Garantieregeling Pootaardappelen oogst '52 IN ZEELAND IS BEREGENING NIET ZONDER GEVAAR 1,60 1,70 1,80 1,60 1,70 1,80 2, 2.10 2,20 2,30 2,50 Prijsverlaging van voedergranen en veekoeken Het Bedrijfschap voor Zaaizaad en Pootgoed voor Akker- en Weidebouw maakt bekend, dat in overleg met de Stichting voor de Landbouw en de Rassen met groepsindeling en hoogste garantiemaat Eersteling, Rode Eersteling tot 50 mm a) b) Doré tot 50 mm Ideaal, Saskia tot 55 mm a) b) Bintje tot 50 mm Eigenheimer, Furore, Industrie tot 55 mm Alpha tot 60 mm Record, Voran, Wilpo tot 50 mm Bij aflevering aan de STOPA van Bevelander, BI. Eigenheimer, Koopm. BI., Meer- lander, Noordeling, Rode Star, IJsselster tot 45 mm Deze garantieprijzen worden bij aflevering aan de Stichting Overname Pootaardappelen (STOPA) met de volgende bewaarvergoeding verhoogd: Bedrag per 100 kg 0,40 0,50 0,60 0,70 0,80 0,90 1,— 1,10 1,20 1,30 1,40 1,50 16/11 23/11 30/11 7/12 14/12 21/12 28/12 4/1 11/1 18/1 25/1 1/2 tot 23/11 tot 30/11 tot 7/12 tot 14/12 tot 21/12 tot 28/12 tot 4/1 tot 11/1 tot 18/1 tot 25/1 tot 1/2 tot 8/2 EJ t. CU u -5 p O G O' GJ ta? a o fl u <V O) 'S pö C r; O O c O M V .SPffl'C. 3 r i 5JUS< ca g 1 "S O) 5^ c O CU 8/2 tot 15/2 1,70 15/2 tot 22/2 1,90 22/2 tot 1/3 2,10 1/3 tot 8/3 2,30 8/3 tot 15/3 2,50 15/3 tot 22/3 2,80 22/3 tot 29/3 3,10 na 29/3 3,50 2,— 2,20 2,40 2,70 3,— ca O u c o <u W) s-i CQ CU O In bovenstaand prijsschema zijn alle sorteringen opgenomen, die binnen de gegarandeerde minimum en maximum maat kunnen voorkomen. Voor sor teringen, waarvan een gedeelte boven de vastge stelde garantiemaat ligt, worden geen garantie prijzen vastgesteld en deze zullen ook niet door de STOPA worden overgenomen (b.v. Bintje 35/55 mm). De sortering 25/28 mm, die van oogst 1952 wordt geplombeerd, wordt niet gegarandeerd. De overige voorwaarden voor aflevering aan de STOPA zullen wellicht op enkele punten worden gewijzigd, doch in hoofdzaak gelijk zijn aan die van vorig jaar. Deze zullen tijdig worden bekendge maakt. De garantieregeling geldt zowel voor overschot ten van erkende handelaren als van telers. Ondervakgroep Groothandel in Pootaardappelen de volgende garantieprijzen in guldens per 100 kg zijn vastgesteld: Sorteringen A AB B 28/35 16,50 15,50 lS,50 12,50 35/45 13,50 12,50 11,— 10,50 35/50 12,50 11,50 10,— 9,50 45/50 11,50 10,50 9,— 8,50 28/35 17,— 16,— 14,— 13,— 28/40 15,— 14,— 12 11,50 35/40 14,— 13,— 11,— 10,50 35/45 13 12,— 10,— 9,50 35/50, 35/55 12,— 11,— 9,— 8,50 40/45, 40/50 45/50, 40/55 11,— 10,— 8 7,50 45/55 10,50 9,50 7,50 7,— 50/55 10,— 9 7 6,50 28/35 17,— 15,20 13,50 12,— 28/40 14,90 13,40 11,— 10,— 35/40 13,80 12,40 10,— 9,20 35/45 12,70 11,50 9 8,50 40/45, 35/50 12,10 10,90 8,50 8,— 40/50, 35/55 11,50 10,50 8,10 7,60 40/55 11,10 10,— 7,80 7,30 45/50, 45/55 10,70 9,50 7,50 7,— 50/55 9,70 8,50 6,50 6,— 28/35 18,— 16,50 15,50 IN 28/40 16,— 14,50 12,50 IT 35/40 15,50 13,50 11,50 IO,— 35/45 14,— 12,50 10,50 9,— 35/50, 40/45 13,50 12,— 10,10 8,60 35/55, 40/50 13,— 11,50 9,80 8,30 45/50, 35/60, 40/55 12,60 11,10 9,50 8,10 40/60 12,30 10,80 9,30 7,90 50/55, 45/60 11,50 10,— 8,70 7,50 50/60 10,50 9,— 7,70 6,50 28/35 15,50 14,— 11,— 10,— 28/40 13,50 12,40 9,20 8,50 35/40 12,50 11,70 8,50 8,— 35/45 11,50 11,— 8 7,50 35/50, 40/45 10,50 10,— 7,10 6,60 40/50 10,— 9,— 6,80 6,30 45/50 9,50 8,50 6,50 6,— 28/35 15,50 14,— 11,— 10,— 28/40 13,50 12,40 9,20 8,50 35/40 12,50 11,70 8,50 8,— 35/45 11,50 ll- 8 7,50 Het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voed selvoorziening deelt mede, dat met ingang van 1 Augustus a.s. de prijzen voor voedergranen en veekoeken zullen worden verlaagd. Voor de import-voedergranen zullen tot nader order de volgende basis-verkoopprijzen c.i.f. aan- voerhaven aan importeurs gelden: „Kippenmaïs" Andere maïs „Kippengerst" Andere gerst Haver Millet Milocorn Sorghums (A. ,1) 40,65 per 100 kg (A. 2) 35,95 per 100 kg (A. 3) 34,65 per 100 kg (A. 4) 31,65 per 100 kg (A. 5) 29,15 per 100 kg (A. 6) 30,15 per» 100 kg (A. 7) 31,65 per 100 kg (A. 7) 29,65 per 100 kg De z.g. „staffelregeling" blijft tot nader order gehandhaafd. Dit betekent, dat de prijzen in de maand Augustus 1952 per 100 kg 0,80 lager zijn dan de bovengenoemde en maandelijks met 20 cent per 100 kg oplopen tot maximaal 1,20 boven de basis-prijzen. Voor de veekoeken gelden de volgende richt prijzen: Lijnkoeken 39,50 Grondnotenkoeken 39,50 Soyakoeken 38,50 Sesamkoeken 38,59 Zonnebloempittenko'eken 36, Katoenzaadkoeken 36, Cocoskoeken 32, Palmpitkoeken 30, Kool- en raapzaadkoeken 29,50 Maanzaadkoeken 26,50 Kapokzaadkoeken )25,50 Dederzaadkoeken ,,27, Negerzaadkoeken 27, Voor maïsglutenmeel, maïsglutenvoermeel en maïskiemkoeken zullen met ingang van 1 Augus tus 1952 geen richtprijzen meer worden gesteld. De richtprijzen voor dierlijke eiwitten blijven ongewijzigd van kracht, evenals die voor tarwe- afvallen. In verband met deze op handen zijnde prijsver laging kan worden verwacht, dat de garantieprijs voor baconvarkens binnenkort aan de nieuwe vee- voederprijzen zal worden aangepast. SUBSIDIE ALPHA-POOTGOKD. Het Bedrijfschap voor Zaaizaad en Pootgoed voor Akker- en Weidebouw maakt thans reeds bekend, dat de teelt van pootaardappelen van het ras Alpha oogst 1953 zal worden gesubsidieerd met een be drag van 125,per ha over de opppervlakte, die in de klassen S, E, A, AB en B wordt goedge keurd. Deze subsidie wordt dus niet uitbetaald over de in klasse C goedgekeurde oppervlakte. Zowel in dit blad als in de dagbladpers heeft men reeds de aankondiging kunnen vinden, dat beregening in Zeeland zijn intrede heeft gedaan. En dat door de Commissie Waterbeheersing en Verzilting beproefd wordt in hoeverre het moge lijk is, zonder schade aan dunne zoetwaterlagen water te onttrekken en dit in de vorm van regen aan de plantenwortels ter beschikking te stellen. We weten allen, dat een bui regen in een droge periode de gewassen, in welk groeistadium ook, goed kan doen. Om al te optimistische gedachten in deze rich ting enigszins te remmen en ondoordachte investe ringen te voorkomen, is het goed even de gedachte te bepalen bij de hoeveelheid water, die nodig is voor een beregening en bij de gevaren die schuilen in de onttrekking van grote hoeveelheden water aan dunne zoetwaterlagen. We moeten onderscheid maken tussen gronden; die sporadisch een bui regen nodig hebben en gron den, die regelmatig beregend moeten worden. Tot de laatste behoren de regelmatig verdrogende gronden (zandgronden en lichte zavelgronden, die diep ontwaterd zijn). Tot de eerste categorie kun nen feitelijk alle andere gronden gerekend worden. Zo is dit jaar geconstateerd, dat op vele per celen door de droogte de zaden moeilijk tot ontkie ming konden komen. De toestand van de grond is dan meestal zo, dat de bovenste centimeters volkomen droog zijn, terwijl zich daaronder grond bevindt, die voldoende vochtig is. Door een geringe hoeveelheid vocht toe te dienen, komt het zaad dan tot ontwikkeling en de wortels bereiken spoe dig daarna de vochtige grond, zodat de groei ver der normaal verloopt. Geeft men in zo'n geval een hoeveelheid water overeenkomend met 20 mm, dan is per ha slechts 200 m3 water nodig. Deze hoeveel heid is al gauw in de buurt van het perceel te vin den, bijvoorbeeld in een drinkput, een welput op 't erf, een watergang e.d. Eenmaal beregenen kan in dergelijke gevallen voldoende zijn. Anders wordt het, wanneer we te doen hebben met percelen, die regelmatig regen nodig hebben om een zodanige watervoorraad te hebben, dat ze maximale opbrengsten kunnen geven. Gemiddeld rekent men voor deze gronden met 200 mm per groeiseizoen. Dit betekent, dat 2000 m3 water per ha nodig is. Deze hoeveelheid staat ons niet zo maar ter beschikking. Nog be zwaarlijker wordt het wanneer grote complexen van deze gronden bij elkaar liggen. Om de gedachte te bepalen moet men dan per ha beschikken over een watergang in de buurt van het perceel van 200 meter lang, 10 meter breed en minstens 1 meter diep, of een put van 50 bij 20 meter en 2 meter diep. Kijken we rond in Zeeland, dan zien we op het ogenblik geen mogelijkheid het benodigde water aan een open wateroppervlakte te onttrekken. De waterbassins, die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen, de voormalige kreken, zijn voor dit doel doorgaans te zout. In andere provincies ontbreekt in de meeste ge vallen ook het open water, maar daar onttrekt men het water aan de bodem. In Zeeland moet echter met nadruk hiertegen worden gewaarschuwd. Dit loopt onherroepelijk uit op verzilting van de bron nen, omdat in onze provincie zich op geringe diepte altijd zout water bevindt. Een voorbeeld van verzilting tengevolge van het onttrekken van te grote hoeveelheden is voorge komen in het jaar 1948. Bij een poging om een perceel te bevloeien onttrok men een hoeveelheid van 12 m3 per uur. Na 2 dagen pompen was het water reeds te zout,, zodat men gedwongen was te stoppen. In dit geval was het zoutniveau dus zeer snel gestegen. Het kan veel tijd vergen voordat de oude toestand weer is hersteld. Indien men zich in zo'n geval een regeninstallatie zou hebben aan geschaft, was de financiële strop groot geweest. In Vprband hiermee wordt voor Zeeland naar andere Iwegen gezocht. De Commissie Waterbe heersing en Verzilting heeft met dit onderzoek een begin gemaakt in de nieuwe Kraayertpolder. Onafhankelijk van deze en van nog te nemen proeven is het raadzaam niet zonder het advies van deskundigen op het gebied van grondwater stromingen pogingen te ondernemen om berege ning in de practijk toe te passen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 2