het gewicht hiervan nog eens aan, hoewel
van deze mogelijkheid in de naaste toekomst nog
wel niet veel gebruik gemaakt zal worden.
Voor onze leden en hun zoons verdient vooral
het examen boekhouden en bedrijfsleer aandacht.
Men betreedt hiermee immers het economische
terein, dat in toenemende mate het eenzijdige tech
nische karakter van het landbouwonderwijs gaat
doorbreken en aanvullen.
Onaangename kanten zitten er ongetwijfeld ook
aan deze ontwikkeling, als we denken aan de vele
maatregelen waarmee de huidige werkgever te
maken heeft, als hij zijn boekhouding, en speciaal
zijn loonberekeningen, in orde moet gaan maken.
Het is daarbij een schrale troost, dat in het uit
zicht wordt gesteld, dat de kosten van deze admini
stratieve ballast, hem als onbezoldigd boekhouder
van de Staat der Nederlanden, waarschijnlijk ver
goed zullen worden als de richtlijnen van de werk
groep Prijspolitiek basis van de landbouwpolitiek
zouden worden.
Wel zijn vooral de laatste jaren velen er nood
gedwongen toe overgegaan hun boekhouding en
wellicht in de toekomst ook hun loonadministratie
over te geven aan anderen, waaronder het
Boekhoudbureau van de Z. L. M. een overheersen
de positie inneemt, doch hiermee zijn de moeilijk
heden in de kern niet opgelost. Want of men het
zelf doet, of een ander laat doen, met 50 tabellen
te maken heeft of „slechts" met 25, een zekere
kennis op dit gebied blijft voor iedere bedrijfslei
der en toekomstige bedrijfsleider noodzakelijk.
Zodat wij ons voorstellen om bij voldoende be
langstelling deze winter enige cursussen te begin
nen over
land- en tuinbouwbedrijfsleer.
Het zal daarbij van de leerlingen afhangen of
een dergelijke cursus al dan niet gebruikt wordt
EERST KOPPEN, DAN ROOIEN.
Deze werkwijze wordt in Zeeland nog maar wei
nig toegepast, waarbij de overweging, dat het
rooien later wel eens moeilijkheden zou kunnen
geven, een belangrijke rol speelt. Toch heeft deze
werkwijze het niet uit te vlakken voordeel, dat het
loof schoon gewonnen kan worden met kop-
apparaat of kopschoffel. En gezien het toenemend
aantal silo's verwachten we in de toekomst een
toename van deze werkwijze, vooral op de kleinere
bedrijven.
In drie achtereenvolgende jaren bleek, dat ge
middeld een suikerwinst van 200 kg per ha (dus
b.v. 1250 kg bieten met een suikergehalte van
16 behaald kan worden wanneer de bieten
in dit geval het laatrijpe ras Klein Wanzleben
zo lang mogelijk met loof en al kunnen blijven
staan. De omstandigheden bepalen voornamelijk
of deze winst tot stand komt door een toename van
het wortelgewicht, of dat ook het suikergehalte
hierbij een rol speelt.
Als de bieten gekopt in de grond blijven staan, is
men natuurlijk de groeiwinst van de laatste periode
al kwijt. Daarnaast treden echter ook nog verlie
zen op ten opzichte van het moment van koppen,
die vrij groot kunnen zijn en tot 1100 kg in twee
weken op kunnen lopen.
Vooral bij droog en warm weer en in de eerste
week na het koppen. Gemiddeld kan gerekend
worden op een suikerverlies van 275 kg per ha.
Indien men beide verliezen optelt zal men tot de
als opleiding voor het examen van bovengenoemde
Stichting.
In dit nummer vindt U een oproep, die, naar wij
hopen, niet zonder resultaten zal blijven.
Aan de gespannen verwachtingen rondom de
Zuid-Sloepolder is een einde gekomen. Uit de
lange reeks van gegadigden is een aantal pachters
gekozen, dat voor kortere of langere duur een be
staan zal vinden in deze nieuwe polder. Tegenover
de vreugde van een enkele staat de teleurstelling
van de grote massa dergenen die mee hebben ge
dongen. Op een moment als dit herinnert men
zich weer eens pijnlijk
het nijpende gebrek aan cultuurgrond
waaronder de landbouwsector gebukt gaat. Het is
een moeilijke en ondankbare taak om de jongeren
te vertellen dat er voor hen waarschijnlijk geen
plaats als boer in Nederland meer is en dat het
zoeken van een plaats in een ander beroep of emi
greren de beste mogelijkheden zijn om het steeds
maar werkeloos wachten op
een bedrijf te doorbreken.
Nu is emigreren een vrij weinig gehoorde klank
in Zeeland, wat ook wel tot uitdrukking komt in
de cijfers, daar Zeeland procentisch, op de provin
cie Limburg na, het geringst aantal emigranten
levert. Geenszins willen we hier een pleidooi voe
ren voor de emigratie als de oplossing bij uit
nemendheid. Toch menen we dat vele ouders er
goed aan zouden doen bij hun kinderen geen te
hoge verwachtingen te wekken, wat betreft de
mogelijkheden om zelf nog eens een bedrijf te be
ginnen. Ook zij zullen moeten inzien, dat er voor
jonge energieke boeren geen vreselijker straf te
bedenken valt dan het steeds maar weer sollici
teren naar nieuw gestichte of vrijkomende bedrij
ven, zonder dat de wachttijd met productief werk
gevuld kan worden.
Het is moeilijk om kinderen los te laten, doch
indien het in hun eigen belang is, wordt de oeslis-
sing wel van verstrekkende betekenis.
En als het moeilijke besluit genomen is, moet
er voor gezorgd worden dat degene die vertrekt
ook zo goed mogelijk voorbereid op de boot stapt.
Doordat onze maatschappij zich via het A.L.E.C.
ook met emigratie bezig houdt, willen we betrok
kenen ook op dit gebied graag helpen met het or
ganiseren van cursussen.
B.
conclusie moeten komen, dat deze het zo lang mo
gelijk uitstellen van het koppen rechtvaardigen en
noodzakelijk maken. Het direct na het koppen
rooien is dus niet alleen van belang met het oog
op het risico van het weer, doch ook terdege in
verband met de anders te verwachten verliezen.
LICHTEN EN DAARNA VERWERKEN.
Geheel anders liggen de zaken als de bieten met
het loof eerst gelicht worden en daarna, wachtend
op de verdere verwerking, nog enige tijd blijven
staan.
De laatste 2 jaren zijn ook hiermee proeven ge
nomen, die aantonen, dat op deze manier een be
langrijke suikerwinst behaald kan worden, vooral
bij koel weer en een enigszins vochtige grond.
In 1950 werd hiermee in 3 weken een suikerwinst
van 170 kg per ha in drie weken bereikt; in 1951
zelfs 530 kg per ha in een periode van 2 weken.
In het laatste geval komt deze winst dus zelfs
ongeveer overeen met de normale groeiwinst, die
optreedt als men de bieten gewoon laat staan.
De bieten schijnen op deze wijze volop de gelegen
heid te krijgen om goed af te rijpen.
HOOPJES OP HET VELD.
Veelal blijven de bieten na het rooien nog enige
tijd in kleine hoopjes op het veld liggen voordat ze
worden afgevoerd. Deze hoopjes worden in vele
gevallen afgedekt met loof, zodat deze verschillen
Dc laatste jaren is veel aandacht besteed aan de verschillende methoden, die
gebezigd kunnen worden bij het rooien van suikerbieten. Hierbij is naast
de technische uitvoerbaarheid en het aantal benodigde uren, ook gelet op het
percentage tarra en het aantal gebroken en slecht gekopte bieten, dat een
gevolg is van de gekozen methode. De in 1951 gehouden demonstratie in de
Bathpolders is hier een uitstekend voorbeeld van, daar de bezoekers zich niet
alleen op het veld, doch ook op het zwarte bord konden overtuigen van de
resultaten die te bereiken zijn met de gebruikte methodes.
Merkwaardig genoeg is tot nu toe weinig aandacht besteed aan de samenhang
van deze methodes met suikergehalte en wortelgewicht. In een dezer
dagen verschenen publicatie van het Instituut voor Rationele Suikerproduc
tie te Bergen op Zoom, geeft de heer J. Jorritsma een overzicht van deze
verliezen, die o.i. voldoende groot zijn om er als teler van dit belangrijke
gewas gewicht aan toe te kennen bij een te nemen beslissing over de meest
geschikte methode. In zijn beschouwingen betrekt de schrijver zowel het
rooien als de bewaring voor zover deze op het bedrijf plaats vindt. Gemaks
halve zijn de verliezen steeds in kg suiker per ha uitgedrukt, waarbij dus zo
wel het wortelgewicht als het suik ergehalte betrokken zijn.