TUINBOUW
Uit en
voor de polder
Noordoostpolder
UIT OÊ
PROVINCIE
N
'fan boerderij en organisatie
WALCHEREN.
Wanneer men het humusgehalte van het bouw
land op Walcheren vergelijkt met het humusge
halte van het bouwland op Noord-Baveland dan
valt het direct op, dat dit in Walcheren belangrijk
gunstiger is.
Het verschil wordt in hoofdzaak veroorzaakt
door hét feit, dat men op Walcheren het gemengde
bedrijf aantreft, waar elk jaar een behoorlijke hoe
veelheid stalmest vrij komt. Daarnaast is cr nog
de gmenbemesting, doch op Noord-Beveland is de
groenbemesting en de teelt van lucerne de enige
bron voor de voorziening van organische stof. Het
■goéde humusgehalte is dus te danken aan de stal
mest, die om de 3 tot 5 jaar op het land komt.
Stalmest is buitengewoon gunstig voor de struc
tuur en de bodemvruchtbaarheid. In vele gevallen
echter wordt er maar erg slordig met dit waarde
volle product omgesprongen.
De mestvaalt heeft vaak veel weg van een grote
modderpoel waar de mest nog wat ligt te rotten.
Het water kan meestal niet afvloeien wat een
groot bezwaar is.
Een ander euvel is dat de oppervlakte vaak 4
5 maal te groot is, waardoor er maar een dunne
laag mest komt. Bij een doelmatige stalmestbewa-
ring wordt de mest ongeveer tot 1,50 m hoogte
gelijkmatig opgestapeld; men zorgt, dat het over
tollig regenwater voldoende kan afvloeien en de
mest van tijd tot tijd goed vast aangetrapt.
De mestvaalt krijgt maar al te vaak een stief
moederlijke behandeling, tot grote schade van het
gehele bedrijf.
Collega's, de wintermaanden geven ons volop de
tijd om er voor te zorgen, dat we straks de be
schikking krijgen over prima stalmest; laten we
die kans dan ook volledig benutten.
ADVIESBUREAU VOOR OORLOGSSCHADE.
Het Adviesbureau voor Oorlogsschade van de
Stichting voor de Landbouw maakt hiermede be
kend, dat de eerstvolgende zittingen in de provincie
Zeeland als volgt zijn vastgesteld:
Op Woensdag 6 Februari 1952 van 13.30 tot 17.—
uur te Oostburg, in Café „De Vuijst" (Markt).
Op Donderdag 7 Februari 1952 van 13.30 tot 17.
uur te Middelburg, Dam 43 en van 10.tot 16.
uur te Zierikzee, in het „Huis van Nassau".
Degenen, die van de diensten van het Advies
bureau gebruik wensen te maken, worden nog
maals dringend verzocht om alle in hun bezit zijn
de bescheiden, die op de te bespreken onderwerpen
betrekking hebben, naar de zitting mede te bren
gen.
OPENING NIEUWE VLEUGEL BEDRIJFS-
LABORATORIUM VOOR GRONDONDERZOEK.
Vrijdag 15 Februari zal de nieuwe vleugel van
het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewas-
onderzoek, Mariëndaal te Oosterbeek officieel wor
den geopend. De minister van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening heeft zich bereid verklaard
de openingsplechtigheid te verrichten en een inlei
ding te houden over de betekenis van het grond
en gewas onderzoek voor de Nederlandse landbouw.
Verleden week hebben wê het gehad, hoewel
zeer terloops, over de snoei van vruchtbomen. Over
dit onderwerp zou men weken achtereen een ge
heel artikel kunnen wijden. We moeten echter
onszelf beperken, daar er anders geen gelegenheid
komt om alle werkzaamheden te laten passeren.
Waarschijnlijk komen we op dergelijke onderwer
pen nog wel eens terug en kunnen er dan wat die
per op ingaan.
Deze week zullen we onze aandacht besteden
aan de bloementuin. Vele lezers zullen wellicht
nu het artikel verder maar laten rusten en laten
voor wat het is en zeggen: „dat is niets voor mij".
Ik weet, dat er ook anderen zijn, die er wèl be
langstelling in hebben. Voor hen is dit artikel in
de eerste plaats. Ik hoop echter, dat ook de eerst-
genoemden, de hand over hun hart zullen strijken
en even een oog zullen wagen aan deze enkele
regels. Wellicht komen er enkele bloemenlief
hebbers bij. Onze boerenhofsteden, hetzij klein of
groot, zijn over het algemeen zeer arm aan bloe
men. In deze artikelen is daar al eens meer op ge
wezen. Met weinig kosten en een beetje goede
wil, is er al veel te bereiken. Denk nu niet, dat
de uitgaven voor de bloementuin, of een klein bloe-
menhoekje, weggegooid geld is. Neen, het levert
zijn rente dubbel op. Men kan er echt van genie
ten en zich te goed doen aan de onderscheidene
mooie vormen en kleuren, welke sommige soorten
bloemen ons bieden.
Voor we dus verder gaan, spreken we af, dat
we een klein hoekje of een rabat langs een pad
of iets dergelijks vrijhouden voor wat eenvoudig
te telen planten of bloemen.
Willen we een mooi hoekje maken, dan is het
nu nog tijd om enkele bloeiheesters te planten.
Wacht er echter niet te lang meer mee.
We onderscheiden tweeërlei bloemheesters: le
die, welke bloeien op twijgen, die het vorig jaar
gevormd zijn. Zij bloeien dus op tweejarig hout;
2e die, welke bloeien op twijgen, die in dezelfde
zomer worden gevormd.
Het is te begrijpen, dat deze twee soorten hees
ters niet kunnen volstaan met één en dezelfde
snoei. De wintersnoei van de eerstgenoemde kan
nu of in Februari bij vorstvrij weer plaats vinden.
Men verwijdert dan -de overtollige takken, alsmede
het dode hout. Lange waterloten knipt of snijdt
men tot op gedeelte in. Dit om ze te doen ver
takken.
De zomersnoei, waar we later nog eens op terug
komen, geschiedt nè de bloei.
Hieronder volgen enkele van deze heesters. Het
is een kleine greep uit de grote verscheidenheid, die
er van bestaat.
In de eerste plaats dan de Forsythia, ook wel
Goudklokje genoemd.
Vóór het blad verschijnt, komen in het vroege
voorjaar de mooie gele bloemen te voorschijn.
Wanneer we begin December enkele takken afsnij
den, kan <men in de dagen rondom Kerstdag en
Nieuwjaar genieten van de prachtige bloemen.
Men kan ze op iedere grond planten. De onder
scheidene variëteiten kunnen dienen als gewone
struikheester, tegen muren of in een hoekje, ver
enigd als groep.
De Forsythia spectabilis is, volgens mijn me
ning, wel de mooiste. Ze pronkt met zeer grote
goudgele bloemen.
Om langs muren of schuttingen te leh'en is de
Forsythia suspensa wel het meest geschikt.
Als tweede wil ik noemen de Amelanchier of
Krentenboom.
Dit is wel een bijzondere heester. Ze geeft n.l.
eetbare bessen. Ze geeft in het voorjaar etn bloe
menpracht, die er zijn mag. Ongeveer AprilMei
is deze heester bedekt met een overvloed van witte
trossen bloemen. Ook door hun prachtige herfst
tinten is dit een zeer geliefde heester. Ze groeit
het best op een niet te natte, liefst kalkhoudende
zandgrond en kan best tegen een plaats met niet
te veel zon.
Als derde komt zeer zeker in aanmerking de
Ribes, door velen ook wel gewoon Bes genoemd.
Voor het planten van deze heester is het al vrij
laat geworden, hoewel het nog kan. Ze behoort
n.l. tót de vroegst-bloeiende houtgewassen. Er be
staan vele variëteiten van. Men kan ze kiezen
met bloemen donkerrood, lichtrood, bleekrose. De
variëteit Ribes splendens is zeer rijkbloeiend don
kerrood.
Een wat later bloeiende heester, en ook bijzon
der mooi, is de Deutria. Deze bloeit ongeveer Juni.
Het is een zeer gemakkelijk te kweken heester,
welke zeer rijk bloeit. Er bestaan zeer veel va
riëteiten $an. Ze houden van een zonnige stand
plaats en eisen weinig onderhoud. Na de bloei
moet men de oude en dode takken tot op de grond
Op 11 Januari vergaderde de Noordoostpolder-
commissie der Stichting voor de Landbouw met
de directie van de Wieringermeer (Noordoostpol-
derwe^ken).
Onder meer werd gesproken over de jongste uit
gifte van bedrijven waarbij 129 nieuwe pachters
in de polder kwamen.
Hieronder zijn 53 pioniers, 2 „bijna-pioniers", 40
personen die korter of langer in de polder
gewerkt hebben zonder pionier of bijna-piorier
te zijn en 34 boegen van het oude land. Over het
feit, dat bij deze uitgifte zozeer rekening is ge
houden met de belangen van hen, die aan de op
bouw van de polder hebben medegewerkt, bestaat
in de polder alsook bij de N.O.P.-commissie grote
waardering. De voorzitter der commissie zegde de
directie dank voor haar beleid in deze.
Er resteert thans nog een klein aantal pioniers,
die in aa.nmerking komen voor een bedrijf.
De directie deed enige mededelingen over de uit
gifte van fruitteeltbcdrijven, waarover dezer da
gen het prospectus met bijzon-'erheden en voor
waarden is verschenen. Het ligt in de bedoeling
in November 1952 en November 1953 telkens 24
bedrijven, variërend van 624 ha, uit te geven.
De uitgifte zal reschielen in erfpacht tot een totaal
van 480 ha. De canon is op ongeveer 190 per
ha vastgesteld. De erfpachter zal woning en schuur
moeten bouwen. Aan kapitaal zal hij moeren be
schikken over 5000,voor het bedrijf, 5000,
voor iedere ha en f 20,000,voor de gebouwen,
zodat voor een bedrijf van 6 ha een .bedrag van
55.000,benodigd is. De helft van dit geld zal
door de adspirant-erfpachter zelf, zijn vader of
schoonvader verschaft moeten worden en de helft
door de overige familieleden, kennissen of instel
lingen.
Voorts we-d een bespreking gewijd aan de even-
tuële instelling van een commissie van vertrou
wensmannen. Zulks naar aanleiding van de uit
lating van de Minister van Waterstaat bij de be
handeling van de begroting Zuiderzeefonds 1952
in cle Tweede Kamer, waarbij deze zich bereid
verklaard heeft te bevorderen, dat een kleine com
missie van vertrouwensmannen, vertegenwoordi-
gende de drie landbouw- en de drie landarbeiders-
organisaties, gemotiveerd mededeling wordt ge
daan van de plannen, welke t.a.v. de uitgifte van
boerderijen en de daaraan verbonden plaatsing
wegnemen, de jonge twijgen komen in voldoende
aantal uit de grond te voorschijn.
In dezelfde tijd bloeit ook de Diervilla of Wei
gelia. Deze is zeer rijkbloeiend en verkrijgbaar in
mooie tinten. Zeer geschikt om als groep of in de
voorste rijen van een groep te worden geplant. Ze
houdt ook van een zonnige standplaats en heeft
gaarne een goed humushoudende grond.
Niet te vergeten de Syringa of Sering. Deze ken
nen we allemaal. Een heester, die het bijna overal
goed doet, doch de voorkeur geeft aan vruchtbare
grond.
Wanneer men Seringen plant, doet men het best
om ze in een groepje te planten van één kleur
bloem, dus nooit diverse kieuwen-bloemen door
elkaar; dit vermindert het effect.
Men kan kiezen uit variëteiten met enkele en
dubbele bloemen in de kleuren wit, lila, paars en
purperrood. Ze zijn prachtig.
Nog tientallen zijn te noemen, doch de beschik
bare ruimte is bijna overschreden. Volgende week
verder.
R. A. ADGEVER.
en de middelen voor de che
mische bestrijding ziin verkriigbaar bij:
Fa. P. J. DE PUNDER, Kwadendamme,
telf. K. 1194—235.
van landarbeiders zijn gevormd, zodat genoemde
vertrouwensmannen in kennis worden gesteld van
de overwegingen, welke tot het opstellen van deze
plannen hebben geleid en hun gevoelen daarover
kenbaar kunnen maken.
Het Hoofdbestuur van de Stichting voor de
Landbouw zal zich hierover eerst nog nader be
raden.
CHAMPIGNONS.
De laatste tijd kwam de champignon in Zeeland
in het middelpunt van de belangstelling te staan.
De stichting van de eerste kwekerij, zij het dan
van kleine omvang, is niet onopgemerkt gebleven.
Door de mogelijkheid om champignons in verse
toestand plaatselijk te kunnen betrekken, kwam
dit product via de Zeeuwse groentezaken op de
tafel van menig gezin.
Dit heeft tot gevolg, dat velen zich thans afvra
gen of de teelt van champignons misschien een be
staansmogelijkheid of wel een aardige bijverdienste
kan verschaffen.
Velen hebben een zeer simpele voorstelling van
deze teelt. De champignons schieten wel „als pad
destoelen uit de grond", doch alleen dan in een vol
doende hoeveelheid en van behoorlijke kwaliteit,
indien men voor een goede teeltruimte heeft ge
zorgd.
Kippenhokken, onder bedsteden, koude kelders,
lage kolenhokken of tochtige schuren zijn totaal
ongeschikt. Om champignons te kunnen telen
moet men in de teeltruimte de temperatuur en de
vochtigheidsgraad evenals de ontluchting kunnen
beheersen.
Na de oogst moet het product zo snel mogelijk
worden afgeleverd aan de consument. Ongetwijfeld
is er in Zeeland wel een afzetgebied te vinden voor
een 'klein kwantum, doch indien er een productie
komt van enige betekenis moeten de champignons
op een veiling buiten Zeeland worden aangevoerd
of aan een conservenfabriek verkocht.
Teneinde adspirant-telers nader op de hoogte te
brengen met de teelt van champignons, zal de
Rijks Tuinbouw Voorlichtingsdienst op die plaat
sen waar voldoende belangstelling bestaat een korte
cursus geven. Zij, die hiervoor belangstelling heb
ben dienen zich vóór 5 Februari te wenden tot de
Rijkstuinbouwconsulent te Goes.