52 weken
Het isolement doorbroken
Oogstgedachte
ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND
NAAR AANLEIDING VAN DE
SPORTDAG OP SCHOUWEN
Redactie: P. Hendrikse, N. Filius, M. Kosten, L. de Jager, Z. Poppe, M. Poissonnier «n
J. J. de Putter. Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes.
Een -jaar omvat nog steeds 52 we
ken en wie wel eens in de redactie-
van een wekelijks verschijnend or
gaan heeft gezeten, weet hoeveel
moeite het kost om iedere week de
drukpers in beweging ie brengen.
De vorige week hebt U moeten
vaststellen, dat „De Boerenjeugd"
voor het eerst sedert haar nieuwe
vorm moest uitvallen tengevolge van
copy-gebrek.
U kunt er de redactie van beschul
digen, dat ze een steek heeft letten
vallen. Accoord, als U er dan maar
aan toevoegt, dat deze redactie dus
vergeefs ook op Uw cöpy heefit zit->
ten te wachten. Wist U niets te ver
tellen over de oogst en alle span-i
ningen, problemen en voldoening
die deze tijd met zich meebrengt?
Of ondergaan we deze tijd niet meer
als een periade met een speciale
aantrekkingskracht, omdat de me
chanisatie er veelal de muziek uit
heeft weggenomen?
Het is wel laat, doch ondanks dat,
bieden wij U met een zekere vol
doening nog wat aan over deze al
leszins mooie tijd. Tenslotte spreken
we de wens uit dat in de toekomst
Uw bijdragen rijkelijk zullen vloeien
en de lezers niet tevergeefs naar de
bekende pagina zullen zoeken.
DE REDACTIE.
Het isolement van het platteland is
in deze streken op 't ogenblik wel
geheel doorbroken. Het leven vóór
of nè de laatste oorlogsjaren toont
op het platteland ook een geheel an
der beeld. Men moet nu eenmaal
leven in de tijd, die men meemaakt.
De mechanisatie is een eis des tijds
geworden. De sociale verhoudingen
zijn er op ingesteld. Daarom behoe
ven we nog niet zo vlug te zijn om
te oordelen over de moderne mate
rialisten. Als men op moderne wijze
zijn bedrijf exploiteert en goed ver
stand heeft van zakendoen, wat zul
len we er dan van zeggen?
Is het de mens niet gegeven om
zijn talenten te ontwikkelen? We
hebben hier kunnen zien hoe men
tracht van de Braakman weer cul
tuurgrond te maken. Dit is een edele
manier van landaanwinning. Er be
hoeft geen bloed voor te vloeien,
maar door inzicht en arbeid mag de
mens meewerken aan de mogelijk
heden die er hier op aarde zijn.
En hoevele boeren zien er reikhal
zend uit naar een voor hen passend
middel van bestaan? De liefde voor
het bedrijf is hetzelfde als de om
standigheden toelaten het te mecha
niseren. Eén ding is zeker, het zelf
laten groeien, dè.t is de mens niet
gegeven. Daar is een hogere macht,
sterker dan wijzelf, die zelfs te be
slissen heeft over leven en dood.
Erkennen wij die macht, dan zien we
de velden die bedekt zijn met koren,
als een zegen die God geeft op het
werk van mensenhanden.
Er zijn ook nog dingen, die men
met het verstand niet beredeneren
kan.
We staan bijv. op de Grebbeberg en
komen bij het betreden van het kerk
hof onder de indruk van de gewijd
heid en hoge rust die hier heerst.
We zien met eerbied de namen van
de Nederlandse jongens (waaronder
ook veel Zeeuwen). We zien een
ouderpaar dat staat bij het graf van
hun zoon. We lezen het opschrift:
„De ziel van de rechtvaardige is in
de hand van God". Kunnen we hun
droefheid peilen? Menselijke woor
den lijken ons hier te veel. Er zijn
dingen die boven het verstand uit
gaan, bijv. zelf getroost te worden
door een gesprek met een stervende.
HIJ GEEFT HET ONS.
Staan wij ergers in het wijde pol
derland, dan zien we rondom ons heen
de golvende korenvelden in goudgele
kleur, rijp om geoogst te worden, zo
dit nog niet gebeurd is.
Dat gebeuren is telkens, elk jaar
weer opnieuw een feit van bijzondere
betekenis. Immers de oogst is de
vervulling van de belofte, dat wie
zaait, ook oogsten zal. Reeds in de
grijze oudheid werd de oogst gezien
als de hoofdbron, waaruit de mens
zijn allernoodzakelijkste behoeften
putte ter instandhouding van het
leven; n.l. zijn voedsel.
In de oude Israëlietische wetten,
lezen we, dat de eerstelingen van de
oogst, Gode tot een dankoffer ge
offerd moesten worden. Ook de Ker
ken van later eeuwen en nu, hebben
zich ingesteld, om inzonderheid voor
de oogst, bepaalde dankdiensten en
oogstfeesten in te stellen.
En hoewel door de gewijzigde con
junctuur in de laatste eeuwen, het
niet meer zo is dat in de oogstmaand
alle verbouwde gewassen worden ge
oogst, maar dit zich voltrekt in de
periode van Juli tot November, toch
is de korenoogst nog steeds de oogst.
Voornamelijk is de oogstperiode van
een zo spannende atmosfeer, doordat
de granen, wanneer de rijpingsperio-
de is voltooid, zo uiterst kwetsbaar
zijn ten opzichte van de weersge
steldheid. Daarom draait in de oogst
tijd op de boerderij alles op volle
toeren.
Het is een spannende, drukke tijd,
een tijd van hard werken en weinig
slapen, een tijd zonder uitgangsda
gen. Nog meer dan anders spieden
we het luchtruim af en nog vaker
dan gewoonlijk geven we een tik op
de barometer.
En de rust breekt niet aan, alvo
rens de laatste schoof veilig gebor
gen is. Vereist de oogsttijd van ons
allen daarom abnormale inspanning
en komen we vaak vermoeid in huis
voor het avondeten, toch is met dit
alles deze oogstperiode één der
mooiste in ons boerenbestaan.
Het is een tijd van spanning, van
activiteit tot het uiterste en hierin
zit toch ook weer iets geweldig
moois. Duidelijker gevoelen wij, dan
anders het geval is, dat wij de ver
bouwers en verzorgers zijn van de
Maar we staan in het leven en dat
eist ons op.
De plaats in het gezin en het be
drijf zal steeds voor velen op het
platteland het belangrijkste zijn.
Maar daarnaast kunnen we nog wel
aandacht hebben voor andere dingen.
De plattelands jeugd hoeft op geen
enkel terrein achter te blijven. Het
isolement is geheel doorbroken. Er
zijn op het platteland goede krachten
ook op cultureel gebied (bijv. toneel,
muziek, sport); misschien ruim zo
veel als in de stad. Er zijn er ook
velen, die als ze in de gelegenheid
zijn, hun blik verruimen en zelfs wel
eenS naar 't buitenland trekken. Dit
zal niemand kwaad kunnen doen.
De uitwisseling is voor velen ook
een mooie gelegenheid daartoe. Maar
toch zijn er niet zo erg veel jongeren
die verantwoordelijkheid willen dra
gen om dit alles te organiseren. De
mëesten vinden het prachtig dat het
er is, maar als men bijv. niet in een
bestuur zit is het meestal veel ge
makkelijker dan als men er wel in
zit. Maar als iedereen er zo over
dacht, kon er niet veel bestaan. Men
loopt dan natuurlijk minder kans om
eens een fout te maken door om
standigheden, waarin men kan ko
men. Maar is dat eigenlijk wel erg.
Het spreekwoord zegt: „Door schade
en schande wordt men wijs".
Daarom is een woord van waar
dering voor allen die op enigerlei
wijze hieraan iets van hun krachten
en tijd willen geven op zijn plaats.
En zelfs een hele eenvoudige inlei
ding kan voor degene die er zijn best
op deed een prestatie zijn.
Deze krachten te bundelen en zo
proberen mee te werken aan de cul
turele en technische ontwikkeling
van het platteland is iets waarvan we
nooit spijt hoeven te hebben.
Er wordt wel eens geschreven dat
men bang zou zijn om een artikeltje
in de krant te schrijven terwille van
dat, wat men van ons zou zeggen.
Nou, zoals we dat hier zeggen
in West Zeeuws-Vlaanderen: Ieder
wordt wel eens over den hekel ge
haald op z'n tijd; daar ontkom je
toch niet aan. Er is veel angst in deze
wereld. We lezen van grootheden
der aarde, die in een gepantserde
auto. moeten rijden. Wij die in een
democratisch land wonen, kunnen
dit niet als een werkelijke grootheid
zien. We hoeven niet zo bang te zijn
als we onze medemensen goed tege
moet treden. Bij alles wat we doen
is het beslissend op welke manier we
dit doen.
Hier is het ook dat men maait wat
men zaait. We zijn toch eigenlijk
alleen gelukkig als we ons weten in
de rechte verhouding met God en
onze naaste. Dit zijn we niet altijd.
We kunnen er naar trachten. Het
zal ons de innerlijke kracht schenken
om het leven te kunnen levén zoals
God dat van ons vraagt.
CORRIE VAN HOEVE.
Het weer was 's morgens vroeg
somber en zowel de organisatoren
als de leden die van plan waren aan
de sportdag deel te nemen, zullen
met bange gezichten naar de sombe
re wolken hebben gekeken. Maar ge
lukkig won de zon het al spoedig en
zorgde voor een koele doch zonnige
dag, dus bij uitstek een geschikte
dag voor goede sportprestaties. En
goede prestaties werden er geleverd.
Hierover kunnen wij als L. J.G.-ers
toch wel een beetje trots zijn.
allereerste levensbehoeften der mens
heid; het brood.
Telkens weer worden wij bij ver
nieuwing ons bewust, dat wij niet
staan aan de zelfkant der menselijke
beschaving, maar dat wij juist, door
dat wij de verzorgers zijn van de
oerbron der menselijke nooddruft,
een voorname, ja zeer voorname
plaats in de wereldeconomie inne
men. Als ieder het zo mag zien wekt
het tot een gevoel van grote voldoe
ning, voor de boer wel in het bijzon
der, omdat er op zijn producten ge
wacht wordt.
Temidden in deze gedachten horen
we het lied van de oogst. Wijd open
staande deuren van grote boeren
schuren. Tot eens weer de drukte
voorbij is. De akkers zijn leeg. Dan
gaat de boer over de stille stoppel
velden, waar reeds de ploeg wordt
ingezet. Er is weemoed in zijn hart
om dit schone spel. Maar hij zegt
tegen zijn buurman dat de drukte
gelukkig voorbij is en dat de oogst
nu veilig opgeborgen zit. Zijn stap
mist nu de ingehouden drift en zijn
gebaren zijn langzaam.
Het leven in de polder is nu van
een grote volheid, van een goede
voldaanheid. En nog lang, nog heel
lang zingt het lied van de oogst na
in de harten van allen die het heb
ben verstaan, gedachtig aan de be
lofte; dat wie zaait, ook oogsten zal.
J. W. DE PUTTER Jz.
Ook de sportvelden waren in goede
conditie, en er was weinig publiek,
wat ook de sfeer veel prettiger
maakt. Immers deze dagen worden
toch georganiseerd om de sport meer
populair onder de leden te maken, en
is niet bedoeld als een krachtsverto
ning naar buiten. Allemaal factoren
dus die onze sportdag ten goede ko
men. En toch werd er door som
mige leden gemopperd. Kwam dit
nog door het sombere weer van
's morgens? Klaagde men terecht of
ten orirechte? Ik wil me onthouden
hierover een oordeel te vellen.
Misschien waren de klachten soms
wel terecht, immers de Schouwse
organisators hebben ruiterlijk bekend
fouten te hebben gemaakt. Maar
toch vraag ik me af komt men nu
om sportief eikaars krachten te toet
sen of om te proberen de medailles
in de wacht te slepen. Toch zullen
er altijd moeten zijn, die niet aan de
hoogste prestaties kunnen komen en
zij zullen dus altijd met lege handen
naar huis moeten gaan. Maar is dit
zo erg. Zo'n medaille is leuk als men
hem heeft gewonnen, maar het is
toch niet de hoofdzaak en is het
mooie er al niet een beetje af als men
er om geredetwist heeft.
Eén enkel feit wil ik aanhalen.
Door een voetbalvereniging werd een
speler opgesteld die geen lid was van
de L. J. G., terwijl er toch L. J. G.-ers
waren die graag mee hadden gedaan.
Waarom mochten deze niet mee
doen. Waren ze niet >,goed genoeg"?
Deze jongens komen dus nooit in
de gelegenheid om gezellig een voet
balwedstrijd mee te trappen. En dit
alleen omdat hun club anders de zo
„begeerde" medaille niet zal winnen.
Dit is ten minste de enige reden die
ik kan vinden.
Zo zou ik nog andere fouten aan
kunnen halen en het gevolg is dat
wij genoodzaakt zijn, maatregelen te
nemen, dat zo iets een volgend keer
niet meer zal plaats vinden. Het is
alleen jammer dat de leden zelf deze
fouten niet inzien.
AD. DOELEMAN.