REISINDRUKKEN
UIT DE VERENIGDE STATEN
Zitdagen
EEN GOED
VOORBEELD
Zeeuws Voorlichtingsinstituut
op^erzekeringsgebied (Z. V. V.).
Algemeen Landbouw Emigratiecomité.
KONINKLIJKE VERENIGING
„HET NEDERLANDSCHE TREKPAARD"
AFDELING ZEELAND.
toestand kan opheffing van het destijds ingestelde
exportverbod van rund- en ander vee binnen afzien
bare 'tijd worden tegemoetgezien.
Gezien de grote belangen die ons land bij een on
belemmerde export van vee heeft, juichen we deze
gang van zaken uiteraard toe. Het verloop van
deze ziekte in het afgelopen jaar is echter wel een
waarschuwing geweest om de uitbreiding in
komende jaren bij voorbaat tegen te gaan door in
enting op grote schaal. Er kan dan ook verwacht
worden, dat het binnenkort hiertoe op te stellen
plan verstrekkende voorstellen zal bevatten, en
dat de landbouworganisaties bij de verwezenlijking
hiervan een belangrijke rol zullen kunnen spelen.
De laatste tijd bereiken ons herhaaldelijk klach
ten over een moeizame en vaak ook in het geheel
niet te verwezenlijken
financiering van waterschapswegen.
Deze moeilijkheden maakten in onze organisatie
reeds diverse malen een punt van bespreking uit
op onze bestuursvergaderingen en waren één der
onderwerpen welke behandeld werden op het con
gres gewijd aan de hoogte der waterschapslasten,
georganiseerd door de Stichting voor de Landbouw
en de Unie van Waterschapsbonden.
Bij voortduring is er bij de Regering en bij de
Staten-Generaal op aangedrongen om een bevre
digende oplossing te verkrijgen. Inmiddels begin
nen zich de omtrekken van een oplossing af te
tekenen. Er zal vermoedelijk voor het komende
jaar een voorziening van Overheidswege worden
getroffen.
Bij de behandeling van het wetsorftwerp Bescher
ming van Waterstaatswerken in Oorlogstijd heeft
de Minister van Verkeer en Waterstaat enige mede
delingen gedaan, welke licht werpen op 't overleg,
dat over deze kwestie aan de gang is. De Minister
deelde n.l. mede, met de Unie van Waterschaps
bonden gesproken te hebben over de werkzaam
heden van de Commissie-Oud, welke Commissie
naast de financiële verhouding tussen Rijk en ge
meente ook de financiering van de waterschaps
wegen in studie heeft genomen. De Minister zeg
de toe ernaar te streven, dat de Unie in de gelegen
heid wordt gesteld om van haar mening te doen
blijken. Of dit betekent, dat een vertegenwoordi
ging van de Unie alsnog in de Commissie-Oud zal
worden opgenomen, is nog niet bekend, aangezien
deze Commissie dóór de Minister van Binnenlandse
Zaken)\ is Ingesteld. De Minister van Waterstaat
'heeft zich echter bereid verklaard deze aangelegen
heid met zijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken
op te nemen.
We hopen maar dat op deze kwestie het gezegde
„langzaam maar zeker" van toepassing is.
B.
TERNEUZEN: Woensdag 16 Juli in Hotel „Des
Pays-Bas" van 2.304.30 uur (de heer
Wegner).
KORTGENE: Donderdag 17 Juli in Hotel „De Ko
renbeurs" van 11—13 uur (de heer Wegner).
MIDDELBURG: Donderdag 17 Juli in Café „De
Eendracht" vanaf 13 uur (de heer Cevaal).
ST. ANNALAND: Vrijdag 18 Juli op de beurs van
10.3012.30 uur (de heer Cevaal).
THOLEN: Zaterdag 19 Juli in „Hof van Holland"
van 10.30—12.30 uur (de heer Cevaal).
GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhuis.
Komt hier met Uw vragen op het gebied van de
oudendagsvoorziening, studie-, uitzet- en successie
verzekering enz. Aanvragen voor huisbezoek kun
nen gericht worden aan het Secretariaat Z. V. V.,
Landbouwhuis, Goes.
TERNEUZEN: Woensdag 16 Juli van 2.30—4.30
uur in Hotel „Des Pays-Bas".
ZIERIKZEEDonderdag 17 Juli van 11—12^ uur
in Hotel „Huis van Nassau".
IJZENDÏJKE: Zaterdag 19 Juli van 11—1 uur in
Hotel „Lievens".
Hierbij wordt er de aandacht van belanghebben
den op gevestigd, dat aangiften voor de nationale
tentoonstelling uiterlijk 19 Juli a.s. bij onderge
tekende moeten worden ingezonden. Het aangifte
formulier was gevoegd bij het laatst verschenen
nummer van „Ons Trekpaard". Ook is dit aan
gifteformulier op aanvraag bij ondergetekende
verkrijgbaar.
Tegelijk met de aangifte moet het aangiftegeld
a 10,per paard worden betaald. Postgiroreke
ning 253392 ten name van Penningmeester Afd.
Zeeland van de Kon. Vereniging „Het Nederland-
sche Trekpaard" te Goes.
A. CAPPON, Secretaris.
Wij zijn thans aangeland aan een nadere beschrij
ving van de toestanden in de staat, waarin onze
groep Nederlanders 9 weken verblijf houdt.
MONTANA.
Montana is één van de Noord-Westelijke staten
van de Verenigde Staten. Het grenst in het Noor
den aan Canada. In oppervlakte is Montana op
twee na de grootste van de 48 staten en wel pl.m.
147.000 vierkante mijl of wel bijna 380.000 km-, het
geen betekent, dat het ruim 10 x Nederland is. Er
wonen echter maar 500.000 mensen.
Een flink deel, het Westelijke, wordt ingenomen
door bergen, de Rocky Mountains, die tot 3300
meter boven de zeespiegel oprijzen en welker top
pen met eeuwige sneeuw zijn bedekt. De stad Boze
man, alwaar de landbouw- en technische hoge
school gevestigd is, ligt ongeveer in het midden
van de staat en om enig begrip te krijgen van de
afstanden zij vermeld, dat de afstand Bozeman
New-York 3750 km bedraagt en dat de afstand
BozemanSeattle aan de Pacific (de Grote of
Stille Oceaan) 1100 km bedraagt. De stad Boze
man ligt op 1400 m hoogte in een zeer wijd en
vruchtbaar dal tussen de bergen. De staat is ver
deeld in 56 counties, die dus gemiddeld 2 x zo
groot zijn als onze provincies, alhoewel er counties
zijn, die veel groter en veel kleiner zijn.
De hoofdstad heet Helena, alwaar de Gouverneur
woont en de staatsregering gevestigd is. De groot
ste stad is Butte, een mijncentrum, alwaar de rijk
ste kopermijnen ter wereld gevonden worden, de
zetel van de Anaconda Copper Mining Mij, met
ruim 35.000 inwoners.
Het klimaat en de middelen van bestaan.
Het klimaat is typisch vastelands klimaat met
koude en betrekkelijk lange winters en hete, droge
zomers. Op grotere hoogte, zoals Bozeman is het
's zomers best uit te houden. Hier valt dikwijls
tot in Juni sneeuw en heeft men tot begin Juli te
kampen met nachtvorsten, terwijl half September
de sneeuw alweer verschijnt. Er heerst in het
grootste deel van Montana de ernstige droogte
van het Westen, veroorzaakt doordat de bergrug
gen die vlak bij de kust van de Grote Oceaan lig
gen de meeste regen opvangen. De gemiddelde
regenval bedraagt slechts pl.m. 30 cm per jaar,
waarbij het Oostelijk lager gelegen deel minder
krijgt, dan het bergachtige Westen.
De twee voornaamste middelen van bestaan zijn
de landbouw en de mijnindustrie. Om eerst iets
van het laatste-te zeggen, in de bergen van Mon
tana worden zeer veel ertsen gevonden. Veel goud,
zilver, koper, lood, zink en mangaan. Vandaar dat
Montana de bijnaam kreeg van de „Schatkist-
staat". Grote goudvondsten lokten in de vorige
eeuw duizenden naar de^ajen van. Montana, doch
thans zoekt practisch niemand meer naar goud,
daar de waarde van andere metalen als koper, lood
en zink veel hoger is. Genoemde Anaconda Mij
heeft een groot deel van alle mijnindustrie in han
den en heeft tevens een zeer machtige positie in
alle staatszaken, in de kranten, in de electriciteits-
en watervoorziening en in het politieke beleid in
Montana.
De landbouw.
In de gehele staat is de landbouw zeer belangrijk.
Andere industrieën van betekenis dan de mijn
industrie zijn er niet en een groot deel van de be
volking vindt dan ook haar bestaan in de agrari
sche sector. Gezien de grote oppervlakte land en
het betrekkelijk gering aantal boeren (pi. 40.000)
zijn de boerderijen zeer groot en worden zij exten
sief bewerkt, mede doordat arbeidskrachten prac
tisch niet te krijgen zijn. Een groot deel van de
grond wordt ingenomen door grasland en dit geldt
zeker in de bergen. In het lagere Oostelijk deel
wordt veel tarwe verbouwd, maar in midden- en
West-Montana wordt bijna al het bouwland ge
bruikt voor veevoeder voor eigen veestapel. Deze
laatste bestaat in hoofdzaak uit mestvee en voor
een gedeelte uit melkvee, terwijl de schapenstapel
aanzienlijk is.
Het is wel aardig om met enkele cijfers te illus
treren, welk belang de landbouw in Montana ver
tegenwoordigt. Ongeveer 25 dus van alle
werkkrachten in de staat is werkzaam in de land
bouw. Het inkomen, dat uit de landbouw verkre
gen wordt, is de laatste twintig jaren enorm geste
gen. Bedroeg dit totale landbouwinkomen in 1932
47 millioen dollar, dit getal steeg sterk gedurende
de oorlogsjaren en daarna en bereikte in 1948 een
record van 417 millioen dollars, om daarna weer
te dalen tot 283 millioen dollars in 1950. In percen
tages van het totale inkomen in de staat Montana
uitgedrukt, geeft dit voor genoemde jaren de vol
gende cijfers:
Voor 1932 15
1947 40,4
1950 29,5
Grootte boerderijen.
Sedert 1920 is er een voortdurende neiging ge
weest om tot grotere boerderijen te komen. Dit
streven werd sterk gesteund door de snel voort
schrijdende mechanisatie. Wij schreven reeds, dat
V.
de boerderijen over het algemeen groot waren. Zij
zijn veel groter dan wij in Nederland kennen. De
gemiddelde grootte was in 1925 voor de gehele
staat 698 acres (gemeten) en dit gemiddelde steeg
tot 1689 gemeten in 1950. Het aantal boeren daalde
gedurende deze periode met ongeveer 10.000, ter
wijl de oppervlakte in cultuur gebracht land steeg
van 32,5 millioen gemeten tot bijna 60 millioen
gemeten.
Dit laatste getal betekent, dat thans 63 van
de totale oppervlakte van Montana in cultuur is
gebracht. Van de overige 37 is een groot deel
bergruggen, meren en Nationale Parken. Enige
van de mooiste delen van Montana zijn 'n.l. inge
richt als Nationale Parken, zoals het Yellow Stone
Park, het Glacier Park, enz.
Deze parken zijn tevens reservaten voor de nog
bestaande Indianenstammen, die aldaar hun oude
levenswijze ongestoord kunnen voortzetten, al is
het dan met oorlogvoeren tegen de blanken gedaan.
Men bedenke bij dit alles wel, dat ruim 100 jaar
geleden de gevechten tussen de toen wilde Indianen
en de binnendringende blanken in Montana soms
in volle gang waren!
Bijna 85 van de boerderijen zijn thans het
eigendom van de gebruikers, tegenover slechts
35 in 1937. De goede jaren en de hulp, die de
Amerikaanse Regering heeft geboden in de vorm
van leningen met aantrekkelijke voorwaarden
een onderwerp, waar wij in één der volgende arti
kelen nog op hopen terug te komen 1hebben tot
dit resultaat bijgedragen.
De voornaamste producten.
Zoals wij reeds zagen, vormen de tarweverbouw
en het mestvee de voornaamste bronnen van inkom
sten. In de jaren 1949 en 1950 kwam pl.m. 40
van de totale agrarische inkomsten uit de tarwe-
verkoop en pl.m. 33 uit de verkoop van mestvee.
De rest uit andere granen, schapen en varkens.
Vooral gedurende de laatste wereldoorlog steeg het
aantal mestdieren aanzienlijk en na de oorlog
bleef dit aantal op peil. De geweldige oorlogs
industrie, die in deze jaren aan de kust van de
Grote Oceaan op kwam, trok talloze arbeiders uit
geheel Amerika aan en hier vormde zich een nieu
we, uitgestrekte markt voor vlees en dierlijke pro
ducten.
De tarweverbouw meest wintertarwe be
sloeg in 1950 een oppervlakte van ruim 5 millioen
gemeten. Er zitten echter behoorlijke risico's aan
vast vanwege de kans op grote droogte. Vandaar
dat het inkomen der boeren van jaar tot jaar sterk
kan wisselen. Tenslotte zij opgemerkt, dat de grote
oppervlakte weiden voor een flink deel een arm
karakter draagt. Slechts door middel van kunst
matige bevloeiing (irregatie) kan van vele .mil-
lioenen gemeten een opbrengst verkregen wordpn.
Maar ook op dit in Montana zo brandende vraag
stuk, hopen wij nader terug te komen.
SCHLINGEMANN.
Concentratie in de zaaizaad- en pootgoedhandel.
Voor onze Zuiderzeepolders t.w. de Wieringer-
meer en de Noordoostpolder is Vrijdag 6 Juni j.l.
een belangrijke dag geweest. Tot die dag werd de
coöperatieve handel in zaaizaden en pootaardappe-
len in deze polders resp. verzorgd door de Coöp.
Zaaizaad- en Pootgoedtelersverg. „Wieringermeer"
G.A. (Z.W.M.) te Middenmeer en de Coöp. Zaai
zaad- en Pootgoedtelersverg. „Selecta" G. A. te
Emmeloord. Inmiddels heeft de vereniging in de
Noordoostpolder haar naam veranderd in „Noord
oostpolder" G. A., bij afkorting Z. P. N. Welnu de
Z. W. M. en de Z. P. N. hebben besloten hun pro
ducten te doen verkopen door één apparaat. Daar
voor is opgericht de
Coöp. Centrale Zaaizaad-
en Pootgoedverkoopvereniging
„Zuiderzeepolder" G. A.
bij afkorting genaamd Zuiderzeepolders". De zetel
van de nieuwe vereniging is Havenkade, Midden-
meer.
Als voorzitter en secretaris zullen optreden de
heren J. W. M. v. d. Noort, Ens (Noordoostpolder)
en H. Schuringa, Middenmeer (Wieringermeer).
Tot directeur is benoemd de heer K. H. Kroeze,
Middenmeer.
Het is ongetwijfeld een verstandig besluit van de
pioniers in onze nieuwe polders om met behoud
van de eigen zelfstandigheid de verkoop van deze
producten in één hand te leggen. Zij, die in deze
polders hun zaaizaden en pootaardappelen coöpe
ratief willen afzetten, zullen hun steun aan deze
organisatie niet mogen onthouden.