De aanspanning van eggen i.v.m. het
achteroverslaan van de trekker
r
Een felicitatie
waard
Bericht voor de
Afdelingspenningmeesters
PREMIEREGELING
INK UI LM A CHINES
Ieder voorjaar weer opnieuw gebeuren er onge
lukken met de tractoren bij het eggen van het
land. Een enkele maal verloopt zo'n ongeval zeer
droevig, terwijl in andere gevallen de bestuurder
er zonder letsel afkomt. In deze laatste gevallen
hoort het grote publiek meestal niets, doch de be
treffende chauffeurs dienen wel te bedenken, dat
zij ternauwernood aan de dood zijn ontsnapt.
Meestal hebben zij dan ook wel zodanig de schrik
te pakken dat zij de nodige voorzorgsmaatregelen
nemen om herhaling te voorkomen. Om echter ook
alle andere trekkerchauffeurs van de noodzakelijk
heid van het nemen van die voorzorgsmaatregelen
te doordringen, lijkt het ons nuttig hier nog eens
extra te wijzen op het grote gevaar van het achter-
overkomen van de trekker.
Hoewie dit bij zeer veel werktuigen onder be
paalde omstandigheden kan voorkomen is dit bij
achter de trekker aangespannen eggen toch wel
speciaal het geval. Immers, al naar gelang van
het werk dat we van zo'n egge gedaan willen heb
ben, maakt men dikwijls gebruik van een verstel
baar aanspanningspunt.
Ie. De radicaalste oplossing is wel het gebruik
maken van 'n trekker of kitche. Dit is 'n een
voudig raamwerk tussen twee wielen, al of
niet op-luchtbandenDit raamwerk is in de
hoogte verstelbaar waardoor de aanspanning
naar verkiezing kan worden geregeld. Daar
de trekker aan een laag trekpunt aan de trek
ker kan worden aangespannen, is het gevaar
van achterover komen, behoudens buiten
gewone omstandigheden, uitgesloten.
2e. Bij trekkers die uitgerust zijn met een hefin-
richting met driepuntsophanging, kan van de
onderste twee armen gebruik gemaakt worden.
Deze armen worden door een stang of strak
staande ketting vast aan elkaar verbonden. De
trekketting wordt aangespannen aan de trek
haak van de trekker en onder de verbinding
tussen de armen door naar de egge geleid. De
hoogte van aanspanning kan nu de.els met de
hefinrichting worden geregeld. Komt nu de
trekker achterover dan zal de verbindings-
stang steeds strakker op de trekketting komen
achtera*
koog irekpuvi
Hoog en kort aangespannen geeft een ondiepe
bewerking en een goede schommelende gang. Bij
laag aanspannen wordt de bewerking dieper en
de schommelende beweging minder goed. Naar
mate men langer aanspant wordt de bewerking
dieper en het schommelen naar verhouding beter
enz. De neiging zal dus dikwijls aanwezig zijn om
hoog en lang aan te spannen. De trekkracht die
daarbij van de trekker wordt gevraagd, wordt ech
ter ook groter. Is nu de aanspanning hoog, d.w.z.
dus boven de achterbrug, dan is op dat punt aan
die trekker automatisch een hefboom aangebracht
die het eenvoudigste met een breekijzer of koevoet
is te vergelijken.
De te leveren prestatie gaat nu niet meer om de
verhouding tussen de trekkracht van de trekker
en de weerstand van de eggen, maar meer om de
verhouding tussen de gevraagde kracht tegenover
het gewicht van het motorblok en het voorstel van
de trekker. Zolang de eerste de laatste niet over
treft, gebeurt er niets en blijft de trekker zijn
vooruigaande beweging behouden. Dikwijls ziet
men in de practijk dat het voorstel van de trekker
nu en dan iets van de grond licht. Het moet toch
wel voor ieder duidelijk zijn dat daarmee de grens
van het gevaarloos rijden is bereikt of al over
schreden.
Reeds een geringe extra weerstand die de egge
door natte taaie plekken, laagten, greppels of iets
van dien aard tegenkomt, kan de trekker achter
over doen komen. De kracht van de motor is meer
dan voldoende om die extra weerstand ook nog te
trekken, doch het gewicht van het voorste deel van
de trekker is te gering. De hefboom treedt nu in
werking en in steeds sterkere mate door de kracht
van de motor geholpen, slaat de gehele trekker
achterover. De wielen van de tractor staan daar
bij stil en door de kracht van de motor draait het
differentieel ten opzichte van de achterassen in
plaats van andersom.
De trekker loopt dus om zijn eigen tandwielen
achterover. Wordt de koppeling vlug genoeg in
getrapt, dus voordat de trekker over zijn hoogste
punt heen is, dan valt hij terug op de grond en is
het gevaar in de kiem gesmoord.
Een en ander gaat echter zo snel in zijn werk
dat de tijd daarvoor dikwijls ontbreekt. Ook glijdt
daarbij de voet soms van de koppelingspedaal af.
Dikwijls wordt beweerd dat bij een dergelijk onge
val de schuld bij de bestuurder ligt, hetzij door
onoplettendheid of door onvoorzichtigheid. In het
midden gelaten in hoeverre dit meer of minder
juist is, het gevaar blijft in ieder geval aanwezig,
terwijl het een ieder, zelfs de beste chauffeur, kan
overkomen.
Dat de ene trekker de neiging tot achterover
komen meer vertoont dan de ander, is in de practijk
algemeen bekend, ofschoon het bij iedere tractor
kan gebeuren. Laat men bij de laatsten dubbel
gewaarschuwd zijn en de hierna volgende maat
regelen zo mogelijk direct nemen en daarbij nog de
grootste voorzichtigheid betrachten.
te rusten en op deze manier een tegenkracht-
ontwikkelen. Op dit punt wordt dus de achter
over komende trekker a.h.w. weer terug ge
duwd. Het gevaar is hierdoor niet direct voor
100 geweken, maar toch in veel minder
sterke mate aanwezig.
De Plantenziektenkundige Dienst te
Wageningen heeft sinds Augustus 1919
duizend maal door middel van berichten
in de pers algemene bekendheid gegeven
aan belangrijke onderdelen van de plan-
tenziektenbestrijding. Deze berichten zijn
door vele dagbladen en periodieken ge
publiceerd en de reacties, die hierop van
de practijk zijn ontvangen, bewijzen, dat
zij in een behoefte voorzien en een grote
bijdrage hebben geleverd tot de bestrij
ding van ziekten in land-, tuin- en bos-
bouwgewassen.
De onderwerpen, die de aandacht had
den, waren zeer gevarieerd. Zo werden
voor de bestrijding van de Coloradokever
60 berichten verspreid, over het optreden
van de aardappelziekte 30, over het ont
smetten van zaaizaden en pootgoed circa
100, over maatregelen in de fruitteelt
ruim 140, over draaihartigheid in kool
ongeveer 65 en over de bescherming van
nuttige en de bestrijding van schadelijke
vogels circa 25. Bovendien werden voor
exporteurs van land- en tuinbouwproduc
ten nog talrijke berichten over export
maatregelen verspreid.
De Plantenziektenkundige Dienst tracht
hiermede zowel land- en tuinbouwers als
handelaren te helpen een gezond product
te produceren en te exporteren.
En al fronsen we als redactie onze wenk
brauwen wel eens bij het ontvangen van
al die berichten die terecht ruimte in ons
blad opeisen bij het verschijnen van het
1000ste bericht past een gelukwens aan
deze actieve dienst die in het verleden het
bedrijfsleven al veel geld bespaard heeft
door haar goede adviezen.
RED.
3e. Indien mogelijk moeten de verzwaringsgewich
ten aan de voorwielen gemonteerd worden. Bij
sommige merken trekkers is aan de voorzijde
een bak gemonteerd, waarin eveneens gewich
ten kunnen worden gelegd. Wanneer deze
mogelijkheden niet aanwezig zijn, kan onder
het oog gezien worden of zij kunnen worden
aangebracht. Het flink verzwaren van het
voorste deel van de trekker, vermindert na
tuurlijk de kans op achteroverkomen. Van
het definitief wegnemen van het gevaar is
echter absoluut geen sprake. Laat niemand
zich dan ook verleiden om nog zwaarder te
gaan eggen bij aanwezigheid van verzwaring,
daar het middel dan wel eens erger dan de
kwaal kan blijken te zijn.
4e. Er zouden aan de spatborden afneembare,
achterwaarts gerichte steunen aangebracht
kunnen worden. Komen deze steunen op de
grond, dan kunnen zij het verder achterover
vallen voorkomen. Een ijzeren staaf aan ieder
spatbord, met aan de einden een. verbreed ge
deelte, zou al veel kunnen doen. Deze oplossing
geeft misschien enige moeilijkheden en lijkt
op het eerste gezicht wel wat gek, doch een
mensenleven verliezen is nog gekker. Iedere
kans op gevaar moet zo mogelijk voorkomen
worden.
5e. Men moet, zodra er een neiging tot omhoog
komen van de trekker aanwezig is, de aanspan
ning zodanig veranderen, dat van lichten geen
sprake meer is, ook al gaat dat ten koste van
de kwaliteit van het werk. Zelfs dan nog is
het zaak steeds goed op te letten en de gedra
gingen van de trekker goed na te gaan. Een
ruw oppervlak van de koppelingspedaal is aan
te bevelen om afglijden van de voet te voor
komen. De voet steeds in de buurt van deze
pedaal houden; echter niet erop, opdat niet met
slippende koppeling wordt gereden. Klompen
zijn uiteraard gladder dan schoenen, zodat de
laatste te verkiezen zijn.
Zit niet lui op de trkker, maar rechtop met de
handen aan het stuur. Snel reageren kan dik
wijls erger voorkomen.
Misschien dat naar aanleiding van dit artikel
anderen ons betere maatregelen en oplossingen
aan de hand willen doen. Wij zullen daar zeer
dankbaar voor zijn. Aarzel daartoe dus niet en
deel ze mede tot bescherming van de trekker
chauffeurs.
De Hoofdassistent voor de Werktuigen,
J. G. VAN LIERE.
De tentoonstelling, welke in Juni door de Kring
Axel zal worden georganiseerd is voor de leden
der Z. L. M. gratis toegankelijk, mits zij in het be
zit zijn van de lidmaatschapskaart voor 1952.
Het is derhalve van belang, dat de penningmees
ters ervoor zorg dragen, dat de leden hunner af
delingen vóór de tentoonstelling de lidmaatschaps
kaart 1952 hebben ontvangen.
Indien 'n nieuwe inkuilmachine is of wordt aan
geschaft, kan hierop premie worden gegeven. Deze
premie bedraagt 20 van de aankoopkosten tot
een nader vast te stellen maximum'. Reeds eerder
verstrekte premies worden in mindering gebracht.
Ook voor machines, welke het volgend jaar wor
den aangeschaft en in 1953 nog werken, geldt de
premieregeling; later aangeschafte machines ko
men echter niet in aanmerking.
Zowel loonwerkers als coöperaties kunnen premie
aanvragen.
De machine moet aan bepaalde eisen voldoen.
Er moeten voldoende silo's en opzetstukken aan
wezig zijn om de machine volproductief te kunnen
laten werken.
Er zijn nog enkele andere voorwaarden, o.a.
geldt de verplichting tot het voeren van een goede
boekhouding; nadere inlichtingen verstrekt de
Rijkslandbouwconsulent, bij wie tevens de aan
vraag voor premieverlening moet worden inge
diend.
Kruiningen, 21 Mei 1952.
Dr. Ir. C. W. C. VAN BEEKOM.
Axel, 21 Mei 1952.
Ir. P. R, BOUMAN.