Noord-Bri
Maatschappij
van Landbouw
OORLOGSGETROFENEN.
LANDELIJKE
WEIDEBOUW-MECHANISATIEDAG.
NEDERLANDS
OPENLUCHTMUSEUM.
DE COLORADOKEVER DREIGT.
HET KANAAL
ANTWERPEN—MOERDIJK.
Velen onder U hebben nog recht op een aan
vullende 'bijdrage (nabetaling) voor de geleden
oorlogsschade aan bedrijfsuitrusting (vee en in
ventaris). Deze aanvullende bijdrage zal onder
meer te zijner tijd schriftelijk bij de Rijksdienst
voor Landbouwherstel dienen te worden aange
vraagd. Wij raden U aan de uitvoerige aanwijzin
gen af te wachten, welke het Adviesbureau voor
Oorlogsschade van de Stichting voor de Landbouw
zo spoedig mogelijk in dit blad zal geven.
Wij wekken onze leden op tot het bezoeken van
de Landelijke Weidebouwmechanisatiedag, welke
wordt gehouden op
DONDERDAG 5 JUNI a.s.,
van 9 uur v.m. tot 4 uur n.m., op het bedrijf van
de heer R. Visser te Oss (N.-Br.).
Demonstratie van werktuigen voor de
verpleging van het grasland;
bercgeningsinstallaties en drinkwatervoorziening
maaimachines;
hooibouwwerktuigen en transportmiddelen;
inkuilmachines;
stalmestspreiders en kunstmeststrooiers enz.
Waar mogelijk zal gewerkt worden met paarden,
gekozen door de beide paardenstamboeken.
Georganiseerd door:
Stichting voor de Landbouw.
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst.
Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie.
Bezoekers: Volgt de gele „Demonstratiepijlen"
vanaf de grote weg 's-HertogenboschNijmegen.
Vanaf Station Oss Busdienst naar het terrein.
Iets voor het excursie-plan van onze afdelingen.
Aan de Noordzijde van Arnhem, temidden van
een 'prachtige bosrijke omgeving, ligt het Neder
lands Openluchtmusuem. Dit museum, dat dezer
dagen mocht herdenken, dat het reeds 40 jaar
bestaat, verdient vooral ook vanuit onze provincie
meer de aandacht, dan het tot nu toe heeft.
Oude boerderijtypen, klederdrachten, molens,
de kruidentuin, oude boerenwagens, arresleden en
andere gereedschappen, zij zijn in dit museum in
rijke verscheidenheid te vinden en hier onderge
bracht om ook voor het nageslacht te worden
bewaard.
Juist voor ons plattelanders is een bezoek aan
dit museum met zijn prachtige omgeving alleszins
de moeite waard. Daarom doen afdelingen, die
deze zomer een excursie willen organiseren, goed
om ook een bezoek aan dit openluchtmuseum in
hun reisplan op te nemen. Het museum is van
Pasen tot 1 November dagelijks geopend van 9 tot
18 uur. De entréeprijs bedraagt 50 ets. per per
soon.
Nadere inlichtingen voor* excursies kunnen e.t.
worden ingewonnen aan het adres: Schelmsche-
weg 89 te Arnhem.
Van vele plaatsen zijn reeds meldingen binnen
gekomen over de aanwezigheid van Coloradokevers
op aardappelvelden en aardappelopslag. In de
eerstvolgende weken zal bij gunstig weer het aan
tal kevers snel toenemen en spoedig daarna kun
nen de eerste eieren en larven worden verwacht.
In warme zomers hebben deze larven slechts
2 a 3 weken nodig om zich volledig te ontwikkelen,
waarna ze in de grond verpoppen en weer spoedig
als zomerkevers te voorschijn komen.
Gedurende het larvestadium, dat dus soms maar
kort kan duren, geeft een goed uitgevoerde bestrij
ding het meeste resultaat. Met de bestrijding moet
derhalve begonnen worden, zodra er jonge, nog
nauwelijks zichtbare larven aanwezig zijn. Oudere
larven zijn voor sommige middelen minder gevoe
lig; tevens 'bestaat bij een late bestrijding het ge
vaar, dat men te laat komt, n.l. als vele larven
reeds in de grond zijn gekropen en dus niet meer
zijn te bereiken.
De schade in het loof, waardoor de knolopbrengst
sterk kan dalen, is dan al aangericht en daarna zijn
er een massa zomerkevers te verwachten.
Wordt deze nalatigheid ontdekt, dan volgt tevens
nog een proces-verbaal en is er kans' op een grote
geldboete, daar. Art. 2 van de Coloradokeverwet
iedere landgebruiker de verplichting oplegt kevers
en larven zo goed mogelijk te verdelgen.
Dit alles kan men voorkomen, als men minstens
éénmaal per week nauwkeurig zijn percelen con
troleert op de aanwezigheid van kevers, eieren en
larven en onmiddellijk tot bestrijding overgaat als
dit nodig is. Voorts worden door Pers en. Radio
regelmatig aanwijzingen en waarschuwingen ver
strekt, zodat ieder met de ontwikkeling van de
kever op de hoogte kan Zijn»
Voorkom schade aan het gewas en een proces
verbaal door:
1. acht te geven op de waarschuwingen van Pers
en Radio en op de berichten, die door Land
bouworganisaties worden verspreid;
2. alle opslag van aardappelen te vernietigen, en
het gewas wekelijks te controleren;
3. met de bestrijding te beginnen als de larven
nog zeer klein zijn en de aangegeven middelen
in de juiste concentraties en hoeveelheden te
gebruiken.
De vraag of er al of niet een kanaal zal dienen
te komen ter verbetering van de scheepvaartweg
AntwerpenRijn staat in vele kringen weer in het
middelpunt van de belangstelling. Vrij regelmatig
verschijnen in de pers verslagen, weergevend het
pro of het contra van dit belangrijke vraagstuk,
terwijl diverse commissies zijn geformeerd om zich
in de details van de verschillende plannen te ver
diepen.
Het gehele vraagstuk, dat thans door België weer
opnieuw is opgeworpen, raakt voor de landbouw
in Westelijk Noord-Brabant dermate grote belan
gen, dat het ons gewenst voorkomt ook in ons blad
de lezers hiervan op de hoogte te houden.
Op 25 November 1950 werd door de Belgisch
Nederlandse bijzondere commissie voor de water
wegen en havenproblemen aan de beide regeringen
van België en Nederland een verslag aangeboden
over haar werkzaamheden, uit welk verslag wij
verschillende bijzonderheden overnemen.
Zoals bekend dateren de verlangens van België
t.a.v. een verbetering van de scheepvaartweg Ant
werpenRijn niet van de laatste jaren, doch werd
reeds tientallen jaren geleden deze wens te kennen
gegeven.
Door het afsluiten van het Kreekrak in 1867
moest alle scheepvaartverkeer van Antwerpen
naar de Rijn voortaan door het kanaal van Zuid-
Beveland. Dit betekende een omweg, die boven
dien verschillende andere bezwaren voor de scheep
vaart met zich meebracht.
De Belgische delegatie meent dan ook volgens
bovengenoemd, rapport, dat de huidige scheep
vaartweg niet aan de behoeften van de moderne
scheepvaart beantwoordt, waarom het in het ge
meenschappelijk belang van beide landen wenselijk
is, dat er een nieuwe weg wordt gegraven op vaste
grond.
Reeds kort na de eerste Wereldoorlog maakte
België deze verlangens op wel zeer duidelijke wijze
kenbaar. Naast de pogingen tot annexatie van
Zeeuws-Vlaanderen, werd toen vooral ook aange
drongen op een spoedige1 verwezenlijking van een
AntwerpenMoerdijkkanaal.
De betreffende voorstellen werden toen echter
na in de Tweede Kamer te zijn aangenomen, door
de Eerste Kamer verworpen, waarmee althans
voorlopig het plan van de baan was.
Uiteraard bleven hiermee echter de verlangens
en wensen van Belgische zijde bestaan en werden
deze na de tweede wereldoorlog opnieuw aan de
orde- gesteld.
Door de na-oorlogse ontwikkeling, vooral op
internationaal terrein, werden zij zelfs in een ge
heel nieuw licht gesteld en gekoppeld aan de ver
wezenlijking van de Benelux-Unie en de economi
sche eenwording van West-Europa.
De verwezenlijking van deze plannen voor de
West-Europese economische eenwording zal het
goederenverkeer tussen de landen in West-Europa
belangrijk doen toenemen, in welk verband het
nieuwe kanaal een balangrijke rol zou kunnen
spelen.
Vanzelfsprekend ziet België en met name Ant
werpen hierin belangrijke voordelen, waarom dan
ook op een spoedige beslissing wordt aangedron
gen. Men zou zelfs gaarne het kanaal in het jaar
1960 in dienst gesteld zien. Tevens moge hieruit
blijken, dat aan het gehele vraagstuk niet alleen
BelgischNederlandse, maar ook internationale
facetten zitten. Onze Regering, die uiteindelijk in
dezen een beslissing zal moeten nemen, zal daarbij
de voor- en nadelen, die aan de verschillende plan
nen zijn verbonden, tegen elkaar af moeten wegen.
Alleen ingewijden zijn in staat zich een oordeel
te vormen omtrent de vele nationale en interna
tionale belangen, die hiermee zijn gemoeid.
Wij willen daarom ons van hogere politiek ont
houden en deze plannen naar hun waarde en be
tekenis beoordelen, zoals wij deze menen te moeten
zien vanuit het belang van Westelijk Noord-Bra
bant in het algemeen en van de West-Brabantse
landbouw in het bijzonder.
Wij menen, dat het onze taak is, daarbij de agra
rische belangen van Westelijk Noord-Brabant dui
delijk te stellen, daar een kanaal Antwerpen
Hollands Diep, hoe het tracé daarvan ook wordt,
steeds een belangrijk landbouwgebied van ons land
zal doorsnijden, met alle voordelen, maar vooral
ook nadelen, die dit 'landbouwkundig gezien voor
dit gebied zal opleveren.
Voor- en nadelen.
Wij kunnen beginnen met vast te stellen, dat
West-Brabant thans reeds jarenlang, Zonder dat
het kanaal er is, belangrijke nadelen van het ka
naalplan ondervindt. Vele dringend nodige ver
beteringen op waterstaatkundig gebied blijven
onuitgevoerd en worden ieder jaar opnieuw opge
hangen aan de kapstok van het AntwerpenMoer
dijkkanaal. Verschillende polders verkeren daar
door in grote moeilijkheden en kunnen geen ver
beteringen aanbrengen in zeer urgente ontwate
ringsproblemen. Men weet niet of het kanaal
AntwerpenMoerdijk komt en hoe het tracé zal
zijn en daarom moet dit alles maar blijven wach
ten. Het behoeft geen betoog, dat dit op den duur
in vele gevallen tot een onhoudbare toestand moet
leiden.
Men leide hieruit echter niet af, dat voor het
brengen van verbetering in deze toestand het gra
ven van een kanaal AntwerpenMoerdijk nood
zakelijk zou zijn. Dit is uiteraard geenszins het
geval.
Door het graven van een kanaal RovilleMoer
dijk en het graven van een verbinding tussen
Roosendaalse Vliet en Mark, zouden b.v. vele af-
waterings-problemen o.a. voor het gebied rondom
Breda kunnen worden opgelost. Zouden deze ver
beteringen op korte termijn worden aangebracht,
dan menen wij, dat de landbouw in West-Brabant
verder weinig gebaat zou kunnen zijn'met een
kanaal AntwerpenMoerdijk en zullen althans de
nadelen de voordelen in belangrijke mate over
treffen. Worden deze verbeteringen echter bin
nenkort niet of in het geheel niet uitgevoerd dan
zouden wij, wanneer er op hoger niveau is uitge
maakt, dat er een scheepvaartverbinding Schelde-
Rijn moet komen, daaraan de voorwaarde moeten
verbinden, dat de uitvoering van deze waterweg
dan mede dienstbaar wordt gemaakt aan het op
heffen van verschillende waterstaatkundige be
zwaren, welke tot nu toe in Westelijk Noord-
Brabant bestaan en om een oplossing vragen.
Als e.t. voordelen van een kanaal Antwerpen
Moerdijk zouden dan kunnen worden genoemd:
a. de oplossing van verschillende ontwaterings
problemen.
b. de vestiging van nieuwe e.t. uitbreiding van
bestaande industriëen. De verruiming van
werkgelegenheid hierdoor moet als een alge
meen belang worden gezien.
c. verbetering van de scheepvaartverbindingen,
ook voor Westelijk Noord-Brabant, waardoor
aan- en afvoer van producten kan worden
bevorderd.
d. bevordering van de voorziening van West-
Brabant met zoet water.
Hiertegen moeten verschillende nadelen worden
gesteld, die aan de uitvoering van deze plannen
zouden zijn verbonden en wel:
a. het verlies aan cultuurgrond, wat bij een lang
tracé geraamd wordt op 1200 ha.
b. versnippering van percelen en bedrijven. Hier
aan zou alleen kunnen worden tegemoet ge
komen door een grootscheepse ruilverkaveling.
c. snijding van bestaande wegen, waardoor grote
bruggen voor de hoofdwegen nodig zullen zijn,
met daarop aansluitende parallelwegen. Door
het beperkt aantal bruggen zullen de af te
leggen afstanden voor velen langer worden.
d. kansen op verzilting, met alle daaraan verbon
den nadelige gevolgen.
e. kans op uitdroging vnl. van de hoge gronden.
Zowel met het trekken van het tracé als met
het vaststellen van het peil van het kanaal zal
hiermee rekening dienen te worden gehouden.
Wij willen ons tot deze opsomming beperken,
hoewel ook uit anderen hoofde verschillende be
zwaren worden aangevoerd o.a. door Rotterdam,
die in deze plannen een bedreiging ziet van haar
havenbelangen.
België verlangt dus een Schelde-Rijnverbinding
in dezelfde zin als Amsterdam deze heeft verkre
gen door het op 21 Mei j.l. geopende kanaal Am
sterdamTiel.
Welke plannen zijn hiertoe ontworpen?
In het verloop van de jaren zijn verschillende
plannen hiervoor opgesteld. De voornaamste hier
van zullen wij in het kort noemen:
I. tracé AntwerpenMoerdijk via Roosendaal.
II. tracé AntwerpenMoerdijk via Woensdrecht,
Wouw, Oud-Gastel. Beide tracé's hebben als
nadeel, dat zij veel cultuurgrond kosten, geen
waterschapsproblemen oplossen en een te hoog
kanaalpeil hebben.
III. tracé BathKrammer (plan Konijnenburg).
Hierdoor wordt de Kreekrakdam doorgraven
en verder gebruik gemaakt van de Eendracht
met een doorgraven van de dam naar
St. Philipsland.
Dit plan kost weinig cultuurgrond, doch lost
evenmin waterschapsproblemen in W.-Brabant
op. Bovendien heeft België reeds te kennen
gegeven, weinig voor dit plan te gevoelen.
IV. tracé BathDintelsas, via Halsteren, Steen
bergen. Vraagt vrij veel goede cultuurgrond
en biedt geen voordelen.
V. tracé AntwerpenBergen op ZoomMoerdijk
via Halsteren, Kruisland, Oüd-Gastél, Stand-
daprbuiten. Moerdijk.
Dit tracé biedt geen voordelen.