REISINDRUKKEN UIT DE VERENIGDE STATEN JOcnen en Sociale voorzieningen HOE TE HANDELEN PER 1 JULI A.S.? DE INTERNATIONALE ARBEIDS- CONFERENTIE. III. Zoals de Verenigde Staten van Amerika een jonge staat is, is ook d$ landbouw in dit land van jonge datum. En toch heeft de Amerikaanse landbouw, zoals die in de laatste honderd tot honderdvijftig jaar is gegroeid, al een hele ontwikkeling meege maakt. Reeds zijn millioenen gemeten land, die voorheen bebouwd waren met granen, weer door de boeren verlaten en deze gronden zijn nu be groeid met bossen of prairiegrassen. Vele boeren, die voorheen hun geteelde granen en hun hooi aan de veehouderijbedrijven verkochten, hebben thans hun bedrijfsvoering omgevormd en zij houden nu zelve heel wat vee, terwijl de granen en het hooi dienen om de eigen veestapel te voeden. Deze grote veranderingen hebben zich voornamelijk voltrok ken, doordat de methodes in de landbouw, vooral op technisch gebied, totaal zijn veranderd, er grond in overvloed was en men dus dikwijls voordeliger op betere grond kon gaan boeren en doordat de prijzen van de veehouderijproducten zich in gun stige richting bewogen. Door deze gehele ontwik keling speelt het vraagstuk van de beschikbare arbeidskrachten heen. is in de landen van West- Europa de opbrengst per ha van het grootste be lang, doordat de grond er schaars is en men veelal op wat min of meer arbeidskrachten niet behoeft te zien, in Amerika draait alles om het vraagstuk hoe een nog zo hoog mogelijke opbrengst te ver krijgen is met zo gering mogelijk arbeidskrachten. Want deze laatsten zijn uiterst schaars in cte land bouw en dus heel kostbaar. De hoeveelheid be schikbare arbeidskrachten in de landbouw, dus boeren, gezinsleden en arbeiders, daalde van 1800 tot 1850 met ongeveer 2 p. 10 jaar. In 1850 werk te nog ongeveer V3 van alle arbeidskrachten in Amerika op boerderijen. Van 1850 tot 1920 daalde het aantal arbeidskrachten, werkzaam in de land bouw met ongeveer 6 per 10 jaar, zodat in 1920 nog slechts van het totaal aantal werkers in de U.S.A. in de landbouw werkzaam was. Deze cijfers betekenen niet, dat het aantal hoe ren afnam, doch dat de geweldige bevolkingsaan was voornamelijk plaats vond in de steden en dus werkkrachten opleverde voor alle mogelijke andere beroepen. Wij zien in diezelfde periode toch een grote productievermeerdering, zodat hetzelfde aan tal boeren thans, behalve zichzelve plus gezinnen, nog voedsel voortbrengt voor vijf andere gezinnen en er ook voor de uitvoer nog overblijft. Landbouw- Economische deskundigen schrijven een groot deel van het huidige hoge welvaartspeil van het Ameri kaanse volk toe aan deze geweldige productiever meerdering in de agrarische sector! Nog enige cijfers. Alvorens nader in te gaan op de inspanningen, die wetenschap, onderwijs en voorlichting zich heb ben getroost om een dergelijke productie-vermeer dering mogelijk te maken nog enige cijfers, die een indrukwekkend beeld geven van datgene, wat wij hierboven inzake arbeidskrachten en deze produc tievermeerdering hebben gezegd. De agrarische productie ligt op het huidige ogen blik ongeveer 40; boven het gemiddelde van de jaren 1935/1939. De oppervlakte bouwland bleef practisch gelijk. Het aantal dieren steeg ten op zichte van genoemde jaren met 20 Tegenover deze 40 productiestijging staat een daling van het aantal manuren, in de landbouwsec tor verbruikt, tot 86 van het aantal in de jaren 1935/1939. De productie per manuur steeg met 63 ten opzichte van genoemde jaren. Kijk dit zijn vooral voor Amerika belangrijke cijfers. Geldt bij ons in de eerste plaats het aantal kg per ha hier is de productie per manuur no. één. Deze aanzienlijke stijging kon plaats vinden door de geweldige mechanisatie. Men oordele zelve aan de hand van onderstaand staatje, waarbij de cij fers, vooral van het jaar 1920 slechts globaal ge nomen zijn. Tractoren Vrachtauto's Melk- Com- op boerderijen machines bines practisch te verwaar- 1920 geen geen lozen geen 1941 1,7 millioen 1,1 millioen 210.000 225.000 1951 4,1 millioen 2,3 millioen 725.000 800.000 Tegelijkertijd daalde het aantal paarden van 24 milioen in 1920 tot 7 millioen in 1951. Deze daling van de paardenstapel maakte 70 millioen gemeten veevoeder vrij voor andere, productiever doelein den. Tenslotte steeg het gebruik van kunstmest met maar liefst 300 °fd. Wetenschap, onderwijs en voorlichting. Evenals in ons land zijn ook in Amerika het wetenschappelijk onderzoek, het vormen vap ge schoolde landbouwdeskundigen en van jonge boe ren en het voorlichten van de boeren, de drie pei lers, waarop genoemde vooruitgang rust. De op bouw en de organisatie van een en ander verschilt echter nogal wat met datgene, wat wij in ons land kennen. Een van de oorzaken van deze verschil lende opbouw menen wij te moeten zoeken in de staatkundige opbouw van de Verenigde Staten. Kennen wij in ons land en in de meeste West- Europese landen een centrale Regering, hier in Amerika treft men een Federale Regering aan. De 48 staten, die tezamen de Verenigde Staten vormen, hebben allen een eigen regering. Behalve in som mige zaken, zoals bijv. buitenlands beleid, munt en financiële politiek, leger, vloot en luchtmacht, enz. is elke staat vrij een aantal zaken precies zo te regelen als het zelve wil. Dit is o.a. het geval met het onderwijs en met de landbouwvoorlichting, al moet direct erkend worden, dat men steeds tracht zoveel mogelijk dezelfde methodes toe te passen. Voorts bestaat er een Federaal Departe ment van Landbouw, alwaar men tracht de Voor lichting en het landbouwonderwijs zoveel mogelijk op dezelfde leest geschoeid te krijgen in het gehele land. In wezen is iedere staat echter vrij deze zaken zelve te organiseren en kan zij aanbevelingen uit Washington aan haar laars lappen. De Federale Regering stelt jaarlijks een zekere som gelds voor de Voorlichting in elke staat be schikbaar en stelt zekere voorwaarden voor het ge bruik voor dit geld, doch elke staat is vrij zelve Het inwerking treden van de Wachtgeld- en Werkloosheidsverzekering (W. en W.) per 1 Juli a.s. maakt er de administratieve taak van de werk gever helaas niet eenvoudiger op. Wordt enerzijds de post sociale lasten door deze verzekering verhoogd, anderzijds wordt het premie percentage van de W. en W. voor de groepen van arbeiders verschillend n.l. voor vaste arbeiders 2.2 en vóór lös-vaste en lósse arbeiders 8.8 9e. De arbeider krijgt hiervan de helft te dragen of wel resp. 1.1 en 4.4 Door het College van Rijksbemiddelaars is ech ter bepaald, dat de bijdrage van de werknemers middels een loonsverhoging moet worden gecom penseerd, hetgeen betekent, dat het loon van de vaste arbeiders met 1.1 moet worden verhoogd en dat van de los-vaste en losse arbeiders met 4.4 Van het aldus verkregen bedrag moet dan resp. 1.1 en 4.4 worden ingehouden als zijnde het werknemersaandeel in de W. en W. (eenvoudiger kan het al niet). Hoewel de meeste werkgevers wel in staat zijn bovenstaand rekensommetje te maken, menen wij in deze toch te moeten adviseren om over de eerste week van Juli geen rekening te houden met de W. en W. Er komt n.l. over deze kwestie een landelijk advies, hetwelk wij in het volgend nummer hopen te bespreken met daarnaast een nieuw loonvoor- beeld enz. Aangezien aan het netto uit te betalen loon toch practisch niets verandert doet men dus verstandig a.s. week de oude methode te volgen en de uit voerige publicaties rustig af te wachten. Verzekerden. Ter voorkoming van misverstand zij er intussen op gewezen, dat ingevolge de Wachtgeld- en Werk loosheidsverzekering alle arbeiders beneden de 65 jaar verzekerd zijn, tenzij het vaste loon in geld meer dan 6000,per jaar bedraagt. Voor min derjarige arbeiders en vrouwen, die in het bedrijf werken, dient dus eveneens W. en W.-premie be taald te worden. 4 Arbeidsovereenkomsten. Voor het vaststellen van de te betalen waarborg som aan de bedrijfsvereniging dient deze instantie te weten welke arbeiders er in vaste dienst op het bedrijf werkzaam zijn. De bedrijfsvereniging heeft hiertoe een circulaire uitgezonden, waarop de werk gever de namen der vaste arbeiders dient in te vul len enz. Met nadruk willen wij er op wijzen, dat voor die arbeiders, die als VASTE arbeider worden opge geven, een schriftelijke arbeidsovereenkomst aan wezig dient te zijn. Die werkgevers, die tot heden verzuimd hebben het vaste dienstverband met hun arbeiders schrif telijk vast te leggen adviseren wij dus nogmaals dit alsnog te doen met ingang van 1 Mei 1952. Formulieren gratis verkrijgbaar op het Secreta riaat der Z. L. M., Landbouwhuis, Goes. de L. veel of weinig eigen geld voor dit doel beschik baar te stellen. Vandaar dat men dus verschillen in de grootte en in de organisatie van de Voorlich tingsdiensten aantreft. Een tweede verschilpunt met onze Nederlandse toestanden op dit gebied is, dat de Voorlichting geheel verbonden is aan het hogere landbouwonder wijs. In practisch alle staten treft men één of meerdere landbouwhogescholen (Land-Grant-Col- leges) aan en deze hebben naast hun taak op on derwijsgebied tevens de gehele organisatie van en het oppertoezicht op de landbouwvoorlichting in handen. In Nederland bestaat er vanzelfsprekend een nauw contact tussen de landbouwhogeschool te Wageningen en de Rijkslandbouwvoorlichtings- dienst, doch beiden vormen een apart onderdeel van het Ministerie van Landbouw. De band tussen beide instellingen is in de Amerikaanse Staten een geheel andere. Ook bij het wetenschappelijk onderzoek, doet zich de betrekkelijke vrijheid van elke staat gevoelen, al is dit onzes inziens van mindere betekenis dan bij de Voorlichting en het Onderwijs. Naast een grote nationale onderzoekinstelling, waarvan het hoofdkwartier te Betsville nabij de hoofdstad Was hington is gevestigd, verricht elke staat haar eigen onderzoekingen en besteedt hieraan zoveel geld als zij wenst of als zij kan beschikbaar stellen. Vooral de financiële tegemoetkomingen van de Regerin gen der verschillende Staten kunnen in grootte verschillen, doch wat het wetenschappelijke werk zelve betreft, vinden natuurlijk in de ruimste zin uitwisseling van gegevens onderling, nationaal en internationaal plaats. SCHLINGEMANN. Deze maand wordt te Genève de 35ste zitting gehouden van de Internationale Arbeidsconferen- tie. Hieraan wordt deelgenomen door niet minder dan 54 landen welke met elkaar circa 600 afgevaar digden zonden. De Arbeidsconferentie is een instelling van de Internationale Arbeidsorganisatie (I.L.O.)een or ganisatie waarbij, ook ons land is aangesloten. Iedere Regering is verplicht in haar delegatie een vertegenwoordiger van werkgevers- en werk nemerszijde op te nemen en hiertoe overleg te ple gen met de desbetreffende organisaties. De Arbeidsconferenties worden gehouden ter bespreking van allerlei sociale vraagstukken van wereldomvattende betekenis. De opzet hierbij is, dat over deze vraagstukken verdragen of aanbeve lingen worden aangenomen welke naar de bij de I.L.O. aangesloten landen worden verzonden. Op iedere Regering rust een plicht er voor te zorgen, dat de inhoud van een verdrag in practijk wordt gebracht. T.a.v. 'n aanbeveling ligt 't iets anders, omdat dit niet meer dan een uitnodiging is welke tot de aangesloten landen is gericht tot het invoeren van bepaalde sociale voorzieningen. De I.L.O. is dus een organisatie welke streeft naar verbetering van sociale toestanden en aldus een bijdrage levert voor de handhaving van de wereldvrede. Het zal duidelijk zijn, dat haar bete kenis als zodanig het grootst is voor de z.g. onont wikkelde gebieden welke met de sociale voorzie ningen ver achter zijn. Onder de agendapunten welke momenteel door de arbeidsconferentie worden behandeld komt één agrarisch probleem voor, n.l. „Vacantie met be houd van loon". Een probleem, dat ook het vorige jaar in discussie is geweest, doch dat toen niet tot de aanvaarding van een verdrag of aanbeveling heeft geleid. Op grond van de discussies welke toen echter zijn gehouden achten wij het waarschijnlijk, dat hierover dit jaar wel een verdrag zal worden aan genomen. Mocht deze veronderstelling uitkomen, dan betekent dit nog niet, dat zulks voor ons land belangrijke consequenties met zich zal brengen. Immers bij ons is de aangelegenheid in kwestie reeds geregeld in de C.A.O.'s en bindende loon regelingen en is er geen werkgever meer die er niet aan gewend is, dat hij zijn arbeider tijdens vacantiedagen moet doorbetalen. Wij hopen, dat de Nederlandse afgevaardigden zullen voorkomen, dat in een verdrag over deze materie, bepalingen worden opgenomen welke ons zullen nopen de bestaande vacantieregeling in één of meer opzichten uit te breiden. Gezien de uit stekende regelingen welke wij in vergelijking met vele andere landen op dit punt reeds hebben, achten wij hiervoor geen aanleiding aanwezig. Waanneer men hier te lande practisch dagelijks bij het overleg tussen de werkgevers- en werk nemersorganisaties is betrokken en hierbij denken wij dan aan de Stichting voor de Landbouw en de Stichting van den Arbeid, dan doet de sfeer welke in een Internationale Arbeidsconferentie valt waar te nemen, beslist vreemd aan. De werkgevers en werknemers staan hier veel (Zie verder pagina 4, 1ste kolom)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 3