Wij lazen voor U PROGRAMMA AGENDA Z.L.M. AFDELINGEN ZITDAGEN ZEEUWS VOORLICHTINGGSINSTITUUT OP VERZEKERINGSGEBIED (Z. V. V.). theorieën op te stellen, die niet meer slaan op de zich ontwikkelende gang van zaken. Want wat blijken in de praktijk de gevolgen te zijn van de verlaging van de subsidie op het veevoeder? De prijzen van het gedistribueerde veevoeder zijn natuurlijk in prijs gestegen. Doch hier staat als compensatie tegenover een verhoog de varkensvleesprijs en het afschaffen van de uit- voerheffing op eieren. De veehouderijsector vreesde tevens een prijs stijging van de binnenlandse, vrije voedergranen, waardoor inderdaad de akkerbouwsector een voor deeltje in de wacht zou hebben gesleept. In werkelijkheid zijn de prijzen van de vrije granen echter iets gedaald! Er is kennelijk veel aanbod los gekomen en de vraag is niet bijster groot. Wij kunnen in de gehele wereld een aarze ling constateren in de prijzen van practisch alle grondstoffen. Wij hebben de indruk, dat er na de geweldige prijsstijgingen ten gevolge van de Koreaanse oorlog en de herbewapening een soort evenwichtstoestand is ingetreden, die misschien wel gelijkt op een verzadigingstoestand. De wereld heeft zich aan de nieuwe toestand aange past. Een dergelijke evenwichtstoestand houdt tevens het gevaar in, dat er slechts weinig nodig is om een verstoring teweeg te brengen. Na alle plaats gehad hebbende stijgingen zou er best eens een daling kunnen komen, waartoe kennelijk al enige neiging bestaat. Van een dergelijke daling zou de akkerbouw sector onmiddellijk de nadelige gevolgen ondervin den. Om op dit ogenblik te komen met maat regelen als een areaalheffing lijkt ons daarom hoogst onverstandig. Daar komt nog bij, dat een dergelijke heffing zeer vele onbillijke kanten heeft. De akkerbouwer heeft bij zijn uitzaai van de wintertarwe een product, dat hij nu al jaren lang ver beneden de wereldmarktprijs moet afstaan! rekening ge houden met de bestaande koppelingsregeling. De gerst wordt momenteel reeds aan de aarde toe vertrouwd. Maatregelen voor 1952 zijn dus niet mogelijk onzes inziens en getuige het markt- verloop ook niet nodig. Men hoede zich derhalve, ook bij de Stichting, voor het doordraven op een weg, die kennelijk heel ergens anders heenloopt, dan men bij het be ginpunt dacht. Vrije prijzen en de basis van het bedrijf. Uit het verloop van de vrije prijzen begint nu al weer te blijken aan welke risico's de boer gebon den is bij de afzet van producten, waarvan de prijs zich vormen kan volgens de regelen van de oude economische wet van vraag en aanbod. Vandaar, dat wij menen, dat het van groot belang is, dat er steeds een aantal basisproducten zijn, waarvoor de boer een vaste vergoeding voor zijn onkosten ver krijgt plus een zeker ondernemersloon. Met in stemming lazen wij dan ook een passage uit een artikel in de V. C. S.-bode van Maart 1952, waarin de schrijver, de heer v. B. v. V., zich afvraagt of de nieuw vastgestelde suikerprijs voldoende aan trekkelijk geacht moet worden om de bietenteelt te handhaven op het bestaande peil. De schrijver meent, dat men berekeningen kan opstellen over de winsten, die met andere gewas sen behaald kunnen worden en vergelijkingen kan opmaken met de resultaten, die bij de verhoogde bietenprijs te verwachten zijn. De suikerbiet levert echter volgens de thans geldende regelingen geen marktrisico op en vertoont wat de opbrengst betreft een grotere stabiliteit dan andere gewassen. Daarom is de suikerbiet op het akkerbouwbedrijf steeds de blijvende kern van het bouwplan ge weest. Men bedenke dit terdege. Daarom ook ziet de schrijver, wat de met bieten te bezaaien opper vlakte betreft, de toekomst met voldoende ver trouwen tegemoet. Wij meenden er goed aan te doen bovenstaand betoog nog eens te onderstrepen, daar immers een vaste inkomstenbasis voorwaarde is voor de wel vaart van de akkerbouwboer. S. Het Februari-nummer vat een beschrijving van „De Suikerbiet" be- VAN DE KOPEGGE, die speciaal geschikt schijnt te zijn voor het klaar maken van bietenland, daar men een zeer ondiepe grondbewerking met dit werktuig kan verkrijgen. Daardoor is deze egge, die o.a. gemaakt wordt door de Gebr. Krebbekx te Dinteloord, ook heel ge schikt voor het klaarmaken van vlasland. Een te los zaaibed zal immers in vele gevallen êeil slechte opkomst van de bieten ten gevolge hebben als er droog weer op het zaaien volgt. Deze eggen kunnen zowel achter als naast elkaar worden gebruikt en lenen zich daarom zeer goed voor het gebruik achter de trekker, die meer en meer gebruikt wordt voor het klaarmaken van het zaaibed in het voorjaar. Op verschillende bedrijven worden de eggen nu zó achter de trekker gekoppeld, dat het achterste stel hoger wordt aangekoppeld, dus door middel van een ketting over de voorste eggen heen. Het z.g. „werken" van de eggen komt hierdoor veel beter tot zijn recht en het slepen van het land kan dan eventueel vervallen, indien men b.v. het voorste stel met de lange tanden naar beneden laat werken en het achterste stel met de korte tanden naar beneden. Inplaats van het tweede stel eggen kan ook een stel houten slepen worden aangekoppeld. Deze egge heeft namelijk van onderen en van boven tanden van ongelijke lengte (13 cm en 6 cm), die schuin in de houten balken van 7 cm door snede zijn gezet, zodat ze zowel vooruit als achter uit kunnen staan bij de bewerking. Zodoende kan zowel op een diepte van 10 cm als op één van 4 cm worden gewerkt. De werkbreedte van de egge bedraagt 1,66 m en door de mogelijkheid om verschillende werk- gangen te combineren met daaraan verbonden minder arbeidsuren, minder sporen en sneller wer ken heeft dit werktuig speciaal toekomst op het bedrijf van de boer, die veel bieten verbouwt. Op de demonstratie, die in het laatst van deze maand in de Haarlemmermeer zal worden gehou den, hopen we deze egge naast andere nieuwig heden op dit gebied, als zelflichtende en roterende eggen, eens aan het werk te kunnen zien. Onder de titel „WAT KOST EEN AARDAPPELRAS?" snijdt Dr Ir W. Tukes in „De Plattelandspost" de vraag aan, welke kosten verbonden zijn aan het kweken van een aardappelras, wat een wederwoord heeft uitgelokt van Ir J. Siebenga in het Maart nummer van de „Mededelingen van de N. A. K." Dr Tukes deelt mede, dat hij heeft horen ver tellen, dat vóór de oorlog deze kosten werden ge schat op 8000,— tot 30.000waarbij de heer Siebenga aantekent, dat het laatste bedrag afkom stig was van de exploitant van buitenlandse rassen, en dus zeker niet als maatgevend beschouwd mag worden. Hoewel de heer Siebenga geen rechtstreeks ant woord op deze vraag kan geven, trekt hij de door de heer Tukes genoemde cijfers van 100.000, voor een graanras en 150.000,voor een aard appelras toch wel sterk in twijfel. Hij geeft vervolgens aan, welke bedragen uit het kwekers-vergoedingsfonds voor aardappelen sinds 1942 aan de kwekers zijn uitgekeerd. Het blijkt nu, dat de gemiddelde uitkeringen per jaar van 9 rassen, waarvoor die uitkering reeds 9 jaar werd gegeven, ligt tussen 1000 en 8200 per jaar. Ook de bewering van Dr Tukes, dat de kweker bij de huidige concurrentie en andere Nederlandse omstandigheden (prima voorlichting), niet langer dan op 10 jaar levensduur van het ras mag reke nen, wordt in dit artikeltje weerlegd, waar Ir Sie benga resumerend tot de volgende levensduur komt: 50 jaar en langer 4049 jaar 3039 jaar 2029 jaar 1019 jaar 3 rassen 3 rassen 1 ras 6 rassen 8 rassen Van de 29 A en B rassen zijn dus reeds 21 die de levensduur van 10 jaar overschreden hebben. In een aansluitend artikeltje gaat Ir. Siebenga dan de rekening van de kwekersvergoeding nog eens nader uiteenzetten. De kweker ontvangt een kwekerspremie (een bedrag per 100 kg) dat verrekend is in de prijs van het originele voortkwekingsmateriaal en een kwekersvergoeding uit de nabouw. Daar de meeste kwekers geen pootgoed in het verkeer brengen, hebben zij hun inkomsten hoofd zakelijk uit de kwekersvergoeding. Het is wel duidelijk dat de kosten van de kweek- bedrijven sterk gestegen zijn, en dat naar midde len gezocht moet worden om deze arbeid voort te zetten, teneinde door betere rassen de risico's ver bonden aan de teelt te verminderen. De kwekersvergoeding wordt alleen toegekend voor rassen die tot het verkeer zijn toegelaten en vormt dus een stimulans om niet alleen te pogen doch ook om te presteren. De vaststelling van de kosten van een ras levert grote moeilijkheden op en moet hoofdzakelijk op schattingen en veronderstellingen blijven berusten. Een pas opgericht kweekbedrijf moet toch altijd over het nodige kapitaal kunnen beschikken om te beginnen, doch ook fondsen en reserves achter de hand hebben om tegenvallers op te kunnen vangen. Een andere weg kan worden ingeslagen door op bescheiden voet te beginnen, en bij succes de in komsten te benutten voor de. uitbreiding van het bedrijf. In de kringen van de landbouw en de handel leeft wel de overtuiging dat de kwekersvergoedin gen, berekend in de jaren 19391941, herziening behoeven, terwijl in de jaren 1947, 1948 en 1949 ook reeds nabetalingen werden gedaan van 10, 15 en 20 In een voorbeeld geeft schrijver dan weer hoe veel de gebruikers, geheel los gezien van de kost prijs, bij moeten dragen om een redelijke kwekers- vergoeding tot stand te brengen. Aan de hand van een schatting dat jaarlijks voor 40 van het areaal zaaizaad wordt aange kocht, en de veronderstelling dat de verhouding origineel zaad: nabouwzaad 1 8 is, komt hij dan tot de volgende vergelijking. Als basis hiervoor wordt dan bovendien aangenomen dat de zaaizaad telers die voortkwekingsmateriaal in de handel brengen ongeveer hetzelfde bedrag moeten bijdra gen, als de kweker door de rechtstreekse verkoop van origineel zaad zou hebben gekregen. Zodoende zou dus b.v. een kwekerspremie van 10,per 100 kg overeenkomen met een kwekers vergoeding van 1,25 per 100 kg. Nu is het ook mogelijk om b.v. iedere tarwe- teler onverschillig of hij al dan niet goedgekeurd zaad gebruikt, aan deze kwekersvergoeding bij te laten dragen. Bij een zelfde bedrag van 10,kwekerspremie zou deze bijdrage per ha ƒ0,52 bedragen. Hierbij wordt steeds uitgegaan van de veronderstelling dat het gemiddelde tarwe-areaal van de laatste 5 jaren verdeeld zou worden over de 11 in de ras- senlijst opgenomen rassen. De bovengenoemde bijdrage moet vanzelfspre kend verhoogd of verlaagd worden naarmate de kwekerspremie omhoog of omlaag gaat. Toch geeft deze wel een indruk van de, naar mate het areaal waarover dit wordt omgeslagen groter wordt, steeds kleiner wordende bedragen die de beloning voor de kweker moeten vormen. Uit een oogpunt van billijkheid is hier alles voor te zeggen, terwijl ook het op grote schaal gebrui ken van ongekeurd zaaizaad op deze wijze tot het verleden zou gaan behoren. B. Maandag 10 Maart, 15 uur. Afd. Arnemuiden. Huishoudelijke zaken en vertoning van enkele films. Vrijdag 14 Maart. Lezing Mr J. F. G. Schlinge- mann over de P. B. O. Vertoning van enkele films. ZIERIKZEE: Donderdag 13 Maart 1952, in hotel „Huis van Nassau", van 11 tot 14 uur. ST. ANN AL AND: Vrijdag 14 Maart 1952, op de beurs om 10,30 uur. Komt hier met uw vragen op het gebied van de oudendagsvoorziening, successieverzekering, stu die. en uitzetverzekering enz. THOLEN. Maandag 10 Maart. Oud-Vossemeer: 9 uur, Hotel Lagaay. Tholen: 10 uur, Markt. Poortvliet: 11 uur, Muziektent. Scherpenisse: 11,45 uur, Markt. St. Maartensdijk: 13,45uur, Markt. Stavenisse, 14,45 uur, Hof Vredenburg. St. Annaland: 15,30 uur, Veilingsgebouw. SCHOUWEN EN DUIVELAND. Dinsdag 11 Maart. St. Philipsland: 9,30 uur, Dorp. Bruinisse: 10,30 uur, P. L. Krepel. Sir Jansland: 11 uur, Van Hoeve. Nieuwerkerk: 11,30 uur, Van Driel. Ouwerkerk: 12 uur, A. Bolijn. Zierikzee: 14,30 uur, Op de balie. Kerkwerve: 16 uur, v. d. Cingel. Serooskerke: 17 uur, Bij de toren. VERPLICHTE VOORJAARSSTIERENKEURINGEN 1952. Woensdag 12 Maart. Burgh: 8 uur, Hofstede Beye. Haamstede: 8,45 uur, Bij de toren. Renesse: 9,30 uur, Gebr. Steur. Eikerzee: 10,30 uur, Tramstation. Brouwershaven: 11 uur, Bij Gast. Zonnemaire: 13,30 uur, Bij Ganzeman. Noordgouwe: 14,15 uur, Joh. Vis. Dreischor: 15,30 uur, Bij v. Bloois. ZUID-BEVELAND. Vrijdag 14 Maart. Kleverskerke: 9 uur, Dorp. Kloetinge: 10 uur, Aernoutse. Ierseke: 11 uur, Bij de kerk. Kruiningen: 13 uur, Van Hotegem. Krabbendijke14 uur, Peman Kakebeeke. Schore: 15 uur, Bij de kerk. Kapelle: 16 uur, Veilingsgebouw.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1952 | | pagina 2