Iets uit de geschiedenis van Oost Zeeuws-Vlaanderen De Algemene Vergadering der Z.L.M. Veren over de Wester schelde A. HAAK Voorzitter van de Kring Axel der Z.L.M. zal worden gehouden op VRIJDAG 27 Juni, des morgens te 9.30 uur in het „Centrum" te Axel. Agenda: 1. Openingsrede van de Algemeen Voorzitter. 2. Notulen van de Algemene Vergadering van Maandag 17 December 1951. 3. Mededelingen en ingekomen stukken. 4. Verslag van de financiële commissie over het nazien van de rekening en verantwoor ding over het jaar 1951. 5. Rekening en verantwoording over het jaar 1951. 6. Inleiding door Prof. M. Orban, hoogleraar te Gent, over: „De technische en economi sche aspecten van de Belgische landbouw". 7. Rondvraag. 8. Sluiting. Namens het Hoofdbestuur der Z. L. M., M. A. GEUZE, Voorzitter. J. BOS, Wnd. Secretaris. Wij wijzen de automobilisten en bus geleiders er op, dat het veer Kruiningen Perkpolder op 27 Juni overbelast zal zijn, daar waarschijnlijk geen extra-boot beschik baar is. Wel zal een extra-boot worden ingelegd in de dienst VlissingenBreskens. In verband hiermee adviseren wij hen die komen uit: Walcheren, Noord-Beveland en West Zuid-Beveland om te rijden over Vlissin genBreskens. Daarnaast adviseren wij hen, die komen uit Tholen en Schouwen, om zo mogelijk over Antwerpen te rijden. Dit advies is helaas noodzakelijk daar anders waar schijnlijk grote stagnatie bij het overzetten op zal treden. We roepen onze leden dan ook op dit advies terwille van de goede gang van zaken op te volgen. WANNEER één van U, lezers-landbouwers, langs zijn akker loopt, welke misschien aan een kreek grenst, dan moet bij hem, of hij van geschiede nis houdt of niet, wel eens de vraag opkomen: „Was die kreek er al tijd? Is ze ontstaan door dijkdoorbraak of overstroming? Wie heeft daar vroe ger gewoond?" Misschien weet U, wie er de laatste 100 jaar gewoond hebben. Dat is mogelijk, als dezelfde familie er altijd gewoond heeft. Misschien weet U uit verhalen van oude mensen vroeger gehoord te hebben, hoe de omgeving er vroeger uitzag en kun je je voorstellen, hoe de vroegere bewoners toen leefden, hoe ze hun werk deden, hoe ze gekleed gingen. Dat laatste is na te sporen uit oude familieportretten. Maar hoe was het vóór die tijd, 200 jaar, 500 jaar en nog verder terug? Misschien komt er in een stuk land bij het ploegen telkens een partij stenen, sommige groen verglaasd te voorschijn, of dunne, kleine rode tegeltjes. Ik denk aan een stuk land bij Axel, waar na het ploegen telkens een gedeelte met stenen, stukjes lei en stukjes tegels als bezaaid is. Dan komt de vraag weer op: „Zou hier in vroeger eeuwen een openbaar gebouw of kerk gestaan hebben?" Of er komen bij graafwerk munten uit lang vervlogen tijden te voorschijn. Zo zijn bij graafwerk in de Gentsche Vaartstraat te Axel gouden munten uit de Spaanse tijd gevonden. Weer de vraag: „Welke mensen hebben hier geleefd en om wat oorzaak hebben ze de munten in de grond gestopt?" Dit is de geschiedenis, die vele mensen willen weten, al houden ze niet van geschiedenis uit een boekje. Hoe de bodemgesteldheid in Oost Zeeuws-Vlaanderen door allerlei oor zaken is veranderd, daarover wil ik in dit artikeltje met U spreken. DE OUDSTE KAARTEN. Het is heel moeilijk om ons een voorstelling te vormen van de waterlopen, zeegaten en bedijkt land vóór 1500, omdat de kaarten van vóór die tijd meestal niet betrouwbaar zijn. Nemen we de kaart uit de atlas van Beekman Schuiling, 4e druk, kaart No. 17, waarop ge tekend is, hoe de schrijvers zich Zeeland voorstel den in het jaar 1300. Ik neem die kaart, omdat een ieder die kaart nog kan zien in die atlas. Daar zien we, hoe de Dullaert in open verbinding met de Schelde, langs Hulst stroomde en zich voort zette als Bolixate ten Zuiden van Axel naar de Braakman stromende, of door het Hellegat gaande. We zien op die kaart het land van Saaftinge als eiland, Hulst op het vasteland, Axel en Zaamslag als twee eilanden liggen, benevens de eilandjes van Othene en Wemelswaard. Maar op een kaart, die de wijdlopende titel draagt: „Landcaarte van de gelegendheyd van Vlaanderen en Zeeland ten tyde van Graeft Guido van Dampier- Grave van Vlaenderen. Anno 1274." en berustende of berust hebbende in het Zeeuws archief, is van die eilandbeweging niets te bespeuren. De Hont is daar een smal water. En we kunnen ons voorstel len, hoe de edellieden, zoals de geschiedenis ons vertelt, dat water gemakkelijk konden oversteken als ze van hun bezittingen op Zuid-Beveland reis den naar hun bezittingen of familie in Zeeuws- Vlaanderen. We zien Hulst als een landstadje, alleen door de haven van Hulst met de Schelde verbonden, en Axel, dat door de Gentsche Vaart de verbinding met de Schelde en Gent onderhield. Wat is de waarheid in deze? Hoewel het heel gek klinkt: beide. Want, zoals wijlen J. Adriaanse schreef in zijn „De Poort van Hulst vóór de 15e eeuw" kwamen in de 13e en 14e eeuw de monniken uit het Zuiden, o.a. de Cisterciënsers, zich hier vestigen om de strijd met de zee aan te binden en werd de Dullaert in 1358 bedijkt of herdijkt. Zij hadden hun uithof te Hulst, waar nu in de Steenstraat het huis met torentje, bewoond door Dr De Gier, zich bevindt. De ene kaart behoeft met de andere ook niet in tegenspraak te zijn, omdat de dijken, door de mon niken gelegd, niet vergeleken kunnen worden met de hedendaagse, en vele overstromingen, o.a. van 1014, 1024, 1100, 1170 en later, het bedijkte land weer in zee herschiepen. Toch gingen de monniken van de Norbertijnen van Drongen, de Benedictijnen der Abdij van St. Pieter en St. Baaf te Gent, van de Abdij van Veur- ne, de Abdij van Boudelo uit Klein Sinaai, der Cis terciënsers van Ter Doest bij Brugge en der Abdij van Cambron bij Mons in Henegouwen, voort met het bedijken der schorren en het herscheppen daarvan in vruchtbare grond. OMSTREEKS 1200 WORDEN DE EERSTE STADSRECHTEN TOEGEKEND. Lagen er vóór 1200 enkele dorpen en vlekken zonder wallen of poorten, rond 1200 werden stads rechten toegekend aan Hulst en Axel (aan de laat ste gegeven of bevestigd in 1213). Er ontstonden 4 Ambachten: 4 stukken land, die dezelfde rechtsbedeling hadden, n.l.. Hulsteram bacht, waarin Hulst, Hontenisse, Ossenisse, Hengst dijk, Pauluspolder en de polder van Nieuw-Namen; Axelerambacht, waarin Axel, Beoostenblide (op het land van W. de Feijter), Zuiddorpe, Westdorpe, Aandijke, Otene en Triniteit. Trekt men van Pauluspolder een lijn Zuidwaarts, dan is dit de scheiding tussen Hulster- en Axeler ambacht. Het Ambacht van Assenede omvatte: Assenede, Ertvelde, Wachtebeke en Winkel, Moerbeke, Peer boom (bij Westdorpe), Willemskerke en Vroondijk (bij Hoek), terwijl het Ambacht van Bouchaute omvatte: Bouchaute en Biervliet en de landen, die in de later gevormde Braakman lagen. We zien rond 1500 het land rond Axel als vaste land (zoals blijkt uit de kaart van Van Deventer). Daardoor stroomde het water van waar nu Ter- neuzen ligt, langs Zoute Spui, Axel, Moerspui, Overslag en verder over Calvé naar Gent. De vraag komt op, of die Gentsche Vaart niet hetzelfde water is als de Blije. We zien n.l. de Be- oostenblijpolders alle liggen ten Oosten van de Gentsche Vaart. IN 1586 GROTE OMMEKEER DOOR OVERSTROMING. Het jaar 1586 bracht een grote ommekeer in de gesteldheid van dit gewest. Om Axel, Terneuzen en Zaamslag (toen verdronken) tegen een overval van Parma's leger, wier kamp te Eeclo lag, te be veiligen, liet Prins Maurits de dijk van de Braak man bij Buuxgate doorsteken en kwamen de zilte golven we<er gestroomd ten Zuiden van Axel, om door het oude Hellegat weer de Schelde te bereiken. Zo werd het eiland van Axel gescheiden van 's Konings bodem (Vlaanderen). Het Axelsche Gat ontstond met zijn zandbanken, waaruit de kreken zouden ontstaan met haar Grote en Kleine Platen. „IK WORSTEL EN ONTZWEM." We mogen niet vergeten, dat toen op het eiland van Axel alleen de stad Axel lag, omgeven door een waterwoestenij. Weer zouden er schorren be dijkt moeten worden. We zien achtereenvolgens vele polders bedijkt worden. De zinspreuk van het Zeeuwse wapen „Ik worstel en ontzwem" zou hier zijn toepassing vinden. Naar ik meen werden bedijkt: in 1606 de Buth- en Eglantierpolder, in 1608 volgt de Visserspolder, in 1614 de CapellepoÈder. Daar heeft de bevrijder van Axel Jan Piron ook wat mee te maken gehad, zoals we uit stukken in het Axelse archief zouden moeten opmaken. In 1617 volgt de Triniteitspolder, in 1631 de Koe- gorspolder, in 1633 de Beoostenblij benoordenpol der, in 1650 de Zaamslagpolder. Zo werd het eiland van Axel weer van zee in land herschapen. Begrijpelijkerwijze werden in: polderingen aan de'overzijde van het Axelsche Gat begonnen na de Vrede van Munster, uitgezonderd de Oud-Beoostenblijpolder, die, naar ik meen, in 1612 werd ingedijkt. We zien de Beoosten- en Be- westenblijpolder indijken rond 1790, de Riet- en Wulfdijkpolder in 1789, de Smits- en Koegorspol- der in 1825, waardoor het Axelsche Gat werd ge dicht. Hebben we zo enige veranderingen nagegaan in de bodemgesteldheid, ook in gewoonten en kleding is zóveel in de loop der eeuwen veranderd, dat daar wel een aparte studie over is te maken. In de musea te Hulst en Axel (de Axelse Boerenkamer) wordt geijverd om alles te verzamelen wat op het boe renleven betrekking heeft. Waarbij ook gereed schappen en landbouwwerktuigen worden verza meld, terwijl kaarten en foto's een inzicht geven van de bodemgesteldheid- en de kleding-verande- ring. Het Bureau voor Oudheidkundig Bodemonder zoek stelt zich ten doel, daar, waar in de bodem iets kan worden gevonden wat de kennis van de ge schiedenis ten goede kan komen, de nodige naspo ringen te verrichten. De musea te Hulst en Axel ontvangen gaarne voorwerpen en kleding en mun ten om haar verzameling te completeren. Axel. J. R. DE JONGE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 2