BESTRIJDING VAN DE AARDAPPELZIEKTE De bestrijding van de Knopmade en de Peulboorder bij Erwten Stichting voor de Landbouw MEDEDELING ONKRUIDBESTRIJDINGSPROEFVELDEN VOOR UIEN (Phytophthora infestans). Het optreden van de aardappelziekte kan gro tendeels worden voorkomen door het gewas tijdig en herhaaldelijk te behandelen met één van de hieronder genoemde middelen. Het is gewenst met de bestrijding te beginnen wanneer de planten zodanig zijn ontwikkeld, dat het gewas ongeveer „dicht staat". Nauwkeurige aanwijzingen omtrent de gunstigste tijdstippen voor de behandeling wor den gegeven door het K.N.M.I. te De Bilt, dat via de radio waarschuwt wanneer de weersomstandig heden kritiek zijn voor het optreden van de aard appelziekte. Spuiten en vernevelen. De bestrijding kan geschieden door middel van verspuiten of vernevelen van de bestrijdingsmid delen. Met uitzondering van Bordeauxse- en Bourgon dische pap kunnen alle onderstaande middelen ook in bepaalde typen vernevelmachines (b.v. de „Urgent-vernevelaar") worden gebruikt. Bij het vernevelen moet een even grote hoeveelheid van het bestrijdingsmiddel op het gewas worden ge bracht als bij het verspuiten; de hoeveelheid water is echter geringer, b.v. 100 liter per ha. Middelen. Bordeauxse- en Bourgondische pap. In werking staan Bordeauxse- en Bourgondische pap nog bovenaan. Een van de voordelen is, dat de bespuiting minder vaak herhaald behoeft te worden dan bij het gebruik van de andere midde len. Daarentegen is de bereiding moeilijker; tevens is er meer kans op verstopping van de spuitdoppen. Koperoxychloriden. De koperoxychloriden zijn onder verschillende namen in de handel. Zij moeten aangeduid zijn als „koperoxychloride" en moeten 50 koper be vatten. Koperoxyduul. De drie merken Koper Sandoz, Perenox en Cu- promox bevatten 50 koper. Het is gewenst van de middelen Perenox en Cupromox grotere hoe veelheden te gebruiken dan van Koper Sandoz. Colloïdale kopermiddelen. Deze producten zijn vloeibaar en bevatten 15 koper. Het onderzoek van dit type middelen is nog niet geheel beëindigd, doch wel is gebleken dat zij, mits gebruikt in de opgegeven hoeveelheden, goe de resultaten kunnen geven. Men moet er rekening mee houden, dat deze middelen in de verpakking enigszins uitzakken, zodat het nodig is vooraf goed te schudden of te kneden (meestal zijn ze verpakt in plastic zakjes). Middelen op basis van aethyleen-bis- dithiocarbaminezuur. Van deze middelen zijn tegen de aardappelziekte twee typen in gebruik. De vloeibare producten bestaan uit een oplossing van het natriumzout. Bij de bereiding ervan moet een bepaalde hoeveelheid zinksulfaat worden toegevoegd. Zonder deze toe voeging is het middel voor dit doel waardeloos. De poedervormige middelen bevatten het zinkzout en zijn direct klaar voor het gebruik. INVENTARISATIE LAND- EN TUINBOUW. Zoals reeds door de Provinciale Voedselcommis- saris voor Zeeland is bekend gemaakt, zal in het tijdvak van 6 t/m 24 Mei 1952 de jaarlijkse inven tarisatie van de Land- en Tuinbouw plaats hebben. De Stichting voor de Landbouw in Zeeland stelt er prijs op te verklaren, dat zij het van het groot ste belang acht dat de bedrijfsgenoten aan deze in ventarisatie de nodige medewerking verlenen, en dringt er derhalve op aan de gevraagde gegevens zo nauwkeurig mogelijk te verstrekken. Het mag thans wel als algemeen bekend worden verondersteld, dat er tussen de Overheid en de Stichting voor de Landbouw regelmatig overleg plaats heeft als het gaat om regelingen welke op het terrein van de land. en tuinbouw noodzakelijk moeten worden geacht. Met name is zulks ook het geval geweest t.a.v. de granen en de aardappelen. De georganiseerde landbouw meent dan ook een beroep te> mogen doen op de telers, als het gaat om naleving van de voorschriften, en vertrouwt dat de resultaten van de Mei-inventarisatie de goede wil van de land- en tuinbouw zullen aan tonen. Deze middelen kunnen bij gebruik van de in de tabel genoemde hoeveelheden, goede resultaten geven. Voorlopig moet echter worden aangeraden de behandeling vaker te herhalen dan (bij gebruik van de kopermiddelen. Bij verschillende aardappel rassen blijven de planten na bespuiting met deze tmiddelen langer doorgroeien, dan bij behandeling met kopermiddelen. Hierdoor wordt soms een hogere knolopbrengst verkregen. Er moet echter rekening mee worden gehouden, dat, tengevolge van het langer groen blijven, de kans op aantas ting door Phytophthora groter is, vooral in de knollen. Het is dus niet alleen gewenst vaker te spuiten, maar ook kan het nodig zijn de bestrijding langer voort te zetten, -dan bij gebruik van koper- rhiddelen. Het kan aanbeveling verdienen na omstreeks 15 Juli oyer te gaan op de kopermid delen. Voor de hoeveelheden raadplege men het inder tijd door ons gepubliceerde overzicht. Er zijn hier van nog een aantal exemplaren verkrijgbaar op het Landbouwhuis te Goes a 12 et. per stuk. Bij voorkeur betaling in postzegels. Het welslagen van de bestrijding hangt in hoge mate af van het feit of op het juiste tijdstip wordt gespoten. Hierbij dient men niet alleen rekening te houden met de aanwezigheid van het desbetref fende insect, doch ook met het ontwikkelings stadium van het gewas. Wat dit laatste betreft, is vooral de datum waarop de erwten in bloei komen van groot belang. Deze datum dient dan ook te worden genoteerd. Eind Mei of begin Juni kunnen de eerste mug gen van de knopmade en de vlindertjes van de peulboorder worden verwacht. Te zijner tijd zal voor het gehele land of bepaal de gedeelten daarvan door middel van radioberich ten het juiste tijdstip voor de bestrijding worden bekend gemaakt. Knopmade. Bij dit insect is de bestrijding gericht op de mug gen. Deze zijn reeds direct na het verschijnen in staat om eieren te leggen. Daarom is snel ingrij pen noodzakelijk, want bij een te laat uitgevoerde bestrijding kan er reeds schade zijn aangericht. Er wordt bestreden indien men redelijkerwijze schade mag verwachten. Dit is het geval indien de mugjes die zeer klein zijn in vele toppen tussen de bloemknoppen worden waargenomen. Men kan de aanwezigheid van de mugjes contro leren door de groeitoppen open te maken. De kans op het aantreffen van de mugjes is groot, indien in het desbetreffende gebied regel matig aantasting wordt waargenomen of indien de erwten worden verbouwd op percelen, die gelegen zijn in de onmiddellijke nabijheid van die, waarop het jaar tevoren zwaar aangetaste erwten hebben gestaan. De bestrijding dient te geschieden met. een DDT- emulsie in een dosering van IV2 kg technisch zui ver DDT per ha (dit is IV2 liter van een 20-procen- tig middel of 6 liter van een 25-procentig middel). Staan de erwten op het moment dat de radio waarschuwing wordt gegeven reeds in bloei, dan dient de bestrijding direct ter hand te worden ge nomen. Indien dit nog niet het geval is, moet met bespuiten gewacht worden tot 5 dagen vóór de eerste bloemen worden verwacht. Acht tot tien dagen na de eerste bespuiting wordt nog een tweede maal bestreden, tenzij de bloei reeds zover is gevorderd, dat nagenoeg geen bloemknoppen meer aanwezig zijn. Erwtenpeulboorder (wormstekigheid) De kleine, donkere vlindertjes vliegen vooral op warme dagen 's middags na 4 uur. Zij houden zich bij voorkeur op in de randen, die enigszins beschut zijn- tegen de wind. De bestrijding is alleen noodzakelijk indien scha de wordt verwacht en op dit laatste valt te reke nen, indien het aantal vlinders, dat men boven het gewas heeft zien vliegen, talrijk is geweest. Ook hier geldt, dat de kans op aantasting groter is, in dien in de desbetreffende streek regelmatig schade door de erwtenpeulboorder wordt veroorzaakt of de erwten verbouwd worden op een perceel, dat in de onmiddellijke nabijheid is gelegen van een of meer percelen, waarop het jaar tevoren zwaar aan getaste erwten hebben gestaan. De bestrijding is gericht tegen de jonge rupsjes, die ongeveer 14 dagen na de vlinders verschijnen. Het heeft geen zin reeds te bespuiten, indien er zich nog geen of slechts zeer weinig peulen hebben ontwikkeld. De behandeling dient dan ook in geen geval vroeger te worden uitgevoerd dan 16 dagen na het begin van de eerste bloei. Dit punt is van belang indien de vlinders zeer vroeg verschijnen of het gewas laat is. In verband met verschillende omstandig heden hebben wij de sluitingsdata der ex cursies uitgesteld tot 17 Mei a.s. Wij wekken U op alsnog van de gelegen heid om aan deze excursies deel te nemen gebruik te maken. Voor bijzonderheden zie Landbouwblad van 3 Mei. BEZOEKT VOLGENDE WEEK DE Op het Proefbedrijf „De Scheldemonden" te Bruinisse is een uitgebreid onkruidbestrijdings- proefveld op zaai-uien aangelegd. Hierop werden diverse middelen aangewend vóór opkomst van de uien. Op dit proefveld, waarbij ook gewerkt werd met verdund zwavelzuur, zijn thans zeer interes sante waarnemingen te verrichten. Waar ook in Zeeland de belangstelling voor chemische onkruidtoestrijding toeneemt, wordt het brengen van een bezóek aan dit proefveld zeer aanbevolen. In verband met de waar te nemen verschillen dient een bezoek in de loop van volgen de week plaats te hebben. Voor de bestrijding kan een DDT-emulsie in een dosering van 2 kg technisch zuiver DDT per ha worden gebruikt (dit is 10 liter van een 20-procen- tig middel of 8 liter van een 25-procentig middel). Tien dagen na de eerste bestrijding bespuit men een tweede maal, tenzij de erwten in groene toe stand geoogst worden voor de conserven- of diep vriesindustrie. In dit laatste geval kan met één maal bespuiten worden volstaan. Het hangt van de omstandigheden af of de bestrijding van beide insecten kan worden gecombineerd. In de radio berichten zal dit zo mogelijk nog nader worden aangegeven. Nadere inlichtingen worden verstrekt door de Plantenziektenkundige Dienst en door de Rijks- landbouwvoorlichtingsdienst. EERSTE BERICHT OVER DE BESTRIJDING VAN DE COLORADOKEVER. Van vele plaatsen zijn reeds meldingen binnen gekomen over de aanwezigheid van Colorado kevers op aardappelvelden en aardappelopslag. In de eerstvolgende weken zal bij gunstig weer het aantal kevers snel toenemen en spoedig daarna kunnen de eerste eieren en larven worden ver wacht. In warme zomers hebben deze larven slechts 2 a 3 weken nodig om zich volledig te ontwikkelen, waarna ze in de grond verpoppen en weer spoedig als zoimerkevers te voorschijn komen. Gedurende het larvestadium, dat dus soms maar kort kan duren, geeft een goed uitgevoerde be strijding het meeste resultaat. Met de bestrijding moet derhalve begonnen worden, zodra er jonge nog nauwelijks zichtbare larven aanwezig zijn. Oudere larven zijn voor sommige middelen minder gevoelig; tevens bestaat bij een late bestrijding het gevaar, dat men te laat komt, n.l. als vele lar ven reeds in de grond zijn gekropen en dus niet meer zijn te bereiken. De schade in het loof, waardoor de knolop brengst sterk kan dalen, is dan al aangericht en daarna zijn er een massa zomerkevers te ver wachten. Wordt deze nalatigheid ontdekt, dan volgt tevens nog een proces-verbaal en is er kans op een grote geldboete, daar Art. 2 van de Coloradokeverwet iedere landgebruiker de verplichting oplegt kevers en larven zo goed mogelijk te verdelgen. Dit alles kan men voorkomen, als men minstens éénmaal per week nauwkeurig zijn percelen con troleert op de aanwezigheid van kevers, eieren en larven en onmiddellijk tot bestrijding overgaat als dit nodig is. Voorts worden door Pers en Radio regelmatig aanwijzingen gegeven en waarschu wingen verstrekt, zodat ieder met de ontwikke ling van de kever op de hoogte kan zijn. Voorkom schade aan het gewas en een proces-verbaal door: 1. acht te geven op de waarschuwingen van Pers en Radio en op de berichten, die door Land bouworganisaties worden verspreid; 2. alle opslag van aardappelen te vernietigen, en het gewas wekelijks te controleren; 3. met de bestrijding te beginnen als de larven nog zeer klein zijn en de aangegeven midde len in de juiste concentraties en hoeveelheden te gebruiken. Nadere inlichtingen worden verstrekt door de Plantenziektenkundige Dienst en door de Rijks-' voorlichtingsdienst.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 4