WAT SAMENWERKING VERMAG
25 jaar Coöperatieve
zuivelproductie in Oost Zeen ivs- Vlaanderen
Toen aan het einde van de
vorige eeuw de fabriekmatige
verwerking van melk in zwang
begon te komen, werden er in
Zeeuws-Vlaanderen een achttal
melkfabriekjes gesticht. Ook
Kloosterzande kreeg in 1902
reeds een coöperatieve stoom-
zuivelfabriek, welke de grootste
was in het gebied beneden de
Wester-Schelde. Aan al deze be
drijfjes zou echter geen lang
leven beschoren zijn. Gebrek aan
deskundige leiding enerzijds en
een te dunne melkveebezetting,
gepaard gaande met te hoge
transportkosten anderzijds maak
ten, dat de fabriekjes niet ren
dabel konden werken, zodat de
een na de ander weer ver
dween.
'De melk ging daarna weer
direct vanaf het bedrijf of via een
vakslijter in consumptie, zoals
het voorheen ook was gebeurd.
Bleef er wat over, dan werd
deze hoeveelheid door de boerin
tot boter gekarnd en als zodanig
verkocht.
Deze situatie bleek echter op de
duur niet houdbaar. De boerin
nen konden al het extra werk er
moeilijk bijdoen en ook met de
afzet van de boerenboter ging
het niet te best. Men was te veel
afhankelijk van opkopers en win
keliers, die van de afzetmoeilijk-
heden trachtten te profiteren.
Het was duidelijk, dat er iets
moest worden gedaan om te
voorkomen, dat de melkveestapel
sterk zou worden ingekrompen.
Evenals dat reeds in zovele ge
vallen met succes was gebeurd,
zocht men het ook nu weer in de
richting van samenwerking tus- fc
sen de in het nauw gekomen -
producenten.
Verwerking van de room.
Reeds in 1923 stelden de heren Baron Collot
d'Escury en Zwagerman pbgingen in het werk om
de bestaande moeilijkheden uit de weg te ruimen
door het opnieuw stichten van een coöperatieve
zuivelfabriek. Aanvankelijk hadden deze pogingen
echter geen succes, maar in 1926 gelukte het de
heer Zwagerman om de veehouders in een verga
dering van de stieren- en contrölevereniging te
overtuigen van de noodzaak ener betere verwer
king en afzet van de overtollige melk. Na afloop
van deze vergadering verklaarden 42 veehouders
zich namelijk direct bereid om aan het stichten
van een fabriek mede te werken. Gelet op de
ervaringen, die opgedaan waren met de acht ge
liquideerde bedrijven, besloot men in de nieuwe
fabriek alleen de room te verwerken, hetgeen een
aanmerkelijke besparing op de aanvoerkosten zou
betekenen. Het ontromen zou gemakkelijk op de
boerderijen kunnen geschieden, omdat daar toch
reeds centrifuges aanwezig waren. Deze methode
bracht bovendien nog mee, dat geen ondermelk
naar de bedrijven teruggebracht behoefde te wor
den. Ze kon direct op de boerderij blijven om daar
als veevoeder voor de kalveren te dienen. Ten
slotte kon de consumptiemelkvoorziening in han
den blijven van de boer- en vakslijters, hetgeen
met het oog op de vervoerskosten ook weer een
voordeel was. Natuurlijk heeft een rechtstreekse
bestemming van de melk af boerderij voor men
selijke consumptie of veevoederdoeleinden ook
bezwaren, vooral wat betreft de hygiëne, want de
kans op verspreiding van ziektekiemen is in dit
geval groot. Het bestuur van Kloosterzande beseft
dit goed en het neemt daarom reeds vanaf 1936
deel aan de t.b.c.-bestrijding. Op 2 November van
dit jaar zal het bedrijf geheel vrij moeten zijn van
rundertuberculose.
Specifieke moeilijkheden.
Hoewel door de verwerking van room de aan
voerkosten wel konden worden gedrukt, blijft er
toch, vergeleken bij andere delen van het land,
altijd een vervoersprobleem bestaan.
Dit wordt direct duidelijk, wanneer we enkele
cijfers weten over de zogenaamde „fabrieksmelk-
dichtheidt" dat is de hoeveelheid melk die per jaar
en per ha cultuurgrond aan de fabriek geleverd
kan worden, na aftrek van datgene dat op de boer-
derij moet blijven. In Zeeuws-Vlaanderen nu is
deze „melkdichtheid" slechts 250 kg, terwijl ze in
Friesland b.v. 3298 kg bedraagt. Deze ongunstige
toestand brengt mee, dat voor het aanvoeren van
de grondstof drie auto's in bedrijf moeten zijn, die
dagelijks met elkaar ongeveer 'een afstand van 300
km rijden.
Jaarlijks ontvangt de fabriek een hoeveelheid
product, die gelijk is te stellen met ongeveer 1,5
■millioen liter melk. In de echte veehouderijstre.
ken en in de gebieden met gemengde, bedrijven
zou deze hoeveelheid wellicht gemakkelijk door
enkele melkrijders met paard en wagen kunnen
worden aangevoerd. Een andere moeilijkheid voor
de fabriek in Kloosterzande is, dat de aanvoer zo
ongeregeld geschiedt. Dit hangt weer nauw samen
met de structuur van de landbouwbedrijven, waar
veel kalveren worden ppgefokt. Deze krijgen dan
een tijdlang volle melk, waarbij er weinig voor de
fabriek overblijft, daarna ondermelk en dan wordt
de room geleverd, terwijl de veehouders naderhand
als de kalveren groter zijn ook dikwijls de volle
melk naar de fabriek zenden, want die weet daar
nu evengoed een weg voor te vinden.
Met de tijd mee.
Hoewel de fabriek er vooral op gericht is om de
room tot boter te verwerken en zodoende het kar
nen van de boeren over te nemen, heeft het bedrijf
de laatste jaren ook steeds meer betekenis gekre
gen als producent en leverancier van andere melk
producten. Zo werd er het vorig jaar 15.600 liter
in eigen bedrijf gemaakte yoghurt verkocht, 1730 1
slagroom, 223.466 liter karnemelksepap en 231.317
liter gesteriliseerde melk. Daarnaast ging er een
grote hoeveelheid losse melk naar slijters toe, die
voor de verdere distributie zorgden. De vraag
naar melk overtreft in de wintermaanden vaak het
aanbod, zodat de fabriek dan gedwongen is om bij
te kopen. Hiervoor wendt zij zich dan tot de grote
coöperatieve broer de C. M. C., die meestal wel
kan helpen. Ook de boterproductie is niet steeds
groot genoeg en in 1951 moest daarom circa 82.000
kg worden bijgekocht. Zo blijkt dus wel, dat er bij
de kleine fabriek heel wat om gaat en da't het Be
stuur en de Directeur alles doen om met de eisen
des tijds mee te gaan. Dit wordt ook duidelijk
gedemonstreerd door het feit dat er in de jaren
1950 en 1951 voor 43.000 nieuwe machines werden
aangekocht.
De organisatorische opbouw.
Nadat de eerste 42 veehouders zich in 1926 bij de
coöperatie hadden aangesloten, groeide het leden
tal gestaag. Momenteel heeft de fabriek 234 leden
leveranciers, die met elkaar 539 aandelen bezitten.
Daarnaast zijn er meestal ook ongeveer 250 losse-
leveranciers, welke tot op heden nog geen lid wer
den. Zij ontvangen voor hun melk een halve cent
per kg minder dan hun collega's die zich wel aan
sloten en dat is onzes inziens een goede regeling.
Deze losse-leveranciers dragen immers geen risico
en het is billijk, dat dit op de een of andere wijze
tot uiting komt. Overigens is het risico van de
leden gering, want bij de fabriek in Kloosterzande
kent men een gewijzigde aansprakelijkheid welke
zeer beperkt is. Elke veehouder, die lid wenst te
worden, is n.l. verplicht zoveel aandelen te nemen
als hij koeien heeft, waarvan hij room wil leveren.
Deze aandelen hebben een nominale waarde van
ƒ30 en de aansprakelijkheid per aandeel overtreft
Dat moet gevierd worden.
Wie enigszins op de hoogte is van de Zeeuws-
Vlaamse mentaliteit zal begrijpen dat dit jubileum
niet onopgemerkt voorbij is gegaan, 's Morgens
had een goed bezochte receptie plaats, terwijl later
op de morgen het bestuur en genodigden werden
ontvangen op het gemeentehuis te Kloosterzande
waar de burgemeester der gemeente Hontenisse
namens het gemeentebestuur zijn gelukwensen
aanbood.
's Middags om 1 uur werd een uitgebreide lunch
aangeboden. In de fleurige uitgedoste zaal waren
de bijna 500 plaatsen ingenomen door vele gasten,
gekomen uit de provincie en daarbuiten en de leden
der fabriek, al dan niet vergezeld van hun vrouwen.
Nadat de voorzitter der fabriek, Baron H. A. A.
Collot d'Escury een herdenkingsrede had gehou
den, werd door een rij van sprekers het woord ge
voerd, die aan hun gelukwensen veelal herinnerin
gen aan het verlederi verbonden.
Algemeen was de waardering voor het doorzet
tingsvermogen van de initiatiefnemers en de goede
leiding van de directeur.
Mogen wij tenslotte als redactie onze goede wen
sen hieraan toevoegen en de hoop uitspreken, dat
deze fabriek die in de afgelopen 25 jaar haar be
staansrecht heeft bewezen, ook in de toekomst een
economische pijler zal blijken te zijn van de rund-
veeteelt in dit gewest.
deze waarde niet. Tegen een dergelijk risico kan
niemand in deze tijd bezwaren hebben. Wij vinden
deze vorm van aansprakelijkheid voor het bedrijf
eigenlijk te zwak.
Met het oog op bedrijfscredieten is zij ook onvol
doende. Hierin wordt thans voorzien doordat de
Bestuursleden zich persoonlijk borg hebben gesteld
voor een aanzienlijk bedrag. We kunnen niet an
ders dan groot respect hebben voor mensen, die
in het belang van het algemeen een dergelijk
risico op zich nemen. Toch menen wij dat het beter
is wanneer alle leden met elkaar hun schouders
hier onder zetten. Het zou een mooi gebaar zijn
tegenover hen die hebben gezorgd, dat de fabriek
met trots haar zilveren jubileum kon herdenken.
Dat dit mogelijk werd is voor een groot deel te
danken aan de goede leiding van 't Bestuur, waar
van Baron H. A. A. Collot d'Escury, alsmede de
heren P. W. de Koek en A. J. de Nijs vanaf de op
richting deel hebben uitgemaakt, respectievelijk als
Voorzitter, Secretaris en Vice-Voorzitter.
Van de personeelsleden is er slechts één die vanaf
de oprichting in dienst is geweest, n.l. de heer A.
Pauwels. Wij wensen alle jubilarissen toe, dat ze
nog vele jaren mogen werkzaam zijn in het belang
van de melkveehouders in O. Zeeuws-Vlaanderen.