DRAINAGE De Algemene Vergadering der Z.L.M. ZITDAGEN BOEKHOUDBUREAU 3L.! voor Zo eland MIDDELBURG ZATERDAG 14 JUNI 1952. waarin opgenomen het NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.) de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen ZITDAGEN SECRETARIAAT Z. L. M. D. J. VAN DER HAVE Zaai Rode Klaver of Hopperups No. 2126. Frankering bij abonnement: Terneuzen 40e Jaargang. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Overname van arti kelen slechts geoorloofd met duidelijke bronvermelding. Leden van de Z. L M. en N.-Br. Mij van Landbouw ont vangen het blad gratis. ABONNEMENTSGELD: voor niet-leden van deze orga nisaties bedraagt ƒ10,per jaar. Redactie: Secretariaat der Z. L. M. Landbouwhuis, Goes - Tel. 2345. ADVERTENTIETARIEF: Per mm 15 cent; minimum per advertentie ƒ2,Incassokosten ƒ0,15. Regelabonnementen tegen speciaal tarief. Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster N.V. v/h Firma P. J. VAN DE SANDE te Terneuzen of aan het Landbouwhuis te Goes. INHOUD: Agenda Algemene Vergadering der Z. L. M. Zitdagen Boekhoudbureau en Secreta riaat der Z. L. M. Drainage Rijtoer Z. L. M. door de Kring Axel Reisindrukken uit de Ver enigde Staten Van Boerderij en Organisatie Zitdagen Zeeuws Voorlichtingsinstituut op Verze- keringsgebied; Algemeen Landbouw Emigratie Co mité Let op de uitbreidingsplannen van Wissen- karke en Borseele Het belang van de Veehou ders Nederland verbouwt maïs voor de indu strie Korte Berichten De Boerenjeugd Van Suikerpakhuis tot Laboratorium Tuinbouw: Uit en voor de Polder; Vroege Aardappelen Voor de Plattelandsvrouw: Beroepskeuze Bram uit de Slikhoek Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw Marktberichten. zal worden gehouden op VRIJDAG 27 JUNI des morgens te 9.30 uur in het „Centrum" te AXEL. Agenda: 1. Openingsrede van de Algemeen Voorzitter. 2. Notulen van de Algemene Vergadering van Maandag 17 December 1951. 3. Mededelingen en ingekomen stukken. 4. Verslag van de financiële commissie over het nazien van de rekening en verantwoor ding over het jaar 1951. 5. Rekening en verantwoording over het jaar 1951. 6. Inleiding door Prof. M. Orban, hoogleraar te Gent, over: „De technische en economi sche aspecten van de Belgische landbouw." 7. Rondvraag. 8. Sluiting. Namens het Hoofdbestuur der Z. L. M., M. A. GEUZE, Voorzitter. J. BOS, Wnd. Secretaris. WISSENKERKE: Woensdag 18 Juni, in Hotel „De Kroon". TERNEUZEN: Woensdag 18 Juni, in Hotel „Des Pays-Bas". ZIERIKZEEIedere Donderdag, in Hotel „Huis van Nassau". MIDDELBURG: Iedere Donderdag in Café „De Eendracht". Het ligt in het voornemen de zitdag van Donderdag 19 Juni met twee personen te houden. HULST: Maandag 16 Juni van 2V24 uur in Hotel „Het Bonte Hert." ST. ANNALAND: Vrijdag 20 Juni van 12% uur op de beurs. GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhuis. Komt hier met uw vragen op pacht-, juridisch-, economisch-, sociaal- en technisch gebied. In de Studiekring „Cultuurtechniek" werd op 16 Mei j.l. door verschillende sprekers hun ervaring op het gebied van de drainage in discussie gebracht. Uit de discussies bleek wel, dat nog vele vragen niet afdoende konden worden beantwoord en nog vele problemen nader onderzocht moeten worden. De wijze waaróp regenwater grondwater wordt en daarna via de drainreeksen slootwater, onttrekt zich aan het oog. Het gevolg hiervan is, dat on danks 100 jaar ervaring met drainage, exacte waarnemingen uit de praktijk over het draineren, zeer schaars zijn. Door Dr. Hooghoudt werd het probleem van de theoretische zijde aangepakt. Zijn berekeningen van de stroombanen van het grond water naar de drainbuizen vormen de basis van het moderne drainage-onderzoek van de laatste 10 jaren. Uit de berekeningen blijkt dat de banen, waar langs het water zich naar de drainreeksen beweegt, tot een diepte van van de drainafstand gaan. Hierdoor komt de grote rol welke de ondergrond in het drainageprobleem speelt sterk op de voor grond. De snelheid waarmee het water zich in de grond kan bewegen hangt o.a. at Van de doorlatendheid van de grond. De bepaling van deze doorlatendheid waaruit de drainafstand kan worden berekend werd behan deld door Ir. Boumans. De bepaling berust op het meten van de stijg- snelheid van het grondwater in een leeggepompt boorgat. Door deze bepaling op verschillende diepten uit te voeren krijgt men gegevens over de doorlatend heid van de verschillende grondlagen. Wanneer voor de berekening van de drainafstan- den, een maximale grondwaterstand tussen de drains van 50 cm onder het maaiveld bij een afvoer van 7 mm per dag wordt aangehouden, blijken de uitkomsten goed overeen te stemmen met de in het veld uitgevoerde controle-metingen. Bij dé interpretatie van de metingen volgens deze „boorgaten-methode" spelen de verschillende profieleigenschappen nog een belangrijke rol. Hierdoor leent deze methode zich niet voor rou tinewerk doch moet worden uitgevoerd door, op het gebied van de waterhuishouding in de grond, zeer ervaren krachten. Verder is de heer Boumans van mening dat deze „boorgaten-methode" zich goed leent voor het geven van adviezen in wat ontwatering betreft samenhangende gebieden en minder voor afzonder lijke percelen. Ir. Van der Molen behandelde de methode voor het bepalen van de drainafstanden in de N.O.P. Door de rijping van deze gronden na de droog legging heeft de uiteindelijke doorlatendheid van deze gronden zich nog niet ingesteld. Door het drogen van deze gronden, tengevolge van de begreppeling en het onttrekken van water door de plantengroei, treedt in de loop der jaren een blijvende scheurvorming op welke de door latendheid van de grond zeer vergroot. In de tweede plaats is de opbouw van de grond hier voor grote oppervlakten dezelfde, terwijl de diepere ondergrond zelfs voor de hele polder vrij wel constant is. Het bovenstaande is de reden dat zich hier een andere methode dan de boorgaten-methode ont wikkeld heeft. Door drainage-proefvelden op de verschillende bodemtypen wordt voor ieder type de meest gun stige drain-afstand bepaald. De grondtypen worden onderscheidan door de, voor de waterhuishouding belangrijke, profiel eigenschappen in punten te waarderen (analoge werkwijze als de exterieur-beoordeling van het vee). Uit de discussie bleek wel dat deze methode niet zonder meer in het „oude land" kan worden toege past. Hier zal het profielonderzoek met de boor gatenmeting hand in hand moeten gaan om de beste oplossing te vinden. Ir Visser wees er in zijn betoog op dat de eis voor een maximale opbolling van het grondwater tot 50 cm onder het maaiveld bij een afvoer van 7 mm per dag maar een voorlopig aangenomen maatstaf is, welke zeker nog nader onderzoek ver eist. Een regenval groter dan 7 mm per dag komt wel regelmatig voor, doch slechts zelden dagen achtereen. De waterberging van de bovenste lagen van de verschillende gronden loopt sterk uiteen. In het ene geval zal deze te klein zijn om de regen toppen zonder schade te kunnen opvangen, in het andere geval meer dan voldoende. Onderzocht zal moeten worden: 1. Welke ontwateringsdiepte, zonder schade aan de gewassen, kan worden aangehouden. 2. Hoe de verdeling van de regenval gedurende de winter is. 3. Welke tijdelijke verhoging van het grond waterpeil nog mag worden toegestaan. 4. Welke invloed de waterberging van de grond op de peilstijging na een bepaalde regenval heeft. Na de discussie kregen we de indruk dat een gemiddelde afvoer van 7 mm per dag wel ongeveer juist is, de eis van minstens 50 cm drooglegging bij deze neerslag echter iets te hoog. In de N.O.P. werd gevonden dat een opbolling van het grond water tot 30 cm onder het maaiveld geen na.deel voor de gewassen opleverde. Na deze beschouwingen over de drainafstand behandelde Ir Duim het onderhoud van de drai nage in de N.O.P. In zijn beschouwingen ging hij er vanuit dat de reeksen goed gelegd zijn. Hierbij blijkt de goede aansluiting van de buizen van doorslaggevende betekenis te zijn. Het onderhoud bestaat uit het controleren van de eindbuizen. Hiernaast wordt eens per jaar, na een regenperiode in de wintermaanden, een gat boven de drainreeks geboord, op de plaats waar deze het verst van de sloot verwijderd is. Blijkt in dit gat na 12 uur nog water boven de drainreeks te staan, dan is een verstopping aanwezig. Het schoonmaken kan geschieden met aan elkaar bevestigde rotanstokken of plastic buizen. De laatste hebben het voordeel, dat men hierdoor nog eventueel water in de reeks zou kunnen pompen, zodat men hiermede zelfs in de zomer zou kunnen werken. Wordt het onderhoud op deze wijze uit gevoerd dan kan de levensduur van de reeks aan zienlijk verlengd worden, zonder veel kosten. Wordt het onderhoud uitgesteld dan zal men ten slotte over moeten gaan tot het doortrekken van de reeksen, hetgeen aanzienlijk hogere kosten en veelal minder gunstige resultaten met zich mee brengt. In tegenstelling met het doorstoten, moe ten nu de drainbuizen worden opgegraven, wat vaak verstoringen veroorzaakt. Wel is gebleken dat een ketting met spiralen gunstiger werkt dan een met proppen. Voorwaarde is dat met veel water in de buis en dan nog voorzichtig wordt ge werkt, daar anders het dichtsmeren van de stoot- voegen kan plaats vinden. Het jaarlijkse onder houd met rotanstokken in de winter, ingebracht bij de uitmonding van de drainreeks, verdient verre da voorkeur. Dit onderhoud dient dan ook snel als jaarlijkse ver plegingsmaat regel bij de winterwerkzaamheden te worden opgenomen. KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF ZAADHANDEL KAPELLE-BIEZELINGE als groenbemesting onder Uw maïs

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 1