Het verspreiden van mestflatten
en molshopen in grasland
UÏT DE
PROVINCIE
v_
Van boerderij
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN.
Dat onze landbouw nog steeds verder gemecha
niseerd wordt, bleek vorige week weer eens, door
dat een vliegtuig verschillende percelen vlas kwam
bespuiten en wij moeten direct zeggen, dat dit zeer
goed uit te voeren is. De vloeistof kwam zeer goed
op het vlas terecht; een herhaling van deze hoge
bespuiting zal ook nog volgen voor de erwten.
Wat dus jaren geleden voor onmogelijk werd
gehouden is nu werkelijkheid geworden en met
goed succes. Wie weet wat hier nog op volgt, het
begin is er.
Vele producten verlangen naar regen; het is nog
te vroeg voor zo'n lange droge periode, daar vele
vruchten nog te jong zijn om dit te weerstaan.
Vooral voor de aardappelen hadden wij liever nog
vandaag dan morgen regen; een ongelijke stand
volgt nu uit dit alles.
Ook de kleine bietenplantjes verlangen naar
regen om beter tot ontwikkeling te komen en te
trachten de achterstand in te lopen.
De weersomstandigheden, waar zoveel over ge
sproken wordt en waar toch ook zo veel van af
hankelijk is voor het wel of niet slagen van een
goede oogst, zijn toch zo belangrijk.
Wij hebben deze week gelezen, dat ze het uur
loon van de landarbeiders willen verhogen van
84% tot 88% cent. Dat komt dus straks nog boven
op het meerdere, dat wij zullen moeten gaan be
talen voor de wachtgeld en werkloosheidsverzeke
ring. Er zal dus weer meer op het personeel wor
den bezuinigd. Steeds weer vloeit er uit dit alles
voort, minder vast personeel op het bedrijf en los
personeel alleen voor het hoog nodige. Terwijl die
producten het meest zullen worden verbouwd
waar men met zo weinig mogelijk arbeidskrachten
mee uit kan. Het bedrag uitbetaald voor sociale
lasten, toeslag, vacantie, snipperdagen enz. per
werknemer over het gehele jaar wordt een totaal
bedrag, dat geen peulschilletje meer is maar tot de
kern toe doordringt. Veel en steeds meer, zal er
nog moeten gemechaniseerd en wij zullen ons be
drijf meer op z'n Amerikaans moeten doen, met
hoogstens één of twee mensen. Of de economie
van ons land daarop vooruitgaat moeten wij be
twijfelen; maar bij ons zal het toch in deze rich
ting moeten worden gezocht.
Heeft U zich al allemaal opgegeven voor de
Z. L. M.-dagen te Axel, doe het, er is plaats en wij
keren. Er worden hier zeer grootse dagen voorbe-
rekenen op U allen. U zult niet teleurgesteld terug-
reid, met van alles wat men op landbouwgebied
maar wenst. Ook de industrie is hier niet achter
gebleven. Maakt U nu al op, om met Uw auto of
autobus naar Axel te gaan. Daar wordt het wat!
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN.
Hoe voorbarig alles dit jaar is, bewijzen wel de
vele ruiters welke we overal zien verrijzen. De
lucerne en het gras werden vorige week reeds ge
maaid, de rode klaver grotendeels deze week.
Door de grote hoeveelheid gras van dit voorjaar
is met een schrikdraad nogal eens een deel van de
wei afgescheiden voor hooiwinning of kuilvoer.
Moet het voor de hooioogst mooi zonnig weer
zijn, voor de andere gewassen zou het zeer gewenst
zijn, dat het eens een flinke bui regende. Vooral
voor de erwten en het vlas, terwijl ook de aard
appelen een ongelijke stand vertonen.
Sommige percelen erwten staan reeds in bloei,
maar hierbij zijn er ongetwijfeld, die dat niet van
weelde doen.
Dit jaar is er bijzonder veel zaadonkruid, met
name: duist en plakketjes. Op plaatsen waar deze
de laatste jaren sporadisch voorkwamen, verschij
nen ze nu in grote getale, zeer tot ongenoegen
van de betrokken bezitter.
In mijn vorig artikeltje schreef ik dat er plan
nen bestonden om het vliegtuig in te schakelen bij
de insectenbestrijding. Dit is intussen gebeurd en
zowel aardappelen als vlas en erwten hebben deze
week een kuur ondergaan. Het was een mooi ge
zicht om de „pluim" vanuit het laagvliegende toe
stel over het veld te zien strijken.
Mijn buurman was niet zo enthousiast dan de
meeste omstanders en gaf als enig commentaar:
„en dan meent men nog dat ons landje arm is,
maar zolang we ons nog de weelde kunnen per
mitteren om zo nodig nog het vliegtuig bij onze
bedrijfsvoering in te schakelen zal dat wel los
lopen". Wij zijn ondertussen benieuwd naar de
verdere ontwikkeling en vooral naar de resultaten.
Ongetwijfeld is het in de ontwikkeling van de land
bouwtechniek een unieke gebeurtenis voor onze
streek. De insecten zijn er, het gaat er nu om, hoe
ze zo doelmatig en efficiënt mogelijk te bestrijden.
Met dat al blijft het toch maar een noodzakelijk
kwaad.
WALCHEREN.
Er is in de laatste 10 jaren in Walcheren al heel
wat veranderd. Niet alleen de inundatie met al
zijn gevolgen, of de herverkaveling met zijn ingrij
pende veranderingen hebben dit veroorzaakt.
De ontwikkeling van de landbouwtechniek biedt
ons nu mogelijkheden waar we 10 jaren geleden
nog niet van droomden. Dit geldt niet alleen voor
de bestrijding van ziekten en plagen der landbouw
gewassen, maar vooral ook voor de chemische on-
kruidbestrijding.
De vele uren die men vroeger besteedde aan het
„stekels kappen" behoren nu tot het verleden. In
de groeistoffen hebben we een middel gevonden
om de distels veel goedkoper en meer afdoende te
bestrijden, en niet alleen de distels maar ook de
boterbloemen blijven na één of desnoods 2 bespui
tingen geheel weg.
Deze groeistoffen leveren in de granen over het
algemeen zeer behoorlijke resultaten op; mede af
hankelijk van de onkruidsoort, omdat niet alle on
kruiden even gevoelig blijken te zijn. Men kan wel
rustig aannemen, dat het gebruik van groeistoffen
bij hel in achtnemen van de nodige voorschriften,
vrijwel geen risico met zich brengt.
Naast deze groeistoffen hebben we ook de kleur
stoffen en de kalkstikstof die men in granen met
succes gebruikt.
In de practijk wil men deze middelen vaak pas
dan gebruiken wanneer men geen andere mogelijk
heid meer ziet, doch dan is het in de meeste geval
len reeds te laat.
In erwten en vlas wordt veel geprobeerd met
zeer verschillende resultaten. In een paar gevallen
werden erwten met Aatox bespoten met behoorlijk
goed resultaat, vooral indien het onkruid nog
maar klein is met 2 a 3 blaadjes.
In vlas wordt nog veel gezocht naar de juiste
middelen en concentratie met zeer verschillend ef
fect. In enkele gevallen werden groeistoffen op
vlas verspoten met goed resultaat, hoewel het vlas
eerst geheel tegen de grond ging. Welke gevolgen
zal dit echter hebben voor de vezelkwaliteit?
Het spreekt vanzelf, dat men bij een bespuiting
op erwten en vlas alsnog zeer voorzichtig moet
zijn, omdat vooral het weer voor, tijdens en na de
bespuiting van grote betekenis is. Gemakkelijk
kan men door ondeskundige toepassing hier grote
stukken maken en gevoelige verliezen lijden.
NOORD-BEVELAND.
De artikeltjes van de vorige keer stonden wel in
de belangstelling wat de inkuilwedstrijd betrof.
Onder Zuid-Beveland las ik b.v. dat 14 van
alle aanwezige silo's op de Zeeuwse Eilanden aan
de wedstrijd meegedaan.had. Verder liepen de per
centages voor de eilanden afzonderlijk nogal uit
een. Als we de cijfers voor N.-Beveland bekijken
dan blijkt wel dat deze met 30 van het aantal
silo's, nog niet zo gek uit de bus kwam. Zelfs
waren er drie deelnemers die in de rubriek onge-
hakselde bietenkoppen en -blad, bij de eerste vijf
tien eindigden. Dit is zeker een mooi resultaat te
noemen, want er waren ongeveer negentig deel
nemers in deze rubriek. Voor de niet-silo bezitters
ook zeker nog een aansporing om er alsnog één
te plaatsen.
Over de stand van de gewassen mag over het
algemeen niet geklaagd worden. Wel is het te
hopen, dat het ondertussen eens geregend heeft,
want dat is voor veel percelen dringend nodig. In
de bieten komt op verschillende plaatsen Mangaan-
gebrek voor. Bespuiten met een Mangaanoplos-
Nu het omweiden steeds meer wordt toegepast,
wordt het verspreiden van mestflatten en mols
hopen noodzakelijk. Dit is nodig om gelijkmatig
afgegraasde percelen te krijgen. Niet afgegeten
gras geeft ruige weiden, waardoor de grasproduc
tie wordt gedrukt en de onkruiden vermeerderen.
Wil men overtollig gras kunnen maaien voor hooi
winning of kuilvoer, dan dient men deze molshopen
en mestflatten regelmatig open te spreiden. Een
gelijk maaiveld is nodig om het gras kort te kun
nen maaien. Het is niet voldoende dit alleen in het
voorjaar te doen, maar telkens na het beweiden
of maaien. Men moet er voor zorgen, dat het gras
zo kort mogelijk afgegraasd wordt, daar anders de
mestflatten minder goed opengespreid kunnen
worden. Het gras komt er dan minder goed door
en wordt slecht afgegraasd.
Dit uitspreiden kan op de volgende manieren ge
daan worden:
1. Met een schop of riek. Deze methode vraagt
nogal wat arbeid en is alleen voor kleine bedrijven
met voldoende arbeidsbezetting mogelijk.
2. Met een kettingegge. Deze methode wordt
ook veel toegepast. Molshopen en kleine oneffen
heden worden echter te weinig weggewerkt, zodat
men nog geen vlakke weide krijgt.
3. Met zig-zag-egge. Deze wordt dan onderste
boven gebruikt. Het is aan te bevelen om ijzeren
ringen, b.v. ijzeren wielbanden, er achter aan te
brengen, welke de oneffenheden beter uitsmeren.
Op ongelijk grasland is het effect echter gering.
4. Met de Deense weidesleep. Dit is een vier
kant ijzeren raam, waar aan de voor- en achter-
sing geeft echter spoedig resultaat, omdat de vloei
stof door de bladeren opgenomen wordt. In een
droge periode verdient dit dan ook de voorkeur
boven strooien. Ook in erwten is het nogal eens
nodig Mangaansulfaat toe te dienen om kwade
harten te voorkomen. Hier geldt hetzelfde als voor
bieten dat bij droogte een bespuiting aan te be
velen is. Desnoods kan dit gecombineerd worden
met een bestrijding tegen de knopmade. Zo volgt
de ene bestrijding op de ander, en in enkele jaren
tijds is het gebruik van chemische middelen dan
ook dermate toegenomen, dat men zich wel eens
afvraagt waar of eigenlijk het einde is. Overdrijf
daarom in deze niet en bedenk dat bestrijden goed
is, maar dat het beter is als het zonder kan.
ZUID-BEVELAND.
Er is de laatste jaren reeds heel wat gesproken
en geschreven over de verstoring van het biolo
gisch evenwicht in de natuur. De noodzaak van
een zo hoog mogelijke productie doet de mens in
grijpen met radicale middelen tegen elke belager
van die productie. Niet zonder gegronde reden
vragen we ons af waar dit tenslotte op uit moet
lopen, want om in de landbouwsector te blijven,
met de kwaden worden tevens vele goeden vernie
tigd en daar het nog altijd zo gaweest is, dat de
slechte dingen langduriger zijn dan de goede, ligt
het voor de hand, dat we op den duur onder de
schadelijke parasieten dreigen' te geraken. Maar
we zitten nu eenmaal in het schuitje en we moeten
meevaren en een weg terug valt niet aan te geven.
Vooral ten aanzien van de bestrijding van hout
duiven met vergiftigde middelen is al heel wat te
doen geweest. Men heeft hier namelijk te doen
met voor- en tegenstanders en wel als voorstan
ders, wij de boeren die de schade er van ondervin
den en als tegenstanders de jagers die in het alge
meen het zo zeer begeerde wild in gevaar zien.
Hoe het ook zij, een onweerlegbaar feit is het, dat
de laatste jaren het aantal houtduiven enorm toe
genomen is. Of dit nu een gevolg is van het ver
stoorde evenwicht of dat de jagers alleen trachten
grover wild te verschalken dan duiven (een patroon
schijnt tegenwoordig meer te kosten dan een dode
duif oplevert), laten we hier in het midden. Maar
dat ze veel schade doen is ontegenzeggelijk waar.
Ook de grote groep postduivenhouders blijkt
anti te zijn en wel omdat het niet enkel wilde dui
ven zijn die sneuvelen zoals verscheidene hunner
reeds ondervonden hebben. Dit logenstraft dan ook
hun bewering dat postduiven niet op bouwland
komen, laat staan schade aanrichten. De man die
de bestrijding uit moet voeren verkeert, tussen die
pro en anti, in een weinig benijdenswaardige posi
tie. Want naast een groep die altijd ontevreden is
over zijn werk is het in sterke mate afhankelijk
van het behaalde succes of de andere groep wel te
vreden is. Nu zijn er verschillende tekenen die er
op wijzen, dat in de practijk de bestrijding zalf ter
hand genomen wordt en juist dan gaat het de ver
keerde kant op. Degene die dat doet is niet alleen
strafbaar, maar het kan ook fatale gevolgen heb
ben, getuige de ernstige sterfte dit voorjaar onder
de wilde ganzen in de Noordoostpolder ten gevolge
van het breedwerpig uitstrooien van muizentarwe.
Er is m.i. meer resultaat te verwachten als a.s.
winter de bestrijding actief ter hand genomen
wordt door deskundige mensen, waarbij vooral de
jagers, met uitschakeling van het financiële rende
ment, de grootste rol dienen te spelen. Het ge
bruik van giftige middelen dient ten allen tijde
als een paardemiddel beschouwd te worden. Voor
komen is beter dan genezen geldt ook hier.
kant een gedraaide ijzeren staaf bevestigd is,
welke de molshopen en mestflatten moet uitsme
ren. Daar deze gedraaide ijzeren staven aan het
raam vastzitten, is voor een goede werking gelijk
land noodzakelijk, daar anders molshopen en mest
flatten ongedeerd blijven liggen. Deze weidesleep
moet niet te breed zijn, b.v. niet breder dan 1.50 m.
Tussen het ijzeren raam is een kettingegge beves
tigd om het weiland wat op te eggen. Op een enkel
bedrijf in West Zeeuws-Vlaanderen is deze weide
sleep aanwezig. Degenen in West Zeeuws-Vlaande-
ren, die dit werktuig als proef eens willen gebrui
ken, kunnen dit opgeven en bespreken met de
rayonassistenten van de R. L. V. D.
5. De gecombineerde weidesleep (systeem
Krooimans). Deze is niet zo afhankelijk van de
grondslag, omdat in plaats van de ijzeren staven
bij de Deense weidesleep, schrapers ter breedte
van plm. 20 cm scharnierend bevestigd zijn. Deze
worden met een veer op de grond gedrukt en zor
gen voor het goed uitsmeren van de molshopen en
mestflatten, ook wanneer deze in een put liggen.
Ook aan dit werktuig is een kettingegge bevestigd
om het weiland wat op te eggen. De werkbreedte
kan 2 m zijn. Dit werktuig is in Oost Zeeuws-
Vlaanderen aanwezig en zij, die het als proef wil
len gebruiken, kunnen dit opgeven bij de rayon
assistenten van de R. L. V. D.
Weidesiepen zijn welhaast onmisbaar voor een
doelmatige graslandexploitatie en wij hopen, dat
vele veehouders van de gelegenheid gebruik zullen
maken om de werking hiervan te bekijken.
Axel, 19-5-'52. J. SCHEFLE.