HET BELANG VAN DE VEEHOUDERS! NEDERLAND VERBOUWT MAIS VOOR DE INDUSTRIE LET OP DE UITBREIDINGSPLANNEN. Korte berichten. van het uienzaad tegen de made van de uienvlieg in steeds mindere mate plaats vindt. Wanneer er enkele jaren zijn met weinig schade ook in niet- ontsmet zaad, wordt er steeds minder aandacht aan bestrijden geschonken, tot er plotseling weer jaar is met veel schade zoals nu. Om1 echter geen risico te lopen moet elk jaar tegen de uienvlieg ontsmet worden. Men hoort wel eens de klacht, dat het uitzaaien van ontsmet zaad moeilijkheden geeft. Wanneer dit het geval is, is er niet op de juiste manier gewerkt. De te gebruiken hoeveel heid water, lijm en D.D.T., moeten secuur afgewo gen worden en bij het zaaien niet te veel zaad tege lijk in de bak gedaan worden, omdat zich dan te veel ontsmettingsstof in de zaaihuisjes ophoopt. We hopen nu maar, dat de prijs van de uien de te verwachten lagere opbrengst goed maakt. Er is nog weinig vlas te velde verkocht in tegen stelling met vorige jaren. Enkele percelen werden verkocht voor nauwelijks twee derde van de prijs die vorig jaar voor dergelijk vlas betaald werd. Ook hier is weer te zien, dat de boer niet alleen met groeirisico, maar eveneens met prijsrisico te ma ken heeft. In de bieten komt nog steeds vrij veel mangaan, gebrek voor. Dit kon gemakkelijk verholpen wor den met het toedienen van mangaansulfaat, hetzij strooien of spuiten. Bij droog weer helpt spuiten vlugger. Ook de larve van het schildpadtorretje is zeer actief om het bietenblad te verorberen. Dit euvel kan verholpen worden door b.v. D.D.T. in olie te spuiten. Naast de verlangde regen kwam er eind vorige week een flinke hagelbui over ons district, waarbij op sommige plaatsen vrij ernstige schade aan bie ten, vlas, erwten en bonen ontstond. Direct na zo'n bui is het een bedroevend gezicht al de kapot ge slagen plantendelen. Na enkele weken valt het echter in vele gevallen weer mee; het herstellings vermogen van een plant is vrij groot. Nu we wellicht in een periode zijn gekomen met meer kans op regenbuien, is het noodzakelijk om het grasland de verzorging te geven die het toe komt. Nog veel te veel komen de dieren in te lang gras. Er blijven plekken gras staan. Alle stukken waar het oude materiaal staat, zijn voor de gras- productie uitgeschakeld. Afmaaien van dit oude materiaal is dringend nodig om jong mals gras te krijgen. Natuurlijk moet na elke beweiding weer stikstof gestrooid worden. Daar stikstof op gras land na 6 weken uitgewerkt is, moet er regelmatig stikstof op komen tot eind Augustus. Alleen dan beschikt men over jong eiwitrijk gras voor een hoge melk- of vleesproductie en daar is het toch om te doen. SCHOUWEN-DUIVELAND. „Lang gewacht maar toch gekomen!" zou men thans ook kunnen zeggen, met betrekking op de regen. Wat hebben we de laatste weken met weemoed de opkomende regenbuien zien overtrekken naar andere oorden. Maar ook het wachten op regen behoort mis schien eens tot het verleden. Vorige week lazen we n.l. in het Zeeuwsch Landbouwblad, dat de eer ste praktijkberegening in Zeeland toegepast is. Als het zover is, dat ook de praktijk er gebruik van gaat maken, worden de zorgen weer wat verlicht. Zover zien we het echter nog niet. Nu niet dat we terugdeinzen voor sproeien of iets dergelijks. Want dat zijn we ook dit jaar weer gewaar geworden. Dag-in dag-uit zag men de sproeimachines door de polders rijden om de strijd aan te binden tegen allerlei belagers van onze gewassen, zowel plant aardige als dierlijke. En waar is het einde? Ieder jaar wordt het erger, ieder jaar giftigere middelen. Het kan nodig zijn, vooral dit voorjaar met z'n aanhoudende droogte, maar laat men toch niet al te roekeloos maar spuiten, vernevelen of stuiven voor iedere kever of vlieg die men op onze gewas sen ziet. Het vernevelen wordt thans algemeen toegepast. Ook groeistoffen werden veel verneveld. Toch dient men voorzichtiger met groeistoffen om te gaan, speciaal als men gaat vernevelen. De gevolgen van de wegwaaiende nevel zijn nu bij buurman te zien. Enkele percelen bieten liggen krom tegen de grond. Ranken van erwten waren, op verre af stand, kromgegroeid. Wat zal hiervan de schade zijn en wie zal vergoeden? Laten we geen risico lopen en verneveld alleen groeistoffen bij windstil weer! Over de resultaten en mislukkingen welke be reikt zijn met diverse chemische onkruidbestrij dingsmiddelen zullen wij een andere keer eens ge wagen. En Schouwse landbouwers, het proefbedrijf te Bruinisse, op Uw eigen eiland, aleens bezocht? Daar behoren wij toch allemaal, die bberenbloed in de aderen hebben, een bezoek te brengen. Doet het individueel of nog beter in groepsverband. Zoiets is een mooie taak voor de plaatselijke landbouw- verenigingen. Maar dan behoren ook alle leden achter hun bestuur te staan wanneer dit georga niseerd wordt. Pakt er een middag voor af, U zult er geen spijt van hebben. Veel is er dat het belang van de boeren belaagt, 'tZijn schimmels, bacteriën en ander gespuis, Dat kwaliteit en massa der oogsten verlaagt, En de vreugde van 't werk en de winsten incluis. Dezer dagen werd aan de leerlingen van een ge houden melkerscursus het behaalde diploma uitge. reikt. Het aantal gediplomeerde melksters en mel kers gaat nog steeds wat omhoog. Helaas is het aantal, dat jaarlijks haar(zijn) best doet om goed te leren melken, na de oorlog belangrijk gedaald be neden het peil van vóór de wereldbrand. Wat daarvan de reden is? We moeten er naar gissen, maar krijgen soms de indruk, dat de men taliteit van onze jonge mensen als gevolg van de oorlog achteruit gaat. De wilskracht, om alles zo goed mogelijk te doen, en de moed om zich in te spannen het werk toeter te leren, is bij een (groot?) deel verloren gegaan ofwel sterk verminderd. Dit geldt niet het minst op het gebied van mel ken en melkwinning. Nu kan men zich dat inden ken op bedrijven waar één of twee koeien voor eigen gebruik worden gehouden. Maar op bedrij ven, zoals er op Walcheren, Schouwen en ook in de zak van Zuid-Beveland nog zo vele zijn, die ge deeltelijk, soms voor de helft of meer uit de vee houderij moeten bestaan, kan men zich maar moeilijk met dit idee verenigen. Mogelijk zijn er, die menen: op het gebied van melken en melkwinning behoeven we ons niet zo erg druk meer te maken. De melkmachine kan nu dat werk goed overnemen en dan is onze inspan ning niet meer nodig. Dit deel moeten we echter zeer teleurstellen. Afgezien van het feit, dat machinaal melken op een bedrijf met 8 a 10 koeien duur is (78 van de Zeeuwse bedrijven houden 15 koeien), geeft dit bovendien geen arbeidsbesparing. Neem als voorbeeld een stal met 8 koeien. Twee goede handmelkers melken die in een half uur. Melken we machinaal dan hebben 2 personen met 2 apparaten geen half uur nodig voor het eigen lijke melken. Maar wanneer ze geen last met de kwaliteit van de melk willen krijgen en er voor zorgen, dat de koeien goed worden nagemolken, zodat ze ook dan de grootst mogelijke hoeveelheid melk winnen, dan is de overblijvende tijd ongeveer nodig voor het in- en uitspannen en schoonmaken van de machine. Dit alles neemt betrekkelijk niet veel tijd, maar deze drukt juist heel sterk op de tijd die nodig is voor het melken van een klein aantal koeien. De lezer toegrijpe ons goed.' Het is helemaal niet de bedoeling de melkmachine in een verkeerd dag licht te stellen. Voor de grotere veebedrijven, waar gebrek aan melkerspersoneel bestaat, is de melk machine, bij goed gebruik, een uitkomst. Het is uitsluitend onze bedoeling er voor te waarschuwen, dat dit zonder kennis evenmin goed gaat. Wil men, met de machine melkende, niet in melkproductie achteruit gaan, dan is het noodzakelijk dat de be dienende personen naast goede machinemelkers ook goede handmelkers zijn. Op deze plaats hebben we er al meermalen op gewezen, dat de melk in de uier niet zo maar voor het grijpen ligt, zoals vele melkers schijnen te menen. Voor het volledig laten schieten van de melk door de koe, is een speciale zenuw-hormoon spierwerking noodzakelijk, die alleen tot het meest gunstige resultaat leidt, als we goed weten hoe de vork in de steel zit, m.a.w. goed hebben leren mel ken. Dat geldt óók nog, als we machinaal melken. Het enige wat we in het kleine veebedrijf met de melkmachine kunnen bereiken, is: het iets gemak kelijker maken; het kost iets minder inspanning. Dit streven naar mindere inspanning is op zichzelf geen bezwaar, mits de productie en de kwaliteit van het product er niet onder lijden, maar wél is het te betreuren: het ontbreken van moed en wils kracht bij de jonge mensen om de dagtaak op het eigen bedrijf goed te leren. Sportmensen, in elke vorm van sport (voetbal, wielrennen, zwemmen, hardlopen, enz.), moeten vele maanden (jaren) trainen om tot de besten te toehoren, en om eer (of geld) te winnen. Deze inspanning heeft men er craag voor over. We vragen ons af: is het peil van onze meisjes en jongens nu zó ver gedaald, dat zij zich gedu rende een paar maanden niet enige extra inspan ning willen getroosten, om een zo belangrijk deel van het werk op de gemengde bedrijven (en dan hebben we speciaal het oog op Walcheren) het melken vakkundig te leren? Waar is. de tijd gebleven dat leerlingen van deze cursussen,""zoals: Pie de Lange, Jannetje Verhage, de beide zusters De Pagter, Jo Dekker, Meintje Langebeeke en vele anderen op de lessen en het examen van de cursussen tegen elkaar kampten om het hoogste aantal punten te halen en dus het beste werk te leveren? Het komt ons voor, dat onze boerenjongens en -meisjes er trots op moesten zijn, als ze een be paalde soort arbeid beter kunnen, dan hun col lega's. De ouders zullen het met ons eens zijn en zullen goed doen, daarop eens de aandacht te vestigen. W. S. Onder deze titel bracht de N.V. Stijfsel- en Glucosefabriek „Sas van Gent" dezer dagen haar nieuwe film uit, De in kleuren opgenomen film geeft een beeld van teelt en verwerking van de maïs en houdt de bezoeker anderhalf uur gespannen door de fraaie beelden. Dit is ook niet te verwonderen, indien men weet dat Ale Roosdorp achter de camera ge staan heeft. Zijn artistieke kijk op de dingen heeft hij ook in deze film niet verloochend, al is hij in deze dingen wel eens wat te ver gegaan, waardoor het draaiboek nodeloos lang wordt onderbroken. Het is wel moeilijk om een in volle werking zijnde stoommachine onopgencmen te laten, doch in een film van deze strekking leidt een dergelijk onder deel van het hoofdthema af. Iets dergelijks merk ten wij ook op in het gedeelte waar twee in hoeren dracht verklede dames, de enigszins onwaarschijn lijke gang naar een proefveld maken. Voor een film die in het buitenland moet draaien, is dit een geslaagde scène, doch niet indien men deze film wil draaien voor een vergadering van boeren die met de hoofdzaken van de teelt en de verwerking, op de hoogte gebracht moeten worden. De vraag of deze film voldoende instructief ge noemd mag worden, menen we dan ook ten dele ontkennend te mogen beantwoorden. We zouden daartoe gaarne gezien hebben, dat een wat strak ker draaiboek gevolgd was en dat de teelt wat uit voeriger was behandeld. Overigens moet ons nog van het hart, dat de grafieken en teksten zeer origi neel en duidelijk zijn samengesteld en uitstekend passen in de reeks van duidelijke beelden met hun WISSF.NKERKE. Het door de gemeenteraad op 19 Mei 1952 vast gestelde plan tot herziening van het uitbreidings plan in onderdelen voor de kom Kamperland, ligt ter gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage, van 31 Mei tot en met 13 Juni 1952. Belanghebbenden die zich met bezwaren tot de raad hebben gewend, kunnen vóór 26 Juli 1952 bezwaren tegen het plan indienen. BORSSELE. Een ontwerp van het uitbreidingsplan der ge meente ligt ter secretarie voor een ieder ter inzage van 28 Mei tot en met 25 Juni 1952. Gedurende deze termijn kunnen belanghebbenden hun bezwa ren tegen deze ontwerpwijziging inbrengen bij de gemeenteraad. schitterende kleurenweergave. Da opnamen van het fabrieksprocedé zijn o.i. wel wat te lang en zullen de doorsnee toeschouwer na het vele voor gaande niet meer ten volle kunnen boeien. Doch boven alle goedbedoelde critiek die wij leveren tengevolge van onze grote belangstelling blijft staan de grote waardering voor dit mooie filmproduct en het initiatief, dat van de Stijfsel en Glucosefabriek hiertoe is uitgegaan. We kunnen ons bezwaarlijk voorstellen, dat de uitgaven die deze fabriek zich hiervoor heeft ge troost commercieel volkomen verantwoord zijn, als we zien, dat dit jaar 350 ha werd gecontrac teerd, een oppervlakte die slechts grondstof voor enige dagen kan leveren en dus ook geen levens belang van de fabriek uitmaakt. Juist daarom heeft dit initiatief voor ons des te meer waarde en kunnen we onze leden van harte aanbevelen deze film de komende winter te gaan zien, terwijl we tenslotte de fabriek gelukwensen met dit voor andere agrarische industrieën tot navolging nodigende initiatief. RED. Het verbruik van rundvlees in België is in 1951 toegenomen en heeft het vooroorlogse verbruik overtroffen. Volgens het blad „De Boer" zien de cijfers over 1938, 1950 en 1951 er in tonnen aldus uit: 1938 1950 1951 Eigen productie 139.521 126.812 142.031 Netto invoer 12.799 10.975 15.908 Verbruik 152.320 137.787 157.939 De invoer van vlees en vleeswaren in Duitsland is het laatste jaar vrij sterk afgenomen, volgens „Economische voorlichting". In 1936 bedroeg deze invoer in tonnen 111.801. Na een stijging tot 130.794 ton in 1950 volgde in 1951 een daling tot 67.363 ton in 1951. Vergelijking tussen het le kwar taal 1951 en 1952 vertoont een verdere daling van 31.377 ton tot 7026 ton. In 1951 leverde Nederland 9.275 ton tegenover Denemarken 20.725 ton.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 4