Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw
ZITDAG BOEKHOUDBUREAU.
UIT DE AFDELINGEN.
KRING WEST-BRABANT.
LANDBOUWCOÖPERATIE
CENTRUM.
JONGE LAND- EN TUINBOUWERS
TE SPRANG—CAPELLE EN OMSTR.
ARBEIDSAANBOD
IN DE LANDBOUW.
Onderzoek Zuid-Hollandse eilanden
en W.-Brabant.
VERSLAG OVER HET JAAR 1951
Uitgebracht op de Algemene Vergadering gehouden op
Dinsdag 29 Januari 1952 te Breda
ZEVENBERGEN: Donderdag 7 Februari, 11—12%
uur, Hotel Tholenaar.
AFDELING WILLEMSTAD.
Ledenvergadering op Dinsdag 5 Februari a.s. om
3 uur nam., in de „Oranje-Sociëteit".
Des avonds zullen enkele films worden vertoond,
o.a. het Koninklijk bezoek aan Noord-Brabant, de
hongerwinter, het geld van de boer, volksdansen en
een emigratiefilm (Canada).
AFDELING FIJNAART.
Ledenvergadering op Donderdag 7 Februari a.s„
des n.m. 3 uur, in Café Van Baren. Des avonds zul
len enkele films worden vertoond o.a.: de werking
van benzine- en dieselmotor, mechanisatie van het
landbouwbedrijf en boeren vechten voor de toe:
komst. De Secretaris van de Noord-Brabantse Mij
van Landbouw zal een causerie houden over actuele
vraagstukken.
Op 22 Januari j.l. kwamen de bestuursleden van
de afdelingen der N. B. M. L. te Fijnaart in ver
gadering bijeen, teneinde te komen tot oprichting
van een Kring West-Brabant. Voorlopig nam de
heer M. P. van Nieuwenhuijzen het voorzitterschap
van deze kring op zich. Besloten werd in de e. v.
vergadering het Bestuur te vormen. Op deze eerste
kringvergadering werden behandeld het vraagstuk
van de arbeidsvoorziening en het Moerdijkkanaal.
Laatstgenoemd onderwerp zal door "een deskundige
in de e.v. vergadering worden toegelicht. Uit de
besprekingen bleek, dat dit kringverband in een
behoefte voorziet, zodat besloten werd om eind
Februari opnieuw bijeen te komen.
De e. v. lezing voor West-Brabant zal door het
Landbouw Coöperatie Centrum worden gehouden
op Woensdag 6 Februari a.s., in hotel „Tholenaar"
te Zevenbergen, aanvang half drie. Spreker: de
heer J. H. Vroom, verbonden aan de Raiffeisen-
bank over: „Het coöperatieve landbouw-crediet-
wezen".
Alle belangstellenden worden opgewekt deze ver
gadering bij te wonen. Er zal ruimschoots gelegen
heid zijn tot gedachtenwisseling. In tegenstelling
met een voorgaand bericht, is het niét nodig zich
vooraf voor deelname aan deze lezingen op te
geven.
Op Maandag 4 Februari, des avonds om 7.30 uur,
zal in de zaal van de heer Baggerman, Café „Het
Bruggetje" te Vrijhoeve, een film vertoond worden
van de Shell Nederland N.V., Den Haag, georgani
seerd door de Jonge Landbouwers te Sprang
Capelle.
Deze film zal handelen over onkruidbestrijding
in bieten, dus wel een onderwerp dat zeer in de be
langstelling staat van de boeren.
De diverse resultaten van proefvelden, welke in
het afgelopen jaar werden aangelegd, zullen tevens
besproken worden. Landbouwers van Sprang
Capelle, houdt U op de hoogte van nieuwigheden
in de landbouwtechniek. Daarom nodigen wij de
leden der Coöp. Aankoopvereniging en belangstel
lenden uit tot het bijwonen van deze leerzame
avond.
Het Bestuur van de Jonge Land- en
Tuinbouwers, Sprang—Capelle e.o.
Het eerste deel van het onderzoek van het Land
bouw Economisch Instituut naar het arbeidsaanbod
in de landbouw nu en in de toekomst is thans af
gesloten. De gegevens zijn verzameld en zij wor
den thans op het L. E. I. verwerkt.
Het volgend deel van 't onderzoek zal plaats heb
ben in het Zuid-Westelijk zeekleigebied, n.l. de Zuid-
Hollandse eilanden, West-Brabant en de provincie
Zeeland. Allereerst zullen hier de Zuid-Hollandse
eilanden en West-Brabant in beschouwing genomen
worden. Het program voor de gemeenten in deze
gebieden ziet er als volgt uit:
Klaaswaal, 31 Januari t/m 2 Februari 1952.
Dinteloord en Prinsenland, 5 Februari t/m 8 Fe
bruari 1952.
Zuidland, 5 en Februari 1952.
Nieuwenhoven, 7 en 8 Februari 1952.
Melissant, 4 Februari t/m 6 Februari 1952.
Ooltgensplaat, 6 Februari t/m 9 Februari 1952.
Fijnaart en Heiningen, 11 Februari t/m 15 Februari
1952.
In de week van 11 Februari hoopt het L. E. I.
met de provincie Zeeland te beginnen.
Het onderzoek in het Zuid-Westelijk zeekleigebied
zal hetzelfde karakter dragen als dat in de beide
Hollanden en Utrecht doch om technische redenen
zal het enigszins anders moeten worden uitgevoerd.
De gemeenten immers waar tot nu toe het onder
zoek heeft plaats gehad zijn veel kleiner dan de
gemeenten welke thans nog moeten volgen. In de
afgelopen weken is het L. E. I. gereed gekomen in
verschillende gemeenten met een paar duizend in
woners en met een 40 of 50 arbeiders. In deze
kleine gemeenten kon het onderzoek vrijwel geheel
in de avond plaats hebben. In het Zuid-westelijk
kleigebied echter evenals in Groningen en Fries
land zijn de gemeenten veel groter en heeft men
met veel meer arbeiders te maken. Daarom kan in
het vervolg het onderzoek niet beperkt blijven tot
de avonduren, maar zal het ook overdag moeten
plaats hebben.
Dit betekent, dat van de werkgevers gevraagd
wordt overdag hun arbeiders 1 2 uur in de ge
legenheid te stellen het enquêteformulier te gaan
bespreken met een vertegenwoordiger van het
L. E. I. en in te vullen.
Hiertegen zullen weinig bezwaren bestaan om
dat het met de werkzaamheden nog niet zover is,
dat de arbeiders overdag niet even gemist zouden
kunnen worden. Het L. E. I. meent temeer hierop
te mogen rekenen, omdat opzet en uitvoering be
sproken zijn in de Hoofdafdeling Sociale Zaken
van de Stichting voor de Landbouw en omdat de
standsorganisaties en landarbeidersbonden zich hier
volledig achter hebben gesteld.
Het onderzoek in deze gemeenten is van zeer
groot belang, want vooral in deze streken speelt
het arbeidersvraagstuk een grote rol. De Zuid-Hol
landse eilanden en West-Brabant immers liggen
zeer dicht bij verschillende grote industrie-gebieden,
die veel arbeiders aantrekken. Men denke hier b.v.
aan Rotterdam, Dordrecht en Rosendaal.
Daarenboven verbouwt men in deze streken zeer
arbeidsintensieve gewassen met name suikerbieten,
pootaardappelen en consumptie-aardappelen.
In deze gebieden zullen zowel werkgevers als ar
beiders overtuigd zijn van het grote belang van
het onderzoek en het L. E. I. rekent er dan ook op,
dat beiden hun medewerking zullen verlenen en
dat om de snelheid van het onderzoek te bevorde
ren de werkgevers geen bezwaar ertegen zullen
maken, dat hun arbeiders hier overdag een paar
uur aan moeten besteden.
Zoals zo dikwijls voorkomt, heeft ook het jaar
1951 weer bewezen, dat de boer vaak voor onver
wachte meevallers en tegenvallers kan komen te
staan, voortvloeiend uit het bedrijfsrisico van de
boer als ondernemer. Het weer, maar daarnaast
ook de prijs, die voor de producten kan worden ge
maakt, zijn twee factoren, die hierin een belang
rijke rol spelen.
De winter en hot voorjaar van 1951 waren buiten
gewoon nat, zodat, behalve gedurende een korte
droge periode in begin Maart, de inzaai van de
voorjaarsgewassen over het algemeen onder on
gunstige omstandigheden moest plaats vinden. De
geweldige regenval in winter en voorjaar en na
jaar van 1950 hadden een zeer ongunstige invloed
op de structuur van de grond en de verwachtingen
voor de oogst van 1951 waren dan ook over het
algemeen niet hoog gespannen. De maanden Mei
en Juni gaven echter groeizaam weer en uiteinde
lijk is de opbrengst van de gewassen, ondanks de
regenrijke oogstmaand Augustus, niet tegengeval
len.
Het najaar kenmerkte zich door droog weer, wat
aan de oogst van suikerbieten en aardappelen en
aan een goede najaarsgrondbewerking ten goede
kwam. Viel de opbrengst van de granen, en vooral
die van wintergranen mee, die van de suikerbieten
bleef aanzienlijk beneden die van de voorafgaande
jaren, terwijl ook het suikergehalte te wensen over
liet. De prijzen van granen, zaden en peulvruchten
bleven over het algemeen op het niveau van het
vorige jaar.
De veehouderij zag zich ook het afgelopen jaar,
gezien de beperkte invoer van buitenlands vee
voeder, voor de taak gesteld om zoveel mogelijk
voeder uit eigen bedrijf te winnen. De grasgroei
was over het algemeen bevredigend. Over de melk
prijs was dit jaar zeer veel te doen. De loonsverho
ging van Maart '51 werd, ondanks aandringen van
de georganiseerde landbouw, niet in de melkprijs
doorberekend, wat vooral voor onze zandbedrijven
oen grote teleurstelling teweeg bracht. De nieuwe
melkprijs werd vastgesteld op 20 cent, waarover
overeenstemming werd verkregen tussen Regering
en Stichting voor de Landbouw.
Het jaar 1951 stond voorts in het teken van de
bestrijding van de rundertuberculose, daar »^en
aanvang werd gemaakt met de uitvoering van het
t. b. c.-bestrijdingsplan. De niet-t. b. c.-vrije rundvee
beslagen zullen volgens een bepaald schema binnen
een bepaalde tijd t.b.c.-vrij dienen te zijn.
Gelukkig wordt dit streven in onze provincie
goed aangepakt, al is er nog zeer veel te doen, al
vorens Noord-Brabant vrij van rundertuberculose
zal zijn.
De pessimistische verwachtingen voor de tuin
bouw zijn gelukkig in 1951 niet ten volle bewaarheid
geworden, al blijven vooral de export-mogelijk
heden van deze producten zorgen baren.
De sanering van de koudegrondteelten en de
fondsvorming voor tuinbouwproducten zullen ook
in de toekomst de aandacht van de organisaties
vragen.
Een voor de landbouw uiterst belangrijk vraag
stuk vormt de toekomstige publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie voor de landbouw. De aanvaarding
van de Wet op de P. B. O. door de volksvertegen
woordiging wettigde de verwachting, dat de P. B. O.
voor de landbouw mogelijk reeds per 1 Januari 1952
zou kunnen tot stand komen.
De Sociaal Economische Raad heeft dit vraag
stuk echter nog steeds in studie en het laat zich
aanzien, dat hiermee nog enige tijd gemoeid zal
zijn. Nu vast staat, dat het toekomstige landbouw
schap zal worden opgebouwd op de organisaties, is
het meer dan ooit nodig deze vrije organisatie zo
veel mogelijk te versterken door opvoering van
het ledental, door belangstelling en door mede
leven. Ook in de toekomst zal de standsorganisatie
een zeer belangrijke taak moeten vervullen bij het
behartigen van de belangen van haar leden.
Het jaar 1951 was voor de Noord-Brabantsche
Mij van Landbouw als organisatie een zeer belang
rijk jaar. Immers op 30 Mei 1951 werd onder zeer
grote belangstelling te Breda het jubileum van onze
organisatie gevierd. Ook Min. Mansholt gaf op
die dag van zijn belangstelling blijk, waarbij ons
o.a. trof hoe Z.Ex. wees op het grote belang van
levenskrachtige en sterke standsorganisaties als
zijnde ook voor de toekomst onmisbaar voor het
voeren van een goed landbouwbeleid.
We hebben meegeleefd met de uitreiking van de
zo zeer verdiende onderscheiding, die onze oud
voorzitter de heer P. M. Sneep te beurt viel, toen
hij op die dag tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau werd bevorderd. We hebben met belang
stelling geluisterd naar de jubileumrede van ónze
voorzitter, de heer De Waard, en naar de vele:spre
kers, die op hem volgden. Maar bovenal zijn we
op die dag toch getroffen door de opvoering van
de revue „En de boer ploegt voort", die zo zeer in
de smaak viel, dat deze dag voor velen een onver
getelijke dag zal blijven.
Bovendien bleek daarbij, dat onze jongeren, die
zoveel tot het slagen van deze revue hebben bijge
dragen, ook op cultureel terrein iets kunnen pres
teren, wat beloften inhoudt voor de toekomst.
Dank zij de medewerking van de Z. L. M. kon
van het landbouwblad een goed verzorgd speciaal
jubileumnummer worden uitgegeven. Ter gelegen
heid van dit jubileum kon ook worden uitgegeven
een gedenkboek, waarin door de heer P. J. Van
Loon te Wouw op verdienstelijke wijze de geschie
denis van honderd jaren Mij. van Landbouw in
Noord-Brabant is beschreven. Daarnaast werd op
veler verzoek ook van de revue een fotoboek
samengesteld en uitgegeven. Beide boekwerken
wensen wij in de handen van al onze leden. De
prijs werd zodanig gesteld, dat deze voor niemand
een onoverkomelijk bezwaar behoeft te zijn.
Ook hier geldt het oude devies van onze Maat
schappij, dat sinds vorig jaar weer als embleem op
het briefhoofd van onze organisatie prijkt: Tua res
agitur het betreft Uw zaak.
Wilt U van het leven en streven van Uw eigen
zaak op de hoogte zijn, leest dan dit gedenkboek.
Een volgend belangrijk feit voor onze organisa
tie uit het afgelopen jaar is het eigen landbouw-
huis te Zevenbergen, dat in November jl. kon wor
den betrokken. Nadat dit pand in December 1950
door de N. B. M. L. werd gekocht, heeft het heel
wat moeite en hoofdbrekens gekost het vrij te krij
gen om het als landbouwhm's te kunnen betrekken.
Maar ook deze moeilijkheden konden worden over
wonnen en opgelost, wat aan een efficiënte wer
king van het kantoor ten goede komt.