Zitdagen
jOonen en Sociale voorzieningen
snel bij aan kan passen, omdat de tarwe 6 maan
den na de uitzaai aan de markt komt.
Naar aanleiding van de
oogstramingen van het Amerikaanse
Departement van Landbouw
komt de heer Klompe tot de conclusie dat wel de
oogstverwachtingen grote schommelingen onder
gaan, doch dat het uiteindelijk dorsresultaat in de
vorm van de totale wereldproductie een grote
standvastigheid vertoont.
Geïllustreerd wordt dit door de volgende cijfers
van de tarwe productie in millioenen tonnen:
1935—1939 6024
1940—1944 5740
1949 6185
1950 6320
1951 6500
Ook de andere producten als rijst en rogge
geven een dergelijk beeld te zien.
Het reslutaat van deze aanpassing is dat de voor
raden aan granen in de exportlanden ondanks de
slechte resultaten van de Australische oogst, ten
gevolge van de dure wol op peil zijn, getuige de
cijfers van de totale voorraad aan granen:
1947 134.395
1948 122.245
1949 159.307
1950 160.378
1951 163.845
Gemiddeld 1947—1951 148.034
Voorlopige raming 1952 154.681
Onverkort gsven we het oordeel van de secreta
ris van de Gelderse Mij. van Landbouw als hij ten
slotte
de voorlichting op dit terrein
aan de orde stelt.
Wij kunnen dan ook aan de hand van het boven
staande de pessimistische kijk op een dreigend,
blijvend tekort aan granen dat ons boven het hoofd
hangt, niet tot de onze maken.
Men moge dan al aanvoeren, dat b.v. in Amerika
aan de vervanging van paarden door tractoren
eens een eind komt, daar staat tegenover dat voor
intensivering nog onbeperkte mogelijkheden aan
wezig zijn. Dit is alleen een kwestie van prijs.
Koopkrachtige vraag zal dan ook voorlopig nog
wel bevredigd kunnen worden, mits wij de juiste
betaalmiddelen er voor hebben. Dit laatste ont
trekt zich aan onze beoordeling.
Nochtans menen wij, dat de voorlichting van
Overheidszijde over de werkelijke wereldvoedsel
situatie niet steeds overeenkomstig de feiten ge
schiedt.
Wij menen dat de Overheid tot taak heeft onver
kort de feiten te laten spreken; de conclusies zul
len belanghebbenden dan wel trekken. Wellicht
ondergaat het standpunt t.a.v. de noodzaak van
veevoederdistributie dan ook nog wijzigingen.
Wij zouden het bovenstaande gaarne zonder com
mentaar plaatsen doch de toevoeging over de be
schikbaarheid van de juiste betaalmiddelen vraagt
hier wel om enig commentaar.
Het denkbeeld van de heer Klompe past uitste
kend in een wereld waarin de wet van vraag en
aanbod ten volle zonder beperkingen zijn invloed
kan doen gelden.
In hoeverre is hier echter sprake van waar ver
schillende landen de wereldmarktprijs niet doen
doorwerken in het binnenland. Alhoewel ons land
geen tarwe-exporteur is, kan het toch als voorbeeld
dienen voor het verschijnsel, dat door een vaste en
te lage tarweprijs de wet van vraag en aanbod
voor de grenzen moet blijven staan.
Ook de zinsnede over de beschikbaarheid van de
juiste betaalmiddelen schept vele beperkingen in
de praktijk. Helaas moet de landbouw verklaren,
dat de beoordeling hiervan zich aan haar gezichts
kring onttrekt en het ware dan ook te wensen,
dat de georganiseerde landbouw als belangrijk
exporteur van veredelingsproducten een grotere
mate van medezeggenschap werd gegeven in de
besteding van schaarse betaalmiddelen.
Een sprekend voorbeeld van de beknotting van
de bewegingsvrijheid van de wet van vraag en
aanbod vinden we in
de Internationale tarwe-overeenkomst
die vanaf 1949 bestaan heeft en op 1 Augustus
1953 af zal lopen.
Wel bestaat algemeen het verlangen om deze
overeenkomst te vernieuwen, doch de onderhande
lingen over de maximum- en minimumprijzen van
dit nieuwe accoord verlopen niet zo vlot.
De exporterende deelnemers aan de overeen
komst, de V. S. van Amerika, Canada, Australië
en Frankrijk, stellen zich op het standpunt, dat
zowel de maximum- als de minimumprijzen ver
hoogd zullen moeten worden. De meer dan 40 im
porterende landen, waaronder ook Nederland, dat
voor 675.000 ton deelneemt, stellen zich daartegen
over op het standpunt, dat de huidige prijsgrenzen
moeten worden gehandhaafd. Daar er geen over
eenstemming bereikt kon worden zijn de bespre
kingen enige maanden opgeschort. Het schijnt wel
te verwachten te zijn, dat de prijzen op een hoger
niveau vastgesteld zullen worden, wat niet ver
wonderlijk is indien we de prijsontwikkeling van
de laatste jaren bezien, waarbij de tarwe volgens
deze overeenkomst gekocht, steeds lager in prijs
was dan de buiten deze overeenkomst vallende
tarwe.
De prijzen van de volgens de overeenkomst ge
leverde tarwe lagen de laatste tijd lager dan de
normale wereldmarktprijs.
Hoewel de laatste oorlog reeds weer 7 jaren tot
het verleden behoort, kan men dit van de gevolgen
helaas nog niet zeggen. Toch kan zo nu en dan
een meer optimistische toon aangeslagen worden,
wanneer verdere maatregelen worden genomen
om deze gevolgen zo goed mogelijk uit te wissen.
Dit zo goed mogelijk betekent voor hen die getrof
fen zijn in vele gevallen nog maar de hoogstnood
zakelijke steun bij de vernieuwing van hun bedrijf,
doch naast de mate waarin de schade wordt ge
regeld speelt ook de snelheid waarmee deze ver
leend wordt een grote rol. Konden we de vorige
week de regeling van de aanvullende bedrijfsschade
publiceren, deze week vragen wij uw aandacht voor
de finaneierings- en premieregeling
oorlogsschade boerderijen
zoals deze gepubliceerd is in de Staatscourant van
21 Mei j.l.
In deze regeling wordt een nadere uitwerking
gegeven van de financiële tegemoetkomingen, die
krachtens de Wet op de Materiële Oorlogsschaden
kunnen worden verstrekt boven de reeds verleende
bijdrage naar de waarde per 9 Mei 1940 voor de
herbouw of het herstel van boerderijen, die tijdens
de oorlog beschadigd of geheel verloren zijn ge
gaan.
Voor de onder deze regeling vallende boerderijen
zal de financiering van de herbouw of het herstel
nu als»volgt plaats hebben:
Naast de reeds verleende bijdrage naar de waar
de per 9 Mei 1940 zal de belanghebbende, in ver
band met de verbetering, die de herbouw of het
herstel van de boerderij met zich brengt, zelf een
bedrag moeten verschaffen, gelijk aan een bepaald
percentage van de goedgekeurde bouwsom of de
goedgekeurde herstelkosten. Dit percentage is af
hankelijk van de bedrijfsgroep, waartoe het be
drijf behoort, de oppervlakte van de bijbehorende
landerijen en de toestand van de oude boerderij.
Voor zover de werkelijke kosten de goedgekeurde
kosten te boven gaan, komen zij eveneens ten laste
van de belanghebbende.
Voor het dan nog te dekken deel van de kosten
zal zo nodig door de Staat op verzoek van de be
langhebbende een renteloos crediet worden ver
leend, met de mogelijkheid van omzetting in een
uitgestelde bijdrage, waarvan de grootte t.z.t. zal
worden bepaald.
Voor zover de belanghebbende zelf de nog ont
brekende gelden kan verschaffen, zal hem door het
Rijk over het desbetreffende bedrag in plaats van
het renteloos crediet een rente van 4 's jaars
worden vergoed.
Voorts kan op verzoek van de belanghebbende
in de plaats van een renteloos crediet een premie
worden toegekend ter grootte van 90 van dit
crediet. Dit betekent weliswaar, dat de belangheb
bende in dit geval nog voor een bepaald zij het
betrekkelijk klein gedeelte zelf middelen zal moe
ten vinden. Hier staat echter het belangrijke voor
deel tegenover, dat hij ïii plaats van een crediet nu
een bijdrage krijgt. Hierbij ontstaat dus geen
schuldverplichting tegenover de Staat, hetgeen wel
het geval zou zijn bij een crediet.
Voor de toepassing van de regeling moet de be
langhebbende uiterlijk een half jaar nadat de bouw
of het herstel is voltooid een aanvraag indienen
bij de instantie, die door de Directeur-Generaal van
de Wederopbouw en de Volkshuisvesting nader zal
worden aangewezen.
Deze regeling geldt alleen voor de nog te her
bouwen boerderijen. Voor de reeds herbouwde zul
len nog regelingen worden getroffen. Zij die mo
menteel voorbereidingen voor herbouw treffen
kunnen zich voor nadere inlichtingen wenden tot
het Adviesbureau voor Oorlogsschade, dat ook in
Zeeland regelmatig zitdagen houdt.
B.
ADRESWIJZIGING
ALGEMEEN SECRETARIS DER Z. L. M.
Met ingang van heden is het adres van de Alge
meen Secretaris der Z. L. M., de heer Mr. J. F. G.
Schlingemann niet meer B. Ballostraat 49, Kloe-
tinge, doch:
WILHELMINASTRAAT 11 TE GOES.
Het telefoonnummer blijft ongewijzigd 2271.
De heer Schlingemann is echter tot eind Augus
tus 1952 niet op bovengenoemd adres te bereiken.
PROV. COMMISSIE TER BEVORDERING VAN
RIJKSWEGE VAN DE RUNDVEEFOKKERIJ
IN ZEELAND.
Op Dinsdag 10 Juni a.s. zal te Veere en
Vrouwenpolder alsnog een premiekeuring
van stieren en vrouwelijk fokvee plaats
vinden en wel te
Veere te 9 uur.
Vrouwenpolder te 14 uur.
PREMIEKEURINGEN VOOR STIEREN EN
VROUWELIJK FOKVEE IN ZEELAND.
N oord-Beveland.
Woensdag 4 Juni:
Grijpskerke 9.30 u.
Meliskerke 14.u.
Z.-BevelendWalcheren
Donderdag 5 Juni:
Kruiningen 8.30 u.
Ierseke 10.30 u.
Heinkenszand 14.u.
Vrijdag 6 Juni:
Zaamslag 8.u.
Ossenisse 10.30 u.
Kloosterzande 14.u.
Tholen.
Maandag 9 Juni:
St. Annaland 8.u.
Stavenisse 10.30 u.
St. Maartensd. 13.30 u.
Tholen 15.u.
Zeeuws Voorlichtingsinstituut
op Verzekeringsgebied (Z. V. V.).
OOSTBURG: Woensdag 4 Juni, in Café „De Vuijst"
van 24 uur (de heer Cevaal).
MIDDELBURG: Donderdag 5 Juni, in Café „De
Eendracht" vanaf 13 uur (de heer Cevaal).
ST. ANNALAND: Vrijdag 6 Juni, op de beurs van
10,30 tot 12,30 uur (de heer Cevaal).
GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhuis.
Adviesbureau voor Oorlogsschade.
De eerstvolgende zittingen van het Adviesbureau
voor Oorlogsschade van de Stichting voor de Land
bouw zijn als volgt vastgesteld:
OOSTBURG: Woensdag 4 Juni van 14 tot 16.30 uur
in Café „De Vuijst" (Markt).
MIDDELBURG: Donderdag 5 Juni van 14 tot 17
uur, Dam 43.
GOES: Dinsdag 10 Juni van 10 tot 1 4uur, Grote
Markt 28 A.
ZIERIKZEE: Donderdag 12 Juni van 11 tot 15 uur,
in Hotel „Huis van Nassau".
C. A. O. 1952—1953.
Belanghebbenden worden er op gewezen, dat de
contractboekjes van de Collectieve Arbeidsover
eenkomst 19521953 nog niet in druk zijn ver
schenen. Nu de loonadviescommissie met haar
rapport is klaargekomen mag verwacht worden,
dat de nieuwe C. A. O. op korte termijn tot stand
zal komen.
Voorlopig blijven echter de lonen, vastgelegd in
de C. A. O. 1951/1952 van kracht.
Omtrent de verspreiding van de nieuwe con
tractboekjes volgen t.z.t. nadere publicaties.
AANSPRAKELIJKHEID
PREMIE BEDRIJFSPENSIOENFONDS
BIJ KOPPELARBEID.
Het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw
deelt ons het volgende mede.
Voor arbeiders, werkzaam in koppelverband,
wordt in vele gevallen premie geaccepteerd van de
koppelbaas, die dan wordt geacht de verschuldigde
zegels te plakken namens de boer-werkgever. Deze
laatste wordt m.a.w. uiteindelijk ten volle aan
sprakelijk gehouden voor de premiebetaling.
Bovengenoemde, op aandringen van de betrok
kenen gevolgde gedragslijn, kan ingeval van fail
lissement van een koppelbaas consequenties heb
ben, zowel voor werknemers als voor werkgevers,
waarvan deze zich goed rekenschap dienen te
geven.
Toen onlangs een koppelbaas failleerde, bleek,
dat nog een belangrijk aantal zegels over ver
streken tijdvakken voor de in zijn koppel werk
zame arbeiders, moest worden geplakt. Het B.P.L.
kan bij de curator in het faillissement van de kop
pelbaas uiteraard geen vordering indienen, aan
gezien de koppelbaas nooit als meer dan een be-
taaladres van de boer-werkgever is beschouwd.
De achterstallige premiën zullen dus alsnog door
de betrokken werkgevers dienen te worden vol
daan. In sommige gevallen zullen de beschikbare
gegevens evenwel niet toereikend zijn om de be
trokken werkgevers op te sporen. In dergelijke
gevallen zal ten name van de werknemer niet het
volle, met zijn landbouwdiensttijd corresponderen
de, bedrag kunnen worden te goed geschreven.
Uit het bovenstaande valt dus zowel voor werk
gevers als voor werknemers deze lering te trek
ken, dat het noodzakelijk is er op toe te zien, dat
een koppelbaas stipt op tijd de verschuldigde pre-
mies plakt, daar nalatigheid in dit opzicht zowel
voor werkgever als voor werknemer een schadepost
kan opleveren.